De Indonesische bezetting van West-Papoea duurt al voort sinds 1963 en heeft minstens 100.000 levens geëist in een land met een totale bevolking van 2 miljoen inwoners, waarvan ongeveer de helft inheemse Melanesische Papoea’s zijn. De onafhankelijkheidsdag van West-Papoea, die op 1 december 2020 viel, inspireerde tot protesten van Papoea’s in acht steden in heel Indonesië, ondanks de dreiging van staatsrepressie. Ondertussen heeft de belangrijkste verzetscoalitie in ballingschap een voorlopige regering uitgeroepen. Om een beter zicht te krijgen op de voortdurende strijd voor onafhankelijkheid van West-Papoea sprak Bruce Knobloch voor Jacobin met Jason MacLeod, mede-oprichter van de Make West Papua Safe campagne.
Bruce Knobloch: Hoe lang is West-Papoea al bezet door de Indonesische staat?
Jason MacLeod: West-Papoea werd voor het eerst bezet in 1961. Onder de toenmalige president van Indonesië, Soekarno, vond er een kleinschalige invasie plaats. Maar daar kwam snel een einde aan toen de Papoea’s de Indonesische parachutisten oppakten en overdroegen aan de Nederlandse koloniale autoriteiten.
Dat bracht de betrokkenheid van de VS op gang. In augustus 1962 haalde de regering-Kennedy vertegenwoordigers van de regeringen van Indonesië en Nederland naar New York om een overeenkomst uit te werken. Er waren geen West-Papoea’s betrokken bij die gesprekken – het was volstrekt ondemocratisch. Positief in hetakkoord van New York van 1962 was dat er een ‘vrije keuze’ moest zijn, een referendum op basis van algemeen kiesrecht, om de wil van het volk te bepalen.
Voordat dat referendum plaatsvond, riep het akkoord van New York op tot een door de Verenigde Naties geleid overgangsbestuur – de eerste keer dat de VN zo’n rol speelde. Ze trokken in de tweede helft van 1962 binnen en bleven negen maanden. Op 1 mei 1963 droeg de VN de administratieve verantwoordelijkheden over aan de Indonesische regering. Indonesië moest namens de VN West-Papoea besturen in de aanloop naar het overeengekomen referendum. Maar vanaf dat moment werden ze in feite de bezetters.
Waarom maakte West-Papoea geen deel uit van de Indonesische staat vanaf de jaren veertig van de vorige eeuw, tijdens de opstand tegen het Nederlandse bewind? En op welke basis claimt de bevolking van West-Papoea zelfbeschikking of onafhankelijkheid?
Indonesië voerde een nationale bevrijdingsoorlog tegen het Nederlandse kolonialisme. Toen de Indonesiërs zich op 17 augustus 1945 onafhankelijk verklaarden, werd West-Papoea niet opgenomen – het bleef onder Nederlandse controle. Toen Indonesië onafhankelijk werd, omvatte zijn grondgebied dus heel Nederlands-Indië, met uitzondering van West-Papoea.
De Nederlandse regering stelde dat de Indonesische regering geen historische aanspraak had op West-Papoea. Zij stelde ook dat de Papoea’s cultureel gezien totaal anders waren dan de Indonesiërs. Zij stelden dat de Papoea’s Melanesiërs waren, terwijl de Indonesiërs Aziatisch waren.
Op basis van deze argumenten behielden de Nederlanders de controle over West-Papoea. Interessant is dat een aantal Indonesische onafhankelijkheidsleiders wel inzagen dat de Papoea’s zichzelf moesten kunnen besturen en dat de Indonesische regering geen legitieme aanspraak had op West-Papoea.
Het eiland dat we Nieuw-Guinea noemen wordt verdeeld door een rechte lijn die etnisch-cultureel gezien echter geen betekenis heeft.
De lijn die over de 161ste meridiaan loopt, verdeelt de inheemse bevolking. Langs die lijn zijn er mensen die hun huizen aan de ene kant van de grens hebben en hun akkers aan de andere kant, of omgekeerd. Het is een totaal kunstmatige grens die helemaal niet relevant is voor de realiteit van het leven van de Papoea’s.
In de aanloop naar wat de Papoea’s de Act of No Choice noemen, zei de Indonesische regering dat de Papoea’s niet klaar of in staat waren om te stemmen. De rest van de wereld capituleerde voor de druk van de Indonesische regering.
