We kennen de grote namen van de socialistische traditie vooral van hun politieke en theoretische bijdragen. De heruitgegeven selectie van de brieven van Rosa Luxemburg biedt een kijkje in haar persoonlijke leven.
De bundel is in februari 2020 opnieuw uitgegeven onder de titel Ik voel me in de hele wereld thuis en bestrijkt de periode tussen 1896 en 1919, tot een week voor haar gewelddadige dood. Het gaat om een herziene druk van een uitgave uit 1976 van de vertaalde brieven. Politiek komt amper aan bod in deze geselecteerde brieven aan haar dierbaarste vrienden. Er is een enkele rake opmerking over hoe bijvoorbeeld de burgerlijke pers over de Russische Revolutie berichtte. De brieven gaan veel meer over aan te raden literatuur en liederen of over nieuwe geologische of botanische studies die Luxemburg ‘met koortsachtige belangstelling’ oppakte. Een groot deel van de geselecteerde brieven schreef ze vanuit een Duitse gevangenis, waar ze zat vanwege haar stellingname tegen de Eerste Wereldoorlog.
Het beeld dat uit de brieven ontstaat is dat van een zeer humanistisch mens. Luxemburg deelt een paar diepe gedachten over de liefde en ze grapt dat ze ‘toch iemand [moet] hebben die van me wil aannemen dat ik alleen maar per vergissing in de maalstroom van de wereldgeschiedenis rondtol, maar eigenlijk voor het ganzenhoeden geboren ben.’
Natuur
Er zijn een aantal schitterende passages over wespen, koolmezen en citroenvlinders die ze vanachter de tralies gadeslaat. Ze huilt om voorbijkomende buffels die te hard worden geslagen omdat de oorlogsbuit die ze voorttrekken te zwaar is. En ze maakt zich zorgen over de vogelsterfte op het Duitse platteland door de toenemende ‘rationele boscultuur, tuincultuur en akkerbouw’. Vaak herinnert ze zich een bepaalde lange wandeling met de families Kautsky of Liebknecht. Haar liefde voor de natuur is door uitgeverij Van Oorschot in deze druk mooi weergegeven: de binnenkant van de kaft bestaat uit afbeeldingen van geperste bladeren uit Luxemburgs herbarium.
In de wereld van toen, op een moment dat antikoloniale strijd niet hevig woedt, neemt ze regelmatig een antiracistisch standpunt in (ook al reflecteert haar woordkeuze de gangbare termen van destijds). Ze bespreekt bijvoorbeeld een boek, ‘waarin de systematische verdrijving en uitroeiing van de roodhuiden in Amerika door de Europeanen stond beschreven, en ik balde mijn vuisten van wanhoop.’ En, zoals ze in een eerdere brief schrijft waarin ze solidair is met de slachtoffers van de Duitse genocide in Namibië: ‘Ik voel mij in de hele wereld thuis, waar er wolken en vogels en mensentranen zijn.’
Het blijft een beetje dubbel om persoonlijke stukken te lezen die nooit bedoeld zijn voor het grote publiek. Zoals het dagboek van de linkse Mexicaanse schilderes Frida Kahlo of zoals deze bundel brieven van Rosa Luxemburg. Luxemburg noemde iemand niet snel een vriend en het is dan ook een selecte vriendengroep aan wie ze op papier haar innerlijke zielenroerselen toevertrouwde. Maar het is wel een genot om deze rijke brieven te lezen, zoals de Nederlandse socialiste en dichteres Henriëtte Roland Holst terecht zei: deze horen ‘tot de mooiste van de wereldliteratuur’.
Rosa Luxemburg, Ik voel me in de hele wereld thuis. Van Oorschot 2020, 198 pagina’s,15€.