Op 8 oktober 2018 werd op tegenovergestelde delen van de wereld een ramp aangekondigd:
– In Brazilië, waar de stemmen van de eerste ronde van de presidentsverkiezingen werden geteld, won Jair Bolsonaro 46% van de stemmen – genoeg om duidelijk te maken dat hij waarschijnlijk drie weken later in de tweede ronde zou gaan winnen.
– In Incheon, Zuid-Korea, maakte het Intergouvernementeel Panel voor Klimaatverandering (IPCC) de bevindingen van haar speciale rapport openbaar: het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5 °C ‘zou snelle, verreikende en ongekende veranderingen in alle aspecten van de samenleving vereisen’ binnen de huidige generatie.
Het was een gedenkwaardig moment voor intellectueel pessimisme; de jaren die we nodig hebben om te strijden tegen het rechtse nationalisme en om haar reactionaire klimaatbeleid te verslaan en een verstandige aanpak te volgen, zijn jaren die we niet hebben. Deze twee rampen zullen elkaar in de loop der tijd versterken, zodat de éne ramp het moeilijker maakt om de andere op te lossen.
Aangezien de klimaatverandering reële en veronderstelde sociale noodsituaties aanwakkert en er geen sprake is van een massale politiek van solidaritet klinkt bij veel mensen de op angst gebaseerde roep om middelen voor de ene gemeenschap veilig te stellen tegenover de behoeften van anderen. Natuurlijk waren de halfslachtige maatregelen zoals de akkoorden van Parijs nooit reden voor veel hoop – ook al was de politiek van de wereld die ze creëerde niet uit koers geraakt door de opkomst van rechts nationalisme.
Bolsonaro heeft zich direct gericht op het Amazone regenwoud en de inheemse gemeenschappen die daar wonen. Kort na zijn aantreden tekende hij een decreet dat het beheer van de inheemse reservaten overdroeg aan het ministerie van Landbouw, dat onder controle staat van de belangen van de agro-industrie, hoewel deze stap later in het Congres een tegenslag te verwerken kreeg. Aangemoedigd door zijn verkiezing zijn, de aanvallen op inheemse gemeenschappen, de illegale houtkap en het inpikken van land door criminele bendes toegenomen, met name in districten die op hem hebben gestemd.
Leden van de regering van Bolsonaro zijn overgegaan tot het verlenen van landbouw- en mijnbouwrechten aan niet-inheemse mensen, met het argument dat dit de inheemse bevolking in staat zal stellen om economisch voordeel te halen uit hun land. Een topadviseur, generaal Augusto Heleno Pereira, verwierp het idee dat het Amazonegebied een werelderfgoed is, riep op tot de ontwikkeling ervan en pleitte ervoor dat ‘Brazilië er iets mee zou moeten doen ten behoeve van Brazilië’.
Het is moeilijk om een duidelijker voorbeeld te vinden van wat David Harvey ‘accumulatie door onteigening’ noemt, waarbij publieke en natuurlijke hulpbronnen worden onteigend met behulp van niet-economische en soms niet-legale middelen, om verdere uitbuiting te vergemakkelijken.
Harvey stelt dat legale, geregulariseerde uitbuiting van arbeiders slechts één van de drijfveren is waarmee kapitaal wordt geaccumuleerd, en dat de voortdurende processen van het kapitalisme ook afhankelijk zijn van wat Marx beschouwde als ‘primitieve accumulatie’, accumulatie van kapitaal door middelen als privatisering van publieke goederen, militaire en paramilitaire toe-eigening, en diefstal.
Harvey gebruikt dit concept in de eerste plaats om de dynamiek van neoliberaal beleid, zoals privatisering en financialisering te analyseren, maar het lijkt evenzeer van toepassing op de juridische en niet-legale inbeslagnames van natuurlijke hulpbronnen door verschillende particuliere belangen (meestal met sterke banden met elementen binnen nationale overheden) in het licht van de klimaatcrisis.
Hulpbronnen plunderen ontmoet klimaatontkenning
De expliciete agenda van Bolsonaro: de natuurlijke hulpbronnen van de wereld plunderen en het voortbestaan en de rijkdom van ‘wij’ versus ‘zij’ in verband met de klimaatverandering verzekeren, is wereldwijd geen uitschieter maar een salvo, aangezien de nationalistische, extreemrechtse benadering van de klimaatverandering samen met de planeet verandert.