Aan de andere kant van de grens accepteerde het Australische koloniale bestuur [op het grondgebied van Papoea-Nieuw-Guinea] ondanks al haar fouten en problemen dat het volk recht had op algemeen kiesrecht. Dit was een absoluut noodzakelijk onderdeel van de overgang naar de onafhankelijkheid als Papoea-Nieuw-Guinea [in 1975]. De twee helften van het eiland Nieuw-Guinea hebben dus een heel verschillende politieke geschiedenis.
U noemde de ‘Act of No Choice’, of, om de officiële Indonesische titel te gebruiken, de Act of Free Choice. Wat hield dat in?
De zogenaamde Act of Free Choice vond plaats in 1969, in de loop van enkele weken tussen juli en augustus. In 1962 waren de Nederlandse en Indonesische staten overeengekomen om een referendum te houden. In het midden van de jaren zestig was West-Papoea echter in staat van rebellie en voerde het een openlijke oorlog tegen het Indonesische bewind. De Indonesische regering voerde luchtbombardementen op dorpen uit. Als reactie daarop vormden de Papoea’s de OPM (Organisasi Papua Merdeka, Organisatie voor een vrij Papoea), een gewapende paramilitaire macht.
De Indonesische regering trok zich vervolgens terug uit elke vorm van democratische overgang en zei eenvoudigweg: ‘Nee, het gebied is van ons.’ Ze trokken zich een tijdje terug uit de VN vanwege het conflict. Na enige druk keerden ze terug in de VN en stemden ermee in om de een of andere uiting van de wil van het volk toe te staan. Maar de Indonesiërs stelden hun eigen systeem voor, wat in feite een grootschalig proces van overleg inhield. De VN stemde daar op beschamende wijze mee in.
Dit betekende dat de Indonesische autoriteiten 1.026 mensen selecteerden om verschillende delen van het eiland te vertegenwoordigen – rond de 0,1 procent van de bevolking, die op dat moment uit ongeveer 800.000 mensen bestond. Uiteindelijk waren vier vertegenwoordigers ziek of namen ze om andere redenen niet deel, zodat het totale aantal Papoea’s dat deelnam aan de ‘Act of No Choice’ volgens onderzoek van de academici John Saltford en Pieter Drooglever slechts 1.022 was. We kennen de namen van iedereen die aan die schijnvertoningen heeft deelgenomen.
De Indonesiërs brachten deze vertegenwoordigers samen op ontmoetingsplaatsen in zeven gebieden in het land: Merauke, Wamena, Nabire, Fakfak, Sorong, Manokwari en Biak. Zij konden hun toespraken alleen houden onder zware Indonesische militaire bewaking. De militairen zeiden toen tegen de aanwezigen: ‘Als u voorstander bent van integratie met Indonesië, steek dan uw hand op.’ Er was geen vrije volksstemming, maar veel intimidatie, waarbij veel mensen werden geïnterneerd, vermoord of verdwenen.
Ik heb met een aantal overlevenden uit die tijd gesproken en ze hebben allemaal bevestigd dat het proces volledig gemanipuleerd was. Ze vertelden allemaal dat ze vreesden voor hun leven en dat van hun familie. Ze zagen dat iedereen die tegenstribbelde of protesteerde, werd opgepakt en meegenomen.
Ze hebben unaniem voor de integratie met Indonesië gestemd, onder bedreiging van de loop van een geweer?
Ja. Maar er was geen stemming of iets dergelijks. De Indonesische militaire bewakers zeiden letterlijk: ‘Steek je hand op als je deel wilt uitmaken van Indonesië.’ Daar zijn foto’s van. De Australische journalist Hugh Lunn was er toen bij. Als je naar deze foto’s kijkt, zie je sombere gezichten met opgeheven handen, omringd door Indonesische politie en militairen. Het was een totaal georkestreerde, beschamende vertoning.
Wie leidde het verzet? Wat waren de belangrijkste structuren en activiteiten?
Er is altijd verzet geweest tegen het koloniale bewind. In feite hebben de West-Papoea’s drie koloniale bezettingen overleefd – eerst de Nederlanders, toen de Japanners tijdens de Tweede Wereldoorlog, en nu zijn ze bezet door de Indonesische regering. Voorafgaand aan de Nederlanders vochten de Papoea’s tegen invallen van de Spanjaarden en de Portugezen. Toen de Nederlanders aankwamen, verzetten ze zich ook tegen hen. Ze verzetten zich tegen de Japanners. En nu verzetten ze zich tegen de derde golf van pogingen tot kolonisatie.
