Voormalig metaalarbeider Søren Søndergaard die momenteel kiezers van Gladsaxe (een voorstad van Kopenhagen) in het Deense parlement vertegenwoordigt, heeft een lange staat van dienst in de radicaal-linkse politiek. In de jaren tachtig maakte hij deel uit van de dagelijkse leiding van de Socialistische Arbeiderspartij (de Deense afdeling van de Vierde Internationale), een van de drie organisaties die de Rood-Groene Alliantie (RGA) in Denemarken oprichtten.

Søndergaard was van 1994 tot 2005 lid van het Deense parlement en van 2006 tot 2007 van de gemeenteraad van Gladsaxe en was tevens lid van Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa.

In 2007 werd Søndergaard gekozen tot lid van het Europees Parlement voor de ‘Volksbeweging tegen de Europese Unie’. Daarna  werd hij in 2015 in het Deense parlement gekozen als RGA-parlementslid voor Gladsaxe. Bij de algemene verkiezingen van 5 juni dit jaar werd hij herkozen.

De Europese correspondent van Green Left Weekly, Dick Nichols, sprak Søndergaard na de 30e jaarvergadering van de RGA in Kopenhagen op 5-6 oktober.

De Deense algemene verkiezingen van 5 juni hebben een overwinning opgeleverd voor wat in Denemarken het ‘rode blok’ wordt genoemd – de sociaaldemocraten, de Socialistische Volkspartij (SF), de sociaalliberalen en de RGA. Ze wonnen van het ‘blauwe blok’ – de liberalen (Venstre), de Deense Volkspartij (DF), de conservatieven en de liberale alliantie en in het parlement van 179 zetels gingen er 15 zetels van ‘blauw’ naar ‘rood’.

Op 25 juni kondigden de sociaaldemocraten aan dat ze een regering zouden vormen met de steun van de andere partijen uit het rode blok. Was dit resultaat, gezien het feit dat de sociaaldemocraten het xenofobe en discriminerende immigratiebeleid van de vorige Venstre-regering hebben overgenomen, echt een vooruitgang voor de progressieve politiek?

Bij de beoordeling van het resultaat moeten we niet alleen naar het immigratie- en vluchtelingenbeleid kijken. De sociaaldemocraten zullen zeker doorgaan met de essentie van de aanpak van de vorige regering – al is  de retoriek anders, de inhoud is praktisch hetzelfde. Daarom was de DF op 5 juni de grootste verliezer. Deze verandering van standpunt heeft de sociaaldemocraten geholpen om immigratie te verdringen als de belangrijkste kwestie in de Deense politiek, hoewel het dat voor veel mensen nog steeds is.

Maar toch verklaart dat schuiven van de sociaaldemocraten niet hun winst bij de verkiezingen, en die van het rode blok als geheel nog minder. De belangrijkste reden voor de winst waren de mobilisaties van mensen rond de twee grootste problemen bij deze verkiezingen: ten eerste de noodzaak om dringend op te treden tegen de klimaatcrisis en ten tweede de noodzaak om ons systeem van kinderopvang, een van de zwakste punten in ons sociale zekerheidsstelsel, te hervormen.

Deze mobilisaties hebben de rechtse partijen in het defensief gedrongen met als gevolg dat het klimaat en de kinderopvang de leidende punten werden in het politieke akkoord ‘Een eerlijke weg voor Denemarken’ dat de rode blokpartijen ondertekenden om de vorming van een sociaaldemocratische regering (onder leiding van premier Mette Frederiksen) mogelijk te maken.

Hoe komt het dat het klimaat kwestie nummer één in de Deense politiek is geworden?

De klimaatbeweging barstte hier ongeveer een jaar geleden uit haar voegen, met demonstraties van 50.000 mensen in Kopenhagen. Daarna volgde de langste droge periode in Denemarken ooit en de ongekende afname van het Arctische zee-ijs. Dit bracht de boodschap van de klimaatverandering bij de hele bevolking onder de aandacht en op dat moment kwam het klimaat in de opiniepeilingen naar voren als de grootste zorg van mensen.

De onderhandelingen over de vorming van een regering waren de langste sinds 1988. Waarom?

Ten eerste omdat de sociaaldemocraten, die zich bij de verkiezingen hadden ingezet voor een vermindering van de Deense uitstoot van broeikasgassen met 50 procent in 2030 [ten opzichte van het referentiejaar 1990], de doelstelling van 70 procent die de andere partijen in het rode blok hadden voorgesteld moesten accepteren. Zonder de aanvaarding door de sociaaldemocraten van die 70%, hadden ze geen regering kunnen vormen.