Traditioneel eisten klimaatactivisten dat de wereld de ogen opent voor de realiteit van de klimaatverandering, terwijl klimaatontkenners hun kop in het zand steken. Grote oliemaatschappijen en industriële vervuilers die vroeger de boel moedwillig vertraagden of de ontkenning van de klimaatverandering bevorderden, hebben vandaag de dag de taal van het beperken van milieuschade en de prijs ervan onder het kapitalisme omarmd, terwijl ontkenning het toevluchtsoord is geworden van openlijke revanchisten zoals Donald Trump.
Maar zelfs voor hen is ontkenning een boodschap geworden voor een klein, maar invloedrijk publiek – een rode lap om de basis op te porren, terwijl ze achter hun rug leiding geven aan een op plundering bebaseerde vorm van accumulatie. Voor veel toonaangevende maatschappelijke groepen die zich in de richting van neofascisme of rechts-nationalisme ontwikkelen, gaat het er bij de confrontatie met de realiteit van klimaatverandering niet zozeer om die tegen te houden, maar om het manoeuvreren met de politieke en economische macht, het veiligstellen van de controle over de hulpbronnen en er meer van in beslag te nemen.
De noodzaak van ‘economische ontwikkeling’ en het vastleggen van controle over hulpbronnen als een manier van argumenteren over het klimaat komt meer in de openbaarheid nu de door de mens veroorzaakte klimaatverandering zich versneld doorzet.
Bijvoorbeeld: slechts een paar weken vóór het IPCC-rapport uit kwam, gaf de National Highway Traffic Safety Administration, NHTSA (Rijksdienst voor Verkeersveiligheid op de Weg) van de regering-Trump een rapport uit dat op een scenario is gebaseerd dat tegen het jaar 2100 de globale temperatuur met een duizelingwekkende 4 °C zou zijn toegenomen. De reden hiervoor was de ondersteuning van het besluit van Trump om de federale normen voor brandstofefficiency te bevriezen.
De NHTSA realiseerde zich dat het beperken van de klimaatverandering tot 1,5 °C snelle, verreikende en ongekende veranderingen in alle aspecten van de maatschappij zou vereisen – en concludeerde dat, omdat dat natuurlijk niet gaat gebeuren, we net zo goed door kunnen gaan met het verbranden van fossiele brandstoffen, aangezien het totale aandeel van die stijging, veroorzaakt door de relatief zwakke brandstofefficiëntienormen van de VS, klein zijn.
Ook stelde minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo in mei, dat het smelten van het zee-ijs in het Noordpoolgebied geen crisis is, maar een kans voor de handel tussen Azië en het Westen, op voorwaarde dat westerse landen assertief optreden ten opzichte van concurrerende territoriale aanspraken van rivalen als Rusland en China.
Het ministerie van Energie, dat strijdt om een prijs voor het departement dat het meest vastbesloten is om dit tot het uiterste te drijven, is begonnen te verwijzen naar fossiele brandstoffen als ‘moleculen van de Amerikaanse vrijheid die naar de wereld worden geëxporteerd’.
Tegenstrijdig reactionair extremisme
De uiterst rechtse reacties op de realiteit van de klimaatverandering variëren natuurlijk tussen nationalistische staatshoofden en online extremisten van verschillende kleur. In de genocidale hoek van extreemrechts is het ecofascisme een opkomende trend. Het is de echte wereld binnengedrongen met de schietpartijen in Christchurch in maart 2019. In zijn manifest identificeerde de schutter zich als een ‘etno-nationalistische eco-fascist’.
Terwijl milieuradicalen en zelfs ecoterroristen zich meestal laten leiden door ideologieën die van links komen, importeert het ecofascisme ideeën uit de diepe ecologie in een wit nationalistisch waardensysteem.
Eco-fascisten hebben een anti-immigratie vorm van de ‘reddingsboot ethiek’ ontwikkeld, die stelt dat mensenrassen in hun traditionele vaderland moeten blijven, dat de samenleving een veganistische, pre-industriële manier van leven moet aannemen en dat in het geval van een ineenstorting van het milieu, een aantal mensen zullen moeten sterven.
