De coronapandemie zal blijvende en dramatische gevolgen hebben voor de levensomstandigheden van mensen, zoals gedetailleerd beschreven door Adam Hanieh. Mensen worden op verschillende manieren getroffen, afhankelijk van hun sociale klasse, hun geslacht en seksuele geaardheid, het land waarin ze leven, hun leeftijd, hun kaste (in Zuid-Azië) en andere factoren. De verschillende vormen van onderdrukking en uitbuiting worden in veel gevallen versterkt. Ze zullen allemaal op de een of andere manier worden beïnvloed.

Dit is de eerste internationale crisis met zulke algemene en verstrekkende gevolgen over de hele wereld binnen zo’n kort tijdsbestek. (Het is nog maar drie maanden geleden dat de Chinese autoriteiten officieel de epidemie in Wuhan erkenden). Er zullen meer mensen worden getroffen dan in de Tweede Wereldoorlog, niet in termen van dodental, dat gelukkig veel lager zal zijn, maar in termen van de gelijktijdigheid van de crisis wereldwijd en het soort maatregelen dat door regeringen wordt genomen.

De economische en financiële crisis is één aspect. De omvang van de productiedaling in de maanden na maart 2020 zal ongekend zijn in vergelijking met de crises van de afgelopen 70 jaar, daar bestaat geen twijfel over. Honderden miljoenen mensen hebben plotseling hun baan en hun bestaansmiddelen verloren. De daling van de economische activiteit is enorm en zal nog lang duren. Het is nu tijd om na te denken en te handelen: om radicale veranderingen teweeg te brengen. Dit is een race tegen de klok. Aan de ene kant zijn er mensen die beweren dat ze alles zullen veranderen, zodat er niets verandert en de wereld zo snel mogelijk zijn normale kapitalistische manier van functioneren hervat. Aan de andere kant hebben we degenen die echt diepe veranderingen willen.

De coronapandemie moet worden aangegrepen als een kans om te komen tot een echte revolutie om de maatschappij radicaal te veranderen in haar manier van leven, haar eigendomsvorm, haar productiewijze en haar relatie met de natuur. We moeten de ontgroeiing plannen en tegelijkertijd de levensomstandigheden verbeteren. We moeten absolute prioriteit geven aan gemeenschappelijke goederen en de productie en diensten verplaatsen en tegelijkertijd de productie aanpassen om deze verenigbaar te maken met onze strijd tegen de milieucrisis. Het gebied van de openbare diensten die onder controle van de burgers staan, moet enorm worden uitgebreid.

Deze revolutie zal alleen plaatsvinden als de slachtoffers van het kapitalistische systeem en van de patriarchale samenleving zelf actief zijn en zichzelf organiseren en de 1 procent en hun lakeien wegsturen uit de verschillende machtscentra om echte democratische macht te creëren. Er is een zelfbeherende, antiracistische en feministische ecologisch-socialistische revolutie nodig.

In wat volgt zal ik de maatregelen die door de centrale banken worden genomen en de waarschijnlijke financiële branden onder de loep nemen.

Maatregelen van de centrale banken

Sinds medio maart 2020 hebben de grote centrale banken massale pogingen gedaan om te voorkomen dat de huidige financiële brand zich uitbreidt en om andere branden te vermijden. Het is belangrijk om te benadrukken dat hun prioriteit ligt bij het helpen van grote particuliere banken en andere financiële instellingen en, meer in het algemeen, grote aandeelhouders van grote bedrijven, of ze nu in de maak-industrie zitten of niet. Centrale banken helpen de 1% ten koste van de 99%, terwijl ze beweren het algemeen belang te dienen. Centrale banken proberen een wankel geglobaliseerd kapitalistisch systeem te beschermen.

Terwijl ze de financiële markten overspoelen met contant geld, hopen ze het vuur te omzeilen, zoals ze dat vanaf 2008-2009 hebben gedaan, wat resulteerde in het huidige debacle.

Het is van essentieel belang om op de hoogte te zijn van de verschillende branden die zich de komende dagen, weken en maanden kunnen voordoen. Het zal helpen om te begrijpen waar de grote centrale banken en regeringen naartoe gaan, wat hun vertoog ook is.

Maar laten we eerst kijken naar de rol die de centrale banken hebben gespeeld.

