Net zoals bij mensen komen de diepere motivaties en karaktertrekken van instellingen vaak duidelijker tot uiting in crisissituaties. Dat was op 12 maart het geval bij de ECB, de Europese Centrale Bank. Die wordt sinds 1 november 2019 geleid door Christine Lagarde, rechtse politica en ster aan het Franse mondaine firmament die het tot directeur van het Internationaal Muntfonds (IMF) schopte. En nu dus de ECB door woelige waters moet loodsen.
Er werd reeds eerder voor gewaarschuwd dat Madame Lagarde meer verstand heeft van synchroonzwemmen en Dior-producten dan van centraal bankieren, zelfs in zijn neoliberale opvatting. Dat werd volledig bevestigd. Haar aankondiging van de maatregelen die de ECB neemt ter bestrijding van de economische gevolgen van het pandemisch coronavirus waren desastreus voor de EU-lidstaat die er in de eerste plaats mee te maken heeft: Italië.
Voor het financieel-economisch fragiele land, dat nu ook nog af te rekenen heeft met de zwaarste impact van het virus, werden vanwege de ECB steunmaatregelen verwacht, maar die kwamen er niet. Gevolg: de financiële markten trokken meteen de rentevoet van leningen aan de Italiaanse overheid op. In technische termen: de spread, het verschil in intrestvoet die Italië moet betalen en die welke de Duitse overheid moet betalen voor haar staatsleningen, sprong meteen omhoog met 2,6 procentpunten, wat miljarden méér uitgaven aan de banken door de Italiaanse Staat betekent.
Een onhandige formulering van een beginneling? Nee, veel erger nog en bijna ongelooflijk: Madame Lagarde zei tijdens haar persconferentie “dat het niet de taak is van de ECB om de spread bij overheidsleningen tegen te werken”!
Wat is dan wel de taak van de ECB? Dat is overduidelijk in de maatregelen die de ECB wél nam om de gevolgen van de coronacrisis tegen te gaan:
- Banken krijgen ‘goedkope’ leningen “opdat ze het MKB kunnen ondersteunen”. Goedkoop is hier een understatement, want het tarief bedraagt minus 0,75%. Dit betekent dat banken gesubsidieerd worden om geld te ontlenen bij de ECB!!
- Het quantitative easing (QE) programma wordt bijna verdubbeld: banken zullen nog gemakkelijker aan liquide middelen geraken. Zogezegd om investeringen te doen, maar de 2.500 miljard (ja: tweeduizendvijfhonderd miljard) QE in het verleden kwamen voor het overgrote deel de banken en de rijken ten goede, zonder het economisch raderwerk te stimuleren.
- Normaal wordt de basisrente verlaagd om het economisch leven aan te wakkeren, zoals gebeurt in de USA en Groot-Brittannië. Maar de irrationele beheptheid van de ECB met de strijd tegen de (onbestaande of in ieder geval abnormaal lage) inflatie maakt dat die basisrente nu al negatief is (-0,50%) en dus moeilijk nog verder verlaagd kan worden. Weet, beste EU-burger, dat ‘strijd tegen de inflatie’ in de EU geheime code is voor ‘strijd tegen loonsverhogingen’, een strijd die de ECB en het hele EU-bestel tot nog toe op voorbeeldige wijze gestreden hebben…
Het zou fout zijn om dit onverantwoord beleid alleen in de schoenen te schuiven van de onbekwame Lagarde. Haar ‘communicatie’ was onhandig, en werd daarom achteraf door een medewerker van de ECB goedschiks kwaadschiks ‘gecorrigeerd’. Maar het klopt dat de opdracht van de ECB, zoals vastgelegd in de Europese verdragen, zich beperkt tot de bestrijding van de gemiddelde inflatie in de eurozone. Werkgelegenheid, hulp aan overheden behoort (opnieuw in tegenstelling tot andere centrale banken) uitdrukkelijk niet tot die opdracht. De misstap van Lagarde was dat ze dit te uitdrukkelijk vermeldde.
De euro en haar ECB staan ten dienste van de banken en de bedrijven, niet van overheden en de bevolking, zelfs niet in crisistijden als deze. Wanneer zullen politici, van centrumrechts tot centrumlinks (en daarbuiten) dat ooit durven bekennen?
Herman Michiel is actief bij Ander Europa. Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.