De verspreiding van de coronapandemie heeft geleid tot een wereldwijde gezondheidscrisis die een geheel nieuwe situatie heeft gecreëerd. Het menselijk leed dat wordt veroorzaakt door de verspreiding van het virus is enorm. Het draagt ook bij aan andere tragedies op het gebied van de volksgezondheid die vooral landen treffen die worden gedomineerd door grote mogendheden en grootkapitaal, met de medeplichtigheid van hun heersende klassen. Er moeten dringend aanzienlijke bedragen aan financiële middelen beschikbaar worden gesteld, zodat er zo min mogelijk nieuwe schulden ontstaan.
Er is een eenvoudige manier om financiële middelen vrij te maken: de terugbetaling van de overheidsschuld moet onmiddellijk worden opgeschort. De besparingen die daarmee worden gerealiseerd, kunnen dan rechtstreeks worden aangewend voor de gezondheidszorg. Er zijn nog andere maatregelen die vrij gemakkelijk kunnen worden genomen om financiële middelen vrij te maken: het invoeren van een crisisbelasting op vermogens en zeer hoge inkomens, het opleggen van boetes aan bedrijven die verantwoordelijk zijn voor grootschalige belastingontduiking, het bevriezen van militaire budgetten, het stopzetten van subsidies aan banken en grote bedrijven…
We gaan hier in op de opschorting van de schuldenlast, omdat dat in de meeste gevallen de centrale hefboom is die de financiële situatie van een staat heel snel kan verbeteren.
Staten kunnen eenzijdig de opschorting van de schuldaflossing afkondigen op basis van het internationaal recht en in het bijzonder op de volgende gronden: noodtoestand, fundamentele wijziging van omstandigheden en overmacht.
Het lijden en het dodental zijn duidelijk verergerd door de onderfinanciering van de volksgezondheid in zowel de zuidelijke als de noordelijke landen. Op enkele uitzonderingen na hebben staten, onder het voorwendsel van terugbetaling van schuld en vermindering van het begrotingstekort, systematisch de uitgaven voor volksgezondheid verminderd. Als ze de belangrijkste instrumenten van een goed volksgezondheidsbeleid op het gebied van personeel, infrastructuur, medicijnvoorraden, apparatuur, onderzoek, de productie van geneesmiddelen en behandelingen en de dekking van de volksgezondheid hadden versterkt, zou de coronacrisis niet de huidige omvang hebben aangenomen en zich niet zo drastisch hebben ontwikkeld.
Het gebeurde in China – waar de autoriteiten traag waren met het nemen van maatregelen en het verhogen van het aantal tests – en vervolgens in verschillende Europese landen (Italië, Spanje, Frankrijk, België, Nederland, Groot-Brittannië), in de Verenigde Staten en elders, en dat geeft aan wat er waarschijnlijk in andere landen zal gebeuren als het virus zich blijft verspreiden. In de rijkere landen, met veel meer ontwikkelde volksgezondheidsstelsels, hebben de gecombineerde effecten van 40 jaar neoliberaal beleid en het gebrek aan paraatheid van de overheid tragische gevolgen gehad. Het is gemakkelijk voor te stellen waar dit elders toe kan leiden. Landen in Afrika, Latijns-Amerika en het Caribisch gebied en Azië worden zwaar getroffen door de gezondheidscrisis.
Regeringen en grote multilaterale instellingen zoals de Wereldbank, het IMF en regionale ontwikkelingsbanken hebben de terugbetaling van overheidsschuld gebruikt als een instrument voor de toepassing van beleid dat de stelsels van volksgezondheid heeft verslechterd: inkrimping van de werkgelegenheid in de gezondheidssector, precaire arbeidscontracten, inkrimping van het aantal ziekenhuisbedden, sluiting van plaatselijke gezondheidscentra, stijging van de kosten voor gezondheidszorg en van de prijzen van geneesmiddelen, onderinvestering in infrastructuur en apparatuur, privatisering van verschillende gezondheidssectoren, onderinvestering door de overheid in onderzoek en ontwikkeling van behandelingen ten gunste van de belangen van grote particuliere farmaceutische groepen.