Maatregelen die de centrale banken sinds 2008 hebben genomen

Het beleid van de centrale banken is niet de belangrijkste oorzaak van de huidige crisis van het kapitalistische systeem, maar draagt er duidelijk aan bij. Door hun inmenging, met name om grote particuliere ondernemingen na 2008 te helpen, hebben zij voorkomen dat het kapitalistische systeem een herhaling van de grote recessie van de jaren dertig van de vorige eeuw in zijn meest wrede vorm meemaakt.

Ik verwijs naar wat er gebeurde tussen 1929 en 1945: een opeenvolging van faillissementen, de opschorting van de schuldenlast van een dertigtal landen (waaronder Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Italië en 14 Latijns-Amerikaanse landen) [1], de overwinning van het nazisme, [2] de Tweede Wereldoorlog, die allemaal zware schokken waren. Maar deze inmenging resulteerde in de ingrediënten die een nieuwe financiële crisis hebben veroorzaakt en de productie niet echt hebben gestimuleerd. [3] In februari-maart 2020 brak er opnieuw een financiële crisis uit op wereldschaal. Deze wereldwijde crisis kwam na een aantal kleinere financiële crises die de Fed in 2019 in de Verenigde Staten probeerde te smoren.

Terwijl de mainstream media en regeringen voortdurend herhalen dat de economische en financiële crisis is veroorzaakt door de coronapandemie, heb ik benadrukt dat alle elementen voor een nieuwe financiële crisis al enkele jaren klaar waren en dat het coronavirus slechts de vonk of de ontsteker van de beurscrisis was en niet de oorzaak ervan.

De hoeveelheid brandbaar materiaal in de financiële sfeer bereikte enkele jaren geleden het verzadigingspunt en het was bekend dat een vonk een explosie kon en zou veroorzaken. Niemand wist wanneer de explosie zou plaatsvinden of wat de vonk zou doen overslaan, maar het was duidelijk dat het onvermijdelijk was. Ik wees er ook op dat de crisis in de productiesfeer was begonnen voordat het coronavirus op het toneel verscheen, waardoor de belangrijkste economieën van de wereld vanaf het eerste semester van 2019 werden getroffen. [4]

De huidige financiële crisis is mondiaal. Alle beurzen zijn getroffen, of het nu gaat om Europa, Noord- en Zuid-Amerika, Azië-Pacific of Afrika. De verliezen van 17 februari tot 17 maart 2020 bedragen tussen de 20 en 40%, afhankelijk van de beurs; alleen die in China hebben hun verliezen beperkt (de beurs van Shanghai is met 7% gedaald). Op 1 april 2020 zijn de belangrijkste beurzen op alle continenten weer ingestort.

Terwijl wij dit op 18 april 2020 schrijven, hebben de beurzen tussen 17 maart en 17 april 2020 tussen de vijftien en twintig punten herwonnen dankzij de massale geldinjecties en de enorme reddingspakketten die door de grote centrale banken en regeringen zijn aangekondigd. Maar de situatie op de markten is niet gestabiliseerd, en meer crashes kunnen niet worden uitgesloten.

Ook moet worden benadrukt dat de marktwaarde van de aandelen van grote bedrijven drastisch is gedaald: de aandelen van Boeing zijn tussen 1 januari 2020 en 18 april 2020 met 53% gedaald; die van de grootste oliemaatschappij, Exxon Mobil, is met 38% gedaald en die van de op één na grootste oliemaatschappij, Chevron, met 27%; de grootste Amerikaanse bank, JPMorgan, heeft 32% verloren; de grootste petrochemische groep, Dow, 39%; Goldman Sachs heeft 20% verloren en Caterpillar 22%.

Op de beurs van Frankfurt hebben de VW-aandelen sinds 1 januari 2020 30% van hun waarde verloren, die van BMW 30% en die van Mercedes-Daimler 41%; de Siemens-aandelen zijn met 30% gedaald en die van Deutsche Bank met 14%. Op de beurs van Parijs heeft Airbus 56% verloren; van de banken heeft Crédit Agricole 49% verloren, Société Générale 55% en BNP Paribas 52%; Peugeot is 45% gezakt en Renault 61%.