Aanvankelijk leidde de OPM het meest openlijke, gewapende verzet. Maar recentelijk is het verzet overgegaan van een gewapende strijd in de jungles en bergen van West-Papoea, naar een volksopstand die de burgers in de steden en dorpen mobiliseert. Een veel jongere generatie leidt vaak deze strijd. De gewapende strijd gaat wel degelijk door, vooral in de bergen. Maar het verzet is nu overduidelijk een civiel, niet-gewelddadig, volksverzet.
Het is een vergelijkbaar traject zoals we dat bijvoorbeeld in het Palestijnse verzet hebben gezien.
Absoluut. Dat is een goede vergelijking. Onlangs hebben mijn collega’s en ik een dialoog tussen de Palestijnen en de Papoea’s gefaciliteerd. De hypocrisie van de Indonesische regering is immens – ze steunen het Palestijnse recht op zelfbeschikking en hebben zelfs een ambassade in Ramallah geopend. Maar tegelijkertijd houden ze rigoureus vast aan een koloniale bezetting van West-Papoea.
Naast de combinatie van kleine groepen gewapend verzet op het platteland en een krachtige volksopstand in de steden en dorpen, zijn er nog twee andere dynamieken. De eerste is dat veel onafhankelijkheidsleiders zich buiten het land bevinden, waar ze veel vrijer zijn om hun stem te laten horen en zich te verplaatsen. In december 2014 vormden ze een coalitie in Vanuatu.
Ik was bij die vergadering. Daar werd de Verenigde Bevrijdingsbeweging voor West-Papoea opgericht, een overkoepelende groep die drie grote coalities verenigt, allemaal met wortels in het land. De huidige voorzitter van die organisatie is Benny Wenda, die in Oxford, Engeland woont.
Daarnaast is er het Free Papua Movement-West Papua National Liberation Army (OPM-TPNPB). Beide groepen eisen dat West-Papoea een soevereine natie wordt, en ze willen allebei hun land terug. Ze willen onafhankelijkheid.
De andere dynamiek is echt interessant denk ik. Zoiets belangrijks is niet gebeurd tijdens de bevrijdingsstrijd van Oost-Timor: er is een nieuw gevormde groep Indonesische solidariteitsactivisten die onder het acroniem FRI-West-Papua, wat het Indonesische Volksfront voor West-Papoea betekent (Front Rakyat Indonesia untuk West-Papua).
Zij hebben bases in meer dan een dozijn steden en provincies in heel Indonesië. Het zijn allemaal Indonesiërs, meestal studenten, maar ze hebben ook banden met maatschappelijke organisaties en massabewegingen in heel Indonesië. Het zijn onder andere moslims en christenen, dus het is multi-etnisch, multireligieus, en ze ondersteunen het recht van West-Papoea’s op zelfbeschikking. Er was geen soortgelijke Indonesische organisatie die de Oost-Timorese onafhankelijkheid ondersteunde tijdens hun strijd onder de Soeharto-dictatuur.
De FRI-West-Papua-activisten tonen grote moed. Ze worden geconfronteerd met traangas en waterkanonnen. Ze worden in elkaar geslagen door de Indonesische politie of in de gevangenis gegooid. Hun leden worden van de universiteiten verdreven voor het organiseren van protesten op de campus, en ze werken nauw samen met West-Papoea’s die in Indonesië wonen, zoals de Alliance of Papuan University Students (Aliansi Mahasiswa Papua).
De strijd wordt dus gevoerd in drie terreinen: binnen het bezette gebied van West-Papoea, binnen het gebied van de bezetter, en buiten het land, geleid door Papoea’s in ballingschap, en gesteund door een groeiend netwerk van solidariteitsgroepen.
Hoeveel mensen zijn er naar schatting gestorven tijdens de bezetting en het verzet?
Dat weten we niet zeker. Maar iedereen die ik ooit heb gesproken uit West-Papoea heeft familie en vrienden verloren. Je hoort regelmatig het cijfer van 100.000. Sommige Papoea-leiders die ik ken zeggen dat er een half miljoen Papoea’s zijn gedood.
