Afgelopen weekend vonden in alle lidstaten van de EU ook verkiezingen plaats voor het Europees parlement. In eigen land raakten de resultaten van deze verkiezingen een beetje op de achtergrond door de nationale verkiezingsslag. Hieronder publiceren we een eerste reeks artikels van onze vrienden Herman Michiel, actief bij Ander Europa, en Freddy De Pauw, medewerker van Uitpers.

Eerste impressies na de Europese verkiezingen

Door Herman Michiel

Of je nu veel verwacht of niet van de politieke samenstelling van een parlement, feit is dat verkiezingsresultaten een soort röntgenfoto opleveren van wat in een maatschappij leeft. Als er nu iets opvalt bij die resultaten is het de verdere opgang van extreem rechts, zowat overal in Europa.

Opgang extreem rechts

Ver hoeven we daarvoor niet te kijken. Het Vlaams Belang verdrievoudigde zijn score zowel voor de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen; met 18 zetels in de Belgische Kamer wordt het er de derde partij, in het Vlaams Parlement zelfs de tweede partij, alleen voorafgegaan door de N-VA. Deze grote broer van het Vlaams Belang boet weliswaar bijna 300.000 stemmen in ten opzichte van 2014, maar blijft de grootste partij van het land. Zowel N-VA als VB sturen drie vertegenwoordigers naar het Europees parlement.

In Nederland verliest Wilders’ PVV zijn vier Europese zetels, maar Baudets Forum voor Democratie wint er vier, en beide krijgen waarschijnlijk een (extra) zetel na het vertrek van de Britten. De uiterst rechtse bankrekeningen zullen goed gespekt worden…

Nog meer uiterst rechtse successen elders in Europa. In Groot-Brittannië haalt de Brexit Party van Farage 31,5%, meer dan het dubbel van Labour. In Frankrijk staat Marine Le Pen’s Rassemblement National (ex-Front National) met 23,3% op de eerste plaats en klopt La République en Marche, het vehikel van president Macron. Le Pen’s Italiaanse kompaan Salvini van de Lega Nord doet nog beter met meer dan 34% van de stemmen, de Poolse PiS haalde 46% en in Hongarije scoort Orban’s Fidesz maar liefst 56%. Dat zal wel volstaan om te illustreren dat extreem rechts de wind in de zeilen heeft.

Geen parallelle evolutie bij links

Is de toevloed naar het uiterst rechtse uiteinde van het politieke spectrum misschien de ene kant van de maatschappelijke balans, en wordt ook de andere kant versterkt? Dat zou niet zo onlogisch zijn, en wijzen op toenemende sociale mobilisatie, en polarisatie ten koste van het ‘extreme centrum’. Dat centrum is inderdaad verzwakt, en de opmerkelijk verhoogde opkomst bij de Europese verkiezingen (van 43% naar meer dan 50%) wijst op een grotere politieke betrokkenheid. Maar links heeft daar tot nog toe niet, of toch maar zeer gedeeltelijk van geprofiteerd.

Bekijken we eerst links in de brede zin, met inbegrip van sociaaldemocraten en groenen. De geslaagde campagne van de Nederlandse PvdA met spitzenkandidat Frans Timmermans deed hier en daar de hoop herleven voor een sociaaldemocratisch revival. De uitslag van de Europese verkiezingen in Nederland was inderdaad hoogst verrassend: tegenover 2014 verdubbelde de PvdA haar score (van 9,3% naar 18,9%) en stond daarmee helemaal op kop. Maar men kan niet van een trend spreken; in België gaat het bij de sociaaldemocraten aan beide zijden van de taalgrens zelfs over een historisch dieptepunt.

