Het lijkt erop dat Italië binnenkort het eerste grote land van de EU wordt waar uiterst rechts zonder partners kan regeren. Matteo Salvini, leider van de uiterst rechtse Lega, heeft alles te winnen bij vervroegde verkiezingen. Want zoals de kaarten nu liggen, stevent hij af op een volstrekte meerderheid voor uiterst-rechts – de Lega zelf met de neofascistische Fratelli d’Italia.
Permanente crisis
De regering van Giuseppe Conte strompelde al maanden van crisis naar crisis. Er was alleen nog de vraag wanneer Salvini er de stekker uit zou trekken. Ongeveer elke dag stonden de twee regeringspartners: de Vijfsterrenbeweging M5S en de Lega, met getrokken messen tegenover elkaar. Dagenlang spraken de twee vicepremiers – Salvini en Luigi Di Maio van M5S – niet met elkaar. Het werd moeilijk nog punten van overeenstemming te vinden.
Die regering werd bij de aanvang – 1 juni van vorig jaar – nog gedomineerd door de Vijfsterren. Die beweging had met glans de verkiezingen in maart gewonnen: een derde van de stemmen. De Lega was ook een verrassende overwinnaar: ze sprong van 4 % als Lega Nord naar 17 % met als devies “con Salvini’, met Salvini.
De Lega was toen nog naar de stembus getrokken in coalitie met Forza Italia van Silvio Berlusconi en de Fratelli d’Italia, de erfgenamen van de neofascistische MSI. Maar Forza moest met 14 % de Lega laten voorgaan, en die stapte in de regering zonder Forza – M5S wou in geen geval met Berlusconi in zee.
Verschuiving
De hegemonie van de Vijfsterren duurde niet lang. Ze moest voortdurend inbinden tegenover de agressieve Lega. Na enkele maanden hadden Italië en de EU de indruk dat Salvini de echte regeringsleider was. Hij drukte zijn stempel op de beslissingen en wierp zich intussen in Europa op als de voorman van de zogenaamde ‘soevereinisten’.
Het legde de Lega geen windeieren. Verkiezing op verkiezing boekte de Lega succes, ook in de vroegere rode bolwerken in het noorden en centrum van het land. De M5S stortte electoraal ineen, bij regionale verkiezingen verloor ze de helft of meer van haar kiezers.
Haar stokpaard, de reddito di citadinanza (een vorm van gegarandeerd minimuminkomen voor behoeftigen), ontgoochelde veel van haar kiezers. Ze slikte haar belofte om de vervuilende staalfabriek ilva in Tarente te sluiten in. Ze schikte zich naar de xenofobe agressieve anti-migratieaanpak van Salvini, minister van Binnenlandse Zaken. De leden morden, maar de miniclub die deze zogenaamde horizontale beweging leidt, trok zich daar niets van aan.
Vallende Sterren
Intussen waren er de Europese verkiezingen. Met een triomferende Salvini wiens Lega nu een derde van de stemmen haalde, terwijl Vijfsterren zakte tot 17 %. De machtsverhoudingen waren omgekeerd. Deze peiling op ware grootte betekende dat Salvini nog krachtiger zijn eisen kon stellen. Deze week liet hij zijn“veiligheidswet” goedkeuren die onder meer zeer zware boetes en celstraffen voorziet voor wie uitvaart om vluchtelingen van de verdrinkingsdood te redden. M5S zwichtte, alweer. Er was wel één breekpunt, vond ze, de aanleg van de snelle spoorverbinding TAV, Lyon-Turijn. De Lega wou die wel en werd zeer boos toen M5S daarover de Senaat liet stemmen.
De meeste parlementsleden van M5S keurden de ‘veiligheidswet’ goed. Dat zei veel over de volgzaamheid van de Vijfsterrenleiders tegenover Salvini. Principieel hebben ze nooit veel bezwaar gehad tegen uiterst rechts. In het vorige Europarlement zaten ze trouwens in de fractie met de xenofobe Nigel Farage.
Eigen schuld
De Vijfsterrenbeweging heeft haar neergang in de eerste plaats aan zichzelf te wijten. Ze bracht helemaal geen open vernieuwend elan; ze zou de tegenstelling links-rechts overstijgen, maar volgde redelijk gedwee de agenda van uiterst-rechts. Ze zou basisdemocratisch werken, maar het is een kleine groep rond internetgoeroe Davide Casaleggio, zoon van medestichter Gianroberto Casaleggio, en vice-premier Di Maio die de beslissingen neemt.
Voor Salvini is de weg vrij naar het Palazzo Chigi, de ambtswoning van de premier. Met het huidig kiesstelsel – een mengeling van districten met Brits systeem en een deel evenredigheid – kan hij met 36 % (de jongste peilingen) in de buurt van een meerderheid in het parlement komen. Hij kan rekenen op de neofascistische Fratelli d’Italia en op de schamele resten van Forza Italia, volgens peilingen nog goed voor 7 %. Maar wellicht heeft hij dat niet nodig.
Links verlamd
En “links” in dit treurige verhaal? Dat tracht te overleven. De Democratische Partij (PD) is nog lang niet hersteld van de val van vorig jaar (18 %). En ze heeft nog lang geen nieuw elan. Het blijft twaalf jaar na oprichting een mislukking. Een fusie tussen de erfgenamen van de eens zo prestigieuze communistische PCI en van de weinig prestigieuze maar ooit oppermachtige christendemocratische DC.
En wat links daarvan begin deze eeuw nog zo floreerde, zoals Rifondazione Comunista, is teloorgegaan in de monsterregering van Romano Prodi (2006-2008), in de zogenaamde Ulivo, Olijfboomcoalitie, waar sommigen ook elders in Europe van droomden zonder goed te weten wat het was (namelijk een zeer groot misbaksel). Nu ziet links zelfs zijn oude bolwerken bezwijken voor het machogeweld van Salvini’s Lega. De enige hoop ter linkerzijde is nog dat de vakbonden overeind blijven, al is ook hun slagkracht sterk aangetast.
Mars op Rome
Salvini heeft dus in tegenstelling tot Mussolini geen legioenen van zwarthemden nodig voor zijn mars op Rome. In 1922 moest de toenmalige duce het opnemen tegen een sterke linkse arbeidersbeweging. Links kan alleen maar hopen dat de vakbonden en sociale bewegingen vandaag nog genoeg slagkracht hebben voor verweer. Dat ze niet leven van de hoop dat Salvini als premier wel op zijn bek zal gaan, want regerend radicaal rechts doet het totnogtoe goed in de stembus.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.