De covid-19 pandemie leidde slechts tot een kortstondige wapenstilstand in de volksprotestbewegingen voor vrijheid en sociale rechtvaardigheid in de regio.
De pandemie heeft de sociaal-economische problemen van de regio verergerd, terwijl de regimes vaak gebruik maakten van de lockdown-maatregelen om de repressie tegen activisten te versterken.
Libanon: ‘Thawra 2’
Nog voor het officiële einde van de lockdown in Libanon medio april werden de eerste demonstraties hervat na een pauze van meer dan een maand. Demonstranten in het hele land hebben de leuzen van het protest dat op 17 oktober begon, opnieuw gelanceerd en het conservatieve- en neoliberale systeem van Libanon aan de kaak gesteld. Eind april schoot het leger een jonge demonstrant in de noordelijke stad Tripoli neer en doodde hem. In deze regio, de armste van het land, veroorzaakte dit een explosie van volkswoede tegen de ordetroepen. De repressie is verder geëscaleerd. Honderden demonstranten werden gearresteerd. Er werden ook herhaaldelijk beschuldigingen van marteling geuit aan het adres van sommige veiligheidsdiensten.
De eisen met betrekking tot sociaaleconomische kwesties worden des te meer benadrukt nu het land de ergste economische crisis sinds het einde van de burgeroorlog meer dan 30 jaar geleden doormaakt. Sinds medio maart is er een duizelingwekkende daling van de koopkracht, met name door de daling van de waarde van de nationale munt met meer dan 150% (van 1.500 naar 4.000 Libanese ponden voor 1 dollar), de inflatie en de alarmerende stijging van de werkloosheid, die naar verluidt meer dan 50% zou bedragen.
Het aandeel van de Libanezen dat onder de armoedegrens leeft, zal in 2020 waarschijnlijk meer dan 50% bedragen, een cijfer dat vóór de Covid-19-crisis op 30% werd geschat. Tegelijkertijd moest de staat een programma voor de grootschalige verdeling van beloofde steun annuleren wegens grove fouten, incompetentie en politiek cliëntelisme bij het opstellen van de lijsten van begunstigden.
Veel banken werden het doelwit van de demonstranten, die verschillende vestigingen en filialen in diverse delen van het land plunderden. De boosheid is gegroeid tegen de ‘macht van de banken’ die geassocieerd worden met de neoliberale en sektarische politieke elites die een fundamentele rol hebben gespeeld in het economische beleid van het land, en die in de afgelopen decennia en tijdens de huidige crisis enorme winsten hebben gemaakt.
De Libanese regering werkt aan een ‘hervormingsprogramma’ in overeenstemming met de eisen van het IMF en andere internationale financiële instellingen voor een lening van meerdere miljarden dollars. Deze ‘hervormingen’ omvatten een privatiserings- en bezuinigingsbeleid dat de arbeidersklasse van het land hard zal treffen.
Terug op straat in Irak
In Irak komt de protestbeweging ook in een versnelling naarmate de lockdown afgebouwd wordt. 10 mei markeerde de terugkeer van massale demonstraties in Bagdad en het zuiden van het land, toen er bezuinigingsmaatregelen werden aangekondigd.
De opschorting van de demonstraties betekende niet dat de acties werden stopgezet. De demonstranten hebben met name initiatieven op het gebied van gezondheidspreventie georganiseerd, fondsen geworven en basisvoedingsmiddelen ingezameld voor degenen die het meest te lijden hebben onder de economische gevolgen van de oliecrisis en een lockdown die hen van hun dagelijks inkomen berooft. De economie van het land is grotendeels afhankelijk van de verkoop van olie en gas , die goed zijn voor 99 procent van de export van het land en 93 procent van de inkomsten.
Volgens de Wereldbank wordt 2020 het slechtste jaar voor Irak sinds de Amerikaanse invasie en bezetting in 2003. Het BBP is met 9,7% gekrompen, het armoedecijfer bedraagt 20% en zou de komende maanden zelfs kunnen verdubbelen.
De demonstraties hebben ook te maken met het voortdurende geweld van sjiitische fundamentalistische milities die hun dodelijke aanvallen op demonstranten voortzetten. Sinds het uitbreken van de volksopstand in Irak in oktober zijn bijna 670 mensen gedood en meer dan 24.400 gewond geraakt.
Geen alternatief voor verzet
De pandemie heeft de staten in de regio in staat gesteld om lockdown-maatregelen op te leggen, niet om gezondheidsredenen of om de gezondheid van de arbeidersklasse te beschermen, maar om een einde te maken aan de protestbewegingen. Dit was slechts tijdelijk, aangezien de demonstraties en acties van het volksverzet zijn teruggekeerd. Ze herhalen hun eisen voor radicale verandering in het licht van de verslechterende sociaaleconomische situatie en de versterking van het autoritaire beleid.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op SolidaritéS. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.