‘Wat te doen’, vraagt de Finse deep-ecologist Pentti Linkola, een favoriete theoreticus van milieufascisten, ‘wanneer een schip met honderd passagiers plotseling kapseist en er maar één reddingsboot is? Als de reddingsboot vol is, zullen degenen die het leven haten, proberen om er meer mensen in te laten en de boot laten zinken. Wie het leven liefheeft en respecteert, neemt de bijl van het schip en hakt de extra handen die zich aan de zijkanten vastklampen af.’
Het is niet moeilijk om te wijzen op duidelijke inconsistenties in dit argument, bijvoorbeeld wanneer witte nationalisten een soort natuurlijke heerschappij over gekoloniseerde gebieden zoals Australië of Nieuw-Zeeland claimen. Het gaat er hier om deze ideeën serieus te nemen, niet als een waardensysteem dat moet worden beantwoord, maar eerder als een ideologisch symptoom.
Terwijl zelfs het meest rechtse deel van de parlementaire partijen massaschietpartijen afwijzen, heeft de overheersing van steeds virulentere vormen van anti-immigrantenretoriek binnen het mainstream politieke discours in Europa, Noord-Amerika en Australië het mogelijk gemaakt dat mensen die actef zijn in de krochten van het internet vertrouwen hebben gewonnen en actie ondernemen. Zij hebben zich laten inspireren door zowel minder openlijk politieke massaschutters in de Verenigde Staten als door uiterst gewelddadige terroristen zoals ISIS die de media op een slimme manier gebruiken. Eco-fascisme en ‘lichte’-vormen van ecologisch bewust, wit nationalistisch rechts kunnen hun niche in extreem rechtse subculturen versterken.
Toename van sociale spanningen
De effecten van de klimaatverandering hebben bijgedragen aan de sociale stressfactoren die grote aantallen migranten en vluchtelingen uit hun huizen hebben verdreven. De droogte in Syrië tussen 2007 en 2010 verergerde de armoede op het platteland en de migratie naar stedelijke centra, wat bijdroeg aan de factoren die de opstand van 2011 aanwakkerden en uiteindelijk, uiteraard met een groot aantal andere factoren, de burgeroorlog en een vluchtelingencrisis veroorzaakten.
De droogte in Midden-Amerika heeft het leven in een toch al verarmde regio moeilijker gemaakt. Bangladesh, dat te lijden heeft onder ernstige overstromingen zal naar verwachting hard worden getroffen door de klimaatverandering. En het gebied van Cox’s Bazaar, waar Rohingya-vluchtelingen uit Myanmar wonen, kan bijzonder kwetsbaar zijn.
India verwacht veranderingen in het moessonseizoen. Stijgende temperaturen en waterschaarste in Kasjmir kunnen bijdragen aan spanningen tussen India en Pakistan.
Noord-Afrika zal naar verwachting droger en heter worden. De crises in Darfur, Nigeria en Somalië zijn verergerd door droogte en voedseltekorten. Een interdisciplinaire groep wetenschappers suggereerde in 2009 dat de klimaatverandering zou kunnen bijdragen aan een stijging met meer dan 50% van gewapende conflicten in Afrika ten zuiden van de Sahara.
Het zou een vergissing zijn om de schuld voor bepaalde conflicten grotendeels bij klimaatverandering te leggen, terwijl ook een groot aantal politieke en economische factoren die gemakkelijker binnen de menselijke controle op korte tot middellange termijn vallen, van cruciaal belang zijn. Als we echter naar het mondiale beeld kijken, is het duidelijk dat we, tenzij er structurele veranderingen in de samenleving plaatsvinden, de komende jaren meer in plaats van minder van deze menselijke crises moeten verwachten.
Zowel op de korte als op de lange termijn begint er een elkaar versterkende wisselwerking te ontstaan tussen de politiek van immigratie- en vluchtelingencrises enerzijds en de opkomst van extreemrechtse nationalistische en neofascistische politiek anderzijds.
Zo was de ‘grenscrisis’ van Donald Trump tijdens zijn campagne en de eerste twee jaar van zijn presidentschap meer retoriek dan realiteit. Toen Trump zijn ambt aanvaardde, was de bezorgdheid over mensen zonder papieren die de grens overstaken jarenlang afgenomen en was er een netto uitstroom van immigranten die tijdens en na de economische crisis van 2007-2009 naar hun thuislanden terugkeerden.
