Het is du jamais vu! Nooit eerder, in mijn toch al lange carrière als filmconsument, heb ik het mogen meemaken dat ik alléén in de zaal zit. Dat komt doordat we ons op dat moment in de hittegolf bevinden en da’s slecht weer voor cinema-uitbaters. ’t Komt ook doordat The Man Who Killed Don Quixote (1)Terry Gilliam. The Man Who Killed Don Quixote. 2018. 132 min. slechte kritieken krijgt, terecht.
Ik zou de film niet eens vermelden ware ’t niet dat hij een kapstok is om iets over een essay te vertellen dat Don Quichot probeert te duiden. (2)David David Becerra Mayor. Het gramsciaans monster Don Quichot. In Lava nr 4. U leest het hier.
Het personage van Michel de Cervantes is het product van een tijdperk waarin twee tegenstrijdige productiewijzen naast elkaar bestaan: ‘Het systeem van feodale uitbuiting, dat al minstens sinds de 14e eeuw in ontbinding was, stierf maar niet af (…) Tegelijkertijd werd de burgerlijke maatschappij maar niet definitief geboren, laat staan dat ze zich consolideerde. We zitten dus in de overgang tussen het stervende feodalisme en de eerste opkomst van het kapitalisme.’
In de publieke ruimte verschijnt Don Quichot als een feodale heer: hij bezit wapens en heeft dienstpersoneel. In de privéruimte zien we hem als een arme man die zijn schamele vermogen opsoupeert. Hij is niet in staat zich aan de op komst zijnde nieuwe tijden aan te passen.
Don Quichot leest ridderromans. Maar ‘in het feodalisme bestond slechts het ene Boek, dat de waarheid en het eensluidende woord van God bevatte. Het kritische lezen, het vermogen om het oneens te zijn en de mogelijkheid om het boek te sluiten uit verveling bestonden niet : de lezer was geen vrij subject dat onafhankelijk tegenover het boek stond, maar een dienaar onderworpen aan een strikt liturgische lezing.’
Daardoor verwart Don Quichot die ridderromans met de realiteit en dat doet hij ook met de spitstechnologie die hij in de vorm van windmolens te zien krijgt: voor hem zijn het reuzen. De twee rivaliserende werelden die naast elkaar bestaan verklaren ook de dialogen tussen Don Quichot en zijn vermeende schildknaap: ‘Sancho blijft bijvoorbeeld onvermoeibaar aan de ridder vragen om een loon, waarop Don Quichot voortdurend antwoordt dat er in geen enkele ridderroman sprake van is dat schildknapen verloond werden. Sancho vraagt hem ook of dat loon, mocht hij het ooit krijgen, per maand of per dag betaald zou worden (…), en dringt op die manier een burgerlijke tijdslogica op aan het natuurlijke tijdsverloop van het feodalisme, waarin de relatie tussen meester en horige niet onderhandeld of opgedeeld werd, maar integendeel vastlag voor het leven.’
Er staat nog veel meer in het van marxistische finesses bulkende essay dat ik u, in tegenstelling tot de film, wel aanraad, maar net als de film had ook het essay minder pompeus mogen zijn. En korter.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op De Laatste Vuurtorenwachter.