Nog voor het uitbreken van de covid-19-epidemie had dit beleid al geleid tot een enorm verlies aan mensenlevens en protesten van gezondheidswerkers over de hele wereld.
Er moet dringend actie worden ondernomen om de capaciteit voor de bestrijding van het coronavirus op te bouwen en bovendien de gezondheid en de levensomstandigheden van de bevolking te verbeteren.
De oproep tot opschorting of kwijtschelding van schulden is in het licht van de wereldwijde gezondheidscrisis opnieuw actueel. Medio maart 2020 heeft een twaalftal voormalige Latijns-Amerikaanse presidenten een oproep in die zin gedaan. Op 23 maart riep een grote meerderheid van de leden van de Nationale Vergadering van Ecuador op tot eenheid van Latijns-Amerikaanse regeringen om de schuldaflossing op te schorten. Eind maart vroegen vertegenwoordigers van de CEMAC (Economische en Monetaire Gemeenschap van Centraal-Afrika, waar 6 landen deel van uitmaken) om kwijtschelding van de buitenlandse schuld van hun land. Op 4 april riep de Senegalese president Macky Sall op tot de kwijtschelding van de staatsschuld van Afrika.
De Conferentie van de Verenigde Naties voor Handel en Ontwikkeling (UNCTAD) heeft zojuist een rapport gepubliceerd waarin ze waarschuwt voor de noodlottige gevolgen van de crisis, met name op economisch gebied. In een passage van dit document stelt de UNCTAD, in diplomatieke bewoordingen, dat landen met een schuldenlast de mogelijkheid moeten hebben om de terugbetaling van hun schulden eenzijdig en tijdelijk te bevriezen. Ook wordt gesteld dat schuldeisers niet zelf kunnen beslissen of landen met een schuldenlast het recht hebben om de betaling van hun schulden op te schorten.
Dit is een standpunt dat door CADTM (Comité voor de Afschaffing van Onrechtmatige Schulden) al lang in duidelijke bewoordingen wordt verdedigd. Dit standpunt wordt gedeeld door veel maatschappelijke en politieke organisaties over de hele wereld.
Er zijn verschillende oproepen gedaan door sociale bewegingen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Maar ook in Afrika, waar sociale bewegingen in zuidelijk Afrika ‘de regeringen van de SADC (Southern African Development Community) oproepen om een schuldmoratorium toe te passen en middelen voor de terugbetaling van de schuld te besteden aan de wederopbouw van het openbare gezondheidszorgstelsel en aan investeringen in essentiële sociale dienstensectoren, waaronder energie, water, sanitaire voorzieningen en huisvestingsinfrastructuur, teneinde de capaciteit van de bevolking van de SADC om de gevolgen van de crisis te weerstaan, te versterken.’
Ook NGO’s en coalities zoals Eurodad (Europa), Latindad (Latijns-Amerika), Jubilee Debt Campaign (Groot-Brittannië), het Debt and Development Platform (Frankrijk) steunen de noodzaak om een moratorium op de betaling van schulden af te kondigen.
Juridische argumenten
Wat zijn de juridische argumenten voor een eenzijdig besluit om de betalingen in dit geval op te schorten?
Noodtoestand: een staat kan afzien van verdere schuldaflossing omdat de objectieve situatie (waarvoor zij niet verantwoordelijk is) een ernstige bedreiging vormt voor de bevolking en de voortgezette betaling van de schuld verhindert dat de staat in de meest dringende behoeften van de bevolking kan voorzien. Dit is precies de situatie waarmee veel staten in de wereld nu worden geconfronteerd: het leven van de inwoners van hun landen wordt rechtstreeks bedreigd als zij niet in staat zijn een hele reeks dringende uitgaven te doen om zoveel mogelijk mensenlevens te redden.
Noodtoestand is een juridisch begrip dat door internationale tribunalen wordt gebruikt en dat wordt gedefinieerd in artikel 25 van het ontwerp van de artikelen over de verantwoordelijkheid van de staten van de Internationale Commissie voor het recht van de Verenigde Naties (ILC).