Waarom wil de Indonesische staat zo graag zijn overheersing over West-Papoea behouden? Er ligt een grote minerale rijkdom onder de bossen van West-Papoea. Gaat het om economisch imperialisme? Of vreest men dat de onafhankelijkheid gevolgen zal hebben voor de eenheid van Indonesië?
Tragisch genoeg is de Indonesische staat in een paar generaties tijd getransformeerd van een antikoloniale macht tot een koloniale bezetter. Ja, er zijn enorme natuurlijke hulpbronnen in West-Papoea. Je hebt er de grootste goud- en kopermijn van de wereld: Freeport. Je hebt er olie, gas en uranium. Je hebt er ongelooflijke houtreserves en vis.
De Indonesische politie en militaire elite controleren al deze industrieën voor een groot deel, en daarnaast ook een uitgebreid netwerk van illegale bedrijven zoals wapenhandel, prostitutie en handel in wilde dieren. Dit gebruiken ze om zichzelf te verrijken. Verschillende sleutelfiguren in de regering hebben ook controle over de winning van grondstoffen – ze runnen palmolie- en houtkapbedrijven en hebben ook aandelen in de mijnbouw. Het is een klassiek geval van winningskolonialisme.
Ook wil de Indonesische staat, zoals u aangeeft, zijn territoriale eenheid behouden. De elite is nog steeds bezig met het verlies van Oost-Timor, en ze willen niet nog meer grondgebied verliezen, vooral niet een gebied dat zo rijk is als West-Papoea. Ironisch genoeg is Indonesië er trots op dat het een multiculturele en multireligieuze natie is. Tegelijkertijd is het ongelooflijk racistisch tegenover de West-Papoea’s.
Welk standpunt neemt de Australische regering in ten aanzien van het streven naar onafhankelijkheid van de West-Papoea’s?
De Australische regering steunt de bezetting actief onder het Verdrag van Lombok van 2006. Australische politici weigeren te praten over het politieke probleem dat de oorzaak is van het conflict – namelijk de ontkenning van het recht op zelfbeschikking van West-Papoea.
Maar erger nog, Australische politici faciliteren actief het economisch winningskolonialisme door mijnbouwbedrijven te steunen. En, nog erger, ze trainen en bewapenen de Indonesische politie en het leger. De Australische federale politie (AFP) hielp bij het opzetten van Special Detachment 88 (D88), de paramilitaire politie-eenheid van de inlichtingendienst. Die heeft in totaal meer dan een dozijn leiders van het niet-gewelddadige verzet geëxecuteerd, waaronder een aantal van mijn vrienden.
Sinds 2004 heeft het AFP meer dan 21.000 Indonesische politieagenten opgeleid in het Centrum voor Samenwerking op het gebied van Wetshandhaving in Jakarta (JCLEC). Het AFP levert ook trainers van de Special Air Service (SAS) – waaronder mogelijk zelfs enkele soldaten die betrokken waren bij vermeende oorlogsmisdaden in Afghanistan. We weten het niet omdat het AFP weigert transparant te zijn. Het AFP was betrokken bij het opzetten van D88 en JCLEC met de steun van de Amerikaanse regering. Amerikaanse bedrijven hebben enorme economische belangen in West-Papoea, met name via de Freeport mijn, die zijn hoofdkantoor in Arizona heeft.
Er is dus geen verschil tussen de positie van Washington en die van Canberra?
In feite kijkt Washington naar Canberra voor leiderschap.
Welke overeenkomsten zijn er tussen de onafhankelijkheidsbeweging van de Papoea’s en de uiteindelijk succesvolle onafhankelijkheidsstrijd van de bevolking van Oost-Timor? Wat kunnen West-Papoea-activisten en degenen die solidair met hen zijn, leren van die ervaring?
Ik denk dat hoop het belangrijkste is. Ik was actief in solidariteitscampagnes voor Oost-Timor en sprak met Jakarta-lobbyisten. Ze zeiden altijd dat Oost-Timor een verloren zaak was en dat je gewoon het beste moest maken van een slechte situatie. De Oost-Timorezen hebben die wijsheid nooit geaccepteerd, net zoals de West-Papoea’s dat niet doen.
Of de Palestijnen, of de Saharawi’s.
