Theo Francken en verschillende Europese regeringsleiders schuiven regelmatig het Australisch asielbeleid als model naar voor. We vroegen aan Diane Fieldes, actief in de Australische revolutionaire organisatie Socialist Alternative, te beschrijven hoe dat beleid er in de praktijk uitziet.
Australië kreeg heel wat aandacht in Europa en de VS afgelopen periode. De Australische manier van vluchtelingen te vervolgen bereikte wat het World Cup team niet kon.
Toen Oostenrijk het wisselende voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie opnam, verscheen er in The Economist een artikel met een cartoon van de rechtse, anti-vluchtelingen Kanselier van Oostenrijk Sebastian Kurz die droomde van een map van Australië met de woorden “No people smuggling” er op.
Angela Merkel kondigde dan weer aan dat Duitsland kampen wil oprichten bij de grens met Oostenrijk om asielzoekers vast te houden terwijl de Duitse autoriteiten ‘hun papieren controleren’. De nieuwe rechtse regering in Italië past een politiek toe die ze zelf beschrijft als een “stevige, Australisch geinspireerde ‘stuur de boten terug’ aanpak”. Trump tenslotte tekende na weken kinderen te hebben gescheiden van hun Latijns-Amerikaanse vluchtelingen ouders een executive order die hem zou toelaten vluchtelingen voor onbepaalde tijd vast te houden.
Maar tot op heden komt niemand in het Westen zelfs maar in de buurt van de barbaarse opstelling van de Australische regeringen, van beide partijen (1)Australië kent nationaal de facto een 2-partijenregime van de Coalitie, een kartel van Conservatieven en Liberalen, en Labor, vroeger en nu. Zij zijn hier trots op.
Toen Trump begin 2017 aankondigde dat hij immigratie zou bannen van zeven landen met een Moslim-meerderheid, klopte voormalig Minister voor Immigratie Scott Morrison zich op de borst: “de rest van de wereld is Australië aan het bijbenen”. En toch waarschuwde Minister van Binnenlandse zaken Peter Dutton op 23 juni dat het “hard gewonnen succes van de laatste paar jaren in een ogenblik ongedaan kon worden gemaakt door een enkele daad van compassie”. Daar is onder de huidige politiek geen enkele kans op.
Een paar recente voorbeelden geven aan hoe diep verzonken in onmenselijkheid het huidige Australische vluchtelingenbeleid wel is.
Toen een 63 jaar oude Hazara (2)De Hazara zijn een volk uit Centraal-Azië dat hoofdzakelijk in het centrale berggebied van Pakistan en Afghanistan woont. vluchteling bekend als Ali in de finale fase van terminalelongkanker belandde na vijf jaar op het eiland Nauru (3)Australië bouwde kampen op een reeks arme eilanden in de Stille Zuidzee, ver van het Australische vasteland een groot deel in een kamp te hebben verbleven, was het aanvankelijke antwoord van de Australian Border Force (ABF) dat hij naar Taiwan kon vertrekken om te sterven – een plaats waar hij niemand kent en waarvan hij de taal niet spreekt. De ABF bood hem ook 25.000$ aan om terug te keren naar Afghanistan, het land dat hij ontvluchtte. Het was pas na een schandaal door artsen, mensen die solidair zijn met vluchtelingen en zelfs sommige mensen binnen de ABF dat hij toestemming kreeg om naar Australië te komen om zich de laatste paar weken van zijn leven te laten verzorgen.
De moeder van Fariborz Karami, een Iraanse asielzoeker die tot zelfmoord werd gedreven op Nauru in juni, moet nu pleiten bij de ABF om het lichaam van haar zoon terug te krijgen zodat ze hem kan begraven. In een brief die begint met “Hallo mijn onderdrukkers en harteloze gevangenisofficieren, hallo ABF,” schrijft Fazileh Mansour Beigi: “Gedurende vijf jaren hebben jullie mij en mijn onschuldige kinderen op Nauru opgesloten en genegeerd… Mijn 26 jaar oude zoon blies zijn laatste adem uit in jullie beschimmelde tenten en sloot zijn mooie ogen voor jullie gruwel, onrechtvaardigheid en degoutante politiek.” Ver weg van de ogen van het publiek zijn deze gevangeniseilanden misdaad scenes geworden.
