“Get Brexit done!” Dat was de campagneslogan van de zittende conservatieve regering onder premier Boris Johnson. En het was de boodschap die een voldoende aantal van die Labour-kiezers, die in 2016 hadden gestemd om de EU te verlaten, overhaalde om de Conservatieven te steunen. Een derde van de Labour-kiezers bij de verkiezingen van 2017 wilde de EU verlaten, vooral in de Midlands en Noord-Engeland en in de kleine steden en gemeenten die weinig immigranten hebben. Ze hebben de gedachte aanvaard dat hun verarmde levensomstandigheden en openbare diensten te wijten waren aan de EU, immigratie en de ‘elite’ uit Londen en het zuiden.

Groot-Brittannië is geografisch het meest verdeelde land in Europa. De verkiezingen bevestigden deze ‘geografie van de onvrede’, waarbij de sterftecijfers binnen Groot-Brittannië meer variëren dan in de meeste ontwikkelde landen. De verdeling van het besteedbaar inkomen is ongelijker dan in enig vergelijkbaar land en is de afgelopen tien jaar nog toegenomen. Ook de verschillen in productiviteit zijn groter dan in enig vergelijkbaar land.

Het ‘Leave’ standpunt was sterker bij degenen die oud genoeg zijn om zich de ‘goede oude dagen’ van de Engelse ‘suprematie’ te herinneren toen we ‘nog de controle hadden’ voordat we in de jaren 1970 toetraden tot de EU.(1)Opmerkelijk is dat de ‘Regenboogcoalitie’ (optelsom van Labour, LibDem, SNP en Greens) bijna 80% haalde bij de jongeren, terwijl de verhouding omgekeerd lag bij de +70-jarigen. Zie https://www.nachdenkseiten.de/?p=57074  [Noot van de  vertaler, GZ] Eenmaal in de EU hadden we de instabiele jaren zeventig en de vernietiging van industriële ondernemingen en de bijhorende gemeenschappen in de jaren tachtig. De stroom van Oost-Europese immigranten (eigenlijk vooral naar de grote steden) in de jaren 2000 was de laatste druppel.(2)Ook hiervoor had Johnson zijn oplossing: een puntensysteem naar Australisch voorbeeld. “Na de Brexit komen er drie soorten visums voor mensen die naar het VK willen komen. ‘Bijzonder getalenteerden’ blijven welkom, ook als ze nog geen baan hebben. Anderen hebben een baan nodig, maar wie een nuttig beroep heeft, zoals verpleegkundige, wordt versneld toegelaten. Voor laagbetaald werk worden alleen nog maar tijdelijke visums afgegeven.” Bron Het Financieele Dagblad. [Noot van de vertaler, GZ]

In de ‘Remain-hoofdstad’ van Engeland, Londen, werd een stem voor Labour gezien als voor de ‘Remain’-partij, de Liberaal-Democraten werden weggedrukt. De LD’s deden het slecht, maar hadden nog steeds een hoger aandeel (11%) dan in 2017. Het conservatieve deel van de stemmen steeg slechts licht t.o.v. 2017 (van 42,3% naar 43,6%), maar Labour zakte van 40% in 2017 naar 32 %. De opiniepeilingen en exit-peilingen waren dus zeer nauwkeurig. De totale opkomst daalde van 69% in 2017 tot 67%, met name in de Brexit-gebieden. Zo was opnieuw de ‘partij van de stemonthouding’ de grootste.

Dit was duidelijk een Brexit-verkiezing. De Labour-partij had het meest radicale linkse programma sinds 1945. Het sociale en economische manifest van het linkse Labour-leiderschap was in feite behoorlijk populair. De campagne van Labour was uitstekend en de opkomst van activisten voor het werven van stemmen was geweldig. Maar uiteindelijk maakte het weinig verschil. Brexit domineerde nog steeds en Labour-stemmen gingen verloren. Niet elke kiezer wilde ‘Brexit realiseren’, maar er waren er genoeg die in 2016 voor ‘Leave’ hadden gestemd en nu de vertraging en het uitstel door de voormalige premier May en het Parlement zat waren en de kwestie geregeld wilden zien.

