Door Peter Edel

Begin dit jaar riep de in Turkije regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) een speciaal fonds in het leven, een zogenaamd wealth fund. Daar werd nogal vrij van opgekeken, want doorgaans beginnen alleen olieproducerende landen een dergelijk fonds. Dat doen ze dan om investeringen uit te bekostigen. De enige serieuze in Turkije geproduceerde hoeveelheden olie komen echter uit olijven…

Toch kwam het wealth fund er. Belangen van de Turkse staat in diverse ondernemingen, waaronder Turkish Airlines, Türk Telekom en Ziraat Bank, weden er naar overgeheveld.

Kritiek

Er ontstond nogal wat kritiek. De oppositie voerende Republikeinse Volkspartij (CHP) vreesde dat het zou leiden tot politisering van de belangen die de staat in ondernemingen heeft en als gevolg daarvan een gebrek aan overzicht.

De econoom Mahfi Egmilmez uitte zich eveneens sceptisch. Volgens hem droegen vergelijkbare fondsen bij aan de oorzaken van de economische crises van 1994 en 2001. Andere economen vonden dat de regering beter geld kon uittrekken om de nationale schuld, die ongeveer 30 procent van het BNP bedraagt, te verlagen.

Brug

De AKP-regering zit echter om geld te springen. Onder andere om megaprojecten mee te financieren. Die zijn niet altijd zo succesvol als vooraf voorzien. Neem de derde brug over de Bosporus waarmee het Aziatische deel van Istanbul aan het Europese deel werd verbonden. De brug werd met veel klaroengeschal opgeleverd, maar vervolgens bedroevend weinig gebruikt. Niet zo vreemd, want het is een dure manier om de Bosporus over te steken.

Om een impuls te geven mochten vrachtwagens niet langer gebruik maken van de twee andere bruggen over de Bosporus. Transportbedrijven nemen de boete die daar op staat echter voor lief, omdat die lager is dan de tol voor de derde brug.

De bouwondernemers die de brug in elkaar sleutelden kregen echter garanties van de regering voor hun inkomsten, wat nu een forse duit kost.

Dezelfde situatie dreigt te ontstaan met de nieuwe luchthaven in Istanbul. De achterliggende gedachte van dit project was dat er in de toekomst meer passagiers naar Turkije zouden reizen. De laatste jaren zijn het er juist echter minder geworden. Als daar geen verandering in komt moet er dus ook in dit geval veel geld bij om aan de garanties voor de bouwondernemers te voldoen.

Zuur

Onder deze omstandigheden is het extra zuur dat het wealth fund niet het succes werd waar op gerekend werd. Het zou voor een extra 1,5 procent economische groei zorgen maar dat feest ging niet door. En zo dreigen de critici gelijk te krijgen die meenden dat het niet zo’n bijster goed idee was.

Nu is de AKP er de partij niet naar om dat toe te geven. De AKP is immers nagenoeg onfeilbaar, terwijl president Erdogan op griezelige wijze de perfectie benadert. Hij gaf zijn zegen aan het plan, dus kan er niets mis mee zijn. De consequentie was dat er naarstig naar zondebokken gezocht moest worden.

Bostan

Voorzitter Mehmet Bostan vloog al de laan uit en werd vervangen door het hoofd van de beurs in Istanbul, Himmet Karadag. Verder kondigde Erdogan voorafgaand aan zijn reis naar Kazachstan een grondige herstructurering van het wealth fund aan. Plat gezegd betekent dit dat er nog meer koppen gaan rollen.

Over een half jaartje of daaromtrent, zullen we horen of dat het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Zo niet, dan is er nog geen man overboord wat betreft de reputatie van de AKP en de onvolprezen Erdogan, want dan volgen gewoon nog meer ontslagen. Zolang een ding maar vaststaat: dat het wealth fund een subliem idee is.

Peter Edel is auteur van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)