Maatregelen aangekondigd na de financiële crisis van 2007-2008

De in 2008 en 2009 aangekondigde maatregelen om de banken te disciplineren bleken uiteindelijk niet meer dan aankondigingen. De centrale controle van de banken in de eurozone, de oprichting van een Europees fonds om de deposito’s te garanderen, het verbod op bepaalde verrichtingen (die slechts 2% van de totale bankactiviteit betreffen), de plafonnering van de bonussen, de transparantie van de bankactiviteiten of de nieuwe regelgeving voor het bankwezen, Bazel III en IV… het waren allemaal slechts aanbevelingen, beloften. In het beste geval waren de maatregelen die daadwerkelijk genomen zijn volstrekt ontoereikend om de problemen aan te pakken.

Toch was dit al te veel voor de grote banken en als gevolg daarvan heeft de regering-Trump in januari 2020 een groot deel van de Volcker Rule, die tijdens de regering van Barack Obama werd aangenomen, afgeschaft. In januari-februari 2020 liet de Centrale Bank van China de Chinese banken ook meer risico’s nemen om te proberen de economie te stimuleren. Eind maart 2020 hebben de Fed, de ECB en het Bazelse Comité bijna alle beperkingen opgeheven die na de crisis van 2007-2008 aan de banken waren opgelegd. De handhaving van het Bazel III-akkoord is enkele jaren uitgesteld. (Voor meer informatie over Bazel III, zie het einde van dit artikel.

Sterke toename van de particuliere schuld en nieuwe speculatieve zeepbellen die de afgelopen tien jaar zijn ontstaan

Het beleid van de grote centrale banken heeft enerzijds geleid tot een zeer sterke stijging van particuliere schulden van bedrijven en anderzijds tot een speculatieve zeepbel op de noteringen van financiële activa. Er is sprake van een sterk overdreven beurskapitalisatie, overwaardering en een buitensporig volume van de markt voor bedrijfsobligaties ( effecten uitgegeven door bedrijven), en van vastgoedzeepbellen in de Verenigde Staten en China. Dit alles, en vooral de rampzalige redding van het particuliere financieringssysteem sinds 2007-2008 met overheidsgeld, heeft ook geleid tot een toename van de overheidsschuld.

De bovengenoemde speculatieve luchtbellen worden vooral veroorzaakt door het beleid van de grote centrale banken (de Amerikaanse Federal Reserve of Fed, de ECB, de Bank of England, in de afgelopen tien jaar, en de Bank of Japan sinds het uiteenspatten van de vastgoedzeepbel in de jaren negentig). Ze hebben duizenden miljarden dollars, euro’s, Britse ponden en yen in particuliere banken geïnjecteerd om ze overeind te houden.

Dit beleid stond bekend als kwantitatieve verruiming. De middelen die de centrale banken overvloedig verdeelden, werden door banken en grote kapitalistische bedrijven in andere sectoren niet gebruikt voor investeringen in productieve sectoren. Ze werden gebruikt om financiële activa te verwerven: aandelen, staatsobligaties, gestructureerde producten en derivaten. Dit heeft geleid tot een speculatieve zeepbel op de aandelenmarkt, op de obligatiemarkt en op sommige plaatsen op de vastgoedmarkt. Alle grote bedrijven hebben een overmatige schuldenlast.

Het beleid van centrale banken laat zien dat de beslissingen van hun bestuurders volledig gebaseerd zijn op de kortetermijnbelangen van grote particuliere banken en grote kapitalistische bedrijven in andere sectoren. Zij proberen een keten van faillissementen te voorkomen die enorme verliezen zouden veroorzaken voor de grote aandeelhouders.

Financiële zeepbellen zijn aangemoedigd door centrale banken en maken integraal deel uit van het functioneren van het gefinancialiseerde kapitalistische systeem

Dit beleid is in overeenstemming met een kenmerk van het hedendaagse gefinancialiseerde kapitalisme: een steeds kleiner deel van de gecreëerde nieuwe waarde wordt opnieuw geïnvesteerd in de productie (zie François Chesnais, ‘De nouveau sur l’impasse économique historique du capitalisme mondial‘ (alleen in het Frans, geraadpleegd op 2 april 2020).

Een groeiend deel van de nieuwe waarde wordt aan de aandeelhouders uitgekeerd, in de vorm van dividenden, in de vorm van terugkopen van aandelen, in de vorm van speculatieve beleggingen, met name gestructureerde producten en derivaten. François Chesnais maakt met name melding van een steeds massalere instroom van niet-geïnvesteerde winsten van voornamelijk industriële financiële groepen. [5] Ook Michel Husson heeft meermaals de vinger gelegd op dit kenmerk van het hedendaagse kapitalisme.