Sinds 2014 overleden 12 asielzoekers op Manus Eiland en Nauru. Duizenden anderen raakten lichamelijk en geestelijk getraumatiseerd door de onmenselijke omstandigheden van hun detentie voor onbepaalde duur, door seksueel geweld, door foltering en verwaarlozing. Meer dan 130 kinderen worden nog steeds vast gehouden op Nauru. In Australië zelf zitten nog een179 kinderen in “gemeenschapsbewaring”.
Dit alles is het onvermijdelijk resultaat van een bewuste politiek van de regeringen. De detentiecentra op Manus Eiland en Nauru werden in 2012 heropend door de Labor-regering onder Eerste Minister Gillard om zoveel als mogelijk de behandeling van asielaanvragen en de opvang van vluchtelingen te verwijderen van het vasteland. In de aanloop naar de federale verkiezingen van 2013 deed Rudd er nog een schep bovenop, toen hij aankondigde dat geen enkele volwassene of kind die vervolging ontvluchtte per boot ooit nog in Australië zou worden gevestigd en voor altijd in off shore detentie kon wegrotten.
Het programma van de daaropvolgende Liberale regering onder Abbott (Operation Sovereign Borders) hield in dat de Australische zeemacht elke aankomst van boten met vluchtelingen kan stoppen door elk schip terug in zee te drijven. Indonesische bootsmokkelaars werden door de Australische regering betaald om hetzelfde te doen. Sindsdien heeft de Australische Navy tientallen boten teruggedreven, met honderden mensen aan boord wiens latere lot onbekend is gebleven. Er wordt over al deze zaken mist gespoten onder het mom van het veiligheidsbeleid: over ‘operationele’ of ‘op het water’ zaken kan niet gesproken worden.
Een volgende stap van opgelegd stilzwijgen kwam er toen in 2015 de Border Force Act werd ingevoerd, die een misdrijf maakte van het rapporteren van misbruik door iedereen die op Manus of Nauru werkt. Offshore detentie is noodzakelijkerwijze brutaal om asielzoekers zo wanhopig te krijgen dat ze akkoord gaan terug naar hun land van herkomst te gaan, naar wat ze ook ontvluchtten. Als nieuws van deze horror de landen bereikt vanwaar de mensen vluchten (en de Australische regering spendeert miljoenen aan advertenties om er zeker van te zijn dat dat gebeurt), des te beter.
Het feit dat alle detentiecentra zeer afgelegen liggen, is ook geen toeval. Offshore detentie houdt vluchtelingen buiten bereik van medische diensten en juridische ondersteuning, en van actievoerders en journalisten. Het maakt het makkelijker om vluchtelingen te ontmenselijken en te demoniseren als gezichtsloze hordes. De kostprijs van “uit het zicht, uit het hart” politiek zijn doden en trauma’s waarover de meeste Australiers nog steeds heel weinig weten.
Het stilzwijgen komt ook van beide partijen aan de macht. Australië moet de verantwoordelijkheid opnemen voor de getraumatiseerde en vervolgde mensen in haar detentiecentra. De gesloten centra moeten dicht. Iedereen die er nu wordt opgevangen, moet toelating krijgen zich in Australië te vestigen.
Voetnoten
↑1 | Australië kent nationaal de facto een 2-partijenregime van de Coalitie, een kartel van Conservatieven en Liberalen, en Labor |
---|---|
↑2 | De Hazara zijn een volk uit Centraal-Azië dat hoofdzakelijk in het centrale berggebied van Pakistan en Afghanistan woont. |
↑3 | Australië bouwde kampen op een reeks arme eilanden in de Stille Zuidzee, ver van het Australische vasteland |