Op de achterflap van het in 1986 verschenen Het Belgisch domdenken schreef Johan Anthierens: “Het neutrale omroepinstituut wordt door een heerszuchtige CVP om de zes maanden van marxistische mondschimmel beticht en met sancties afgedreigd. Dit is autoritair-vermakeliik omdat de BRT-top beheerst wordt door meneren die God den here gehoorzamen en naar onderen toe hun Goelag-discipline delegeren.”
Datzelfde neutrale omroepinstituut zendt net geen 21 jaar na zijn dood een tweedelige documentaire uit over leven en werk van de charmante dwarsligger. In de eerste aflevering zagen we Karl Drabbe en Joachim Pohlmann passeren, twee figuren rond of uit de nieuwe heerszuchtige partij die om de zes maanden de VRT van marxistische mondschimmel beticht. Dat net zij daar zaten zou het bewijs kunnen zijn dat de Goelag-discipline nog altijd even grondig gedelegeerd wordt.
Anthierens was natuurlijk een kind van zijn tijd. Ondertussen weten we dat er minder brutale methodes dan straf- en werkkampen bestaan om journalisten en programmamakers in de pas te doen lopen, à être le suivant de celui qu’on suivait.
De makers van de documentaire kozen voor het makkelijkste pad zonder struikgewas. Ze grabbelden in dezelfde beperkte fichebak als De Afspraak en zo krijg je nog eens dezelfde talking heads te zien die je al duizend keer met een geërgerde geeuw hebt weg gezapt.
Vergenoegd denken ze dat ze met die twintig BV’s het hele spectrum bestrijken en een correcte afspiegeling bieden van wat leeft en denkt in Vlaanderen. Dat spectrum gaat min of meer van het centrum tot proper extreemrechts. Vanzelfsprekend zijn die getuigen – in de eerste aflevering toch – allemaal wit. Het ging immers niet over racisme, toch?
Elke spreker krijgt rustig de tijd om Anthierens voor de eigen kar te spannen. Misschien had Anthierens dat aan zichzelf te danken toen hij schreef: “Ik neem bij deze ontslag als democraat, fascist en gauchist en wordt kleurloze burger”. Dan kan iedereen die natuurlijk zelf inkleuren.
Maar het is vooral (extreem)rechts dat met grote zelfzekerheid Anthierens postuum in eigen rangen opneemt. Ze doen dat met de grootmoedigheid die de ooit machtige katholieke kerk kenmerkte. Anthierens kwam uit hun nest, zijn gezin bestond uit overtuigde nazi’s tijdens de oorlog en flaminganten tussenin. Dat hij daarna dat nest bevuilde wordt met de mantel der liefde en vooral twintig jaar vergetelheid toegedekt. Hij was dan misschien een beetje een speciale, maar hij bleef wel lid van de familie, zo lijken ze te denken in die kringen.
Een stroming die beweert te spreken in naam van gans het volk moet natuurlijk af en toe wat acrobatieën uithalen om de schijn hoog te houden. Voor elke tien slechte Vlamingen die worden uitgespuugd wordt altijd wel één Vlinks, bij voorkeur overleden, exemplaar gevonden om te omarmen.
Maar de gretigheid waarmee Vlaams-nationalistisch (extreem)rechts Anthierens opneemt in de eigen canon en de gedweeheid waarmee de documentairemakers daar in meestappen, vertelt nog iets anders. Oprecht zijn zij er van overtuigd dat Johan Anthierens zonder die vreselijke lymfeklierkanker die hem in 2000 het leven kostte, zijn klaviergeratel nu zou richten op ‘politiek-correct, SJW, cultuurmarxistisch’ links. Alomtegenwoordig in elke hoek van elke krant en aan de tafel van elk praatprogramma beschouwen zij zichzelf toch als zij die niets meer mogen zeggen, de eeuwige slachtoffers van een zelfverzonnen cancelcultuur.
In die fantasie zou Johan Anthierens nu dus een 82-jarige twitteraar zijn die klaagt dat hij het n-woord niet langer mag gebruiken, die betreurt dat mannen hun nagels lakken en die bittere tranen plengt over een omgevallen standbeeld van een koloniaal of huivert van de slogan ‘Zwarte Piet is racisme’.
Fantaseren mag altijd natuurlijk. Alleen spijtig dat daarvoor een waardig eerbetoon aan de complexe persoon die Anthierens was, moet sneuvelen.
Johan Anthierens: “Rechts bestaat. Ik ken er de binnenkant van, want in de schoot van rechts opgegroeid. Met réchts weze hier bedoeld de overkookfase van een vasthoudend hartverlammend gedachtengoed. Extreemrechts als witheet topje van een ijsberg onderkoeld egoïsme, genre Margaret Thatcher, Helmut Kohl en Guy Verhofstadt.” Een citaat als bijsluiter telkens Karl Drabbe en de Doorbraak-crew hun oude liefde voor Thatcher oprakelen.
Misschien zou de nog levende Anthierens zijn boeken dan toch eerder bij het oerlinkse EPO uitgeven dan bij Doorbraak. Ah kijk, dat deed hij al in het decennium voor hij stierf.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op DeWereldMorgen.