Sinds 2015 wordt Portugal bestuurd door een minderheidsregering met de socialist António Costa als eerste minister. Hij beschikt slechts over 86 van de 230 zetels in de assemblee, maar de linkerzijde, de Portugese Communistische Partij PCP en het Links Blok (Bloco de Esquerda) wilden hem parlementair steunen voor zover het soberheidsbeleid zou verlaten worden; Costa van zijn kant wou zich schikken naar de budgettaire orthodoxie van de Europese Unie.
Deze onzekere constructie houdt al wel verbazend lang stand, en wordt door sommigen voorgesteld als de ‘kwadratuur van de cirkel’: Europees bezuinigingsbeleid zou best verzoenbaar zijn met sociaal beleid. Maar de Portugese evenwichtsoefening schijnt nu toch op een kritiek punt beland te zijn.
De Portugese leraars voeren sinds maanden actie om achterstallige lonen uitbetaald te krijgen. Van 2005 tot 2007, en van 2011 tot 2017 werden hun lonen immers bevroren. Onlangs keurde een parlementaire commissie deze uitbetaling goed, maar premier Costa stelde zijn veto: als dit gebeurt dreigt hij met ontslag. Hij vreest dat ook andere ambtenaren dezelfde eisen zullen stellen, met een ‘onbetaalbare factuur’ van misschien 800 miljoen euro tot gevolg.
De vakbond CGTP eist in ieder geval dat de achterstallige lonen voor alle 650.000 ambtenaren uitbetaald worden. “Costa betaalde wel meer dan een miljard aan de private Banco Novo”, stelt de bond, en beschuldigt Costa van politieke spelletjes.
De komende week zou over de kwestie beslist worden in het parlement. Drie weken voor de Europese verkiezingen en enkele maanden voor de parlementsverkiezingen van oktober a.s. vragen velen zich af of het ‘Portugees raadsel’ zijn ‘geheim’ niet aan het prijsgeven is.
Herman Michiel is actief in Ander Europa. Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.