De actie van de Fed in maart 2020

Geconfronteerd met een zeepbel op de aandelenmarkt die in de tweede helft van februari 2020 begon te barsten, besloot de Fed op 3 maart 2020 haar benchmarkrente voor federale fondsen vast te stellen op een streefcijfer van 1% tot 1,25%, een daling van 0,50%, de grootste daling van de afgelopen jaren, aangezien de Fed haar tarieven tot nu toe in fasen van 0,25% heeft verlaagd.

Geconfronteerd met de voortdurende ineenstorting van de aandelenmarkten en vooral van de banken die op de rand van het faillissement staan, besloot de Fed op 15 maart 2020 tot een verdere verlaging, die nog harder aankwam dan op 3 maart. Ditmaal verlaagde de Fed de rente met 1 %. Sinds 15 maart ligt de nieuwe federale fondsrente van de Fed dus in een marge van 0 tot 0,25%. Banken worden aangemoedigd om hun schulden te verhogen.

De Fed neemt geen genoegen met een verlaging van de rente, maar is opnieuw begonnen met het injecteren van enorme hoeveelheden dollars op de interbancaire markt. Want opnieuw hebben de banken het vertrouwen in elkaar verloren en zijn ze niet bereid om elkaar geld te lenen. De voorzitter van de Fed verklaarde dat zijn instelling van plan was om in de komende weken meer dan 1.000 miljard dollar aan liquiditeiten te injecteren op de kortetermijnmarkten, met name op de repomarkt, waarin zij tussen september en december 2019 al massaal heeft ingegrepen.

De afkorting ‘repo’ (voor repo-overeenkomst) duidt het mechanisme aan waarmee de banken zichzelf voor een korte periode financieren. Zij verkopen effecten, met de toezegging deze snel terug te kopen. Zo deponeren ze bijvoorbeeld Amerikaans schatkistpapier of effecten van bedrijven met een triple A-rating gedurende 24 uur, als garantie of onderpand voor de lening die ze afsluiten. In ruil voor deze obligaties krijgen ze contant geld tegen een rentevoet die dicht bij of gelijk is aan de rentevoet van de federale fondsen.

Vervolgens ging de Fed vanaf 23 maart verder. Ze begon massale hoeveelheden gestructureerde producten te kopen die gekoppeld zijn aan de vastgoedmarkt, of het nu gaat om residentieel vastgoed (Mortgage Backed Securities, MBS) of commercieel vastgoed (Commercial Mortgage Backed Securities, CMBS). Alleen al in de laatste week van maart kocht de Fed meer dan 250 miljard aan MBS en CMB terug van de banken.

De Fed koopt ook andere gevaarlijke gestructureerde financiële producten: CLO’s (Collateralized Loan Obligations) en CDO’s (Collateralized Debt Obligations), die een rating hebben van slechts BBB (de rating net boven junk bonds). Ze koopt ook aandelen in bepaalde bedrijven om te proberen hun instorting te beperken. Bovendien koopt ze op grote schaal schulden op, waaronder extreem risicovolle schulden, van particuliere bedrijven (bedrijfsobligaties).

Op de Repomarkt heeft de Fed op 17 maart plotseling haar activiteiten opgevoerd door in één dag 90 miljard dollar te injecteren. Sinds die datum heeft ze tussen de 10 en 20 miljard dollar per dag in de Repomarkt geïnjecteerd zodra er een tekort aan contant geld is. Daarnaast heeft ze een overeenkomst gesloten met alle grote centrale banken op andere continenten om haar te voorzien van honderden miljarden dollars om een nog grotere internationale financiële chaos te voorkomen. Samengevat is de interventie van de Fed aanzienlijk groter dan in september 2008, de dag na het faillissement van Lehman Brothers en de ineenstorting van de grootste verzekeringsmaatschappij van de VS (AIG) en General Motors.

De acties van de ECB in maart 2020

Onder leiding van Christine Lagarde heeft de Europese Centrale Bank (ECB), die een prime rate van 0% heeft, op 12 maart 2020 aangekondigd dat ze haar aankopen van particuliere en openbare financiële effecten (obligaties en gestructureerde financiële producten enerzijds, en staatsobligaties anderzijds) zal verhogen. Ze zal ook het volume van de voordelige kredieten die aan de banken worden toegekend op middellange en lange termijn verhogen.

