De protesten in Polen kunnen een oproep zijn voor een nieuw feministisch internationalisme dat openbare diensten voor zorg, sociale woningbouw, universele gezondheidszorg en loonrechtvaardigheid eist en wint.
In de revolutionaire productie van de Poolse regisseur Marta Górnicka, Het vrouwenkoor, verschijnen vijfentwintig vrouwen op het toneel, die fluisteren, zingen en schreeuwen in bezwerende klanken, ‘wees mooi’, ‘wees stil’ – ‘wees een vrouw’. In de trilogie zie je het koor schreeuwen en hijgen tegen de gezangen van de Bacchae en de evangeliën, en in één scène de hese, laatste woorden uitspreken – ‘ik roep jullie op’.
Górnicka’s koor weerklinkt momenteel in de straten van Warschau. Tienduizenden vrouwen komen openlijk in opstand tegen het nieuwe Poolse abortusverbod. Hun favoriete slogan, ‘Wypierdalać’, vertaalt zich met ‘rot op’. ‘We zijn gek, niet alleen ongelukkig’, schreef feministisch filosoof Ewa Majewska, in navolging van de demonstranten, ‘ik ben doodsbang’, ‘ik voel me onbelangrijk’. Op hun borden stond: ‘vrouwenhel’.
De context van abortusdebatten is gevarieerder dan ze op het eerste gezicht lijken. Tot voor kort werden vrouwen in China gestraft voor het krijgen van meer dan één kind, terwijl ze in Ecuador nog steeds gevangen worden gezet als ze ervoor hebben gekozen om te aborteren. In India, Armenië of Hong Kong heeft de praktijk van geslacht selectieve abortus – de abortus van vrouwelijke foetussen – vaak het recht van vrouwen om te kiezen, bij wijze van spreken, tegenover de rechten van toekomstige vrouwen gezet.
Ondanks deze complexiteiten, dreigen dominante verhalen wat er vandaag de dag in Polen gebeurt, aan te merken als iets dat uitsluitend betrekking heeft op abortus of op Polen.
Autoritaire nationalisten proberen vrouwen, en onze lichamen, te gebruiken als middelen voor de productie van nationale identiteit en eer. De protesten zijn erop gericht ‘Polen te vernietigen en een einde te maken aan de geschiedenis van de Poolse natie’, aldus Jarosław Kaczyński, de Poolse leider van de regerende Wet- en Gerechtigheidspartij.
Als reactie daarop probeert het liberale feminisme de ervaring van abortus universeel te maken door middel van de categorie ‘keuze’. Elke vrouw moet de vrijheid hebben om te kiezen. Dat is natuurlijk waar. Maar ‘vrijheid om te kiezen’ is een jammerlijk onvoldoende retoriek. Hoeveel vrouwen uit de arbeidersklasse kunnen zich bijvoorbeeld in de ruime zin van het woord een abortus veroorloven, zelfs als die legaal is? De meeste abortussen komen voort uit breed scala aan sociale factoren, of het nu gaat om het stigma van illegitimiteit, financiële beperkingen of de angst om geremd te worden in een carrière.
Beide benaderingen van reproductieve kwesties zijn misplaatst. Ze begrijpen allebei niet dat liefde en toegewijde arbeid mensen creëren en in stand houden, maar dergelijke arbeid wordt niet erkend en onvoldoende gecompenseerd.
In plaats daarvan moeten we een feministisch internationalisme opbouwen. Het internationaliseren van reproductieve rechtvaardigheid daagt ons begrip uit, niet alleen van zwangerschap en abortus, niet alleen van ons recht om kinderen te krijgen en ons recht om ze niet te krijgen, maar van elk ander aspect van de voortplanting van onze sociale gemeenschappen.
Dit is waar het idee van een vrouwenstaking, of Strajk Kobiet in Polen, cruciaal wordt. Meestal is een arbeidersstaking een terugtrekking van de arbeid, en het maakt in één klap duidelijk wie de kapitalistische machinerie draaiende houdt: loonarbeiders in de fabriek, chauffeurs in het openbaar vervoer, conciërges op de universiteiten. En het onbetaalde werk van vrouwen dat de wereld in stand houdt?