Het andere belangrijke punt van verzet was het immigratie- en vluchtelingenbeleid. De sociaaldemocraten bleven volhouden dat een strenge immigratiecontrole nodig was om het Deense welvaartssysteem duurzaam te houden. Uiteindelijk gaven ze op een aantal secundaire punten toe: dat het onbewoonde eiland Lindholm nu niet meer als detentiecentrum voor asielzoekers gebruikt zal worden en dat Denemarken opnieuw vluchtelingen op zal nemen onder het quotasysteem van de Verenigde Naties.

Het uiteindelijke akkoord weerspiegelt de verkiezingsuitslag van 5 juni: de sociaaldemocraten hebben ondanks een lichte daling van het aantal stemmen toch een extra zetel gekregen, terwijl de Socialistische Volkspartij (SV) en Radicaal Links (RV, in tegenstelling tot wat de naam kan doen geloven een progressieve liberale partij), die zich inzetten voor het doel van 70% en voor het herstel en de verbetering van het welvaartssysteem, 15 zetels hebben gehaald.

Hoewel de RGA een zetel verloor en van 14 naar 13 zetels ging, was de stemming op uw congres positief…

Dat komt juist door het akkoord dat de regering heeft bereikt met de andere partijen uit het rode blok, alle RGA-leden zien dat als een grote stap voorwaarts. Denemarken heeft nu de meest ambitieuze broeikasgasreductiedoelstelling ter wereld en het akkoord verplicht de regering ook om het welvaartssysteem te versterken en de ongelijkheid te bestrijden. Andere doelstellingen zijn het tegengaan van de tendens tot centralisatie, het vergroten van de gelijkheid in het onderwijs, het bevorderen van de sociale integratie en het helpen bereiken van de VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling.

Of we nu een of twee zetels hebben gewonnen of verloren, de RGA heeft een belangrijke rol gespeeld bij het bereiken van dit resultaat. Ons Klimaatplan 2030 liet op basis van statistieken zien dat een broeikasgasreductie van 70% in 2030 haalbaar is en dat hielp om de publieke opinie in ons voordeel te beïnvloeden. Daarom kon de sociaaldemocratische milieuwoordvoerder (nu minister van Milieu) Lea Wermelin de doelstelling niet langer ‘utopisch’ noemen en daarom steunen de liberalen het nu zelfs. Slechts één Deense partij is nog steeds tegen de 70%.

Maar gezien de sleutelrol die RGA-leden in de klimaatbeweging hebben gespeeld, moet het gebrek aan erkenning door de kiezers toch een beetje teleurstellend zijn geweest…

Natuurlijk, maar laten we het verlies van een zetel in perspectief plaatsen. Twintig jaar geleden was de RGA een van de minder belangrijke partijen in Denemarken en had ze soms moeite om de kiesdrempel van twee procent te halen. Nu is de partij geconsolideerd als een van de middelgrote partijen die na de liberalen en de sociaaldemocraten komen.

Het is waar dat we bij deze verkiezingen opnieuw werden ingehaald door de sociaal-liberalen en de SF, nadat we ze in 2014 ingehaald hadden, maar ook dat moet in perspectief worden geplaatst. In 2014 betaalde de SF een hoge prijs voor haar deelname aan een sociaaldemocratische regering die leraren tijdens een arbeidsconflict verbood hun werk te doen en die een deel van de energievoorziening die in handen van de staat was aan Goldman Sachs verkocht. Veel voormalige SF-kiezers wendden zich vervolgens tot ons uit protest tegen de opstelling van hun partij.

Het geheugen vervaagt echter, vooral onder het grootste deel van de bevolking dat de politiek niet fanatiek volgt. SF werd bij deze verkiezingen het meest gezien als de partij die de ouders die protesteerden tegen de tekortkomingen in het systeem van kinderopvang ondersteunt en als het meest praktische middel om de sociaaldemocraten in het algemeen op een eerlijke sociale koers te houden. Veel van de mensen die in 2014 de SF de rug toekeerden, stemden dit keer weer op hen.

Als gevolg hiervan is de RGA van de vierde naar de zesde partij in het parlement gedaald en heeft zij haar positie in het presidium van het parlement verloren. Ook de media hebben nu de neiging om pas naar ons toe te komen, nadat ze de commentaren van de andere partijen uit het rode blok hebben gekregen. Maar dat zijn kleine irritaties in een scenario dat voor de RGA globaal heel positief is.