Ook in Duitsland maakt de SPD een zeer slechte beurt, en valt van 27,3% van de stemmen op 15,8%, onder de 20,5% van de Grünen. De 6,19% van de Franse PS is eveneens een kaakslag, alhoewel helemaal in de lijn van de verwachtingen. De Portugese sociaaldemocraten van António Costa zouden een zetel bijwinnen, de PSOE van Pedro Sánchez in buurland Spanje haalt een zeer mooi resultaat met één derde van de stemmen, en zou zo over de grootste groep van sociaaldemocratische parlementariërs in het Europees Parlement beschikken. Maar in globo verliest de fractie van de Europese sociaaldemocraten (S&D) in het Europees Parlement een vijfde van haar zetels (van 185 naar 146), wat dus iets heel anders is dan een opgaande trend zoals bij extreem rechts.

Er is enige troost te vinden in het relatief goede resultaat van de groenen, zowat over de hele Unie. Verrassing in Frankrijk, waar les Verts de derde partij werden, met 13,1% van de stemmen. De Duitse Grünen verdubbelden hun score ten opzichte van 2014 en komen zoals reeds vermeld op 20,5%. In Franstalig België verdubbelt Ecolo bijna zijn resultaat van 2014 bij de Europese verkiezingen, het Nederlandse Groenlinks gaat van 2 naar 3 zetels en in haar geheel zal de groene fractie in het Europees Parlement van 52 naar 69 zetels gaan.

Kijken we tenslotte naar ‘radicaal links’, in het Europees Parlement optredend als de fractie GUE/NGL, dan is er sprake van een regelrechte achteruitgang. De GUE valt van 52 op 39 à 42 zetels, wat op een totaal van 751 nog weinig betekent. De grootste groep, die van Die Linke, valt van 7,4% op 5,5% en verliest twee van de zeven zetels (terwijl het uiterst-rechtse AfD van 7 naar 11 gaat). La France Insoumise (Mélenchon) kon geen voordeel halen uit de beweging van de Gele Hesjes, en komt uit op een teleurstellende 6,6%, ver achter de 23,3% van Le Pen; de Parti Communiste Français haalt geen 3%. De Nederlandse SP verliest zijn twee zetels en verdwijnt uit het Europees Parlement. In Griekenland veranderde de score van SYRIZA (ca. 24%) weinig, maar die werd in de schaduw gesteld door de 33% van het rechtse Nea Democratia. Premier Tsipras kondigde vervroegde parlementsverkiezingen aan, die waarschijnlijk op 30 juni doorgaan. Het door de vroegere minister van financiën Varoufakis opgerichte DiEM25 haalde 3%. Het Bloco in Portugal verdubbelde zijn score, van 4,56 % naar 9,82 %; Podemos in Spanje daarentegen valt terug op 10%, komende van 14,3% bij de parlementsverkiezingen van april.

De enige heuglijke ontwikkeling aan de linkerzijde is het mooie resultaat van PVDA/PTB in België. Partijvoorzitter Peter Mertens werd samen met tien andere kandidaten verkozen in de Belgische Kamer, waar ze het rode duo  Raoul Hedebouw en Marco Van Hees komen versterken. In de verschillende deelparlementen komen er vier Vlaamse, tien Waalse en elf Brusselse PVDA/PTB verkozenen. En met Marc Botenga komt er voor het eerst een linkse Belg in het Europees Parlement.

So what?

Het zou niet ernstig zijn om uit deze hele evolutie vlug enkele conclusies te trekken. De trends zijn echter te duidelijk en te algemeen om hierin geen diepere onderstroom te onderkennen. Er is een enorm ongenoegen met de huidige maatschappij-ordening, maar de geschiedenis van de 20e eeuw toont voldoende aan dat het niet automatisch links is dat hierdoor vooruit gaat. Als er misschien toch al iets geconcludeerd kan worden, is het dat links niet geholpen wordt door zich zoveel mogelijk te schikken naar de bestaande orde en de heersende opvattingen, uit schrik zich door radicaliteit te marginaliseren.