In de jaren na 2010 zijn de economische en politieke crises in Midden-Amerika verergerd door het Amerikaanse buitenlandse beleid, de droogte en de politieke impasses. In een voorbeeld van de terugkoppeling op korte termijn, richtte Trump zijn aandacht op het inreisverbod, waarbij hij dreigde om een muur te bouwen en gezinnen van elkaar te scheiden.
In sommige Midden-Amerikaanse gemeenschappen begon het bericht rond te zingen dat als je overwoog om je bij een karavaan aan te sluiten, het nu de tijd was – voordat Trump erin zou slagen om de grens volledig te sluiten. Dit alles heeft bijgedragen aan een dramatische piek in het aantal grensoverschrijdingen van ongedocumenteerden, hoewel het niveau nog steeds ver onder het niveau van voor 2008 ligt.
In een groot deel van Europa is de onderlinge versterking van klimaatverandering, de zowel werkelijke aanwezigheid als het spook van migranten en vluchtelingen, en extreemrechtse politiek al vrij duidelijk, hoewel de vorm hiervan sterk verschilt van land tot land. Brexit werd deels gedreven door vreemdelingenhaat, hoewel dit voor een deel gericht was tegen de komst van Oost-Europeanen die voor economische kansen komen, maar ook tegen het vluchtelingenbeleid van de Europese Unie.
Matteo Salvini is in Italië een prominente rol gaan spelen en overschaduwt zijn meer milieuvriendelijke coalitiepartners van de Vijfsterrenbeweging door de nadruk te leggen op een hard en vaak dramatisch antimigratiebeleid.
In Frankrijk claimt het Rassemblement National (RN) de sterkste partij te zijn, ook al kan de politieke hoofdstroom zich nog steeds verenigen om het RN regeringsmacht te ontzeggen. De crisis die geleid heeft tot de gele hesjesbeweging laat zien hoe technocratische plannen om de schade van de klimaatverandering te beperken door de kosten van levensonderhoud voor de arbeiders- en middenklasse te verhogen, stuiten op protest en afwijzing door het volk.
In Denemarken verloor de nativistische Deense Volkspartij in de peilingen, omdat de mainstream partijen xenofobie omarmden. De sociaaldemocraten hebben in juni een klinkende overwinning behaald door hèt item van rechts te stelen door het anti-migrantenbeleid te steunen.
In Griekenland doen Gouden Dageraad-activisten regelmatig fysieke aanvallen op migranten. Intussen zijn de steun aan migranten en het solidariteitswerk een belangrijk onderdeel geworden van het werk van linkse activisten, aangezien de hoop op elke parlementaire- of masa actie gebaseerde oplossing van de economische ellende in Griekenland is vervlogen.
De Hongaar Victor Orbán heeft eindelijk een beetje internationale legitimiteit gekregen met een bezoek aan Trump, en de regerende Poolse Partij voor Recht en Rechtvaardigheid (PiS) is tegen immigratie, ook al zijn er in Polen heel weinig migranten of vluchtelingen.
Boeren en ondernemers op het platteland in het westen van de Verenigde Staten en in Australië die tegen de federale regering zijn en die geassocieerd worden met de ‘soevereine burgerbeweging’, behoren tot de meest ferme klimaatontkenners. De onderliggende kwestie weerspiegelt hier die van Brazilië: een strijd over het gebruik van publieke grond, of deze nu in het algemeen belang moet worden beheerd of moet worden onderworpen aan ‘Wise Use‘ door particuliere belangen.
De logica van het vrijmaken van openbaar land voor het boren of begrazen – tegen de achtergrond van de daartegenover staande eisen om fossiele brandstoffen in de grond te laten, klimaatverandering en droogte te bestrijden en de inheemse soevereiniteit te respecteren – weerspiegelt dezelfde logica van accumulatie door onteigening: het verkrijgen van controle over de hulpbronnen met alle noodzakelijke middelen, tot en met het gebruik van buiten-legale milities.
Gentrificatie door klimaatverandering
De politiek van onteigening en exploitatie van land en natuurlijke hulpbronnen en strikte grensbewaking, in het licht van de klimaatverandering en het spook van de migranten, passen bij de opkomst van extreem recht in de wereld. Ze nemen echter niet altijd deze vorm aan; ze kunnen ook de milde, liberale vorm van ‘gentrificatie door klimaatverandering’ aannemen.