Zoals in de toelichting bij artikel 25 staat wordt ‘noodtoestand’ gebruikt om te verwijzen naar die uitzonderlijke gevallen waarin de staat een essentieel belang alleen kan vrijwaren tegen een ernstig en dreigend gevaar als hij een internationale verplichting van minder gewicht of urgentie niet nakomt. Volgens het internationaal recht zijn de vernietiging van de staat als zodanig of het in gevaar brengen van het leven van personen twee omstandigheden waarin een beroep kan worden gedaan op de noodzaak om internationale verplichtingen op te schorten, zoals de uitvoering van overeenkomsten (zoals een bezuinigingsprogramma tussen een staat en zijn schuldeisers) en de terugbetaling van schulden.
Het Student Tribunal for International Dispute Settlement (STIDS), dat bestaat uit studenten internationaal recht die hun theoretische kennis willen toepassen op een reële situatie, heeft in het geval van Griekenland in 2016 het volgende advies uitgebracht: ‘Griekenland wordt geconfronteerd met een extreme financiële situatie die het land niet in staat stelt om essentiële medische diensten te verlenen aan zijn bevolking, waarvan het sterftecijfer bijgevolg aanzienlijk toeneemt. Bijgevolg is het Tribunaal van oordeel dat Griekenland zich inderdaad in een materiële situatie bevindt die een ernstig en dreigend gevaar vormt in de zin van artikel 25 van de ontwerpartikelen van de ILC, en dat het zich dus terecht kan beroepen op een noodtoestand’.
Fundamentele verandering van omstandigheden: de uitvoering van een schuldcontract (of internationaal verdrag) kan worden opgeschort als de omstandigheden fundamenteel veranderen buiten de wil van de schuldenaar. In de jurisprudentie over de toepassing van internationale verdragen en overeenkomsten wordt erkend dat een fundamentele wijziging van omstandigheden de uitvoering van een overeenkomst kan verhinderen.
In het geval van de huidige crisis zijn de omstandigheden in de afgelopen twee maanden fundamenteel veranderd:
– er is een zeer ernstige epidemie in volle gang;
– de grondstoffenprijzen storten in (de olieprijzen zijn in een maand tijd gehalveerd) en een hele reeks debiteurstaten [staten met schuld] zijn afhankelijk van de inkomsten uit de export van grondstoffen om dollars te verdienen die nodig zijn om hun buitenlandse schulden af te lossen;
– de economische activiteit daalt sterk en zeer snel;
– de landen van het Zuiden zijn het slachtoffer van de beslissing van grote ondernemingen en investeringsfondsen uit het Noorden om hun kapitaal uit het land te halen om het naar hun moedermaatschappij te repatriëren en het in een fiscaal optimalisatieschema op te nemen.
Overmacht: de hierboven beschreven omstandigheden zijn voorbeelden van overmacht. Een staat kan zich beroepen op deze omstandigheden die de uitvoering van een contract verhinderen.
Wanneer een staat zich beroept op een noodtoestand, een fundamentele wijziging van de omstandigheden of overmacht om de betaling van de schuld op te schorten, is het irrelevant of de schuld al dan niet legitiem is. Zelfs als de schuld die van het land wordt gevorderd legitiem is, belet dat het land niet om de betaling op te schorten.
Het is dus van fundamenteel belang dat de bevolking ervoor zorgt dat het geld dat daadwerkelijk wordt bespaard door de niet-betaling van de schuld wordt gebruikt om het coronavirus en de economische crisis te bestrijden. Dit houdt in dat de bevolking een strikte controle moet uitoefenen op het optreden van de regering, dat zij klaar moet staan en in actie moet komen om hun ongenoegen krachtig te uiten als de regering niet in hun belang handelt, en klaar moet staan om de regering indien nodig omver te werpen.
Bovendien is het vanuit het oogpunt van de meerderheid van de bevolking van fundamenteel belang dat er een audit (controle) van de schuld met actieve burgerparticipatie wordt georganiseerd om de onrechtmatige, afschuwelijke en illegale delen die definitief moeten worden kwijtgescholden, op te sporen. Het is ook noodzakelijk om alle overheidsuitgaven te controleren om na te gaan of ze werkelijk gerechtvaardigd zijn in de strijd om de gezondheids-, economische- en ecologische crisis te boven te komen.