Banken die beloven het volume van de leningen die zij aan de particuliere sector verstrekken niet te zullen verminderen, kunnen ruime financiering krijgen van de ECB tegen een negatief tarief (-0,75%). Merk op dat er geen boetes zijn als ze zich niet aan die beloften houden. Dat betekent dat ze daadwerkelijk geld verdienen als ze van de ECB lenen – een virtuele subsidie. Banken betalen minder terug aan de ECB dan het bedrag dat ze lenen. Als ze €100 lenen, betalen ze slechts €99,25 terug.

En zoals we al zeiden, hebben de Fed, de ECB en andere centrale banken vanaf maart 2020 de weinige ‘beheersingsmaatregelen’ die na de vorige financiële crisis van 2007-2008 waren genomen, verminderd en beloven ze bijna onbeperkte versoepeling onder het voorwendsel dat de banken de belangrijkste schakels zijn voor het economisch herstel.

De centrale banken en de andere regelgevende instanties staan toe dat grote banken nog meer risico’s nemen

De Fed, de ECB en andere centrale banken hebben aangekondigd dat banken zich niet langer hoeven te houden aan de regels met betrekking tot het minimumbedrag aan contant geld dat ze bij de hand moeten hebben om een financiële beroering het hoofd te bieden. Ook hebben de centrale banken hun eisen met betrekking tot de verhouding tussen het eigen vermogen van de bank en haar verplichtingen verlaagd.

Dit betekent dat de banken nu nog meer risico’s kunnen nemen dan voorheen. Wat betreft de vrijheid die banken hebben, zijn we min of meer teruggegaan naar de situatie van vóór de crisis in 2007-2008. De grote banken roepen al jaren om die vrijheid. Ze waren er al in geslaagd om de eisen die de centrale banken en de regelgevende instanties aan hen stelden, te verlagen. Nu krijgen ze toestemming om weer min of meer te doen wat ze willen.

Het Britse financiële dagblad, de Financial Times, heeft berekend dat de door de verschillende centrale banken aangekondigde maatregelen over een periode van drie weken de reserves en het eigen vermogen die de banken geacht worden permanent aan te houden, met 500 miljard dollar hebben verminderd. De FT schrijft: ‘Door banken toe te staan om met lagere niveaus van kapitaal te werken, voeren de regelgevers hun vuurkracht op om hogere vraag naar leningen te absorberen evenals stijgend klantenverzuim en een verslechtering van kredietkwaliteit in hun leningenboekhouding.’ [6]

De centrale banken vragen de grote banken om de uitbetaling van grote dividenden aan hun aandeelhouders tijdelijk op te schorten en de inkoop van eigen aandelen te stoppen

Om te proberen het ongenoegen van de bevolking te beperken dat zal toenemen zodra de mensen zich bewust worden van de geschenken die ze geven aan de particuliere banken, vragen de centrale banken, en in het bijzonder de Fed en de ECB, de banken om te stoppen met het terugkopen van hun eigen aandelen op de beurs en om de dividendbetalingen te beperken. Op 27 maart kondigde de ECB aan dat zij de tweehonderd grootste banken in de eurozone vraagt om voor een beperkte periode te stoppen met het terugkopen van eigen aandelen.

U zult zich herinneren dat de banken in de VS de afgelopen tien jaar voor in totaal 860 miljard dollar eigen aandelen hebben teruggekocht, en alleen al in 2019 bedroegen de terugkopen in totaal 47,5 miljard dollar. Daarbij komt nog de bijna 80 miljard dollar die de banken in 2019 in de vorm van dividenden aan hun aandeelhouders betaalden. En de Europese banken hebben precies hetzelfde gedaan als hun Amerikaanse tegenhangers.

Zoals gezegd hebben de grote Amerikaanse banken aangekondigd dat ze de inkoop van eigen aandelen tot september 2020 stopzetten. Ze dringen er echter hard op aan om dividenden te kunnen blijven uitkeren aan hun aandeelhouders, ook al ontvangen ze massale steun uit de overheidskas!

Merk op dat de Amerikaanse banken net tegen hun aandeelhouders hebben lopen opscheppen dat ze enorme winsten hebben gemaakt dankzij de massale verkoop van aandelen op de aandelenmarkten in het eerste kwartaal van 2020. Banken krijgen commissie op alle aandelenverkopen, in het hele spectrum. Hoe meer aandelen op de markten van de hand gaan, hoe meer geld de banken verdienen, zelfs als de marktwaarden dalen.