De vastgoedprijzen in Miami’s Little Haïti zijn verdubbeld doordat bewoners met huizen op zeeniveau probeerden te ontsnappen aan het stijgende water. Flagstaff, een plaats in Arizona, heeft een instroom van mensen die aan de stijgende temperaturen in Phoenix ontsnappen.
Omdat de bosbranden in Californië een steeds frequenter fenomeen dreigen te worden in rijke gebieden zoals Malibu en verzekeringsmaatschappijen astronomische tarieven rekenen of weigeren de wederopbouw te betalen, zullen veel inwoners besluiten om te verhuizen naar ‘pareltjes in de ruige wijken’ verder weg van de bossen, met een vastgoedsector die het graag wil faciliteren.
Dit roept de vraag op hoe liberalen en een groot deel van links reageren op de opkomst van rechts nationalisme, neofascisme en de klimaatcatastrofe. In het ergste geval kan de neiging bestaan om ons in te graven in deels retorisch of cultureel verzet zonder te beseffen dat we ons tot een enclave hebben beperkt.
De gemakkelijke doelen hier zijn beleid zoals het verbieden van rietjes als een manier om de klimaatverandering aan te pakken, maar het gaat veel verder. De notie van ethische consumptie als ‘stemmen met geld’ voor ‘dingen waar je invloed op hebt’ valt binnen de logica van de enclave als deze blijft zoals die is en niet openstaat voor een begrip van het achterliggende systeem.
Liberale steden in Californië zoals San Francisco en Santa Cruz zijn zo gentrifiek geworden dat ze een objectieve basis missen voor de progressieve politiek waar ze lang het symbool van waren. Zoals een grens afhankelijk is van instanties als ICE en de grenspatrouilles, en bewegingen van landbezitters afhankelijk zijn van een militie, vertrouwt de enclave op de politie.
Er ontstaat een stilzwijgend begrip: je kunt vrij je mening uiten, je rijke culturele wereld beleven, je etnische en genderdiversiteit en je oppositionele politiek binnen de enclave beleiden, maar de politie is er om de fundamentele economische en raciale orde te handhaven. Zo kan de liberale enclave in sommige opzichten objectief gezien aan de kant van ‘fort Europa’ komen te staan, door de deuren niet voor migranten te openen of door gebieden die gecontroleerd worden door milities in het westen van de VS die voor afscheiding zijn.
Het maatschappelijk middenveld en georganiseerd radicaal links heeft deze veranderingen in de retoriek en de praktijk van extreemrechtse en rechtse nationalistische leiders meestal genegeerd. Soms lijkt het erop dat we nog steeds een strijd voeren tegen de klimaatontkenners van gisteren. Zo worden verouderde ideeën dat ‘de gevolgen van de klimaatverandering ons allemaal raken’ soms opnieuw verpakt als nieuwe ideeën in de milieubeweging.
Dipesh Chakrabarty, een historicus die schrijft over postkoloniale studies en ecologie, stelt bijvoorbeeld dat hoewel de impact van de klimaatverandering anders zal worden ervaren door rijk en arm, de klimaatverandering de klassendimensie van het marxisme overstijgt, omdat, ‘in tegenstelling tot de crisis van het kapitalisme, er hier geen reddingsboten zijn voor de rijken en bevoorrechten’.
Dat mag dan waar zijn in de zin dat de kinderen van de huidige rijke- en middenklasse een wereld zullen erven die biologisch verarmd is in vergelijking met de wereld van hun grootouders, maar het mist het ideologische aspect van de milieucrisis. Hij zag ook niet in hoe beladen de ‘reddingsboot’-metafoor zou worden.
Zelfs als reddingsboten goed zouden werken, zou de fascistische logica uiteindelijk dicteren iemand de kop in te slaan om ervoor te zorgen dat jij een reddingsboot hebt. Deze reddingsboot-logica strekt zich uit tot een aantal voorgestelde technologische ‘oplossingen’ voor klimaatverandering die minder gaan over de vraag hoe van de wereld een betere plek te maken, maar meer over het creëren van een post-humane toekomst waarin een paar rijke mensen aan een gedoemde planeet kunnen ontsnappen.
Sommigen, maar hopelijk veel rijke en middenklasse mensen, zouden klassenverraders kunnen worden en aandringen op een betere wereld voor iedereen, maar de weg van de minste weerstand zal voor hen eerder zijn om de plundering van de resterende milieurijkdommen te omarmen, gebruikmakend van de grenzen van natiestaten en enclaves, of ze nu stedelijk of landelijk zijn, om het gepeupel buiten te houden.