Een linkse partij die een eind mee gaat met (uiterst-)rechts in de duiding van migranten als gevaar voor de welvaartsstaat blijkt daardoor niet de wind in de zeilen te krijgen. Het vervangen van rode vlaggen door tricolores evenmin. En waar er onder progressieven gepoogd wordt om samen te werken helpt het niet om veel water bij de linkse wijn te doen, want dan kun je wel eens in de verkeerde coalitie terechtkomen. Het was spitzenkandidat Frans Timmermans die zondag voorstelde een ‘progressieve coalitie’ te maken in het Europees parlement, en wel eentje gebaseerd op sociaaldemocraten, groenen, radicaal linksen en… de liberalen. De Heer behoede ons!

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.

 

Regerend radicaal rechts in de lift

Door Freddy De Pauw

Polen, Hongarije, Italië… waar radicaal rechtse partijen aan het roer staan, scoren ze goed. Zeker, de Oostenrijkse FPÖ doet het na het Ibiza-schandaal minder dan gehoopt, maar globaal genomen kan regerend radicaal rechts heel tevreden zijn. Radicaal rechts regeert zich dus niet snel kapot. De Italiaanse Lega-leider Salvini kan nu werken aan zijn Europese droomcoalitie van “soevereinisten” en conservatieven in andere fracties, waaronder de EVP.

Lega

Italië beleeft nogmaals een aardverschuiving. Matteo Salvini, vice-premier en leider van de Lega, haalt volledig zijn slag thuis. Met meer dan een derde van de stemmen, 34,3 %, is Salvini de grote triomfator. Zijn regeringspartner M5S (Vijfsterrenbeweging) stort in: nog 17 %, een halvering ten opzichte van de parlementsverkiezingen van maart vorig jaar. Toen was het Lega 17, M5S 32.

Salvini legt nu eisen op tafel voor een nieuwe machtsverdeling binnen de regerende coalitie. De snelle spoorlijn TAV Lyon-Turijn moet afgewerkt worden, de  Vijfsterren moet haar mond houden. Dat is een eerste test voor de nieuwe krachtsverhoudingen. En waarom zou de Lega niet de premier mogen leverren? Als ze haar zin niet krijgt, kan ze vervroegde verkiezingen uitlokken. Met haar 34,3 % en die van de neofascistische Fratelli d’Italia, 6,45 %, kan Salvini hopen op een volstrekte uiterst-rechtse meerderheid, zodat hij M5S of zelfs Forza Italia van Silvio Berlusconi ( 8,8 %). niet meer nodig heeft.

Intussen stapelt de Lega ook de lokale successen verder op, in samenwerking met Forza Italia (lid van EVP) en de Fratelli. Rechts won de verkiezingen in de regio Piemont waar uittredend gouverneur Sergio Chiamparino ondanks zijn persoonlijke populariteit plaats moet maken voor rechts. M5S gaat hier volledig onderuit.

Coalitie van het gebed

Salvini’s Lega zal in het EU-parlement wegen. Daarbij wil Salvini verder kijken dan alleen maar zijn partners die hij onlangs tijdens een meeting in Milaan naast zich had op het podium, zoals Marine Le Pen (RN) en  het Vlaams Belang. Hij kijkt vooral naar de afwezigen op dat podium, zoals de Poolse regerende PiS en de Fidesz van de Hongaarse premier Viktor Orban, twee partijen die het zondag zeer goed deden.

Salvini gebruikt daarbij volop de “christelijke waarden” om partijen te verleiden. Niet toevallig verscheen hij bij de bekendmaking van zijn zege alweer met het intussen beruchte gebedssnoer om zijn gehechtheid aan die christelijke waarden te beklemtonen. Dat ligt zeer goed bij de Pis en  Fidesz. En met de eventuele steun van hen erbij hoopt hij de EVP en anderen te bewegen tot samenwerking, rond een gebed.