Verklaringen van huidige staatshoofden of hoofden van internationale organisaties over de noodzaak van kwijtschelding van schulden moeten uiteraard niet serieus worden genomen. Hun enige doel is zichtbaar te zijn in de publieke opinie. De staatshoofden zullen altijd hun toevlucht kunnen nemen tot het excuus dat ze hebben geprobeerd om de schuld kwijt te schelden, maar dat dit niet is gelukt, zodat de betalingen moeten worden voortgezet.
Zo gebruikt het IMF al tientallen jaren hetzelfde oude refrein: het stelt periodiek dat schuldeisers een deel van de schulden moeten kwijtschelden, maar tegelijkertijd zegt het dat het als internationale instelling niet kan afzien van de invordering van alles wat verschuldigd is. Het is niet de eerste keer dat de machtigen mooie toespraken houden, maar elke keer is er geen enkel effect op het welzijn van de bevolking.
Acties hebben meer effect dan woorden: onmiddellijke en eenzijdige opschorting van de schuldaflossing
Dit is het belangrijkste middel dat een staat kan gebruiken om, onder druk en controle van de bevolking, de financiële middelen te vinden die nodig zijn om het coronavirus en de wrede gevolgen van de verergering van de wereldwijde economische crisis te bestrijden.
Het heroriënteren van de schuldaflossing en andere uitgaven (militaire uitgaven, uitgaven voor luxegoederen, uitgaven voor mega-infrastructuur die moeten worden opgegeven of kunnen worden uitgesteld) door prioriteit te geven aan de volksgezondheid, kan de aanzet geven tot fundamentele en gezonde veranderingen.
Een radicale verhoging van de uitgaven voor volksgezondheid zal immers ook zeer belangrijke gunstige gevolgen hebben voor de bestrijding van andere ziekten die vooral de landen van het Zuiden van de wereld teisteren.
Volgens het laatste Wereld Malaria Rapport, gepubliceerd in december 2019, werden in 2018 228 miljoen gevallen van malaria ontdekt en stierven naar schatting 405.000 mensen aan de ziekte. Daarnaast is tuberculose een van de tien belangrijkste doodsoorzaken in de wereld. In 2018 kregen 10 miljoen mensen tuberculose en stierven er 1,5 miljoen mensen aan (waaronder 251.000 met hiv). Deze ziekten hadden met succes bestreden kunnen worden als de regeringen er voldoende middelen voor hadden uitgetrokken.
Andere aanvullende maatregelen zouden ook ondervoeding en honger kunnen bestrijden, die het dagelijks leven van een op de negen mensen (meer dan 800 miljoen mensen wereldwijd) verwoesten. Wereldwijd sterven elk jaar ongeveer 2,5 miljoen kinderen aan ondervoeding, hetzij rechtstreeks, hetzij door ziekten die verband houden met hun lage immuniteit als gevolg van ondervoeding.
Op dezelfde manier zou, als er geïnvesteerd zou worden in een massale verbetering van de drinkwatervoorziening en de afvoer/zuivering van afvalwater, het aantal sterfgevallen als gevolg van diarree drastisch kunnen worden teruggebracht, met meer dan 430.000 per jaar (bron: WHO 2019).
Ter vergelijking: op 7 april 2020 bedroeg de officiële schatting ongeveer 75.000 sterfgevallen door het coronavirus sinds het begin van de epidemie in december 2019. Het is hoog tijd om op te treden, met als prioriteit het krachtige hefboomeffect van opschorting van betaling of kwijtschelding van schulden.
Het is essentieel dat de verschillende organisaties en netwerken van activisten actief worden om de opschorting van de schuld te verkrijgen. We moeten gezamenlijk nadenken over nieuwe manieren om onze strijd in de huidige uitzonderlijke omstandigheden te consolideren en te verbreden.
De auteur dankt de volgende personen voor het meer lezen van de tekst en/of het documentaire onderzoek: Omar Aziki, Anne Sophie Bouvy, Sushovan Dhar, Damien Millet, Brigitte Ponet, Claude Quemar en Renaud Vivien.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op de site van CADTM. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.