De klimaatcrisis overstijgt het klassenelement niet, maar verergert het, wakkert het neofascistische element ervan aan en maakt de alternatieven van ecosocialisme of ecobarbarisme ongelooflijk grimmig. De neofascistische impuls is een versneller op het gebied van klimaatverandering, zelfs als hij fantasieën verspreidt over het herstel van de controle en het weer groot maken van de natiestaat.
De confrontatie met de doodswens aangaan
Rei Terada wees erop dat het omgaan met de politiek van plundering en grensgeweld ‘een taal nodig heeft voor de manier waarop het fascisme omgaat met de doodswensen van mensen die de meeste politiek niet kent’.
Men kan een glimp opvangen, zelfs in de meest alledaagse retoriek. ‘Make America Great Again’ wordt vaak teruggevoerd naar de Reagan-tijd, maar een opvallend verschil was Reagans vermogen om een aanstekelijk optimisme te tonen aan zijn aanhangers.
Als je een van de ‘anderen’ van Reagans Amerika was, was het om te kotsen, maar het was een verhaal over de rol van Amerika in de wereld en het ‘vrije markt’-kapitalisme waarover de aanhangers zonder ironie konden juichen.
In tegenstelling daarmee, heeft Trump’s ‘We zullen zoveel winnen dat je moe wordt van het winnen’ iets van de heroïsche ‘Verloren Zaak’-retoriek van het irredentisme. Het is onmogelijk om terug te keren naar de ‘gloriedagen’ van de jaren vijftig van de vorige eeuw in de VS, of het nu gaat om keynesianisme en zekere banen of om een ‘heren’-vorm van witte suprematie en respect voor traditionele genderhiërarchieën.
Het bewustzijn van de Trump-aanhangers mag dan wel opzettelijk onwetend zijn over sommige dingen, maar het is niet naïef; het is in feite wereldmoe, althans onder het alt-rechts en het millennium- en Generatie X-milieu waaruit alt-rechts is voortgekomen.
Deze Trump-aanhangers denken niet dat we echt terug kunnen gaan. Ze willen dat iemand voor hen vecht (het gepercipieerde ‘wij’ van de blanken en de traditionele gender- en familie waarden); en ze willen dat iemand hun vijanden ziet lijden. Het kan verschrikkelijk zijn om de wereld te zien branden, maar ze omarmen wat ze spannend vinden in het vooruitzicht.
Om terug te keren naar een tamelijk vermoeide uitdrukking: de strijd voor ecosocialisme en tegen ecobarbarisme aangaan, vereist dat we aan de logica en de grenzen van de enclave ontsnappen. Vechten voor een ecologisch rechtvaardige toekomst kan niet langer worden gezien als een alternatief voor de onmiddellijke strijd voor milieurechtvaardigheid.
De opvatting dat klimaatverandering kan zorgen voor een gemeenschappelijke zaak voor de mensheid, moet worden begrepen als een vorm van idealisme, die nuttig kan zijn om klassenverraders te prikkelen, maar staat in de weg van een gevecht om de controle over land en hulpbronnen. Milieurechtvaardigheid is de klassengedreven, geracialiseerde klimaatstrijd, in het hier en nu.
Standing Rock was misschien wel het begin van de politieke strijd van dit tijdperk. De Lakota Sioux-stam en milieuactivisten uit het hele land kwamen samen in een politieke strijd die het einde van de regering Obama en het begin van het Trump-tijdperk symboliseerde.
Overal ter wereld zijn jonge mensen vanuit de schoolbanken in staking gegaan om op te roepen tot radicale actie om de klimaatcrisis het hoofd te bieden. De huidige gevechten zoals de Green New Deal moeten niet worden gezien als een wetgevingspakket dat voldoende zou zijn om de schade van de klimaatverandering in een kapitalistisch kader op te lossen of te verminderen, maar als een overgangseis in de oude zin van het woord, waarbij de huidige onmogelijkheid van volledige klimaat- en sociale rechtvaardigheid wordt gekoppeld aan een programma voor veel fundamentelere veranderingen die het mogelijk maken om solidairder te leven op een beschadigde planeet.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op International Viewpoint. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos. Voor de noten en literatuurverzijzingen zie het Engelse origineel.