Er zijn voorbeelden van dergelijke coalities. Zoals in Oostenrijk waar de conservatieve ÖVP regeert met die uitesrt-rechtse FP¨. En Italië zelf waar de Lega al jaren meegaat met Forza Italia, EVP, zonder dat de EVP daar problemen mee heeft. De EVP heeft ook geen  bezwaar tegen de aanwezigheid aan haar zijde van uiterst rechts in Bulgarije en Kroatië, terwijl Fidesz voorlopig nog altijd bij de EVP zit. En waarom er ook de ‘socialisten’ van de Roemeense PSD niet bij halen, want die gedragen zich meer en meer als een Fidesz. En ze waren niet vies samen te gaan met de Orthodoxe kerk in een referendum over het homohuwelijk, dat voor hen wel een pijnlijke afgang werd. De Franse Les Républicains (LR) voerden ook al een campagne rond de christelijke wortels van Europa. En het Nederlandse FVD van Baudet hoort ook in dat gezelschap thuis.

PiS en Fidesz

PiS en Fidesz, twee partijen die zondag overtuigend wonnen. Orban haalt met gemak 52 %, de oppositie ligt er verbrokkeld en ontgoocheld bij. De sociale onrust van enkele weken geleden is beperkt gebleven, het is buiten Boedapest nergens tot massaprotest gekomen.

In Polen waren de verkiezingen een  opiniepeiling op ware grootte voor de parlementsverkiezingen in oktober. De PiS had het in recente lokale verkiezingen niet zo goed gedaan, er was nu een  pro-EU coalitie rond de centrum-rechtse PO gevormd, met wat centrum-links erbij, in de hoop de PiS van de eerste plaats te verdringen. Het is niet gelukt, de PiS haalt rond 45%, tegen 38% voor de coalitie. De PiS heeft vooral het accent gelegd op haar sociale verwezenlijkingen die volgens haar met een zege van de oppositie in het gedrang zouden komen.

Stad versus platteland

In Polen zien we een  merkbaar verschil tussen stad en platteland. De PiS komt in bijna geen enkele grote stad op de eerste plaats, maar maakt dat ruimschoots goed in kleine steden en dorpen. Hetzelfde zien we in Hongarije waar de opposities het vooral moeten hebben van Boedapest.

Maar ook elders stellen we dat vast. In Frankrijk onder meer waar het RN van Le Pen hoge scores haalt in “het vergeten Frankrijk”, gebieden waar de industrie verdwenen is, in kleinere steden en dorpen, maar slechte resultaten haalt in grotere steden. En in Italië blijkt uit een eerste analyse dat de centrumlinkse PD in steden als Rome en Milaan ver boven haar nationaal gemiddelde (22,7%) zit. Ook in Vlaanderen doet het VB het minder in de grotere steden dan elders.

Radicaal links in de marge

Door Freddy De Pauw

Radicaal linkse partijen hebben het op enkele zeldzame uitzonderingen na, waaronder België, echt niet goed gedaan in de Europarlementsverkiezingen. In Duitsland, Frankrijk, Nederland, Spanje krijgen ze klappen, in een oud bolwerk als Italië waren ze nauwelijks te bespeuren. In Oost-Europa en de Balkan al evenmin. In Griekenland verloor regerend Syriza de match met de rechtse Nieuwe Democratie. Er zijn weinig lichtpunten.

Dalend

Het Portugese Linkse Blok en het Belgische PVDA-PTB redden de eer. In Portugal haalt het Bloco Esquerda bijna 10 %, de communisten 7 %. Beide partijen steunen van buitenaf de socialistische minderheidsregering. De socialistische partij zelf haalt net een derde van de stemmen. Voor het EU-parlement haalt PVDA-PTB 8,4 %, een winst van 5 %. Daar tegenover staat een reeks ontgoochelende uitslagen.

In Nederland zakt de SP zowaar tot 3,4 %, een absoluut dieptepunt dat niet alleen kan verklaard worden door het onverwachte succes van de PvdA. De SP zit al een tijd in de risicozone, de tijd – niet zo lang geleden – dat ze de hegemonie over links binnen bereik had, lijkt zeer ver weg. SP is zeker geen goede inspiratiebron meer voor de Belgische PVDA.