Is het verlies van stemmen aan de SF gecompenseerd door de steun van de voormalige aanhangers van (groene partij) Het Alternatief?

Ja, Het Alternatief maakte een grote fout door zich te presenteren als ‘groen blok’ en als een alternatief voor het rode blok: ze zouden in geen geval een sociaaldemocratische regering steunen en hun leider zou een derde kandidaat-premier zijn. Aangezien dit betekende dat stemmen op Het Alternatief tot de terugkeer van de Liberalen zou kunnen leiden, kwamen veel van haar aanhangers in de verkiezingen van 2015 bij de RGA terecht, terwijl Het Alternatief vier van haar negen zetels verloor.

Hoe verwacht u dat de regering-Frederiksen ‘Een eerlijke weg voor Denemarken’ zal invoeren?

Dit document is niet de traditionele lijst van wetgevende maatregelen die een nieuwe Deense regering aankondigt om aan het parlement te presenteren, maar eerder een verklaring van doelstellingen en brede maatregelen om die doelstellingen te bereiken. Dat geeft de regering ruimte om te treuzelen en de mogelijkheid om te waarschuwen voor onvoldoende financiering of weerstand van het bedrijfsleven als ze in de problemen komt met de uitvoering, met name op het gebied van het klimaat.

Tegelijkertijd verwacht ik dat de regering snel werk maakt van de minder moeilijke verplichtingen van het akkoord, niet in de laatste plaats omdat de sociaaldemocraten op die manier de verdienste krijgen van een programma dat veel enthousiasme opwekt.

Uiteraard zal het optreden van de regering in hoge mate afhangen van de kracht van de bewegingen waarvan de mobilisaties hun weerslag vinden in het regeerakkoord. De RGA-leden zullen er zeker aan werken om ervoor te zorgen dat de klimaatbeweging en andere bewegingen niet op hun lauweren gaan rusten nu de liberalen uit de regering zijn.

Hoe zal de RGA reageren op die aspecten van het regeringsbeleid waar ze het niet mee eens is?

We hebben de regering duidelijk gemaakt dat ze niet kan verwachten dat we vóór maatregelen stemmen die de situatie van werkende mensen en mensen met een uitkering, of van het milieu verslechteren. Onze inzet is om de overeenkomst te respecteren en niet om de regering te steunen op de vele punten die in de overeenkomst niet aan de orde komen.

Als de RGA oordeelt dat er een conflict is ontstaan met de regering dat de doelstellingen van de overeenkomst ernstig in gevaar brengt, zullen we niet aarzelen om te eisen dat de zaak ter stemming aan het volk wordt voorgelegd. Laat het volk beslissen of er sprake is van een fundamentele schending van de overeenkomst.

Hoe verhoudt dit standpunt zich tot het perspectief van de RGA, dat tijdens haar jaarlijkse bijeenkomst in 2018 werd benadrukt, om te werken aan het creëren van een derde, radicale pool in de Deense politiek als alternatief voor de schijnbaar permanente niet-keuze tussen de sociaaldemocraten en de liberalen?

Onze doelstelling voor de middellange termijn is nog steeds om een radicale pool rond de SF, de RGA en Het Alternatief te helpen opbouwen, maar het staat op dit moment in de politieke cyclus duidelijk niet op de agenda.

Om kans op het verwezenlijken van dat perspectief te hebben, is een wijziging van de standaardbenadering van de SF om ’sociaaldemocraten eerlijk te houden’ nodig. Dat gaat niet gebeuren. Gezien het feit dat deze oriëntatie juist enig succes heeft gehad in de vorm van het regeerakkoord, zou het naïef zijn om een derde pool als een korte termijn perspectief te zien. Er zal een crisis van de sociaaldemocratie zelf nodig zijn om dit perspectief weer als een onmiddellijk doel op de agenda te zetten.

Elk jaar neemt de RGA-jaarvergadering een gedetailleerd standpunt in over een belangrijk aspect van de hedendaagse politiek. In 2021 zal ze haar standpunt ten aanzien van de Europese Unie, dat tot nu toe de terugtrekking van Denemarken via een referendum heeft gesteund, heroverwegen. Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement op 26 mei kwam de RGA voor het eerst, naast de steun aan de kandidaat van de ‘Volksbeweging tegen de EU’, met een eigen lijst. Terwijl er gezegd wordt dat de RGA haar anti-EU-standpunt afzwakt, won RGA-kandidaat Nikolaj Villumsen een zetel en de Volksbewegingskandidaat Rina Ronja Kari niet. Hoe zit het met het standpunt van de RGA over de EU?

