De verkiezingen voor de Spaanse autonome gemeenschap Madrid zijn uitgedraaid op een overwinning voor de rechtse Partido Popular (PP) en een nederlaag voor de sociaaldemocraten van de PSOE. Deze uitslag heeft meer dan regionale betekenis. Voor rechts Spanje is de nationale regeringscoalitie PSOE-Podemos, die in januari 2020 aantrad onder leiding van Pedro Sánchez, een doorn in het oog.
Onder druk van Podemos, wiens leider Pablo Iglesias als vicepremier fungeerde, werd een gematigd reformistische programma uitgewerkt, maar voor rechts – de PP, Ciudadános en het extreemrechtse VOX – komt dit neer op een communistisch regime. Dit was dan ook de teneur van de verkiezingscampagne van Isabel Díaz Ayuso (PP), de president van de autonome regio Madrid: vrijheid of communisme. Die ‘vrijheid’ hield ook een populistisch verzet in tegen coronamaatregelen van de regering, in een regio die nog meer geteisterd wordt dan gemiddeld.
Al zit rechts al 26 jaar vast in het zadel in de Madrileense regio, toch had Ayuso had deze verkiezingen uitgelokt in de hoop een absolute meerderheid voor de PP te halen in het regionaal parlement. Daarin is ze niet geslaagd, maar de PP kon de kiezers van het concurrerende rechtse Ciudadános binnenhalen, en komt er dus versterkt uit.
Het was al van meet af aan duidelijk dat de inzet van deze regionale verkiezing als een nationale krachtmeting tussen links en rechts zou gelden, en Pablo Iglesias had daarom zijn functie in de nationale regering neergelegd om alles te zetten op deze verkiezing. Al won Podemos er drie zetels bij (van 7 naar 10), toen de nederlaag van links in haar geheel bekend werd nam Iglesias ontslag uit alle politieke functies in de partij en de regering. In hoeverre dit ook te maken heeft met zijn gecontesteerd leiderschap van Podemos is niet duidelijk.
Aangezien de Partido Popular met haar 65 zetels geen meerderheid heeft en het rechts-liberale Ciudadános van de kaart geveegd werd (althans in Madrid) zal de PP een akkoord zoeken met het extreemrechtse VOX. Beide partijen hebben al aangegeven daartoe bereid te zijn. Dit is een veeg teken voor wat de Spaanse nationale politiek betreft. De voorzitter van de Partido Popular, Pablo Casado, noemde het verkiezingsresultaat een ‘motie van wantrouwen tegen de regering Sánchez’, en een kantelpunt in de nationale politiek.
Herman Michiel is actief in Ander Europa. Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.