Na twee ronden gepalaver hebben het Europees Parlement en de Raad ingestemd met het verhogen van Europese investeringen in Afrikaanse en naburige landen als deel van haar Extern Investeringsplan.
Ik ben steeds een hevig voorstander geweest van het verhogen van fondsen voor internationale ontwikkelingshulp door de EU, in lijn met haar internationale verplichtingen. Zulke fondsen kunnen wel degelijk het verschil maken om het leven in ontwikkelingslanden te verbeteren als zij in dienst staan van de plaatselijke prioriteiten en van sociale rechtvaardigheid tussen gelijke partners.
Wat nu echter wordt voorgesteld vanuit het Extern Investeringsplan van de Unie voor steun aan investeringen van openbare financiële instellingen en van de private sector is een regelrechte aanfluiting van een integere ontwikkelingsbijstand.
Het beweerde doel is de wortels van de migratie naar de EU aanpakken, in het verlengde van de controversiële veiligheidsakkoorden, die de EU met landen als Turkije en Libië heeft afgesloten om het aankomen van migranten op de Europese kusten te voorkomen.
De recente ‘Waarborgfondsen’, door de Europarlementsleden en de lidstaten overeengekomen onder het Extern Investeringsplan hebben tot doel de bestaande fondsen geleidelijk over te hevelen van Turkije naar andere landen, die dan dezelfde bewakersrol van Europa’s grenzen mogen spelen. In plaats van migranten en vluchtelingen te voorzien van veilige en wettige inreismogelijkheden naar de EU en een billijke verdeling van de verantwoordelijkheden voert de EU een politiek van aankomstbeperking en van uitbesteding van haar verantwoordelijkheid naar repressieve regimes.
Een voorbeeld daarvan zien we in de akkoorden van de EU met Turkije en Libië. In het laatste geval werden zoals bekend migranten en vluchtelingen onderworpen aan marteling en misbruik en verkocht als slaven. Tienduizenden worden in overbevolkte detentiecentra vastgehouden. Niet alleen was de EU zich goed bewust van de mate waarin mensenrechten in Libië werden geschonden, bovendien werkte zij ook nauw samen met de Libische autoriteiten om de overtocht over zee te stoppen en mensen in Libië te weerhouden. Dit maakt de EU rechtstreeks medeplichtig aan mishandeling. Bovendien gooiden de EU en haar lidstaten het op een akkoord met Libische plaatselijke autoriteiten, clanhoofden en gewapende groepen, dat alles om haar grenscontroles te externaliseren.
Het Libische Departement voor Strijd tegen Illegale Immigratie, dat steun en bijstand ontvangt van de EU leidt de detentiecentra waar migranten en vluchtelingen gemarteld worden. De EU werkt nauw samen met de Libische kustwacht om boten met migranten te onderscheppen. Tot nog toe verdronken dit jaar al 390 migranten in de Middellandse Zee op de vlucht voor economische ontberingen en schending van de mensenrechten, een rechtstreeks gevolg van de samenspanning van de EU.
De EU zal steun via haar Extern Investeringsplan afhankelijk maken van het vermogen van deze landen om de migratiestroom naar Europa onder controle te brengen. De fondsen zullen worden ingezet als pasmunt voor het gijzelen van vluchtelingen, zoals Libië nu al doet in opdracht van de EU.
Investeringen voor sociaaleconomische ontwikkeling moeten dan het militariseren van de grenzen van de Unie en het uitbesteden van de repressie vergoelijken. Dit is een schaamteloos misbruik van economische macht voor het onderwerpen van arme landen en een vorm van neokolonialisme. Daar komt nog bij dat de Waarborgfondsen, die gefinancierd worden met openbare gelden, zullen dienen om private investeerders te beschermen tegen het risico op mogelijk verlies, op kosten van de belastingbetaler.
Contrasteer dit alles met het officiële mensenrechtenverhaal dat de EU ophangt, haar zogenaamde gehechtheid aan internationale mensenrechten, de Vluchtelingenconventie van 1951 en de wijze waarop zij zich positioneert als rolmodel inzake respect voor de mensenrechten.
In feite hebben de individuele lidstaten het asielrecht teruggeschroefd. De door de Commissie voorgestelde hervorming van het gemeenschappelijke asielstelsel is ontworpen om Europa af te sluiten, in plaats van het herbevestigen van de beginselen van het humanitair recht waarop de maatschappelijke ordening na Wereldoorlog II was gebaseerd. Op deze subtiele en minder subtiele manieren is het rechts-populisme binnengeslopen op de hoogste niveaus van de EU-politiek.
Hoewel het voorstel enkele positieve elementen bevat, zoals steun voor het tegemoetkomen aan de Parijse klimaatakkoorden en aan de Millennium Ontwikkelingsdoelen, kon ik onmogelijk mijn stem geven aan deze Externe Investeringsplannen in hun huidige vorm. De EU dient waarachtige solidariteit op te brengen voor ontheemde personen en moet haar internationale verbintenissen eerbiedigen.
Veilige en legale immigratiewegen naar Europa zijn hoogdringend; enkel zo kunnen onaanvaardbare verdrinkingsdoden op de Middellandse Zee en de criminele smokkelnetwerken voorkomen worden. De ontwikkelingssamenwerking van de EU dient uit te gaan van gelijkwaardig partnerschap en van plaatselijk omschreven prioriteiten zodat gewone mensen er echt beter van worden.
Europese investeringen mogen niet dienen voor afpersing of om grenzen te externaliseren. Bovenal dient de EU op te houden met het bewapenen van repressieve regimes, militaire interventies en wapenverkoop, als zij gedwongen migratie bij de wortel wil aanpakken.
Europa’s politiek ligt mede aan de basis van de echte redenen voor gedwongen migratie; dat maakt ons allen medeplichtig aan het soort misbruik en vernedering waarvan we hier in Europa beweren dat het naar de geschiedenisboeken is verbannen.
Xabier Benito Ziluaga is Europees parlementslid van Podemos.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Euractiv. Nederlandse vertaling: Ander Europa.