Precies. Of de Nagas, de Kasjmiri’s, de Tibetanen, of de Oeigoeren. Ik denk dat de grote les is dat niets een volk dat vastbesloten is om vrij te zijn kan tegenhouden. Ik begeleid deze strijd nu al meer dan dertig jaar, en kom er vrijwel ieder jaar, en soms meerdere keren per jaar, en reis door het land. West-Papoea’s zijn absoluut vastbesloten om hun land terug te krijgen.
Ze gaan niet terugkrabbelen, en het kan ze niet schelen wat politieke wetenschappers in Canberra, Washington, Peking, of waar dan ook zeggen. Ze willen hun eigen toekomst bepalen. Er zit kracht in doorzettingsvermogen, in het dag na dag zichtbaar zijn en niet opgeven.
Daarnaast is eenheid belangrijk. De Timorese verzetsbeweging heeft een eenwordingsproces doorgemaakt. Ze brachten bijna alle onderdelen van de strijd samen. En ze ontwikkelden een gezamenlijke strategie – dat is het belangrijkste, inclusief het vermogen om samen beslissingen te nemen. Het is enorm belangrijk dat de West-Papoea’s hetzelfde proberen. Het werk om een verenigde organisatie te ontwikkelen is nog steeds aan de gang. Maar in termen van eenheid van doel zijn de West-Papoea’s duidelijk: ze willen hun land terug.
Het derde belangrijke punt dat we kunnen leren is dat de strijd om zelfbeschikkings uitermate moeilijk te winnen is. De Timorezen hebben laten zien dat je de strijd op drie tereinen tegelijk moet voeren. Ten eerste, ze voerden de strijd binnen Oost-Timor. Ten tweede voerden ze die strijd binnen Indonesië en bouwden ze sterke banden op met de pro-democratische krachten die zich tegen de Soeharto-dictatuur verzetten. Ten derde bouwden ze solidariteit op buiten het land, niet alleen in Portugal, de voormalige koloniale macht, maar in de hele wereld.
Ali Alatas, de voormalige Indonesische minister van Buitenlandse Zaken, reisde over de hele wereld en overal waar hij kwam, was er een demonstratie van de Timorese bevolking en haar sympatisanten. Uiteindelijk zei hij dat Oost-Timor als een kiezelsteen in een schoen was: het maakt het zo pijnlijk om te lopen, dat het beter is om gewoon de schoen uit te doen en de kiezelsteen eruit te halen.
Wat vraagt de Make West Papua Safe campagne aan haar medestanders om te doen?
Ons doel is om de buitenlandse overheidssteun aan de Indonesische politie en het leger te verstoren en uiteindelijk te stoppen. Dat is de bijdrage die we kunnen leveren aan de grotere politieke en mensenrechtenstrijd die de West Papoea’s voeren.
Dus we nodigen mensen uit om zich bij ons aan te sluiten. We voeren een strategische campagne gericht op de manier waarop buitenlandse regeringen de Indonesische politie ondersteunen en de manier waarop wapenbedrijven de politie en het leger bevoorraden. We richten ons ook op het opzeggen van het Verdrag van Lombok, het beleidskader dat Canberra verplicht om het Indonesische bewind in West-Papoea te steunen.
Welke andere banden zou u de lezers aanmoedigen te leggen? Hoe kunnen ze hun solidariteit met de West-Papoea-campagne betuigen?
We hebben samengewerkt met de Black Lives Matter organisatoren in de Verenigde Staten. Een van hen, Sarah Thompson, bezocht West Papoea in 2015. De Papoea’s hadden vorig jaar, in augustus en september, hun eigen antiracistische opstand. De hashtag #papuanlivesmatter was trending, en voor het eerst was er een gesprek binnen Indonesië over racisme.
Internationale solidariteit zal doorslaggevend zijn omdat de Amerikaanse politie, de FBI, de CIA en de Amerikaanse geheime dienst, ook de Indonesische politie trainen. De Amerikaanse regering heeft samen met de Australische regering de gemilitariseerde politie-eenheid Special Detachment 88 gesponsord en getraind, die in feite een door de staat gefinancierd doodseskader is.
Het volgen van de #papuanlivesmatter hashtag is een kleine manier om verbinding te maken met de West-Papoea strijd, voor mensen die de Black Lives Matter beweging steunen en zich verzetten tegen racistische politiepraktijken, in de Verenigde Staten en elders.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Jacobin. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.