In 2016 organiseerden vrouwen in Polen en Argentinië massale demonstraties voor abortusrechten en tegen gendergeweld, die feministen over de hele wereld inspireerden tot het plannen van een internationale vrouwenstaking in 2017. Miljoenen vrouwen in meer dan veertig landen namen deel aan de staking op 8 maart en er werden uitgebreide netwerken van internationale solidariteit en feministische politiek opgericht.
Door zich terug te trekken uit zowel betaalde als onbetaalde arbeid, daagden de protesten uit om na te denken over wat telt als arbeid. Thuis werd meteen openbaar. Het persoonlijke werd meteen politiek. De vrouwen die in Polen de straat opgaan tegen deze laatste aanval op het abortusrecht, brengen ons weer terug in de Poolse straten, waar de beweging begon.
De geschiedenis van het abortusrecht in Polen is een getuigenis van staten die strijden voor het smeden van nationale identiteiten over de lichamen van vrouwen. In 1932 werd Polen het eerste land in Europa dat abortus legaliseerde niet allen vanwege medische oorzaken, maar ook wanneer de zwangerschap het gevolg was van een criminele daad. Tegen het midden van de eeuw werd deze wet uitgebreid met ‘moeilijke levensomstandigheden’. De wetten waren in deze tijd zo liberaal dat activisten Zweedse vrouwen hielpen om naar Polen te reizen om toegang te krijgen tot abortussen.
Dat veranderde in de jaren negentig van de vorige eeuw door het conflict tussen de rooms-katholieke kerk en het afbrokkelende staatssocialisme. Een streng restrictief ‘abortuscompromis’ maakte abortus slechts in drie gevallen mogelijk: bij verkrachting, overlijdensrisico bij de vrouw, of bij dodelijke aangeboren ziekten bij de foetus. Het verbod op deze derde voorwaarde, dat vorige week door het Poolse Constitutionele Hof werd uitgevaardigd, om een wetgevend debat te vermijden, plaatst Poolse vrouwen in het autoritaire draaiboek van de eenentwintigste eeuw.
Om de confrontatie met deze reactionaire krachten aan te gaan, moet een nieuw feministisch internationalisme het eenvoudige verhaal van de ‘keuze’ overstijgen. Het recht van vrouwen om te kiezen moet worden ondersteund, maar dat is slechts de helft van het werk. We moeten tegelijkertijd kijken naar de verantwoordelijkheid die we gezamenlijk dragen om ervoor te zorgen dat vrouwen meer controle hebben over hun voortplanting, niet alleen over abortussen, maar ook over hun zwangerschap, hun verlangen en hun plezier.
De enige manier waarop we de wereldwijde reactionaire golf kunnen stoppen is door samen, overal op straat, te eisen wat van ons is: ons lichaam, ons leven, ons land, de wereld’, schreef Zofia Malisz van Lewica Razem, een linkse politieke partij in Polen. Een feministische internationale moet een vrouwenstaking over de grenzen heen voeren, in straten, politieke machtscentra, werkplekken en huizen.
In het manifest, Feminisme voor de 99%, merken de auteurs op dat de belangrijkste stap van het kapitalisme was om ‘het maken van mensen te scheiden van het maken van winst’. De eerste taak werd aan vrouwen toegewezen en vervolgens aan de tweede onderworpen. Een feministische internationale moet dit systeem veranderen.
We hebben een feminisme nodig dat openbare diensten voor zorg, sociale huisvesting, universele gezondheidszorg en loonrechtvaardigheid eist en wint. We hebben een internationalisme nodig dat gedwongen bezuinigingspolitiek in het nadeel van het mondiale Zuiden, imperialistische hulpinterventies en neokolonialisme afwijst. Hier ontmoet Górnicka’s ‘Ik roep jullie op’ nu de ‘Wypierdalać’ [sodemieter op] van Warschau.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Jacobin. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.