Volgens de Financial Times van 26 maart 2020 zijn de inkomsten van de Amerikaanse banken met betrekking tot de beursactiviteiten in februari-maart 2020 met 30% gestegen. Deze stijging betreft de 12 grootste banken. Dit zal hen er niet van weerhouden om verliezen op hun wereldwijde activiteiten aan te geven, om te voorkomen dat ze belasting moeten betalen.

De volgende branden

Voor het begin van de crisis bereikte de markt voor risicovolle, hoogrenderende schuldbewijzen een volume van ongeveer 2.200 miljard dollar (dit verwijst naar obligaties met een kredietrating van BB tot C – zie de grafiek). De markt voor schuldbewijzen van betere kwaliteit (‘investment grade’, die gaan van AAA naar BBB) was veel groter en bereikte ongeveer 4.500 miljard dollar.

Het probleem is dat de kredietbeoordelaars sinds maart 2020 dagelijks tientallen obligaties lager waarderen (voor honderden miljoenen of miljarden dollars). In de VS gaat het om schuldpapier dat is uitgegeven door grote bedrijven als Ford en General Motors. Begin april werden de door Ford uitgegeven schuldbewijzen voor in totaal 36 miljard dollar door de kredietbeoordelaars gedegradeerd.

Ze gingen van BBB (investment grade) naar BB (dat wil zeggen: junk bonds). Ze worden nu dus als risicovol beschouwd. In totaal werd in maart 2020 90 miljard dollar aan schuldbewijzen die als vrij goed werden beschouwd, gedegradeerd tot de categorie met een hoog risico (junk), zie de Financial Times van 8 april.

Zoals duidelijk te zien is in de onderstaande grafieken, vallen nu zeer veel ‘investment grade’ schulden in de BBB-categorie, wat precies de categorie is die op grote schaal wordt gedegradeerd om te worden omgezet in de BB-categorie of ‘junk bonds’. De grafieken laten zien hoe het er in januari 2020 aan toe ging voordat de coronacrisis uitbrak. Sinds maart is de situatie aanzienlijk verslechterd…

Net als Ford beginnen zeer grote bedrijven – industriële, commerciële, financiële en andere – enorme moeilijkheden te ondervinden bij het aflossen van de kolossale schulden die ze in de afgelopen tien jaar hebben opgebouwd.

Banken lenen voor de lange termijn (meestal in de vorm van aankopen van schuldbewijzen van alle soorten bedrijven) en om de leningen die ze aangaan te financieren, lenen ze meestal op korte termijn. Wat nu gebeurt, is een herhaling van 2007-2008, waarbij de banken massaal op lange termijn (over een periode van vijf tot zes jaar) hebben geleend zonder goed te kijken naar de kwaliteit en de kredietwaardigheid van de kredietnemers (over het algemeen grote bedrijven, maar ook gezinnen, studenten, et cetera) zolang het rendement goed was.

De kredietnemers worden rechtstreeks getroffen door de crisis en hebben steeds meer moeite om hun schulden af te lossen. Banken maken gebruik van kortetermijnfinanciering van andere banken en financiële ondernemingen, met name op de repomarkt, en ze lenen ook van de Fed.

Omdat banken elkaar weer eens niet meer vertrouwen en andere financiële bedrijven uiterst voorzichtig zijn met banken, grijpen de Fed en andere centrale banken (zoals de ECB) in door enorme hoeveelheden contant geld te injecteren om banken en andere bedrijven tegen faillissement te beschermen, dit alles om de grote aandeelhouders te beschermen.

Dat zal niet voorkomen dat de marktwaarde van de schuldbewijzen sterk daalt, wat gepaard zal gaan met de ineenstorting van de beurzen. Met andere woorden, er is een nieuwe zeepbel aan het ontstaan. Na de beurszeepbel die in februari-maart 2020 dramatisch begon te barsten, begint ook de obligatiemarktzeepbel te barsten. En nog een andere zeepbel staat op het punt te barsten – de hypotheekmarkt in de VS. De crisis treft zowel de woninghypotheekmarkt als de commerciële hypotheekmarkt (kantoor- en bedrijfsruimte, enzovoort).