Er zijn twee ontwikkelingen die de RGA onder druk zetten om haar benadering van de EU te heroverwegen: de eerste is het Brexit-spektakel, de tweede de noodzaak van supranationale actie rond het klimaat.

Brexit heeft hier een traumatisch effect gehad, omdat het duidelijk heeft gemaakt dat een vertrek uit de EU onvoorspelbare, mogelijk zeer slechte gevolgen heeft, vooral als het zonder overeenkomst gebeurt. De eens zo gemeenschappelijke houding dat Denemarken er beter aan zou doen ‘als we gewoon weggaan’ heeft veel geleden. Vóór Brexit gaven de opiniepeilingen ongeveer een steun van 40% aan een Deens referendum over het verlaten van de EU en de RGA steunde dat. De laatste peilingen geven slechts 19% steun aan een dergelijk referendum.

Tegelijkertijd benadrukken veel kameraden die betrokken zijn bij de klimaatbeweging – die zich ervan bewust zijn dat het soort maatregelen dat wij in ons klimaatplan voorstellen op Europese schaal moeten worden aangenomen – de noodzaak om in de EU-instellingen actief te zijn om serieuze maatregelen op continentaal vlak te krijgen.

Maar is de aard van de EU veranderd? Het is nog steeds hetzelfde neoliberale monster dat de Verdragen van Maastricht en Lissabon heeft gecreëerd en het werkt nog steeds om de lidstaten discipline op te leggen in het belang van het grote, vooral Duitse en Franse, kapitaal.

Daar hebben we hier in Denemarken net een sprekend voorbeeld van gezien. Het transportgedeelte van het klimaatplan van de regering voorziet in een verbod op diesel- en benzineaandrijving. De boodschap uit Brussel aan onze minister van Milieu was: dat is onwettig op grond van EU-regelgeving, omdat dergelijke maatregelen in de hele EU genomen moeten worden. Dit is natuurlijk het resultaat van de druk van de Duitse en Franse auto-industrie.

Ik denk dus niet dat onze fundamentele analyse van de EU moet veranderen omdat de EU niet is veranderd. We moeten echter wel alle inspanningen steunen om de EU te dwingen progressieve maatregelen te nemen en de leerervaringen met degenen die ze voorstellen, door te maken. En de RGA moet voor zichzelf duidelijk maken hoe een democratisch alternatief voor de EU daadwerkelijk kan worden opgebouwd op basis van de strijd tegen de EU. Dus laten we de discussie voeren.

Wat was de belangrijkste uitdaging waar de RGA voor stond?

De RGA moet moderniseren, maar zonder zijn radicale karakter te verliezen…

Moderniseren?

Ja, er is onderzoek gedaan naar wat mensen van de RGA vinden en we hebben veel interessante antwoorden gekregen. De RGA was bijvoorbeeld alleen voor mensen die niet normaal zijn, alleen voor minderheden, niet voor gewone mensen, ze houden van geweld… al dat soort dingen.

We hebben hard gewerkt om van sommige van deze indrukken af te komen en dat betekent dat als je 38 keer in je programma hebt geschreven dat je een revolutie wilt, je daarmee op moet houden en het tot één keer moet beperken.

Als we het over modernisering hebben kan dat de verkeerde indruk wekken dat we geen radicale verandering willen, dat we achter dat woord ‘modernisering’ een rechtse verschuiving introduceren. Maar wat we heel duidelijk gezegd hebben, is dat we een modernisering willen zonder naar rechts te gaan.

Ja, natuurlijk bestaat het gevaar dat sommige rechtse tendensen zich verhullen achter de retoriek van modernisering, bijvoorbeeld met betrekking tot de EU. Natuurlijk moeten we zo praten dat gewone mensen het kunnen begrijpen en natuurlijk moeten we een tactiek hebben die mensen kan helpen om te leren, maar in hoeverre moeten we tegelijkertijd onze fundamentele opvattingen veranderen of verbergen? Deze kwestie is nog steeds niet geregeld in de RGA.

En de grootste uitdaging nu?

De grootste uitdaging voor ons is om de grote mobilisaties rond klimaat- en sociale kwesties in stand te houden om ervoor te zorgen dat het regeerakkoord dat met de andere partijen is overeengekomen, wordt geïmplementeerd. Of, als die strijd verloren gaat, om ervoor te zorgen dat er een breed alternatief ter linkerzijde van de sociaaldemocratie wordt opgebouwd. Dat is de beslissende test die voor ons ligt.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Links, international journal of socialist renewal. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.