Het Spaanse Podemos komt evenzeer ernstig verzwakt uit de stembus. Nu nog 10 %, alweer 4 % onder het percentage van de onlangs gehouden Spaanse parlementsverkiezingen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen hebben zowel burgemeester Ada Colau in Barcelona als Manuela Carmena in Madrid het niet zo goed gedaan, zij riskeren beide door de nu gekozen raden niet te worden herverkozen. In Barcelona haalt de Franse ex-premier Manuel Valls gelukkig slechts 13 %.

In Duitsland ziet het er niet beter uit voor uiterst links. Die Linke haalt slechts 5,5 %, een erg teleurstellend resultaat. Bij de Bondsdagverkiezingen van 2017 haalde Die Linke nog 9,2 %. Het ‘avontuur’ vorig jaar van Sahra Wagenknecht en haar beweging ‘Aufstehen’, heeft Die Linke duidelijk geen deugd gedaan. Wagenknecht kondigde in maart aan op te stappen als fractievoorzitter.

Beteuterd

Het vergaat La France insoumise (LFI) van Jean-Luc Mélenchon al niet veel beter. Deze formatie mikte op 11 %, het percentage dat ze haalde bij de parlementsverkiezingen van twee jaar geleden. Maar ze kijkt beteuterd naar een povere 6,3 %. Maandag werd al druk gespeculeerd over de opvolging van Mélenchon aan het hoofd van  LFI. Maar l’insoumise is erg intens verbonden met zijn figuur en hijzelf leidt de beweging bijzonder autoritair, allesbehalve transparant. Er staan wel enkele talenten te dringen om zijn rol over te nemen, desnoods met een  nieuwe beweging die dan LFI zou ‘overstijgen’.

Mélenchon kan het aan de media wijten – waarmee hij permanent overhoop ligt. Want die media hadden het bijna uitsluitend over het duel Macron-Le Pen, alsof de rest niet meedeed. Maar LFI heeft het ook aan zichzelf te wijten, onder meer aan het sectarisme tegenover de rest van links. Alhoewel, LFI bedient zich niet van de term “links” maar van “het volk”.

De rest van links, dat is de lijst PS-Place Publique die met 6,2 % net de meubels redt. Wat niet kan gezegd worden van Benoit Hamon, oud-kandidaat van de PS voor de presidentsverkiezingen, die met zijn ‘Génération.s’ 3,27 % haalt en daarmee ver beneden de kiesdrempel (5%) blijft. Hij trekt zich voor een tijdje terug.

De communistische PCF voerde een goede  campagne met een verrassende kandidaat, Ian Brossat, maar met slechts 2,5 % van de stemmen, haalt ze dus ook – voor de eerste keer – geen gekozene in het Europarlement.

In Italië haalde de coalitie La Sinistra slechts 1,7 %, dus ook daar geen gekozene voor het Europarlement.

Regerend Syriza is ruim gevloerd door rechts: 33,3 voor Nieuwe Democratie, 23,7 voor de partij van premier Tsipras, die prompt de verkiezingen enkele maanden heeft vervroegd. De communistische KKE haalt 5,5 %. Het was maandag nog niet duidelijk of MeRa de kiesdrempel van 3 % haalde. Die partij maakt deel uit van DIEM25, de Europese beweging van Yanis Varoufakis, gewezen minister van Financiën van Tsipras die weigerde in te stemmen met het soberheidsbeleid dat de ‘trojka’ opdrong.

De fractie van uiterst links in het Europarlement had in het uittredend parlement 52 zetels. Volgens voorlopige berekeningen worden er dat hooguit 39. Een ernstige teleurstelling. En een ernstige waarschuwing.

Deze artikels verschenen oorspronkelijk op Uitpers.