Maar aangezien zoveel grote industriële bedrijven zwaar in de schulden zitten, is het heel goed mogelijk dat sommige van hen ten onder gaan. Dat geldt ook voor andere sectoren: denk aan het faillissement van het Britse reisbureau Thomas Cook op 23 september 2019 – ruim voor de Coronapandemie, dat veel publiciteit kreeg. Thomas Cook was niet in staat om een schuld van meer dan twee miljard euro af te lossen. Andere grote reisbureaus zullen failliet gaan om redenen die verband houden met de crisis. Luchtvaartmaatschappijen zullen failliet gaan. Oliemaatschappijen zullen failliet gaan – tenzij staten opnieuw tussenbeide komen om hun grote aandeelhouders met overheidsgeld te redden.

Zoals gezegd zijn centrale banken en regeringen van de meest geïndustrialiseerde landen er in 2007-2008 in geslaagd de schade te beperken en een herhaling van de crisis van de jaren dertig te voorkomen door duizenden miljarden dollars in bedrijven te pompen. Natuurlijk is de bank Lehman Brothers in september 2008 failliet gegaan, maar in de VS zijn andere grote bedrijven die op de rand van de afgrond stonden, waaronder de grootste verzekeringsmaatschappij ter wereld, AIG, en General Motors, op kosten van publiek geld gered.

Hetzelfde gebeurde in Europa met de Royal Bank of Scotland in het Verenigd Koninkrijk, Natixis in Frankrijk en een twintigtal andere grote banken in Ierland, Duitsland, België, Zwitserland, Italië, Spanje, Nederland, Griekenland, Slovenië en Cyprus; sommige banken werden genationaliseerd om hun grote aandeelhouders te redden. Dankzij dat soort massale interventies kwamen de grote aandeelhouders in zeer goede vorm uit de crisis, wat leidde tot verdere financiële concentratie.

De banken van gemiddelde omvang en de grote banken zijn opgekocht door de grootste banken. Deze beweging heeft plaatsgevonden in de VS, België, Spanje, Portugal, Griekenland en elders, maar dit soort interventies door centrale banken en staten heeft niet geleid tot de zuivering van het kapitalistische systeem die nodig is, in ‘haar’ eigen belang, om terug te kunnen keren naar de weg van de expansie.

We moeten erop wijzen dat de hoge groeicijfers van de grote industriële economieën teruggaan tot de dertig jaar die gevolgd werden door  het begin van de Tweede Wereldoorlog in het geval van de VS en de periode na de oorlog in het geval van Europa en Japan. Vanaf de jaren zeventig en tachtig daalde het groeitempo [7] en nam de financialisering van de economie sterk toe. Dat leidde tot een eerste grote financiële crisis in 1987, en vervolgens tot de crisis van 2000-2001, daarna de crisis van 2007-2008, die gevolgd werd door een wereldwijde daling van de productie in 2009 en daarna door tien jaar van trage groei [8] overal behalve in de financiële sfeer, waar zich voor de negende keer in de geschiedenis van het wereldkapitalisme speculatieve zeepbellen ontwikkelden.

Kortom, tussen 2010 en 2020 is de groei van de productie en de productiviteit in de voormalige industriële grootmachten in Noord-Amerika en Europa zwak geweest. China functioneerde als de locomotief van de wereld.

Eén ding is duidelijk: vergeleken met de interventie van de centrale banken vanaf 2008 [9], die massaal was, is hun interventie vanaf maart-april 2020 nog kolossaler. Om een concrete vergelijking te maken, de interventie van de centrale banken lijkt een beetje op wat hun respectievelijke regeringen deden tijdens de rampen in Tsjernobyl in 1986 en Fukushima in 2011. Ze probeerden de meltdowns in te dammen door bepaalde delen van de kerncentrales in beton te begraven, of onder water te zetten. Die aanpak kan de schade beperken, maar kan de problemen nooit oplossen.

Conclusie

Het is van fundamenteel belang dat er een strategie in de praktijk wordt gebracht die een radicale en volledige breuk met het kapitalistische systeem en zijn dodelijke logica inhoudt. Net zoals we alle kerncentrales moeten sluiten, moet het kapitalistische systeem worden afgeschaft en moeten de productiewijzen, de eigendomsverhoudingen en de relatie tussen de mens en de natuur – feitelijk onze hele manier van leven – volledig herzien worden.