Gewoonlijk is er een verband tussen het winnen van verkiezingen en de toestand van de economie . Bij deze verkiezing was het over het algemeen anders. Maar toch suggereerde de ‘index voor economisch welzijn’ (WBI, well-being index gebaseerd op een mix van de verandering in reëel besteedbaar inkomen en het werkloosheidspercentage. Zie de grafiek hier onder) een verbetering sinds voormalig premier May haar meerderheid in 2017 verloor. De economie stagneerde misschien op vlak van investeringen en productie, maar het gemiddelde Britse huishouden voelde zich sinds 2017 iets beter af, met volledige werkgelegenheid en een lichte verbetering van het reële inkomen. Dat hielp de regering Johnson.

Britse ‘welzijnsindex’, 1971-2019

Wat nu? De regering onder Johnson zal nu snel stappen ondernemen om wetgeving door het Parlement te laten goedkeuren die het VK nodig heeft om uiterlijk eind januari 2020 de EU te verlaten. En dan begint het meer omslachtige proces van het sluiten over een handelsovereenkomst met de EU. Dat zou tegen juni 2020 voltooid moeten zijn (3)In feite moet dit 31 december zijn. [Noot van de vertaler], tenzij het VK om een verlenging vraagt. Johnson zal proberen dat te voorkomen en hij kan nu allerlei concessies doen aan de EU om een deal te sluiten zonder de angst voor verzet van ‘no deal’ Brexiters in zijn partij, omdat hij een voldoende grote meerderheid heeft om ze uit te schakelen.

Met de Brexit-kwestie waarschijnlijk uit de voeten rond deze tijd volgend jaar zal de Britse economie, nu op de knieën (stagnatie van het bbp en investeringen), waarschijnlijk een korte opleving kennen. En zonder de ‘onzekerheid’ van de voorbije periode kunnen buitenlandse investeringen terugkeren, huizenprijzen herstellen en met spanningen op de arbeidsmarkt kunnen de lonen zelfs stijgen.(4)De opwaardering van het Britse pond bij het bekend worden van Johnson’s overwinning, zoals getoond in onderstaande grafiek van Roberts’ blog, illustreert waarschijnlijk het dalen van de onzekerheid. Noot van de vertaler

Het Britse pond veert op als Johnson’s overwinning zich aankondigt. Getoond is de koers van het pond tegenover de dollar in de dagen rond vrijdag 12 december.

De regering van Johnson kan zelfs enkele van Labour’s voorstellen stelen en de overheidsuitgaven voor een korte periode stimuleren.(5)Daar wordt nu al rekening mee gehouden: “Maar hij [Johnson] is een pragmaticus en zal zich aanpassen aan zijn nieuwe achterban. Het zwaartepunt is verschoven richting de prioriteiten van de nieuwe kiezers in het noorden en midden van het land, en die zijn heel anders dan die van de vrijemarktdenkers onder de traditionele Tories.’ (…) “Tijdens de campagne sorteerde Boris Johnson bijvoorbeeld al voor op soepeler regels voor noodlijdende sectoren. Hij zei na de Brexit af te willen van Europese staatssteunregels en ‘snel en gemakkelijk’ te willen ingrijpen als een bedrijf of sector het moeilijk heeft.” Bron Financieele Dagblad [Noot van de vertaler, GZ]