De auteur wil Michael Roberts bedanken voor het verstrekken van de gegevens in de infografieken. De auteur wil Bruno Colbalchini bedanken voor het maken van de grafiek en Snake Arbusto, Vicki Briault, Mike Krolikowski en Christine Pagnoulle voor de Engelse vertaling.

 

Voetnoten

1) Over de opschorting van de betaling van de schuld door 14 Latijns-Amerikaanse landen in de jaren dertig, zie Eric Toussaint, Your Money or Your Life, Haymarket, Chicago, 2005, hoofdstuk 7.

2) Natuurlijk was de overwinning van het nazisme niet het mechanische resultaat van de grote economische crisis van de jaren dertig, er waren er ook andere belangrijke factoren. Hetzelfde kan gezegd worden van de oorzaken van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Zie Ernest Mandel, The Meaning of the Second World War, Verso, Londen, 1986.

3) François Chesnais schrijft dat de huidige situatie ‘getuigt van het niet oplossen van de ‘grote recessie’, aangezien de noodzakelijke voorwaarde voor een duurzame uitweg uit een grote crisis, laat staan een depressie, een sterke devaluatie/fysieke vernietiging van het productieve kapitaal is en de omkering van de beweging van de winstvoet waartoe deze leidt.’ Zie L’état de l’économie mondiale au début de la grande récession Covid-19: repères historiques, analyses et illustrations gepubliceerd door A l’encontre op 12 april 2020, geraadpleegd op 13 april 2020.

4) Dit is ook het standpunt van François Chesnais. Hij geeft een aantal details over de omvang van de crisis in de productiesector in 2019 (zie bovengenoemd artikel).  Ook de Britse econoom Michael Roberts heeft in verschillende artikelen die in 2019 zijn verschenen de omvang van de crisis in de productiesector laten zien.

5) Ik ben het eens met de conclusie van het eerder genoemde artikel van François Chesnais: ‘In de eerste plaats zijn er overal bezuinigingsmaatregelen op publieke uitgaven, maar daarnaast vinden we een configuratie waarin bedrijven en supermarktketens huishoudens waarvan de koopkracht stagneert, moeten overtuigen om, buiten hun dagelijkse behoeften om, dingen te kopen die ze al hebben. Tegelijkertijd zetten de belangrijkste klanten in de wereldwijde waardeketen steeds meer druk op onderaannemers en weg- en zeetransporteurs in de hele keten. In alle landen versterkt de accumulatiecurve van rentedragend geldkapitaal het economische en politieke gewicht van fonds- en vermogensfondsbeheerders en dat van beheerders van financiële, industriële en commerciële groepen die zich alleen bezighouden met de veiligheid van de rentestromen en de maximale uitkering van dividenden. Zo gaan de processen die leiden tot inkrimping die in de wereldeconomie overheersen, gepaard met het versnellen van de verspilling van minerale hulpbronnen, met ontbossing en uitputting van de bodem. Ondertussen is het bedrag aan overheidsinvesteringen dat nodig is voor een ‘ecologische transitie’ onbereikbaar zonder kwijtschelding van de overheidsschuld. Dat blijft meer dan ooit een absoluut centrale democratische politieke eis.

6) ‘Door banken toe te staan met een lager kapitaalniveau te werken, verhogen de toezichthouders hun vuurkracht om de grotere vraag naar leningen, de toenemende wanbetalingen van klanten en de verslechtering van de kredietkwaliteit in hun kredietportefeuilles op te vangen’.

7) Er was een eerste grote crisis in de productie in 1974-1975, de eerste wereldwijde crisis sinds de Tweede Wereldoorlog, gevolgd door twee grote productiecrises in het begin van de jaren tachtig en het begin van de jaren negentig.

8) Michael Roberts gebruikt de term ‘Lange Depressie’ voor de periode die volgde op de crisis van 2007-2008; zie Michael Roberts, The Post-Pandemic Slump, gepubliceerd op 15 april 2020.

9) In Japan was de massale interventie van de centrale bank al in de jaren negentig van de vorige eeuw begonnen vanwege de enorme financiële crisis die het land had doorgemaakt en die een voorbode was van de crisis die de Verenigde Staten en Europa vanaf 2007-2008 trof. Zie Daniel Munevar, Décennies perdues au Japon (‘Japan’s Lost Decades’) in Éric Toussaint en Damien Millet, eds. La Dette ou la Vie, Brussel: Aden, 2011.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op CADTM. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.