Op langere termijn is de toekomst van de Britse economie somber. Alle studies tonen aan dat buiten de EU de Britse economie in reële termen langzamer zal groeien dan het zou zijn geweest als het EU-lid was gebleven. De mate van relatief verlies wordt geschat op 4-10% van het bbp in de komende tien jaar, afhankelijk van de voorwaarden van de handels- en arbeidsmarktovereenkomst met de EU.(6)Zie Michael Roberts, Brexit: 100 days and after en Gerrit Zeilemaker, De EU en Brexit: Project Angst [Noot van de vertaler, GZ] Ook is het nog onduidelijk hoeveel schade het aan de financiële sector in de Londense City zal aanrichten. Maar dit is allemaal relatief, het gaat over een mindergroei van jaarlijks 0,4% à 1%. Als het VK bijvoorbeeld in de EU met 2% per jaar zou groeien, zou het dan met ongeveer 1,5% zijn.

En dan is er de joker in het spel: de wereldeconomie. De grote kapitalistische economieën groeien in het langzaamste tempo sinds de Grote Recessie (2008). Er kan een tijdelijke wapenstilstand zijn in de lopende handelsoorlog tussen de VS en China, maar deze zal opnieuw uitbreken. En de winstgevendheid van bedrijven in de VS, Europa en Japan daalt, naast de stijgende bedrijfsschuld. Het risico van een nieuwe wereldwijde economische recessie is het hoogst sinds 2008. Als er een nieuwe wereldwijde malaise komt, kan de stemming van het Britse electoraat sterk veranderen; en de Brexit-bubbel van de regering Johnson wordt dan doorgeprikt.

Michael Roberts is een Brits marxistisch econoom, auteur van The Great Recession: a Marxist view (2009) en The Long Depression: Marxism and the Global Crisis of Capitalism (2016). Hij schrijft uitvoerig op zijn blog. waar ook dit artikel verscheen op 13 december 2019.

Nederlandse vertaling: redactie Ander Europa.

Voetnoten

Voetnoten
1 Opmerkelijk is dat de ‘Regenboogcoalitie’ (optelsom van Labour, LibDem, SNP en Greens) bijna 80% haalde bij de jongeren, terwijl de verhouding omgekeerd lag bij de +70-jarigen. Zie https://www.nachdenkseiten.de/?p=57074  [Noot van de  vertaler, GZ]
2 Ook hiervoor had Johnson zijn oplossing: een puntensysteem naar Australisch voorbeeld. “Na de Brexit komen er drie soorten visums voor mensen die naar het VK willen komen. ‘Bijzonder getalenteerden’ blijven welkom, ook als ze nog geen baan hebben. Anderen hebben een baan nodig, maar wie een nuttig beroep heeft, zoals verpleegkundige, wordt versneld toegelaten. Voor laagbetaald werk worden alleen nog maar tijdelijke visums afgegeven.” Bron Het Financieele Dagblad. [Noot van de vertaler, GZ]
3 In feite moet dit 31 december zijn. [Noot van de vertaler]
4 De opwaardering van het Britse pond bij het bekend worden van Johnson’s overwinning, zoals getoond in onderstaande grafiek van Roberts’ blog, illustreert waarschijnlijk het dalen van de onzekerheid. Noot van de vertaler
5 Daar wordt nu al rekening mee gehouden: “Maar hij [Johnson] is een pragmaticus en zal zich aanpassen aan zijn nieuwe achterban. Het zwaartepunt is verschoven richting de prioriteiten van de nieuwe kiezers in het noorden en midden van het land, en die zijn heel anders dan die van de vrijemarktdenkers onder de traditionele Tories.’ (…) “Tijdens de campagne sorteerde Boris Johnson bijvoorbeeld al voor op soepeler regels voor noodlijdende sectoren. Hij zei na de Brexit af te willen van Europese staatssteunregels en ‘snel en gemakkelijk’ te willen ingrijpen als een bedrijf of sector het moeilijk heeft.” Bron Financieele Dagblad [Noot van de vertaler, GZ]
6 Zie Michael Roberts, Brexit: 100 days and after en Gerrit Zeilemaker, De EU en Brexit: Project Angst [Noot van de vertaler, GZ]