Het getouwtrek van afgelopen weken tussen de Vlaamse en Federale regeringen moet een bittere nasmaak hebben achtergelaten bij iedereen die ervan droomde dat COP26 tot een mondiaal samenwerkingsakkoord zou leiden om de klimaatcrisis aan te pakken. Neen, België heeft geen akkoord gevonden met de andere 196 deelnemende landen, zelfs niet tussen de verschillende regeringen in eigen land.
Ter herinnering: de Vlaamse minister van Leefmilieu, Zuhal Demir (N-VA), weigerde een vergunning om een gascentrale te bouwen in Vilvoorde, met als motief dat het project gevaarlijk zou zijn voor de gezondheid van de omwonenden, omwille van een te hoge uitstoot van stikstof- en ammoniakoxiden. Van haar kant beklaagt de Federale minister van Energie, Tinne van der Straeten (Groen) zich. Voor haar betekent politiek ‘samenwerken, niet tegenwerken’. De weigering van de vergunning tot het bouwen van een nieuwe gascentrale zou er enkel op gericht zijn om de federaal besliste kernuitstap tegen 2025 te saboteren. Een kernuitstap die onvermijdelijk is, gelet op het toenemende gevaar van de versleten kerncentrales.
Laat ons duidelijk zijn: wat ons betreft hebben beide in deze gelijk. Tegelijk zal geen van beide ons naar een energietransitie leiden die naam waardig. Wij hebben even weinig zin om naast een kerncentrale te wonen als naast een gascentrale. De groenen blijken momenteel zelfs in staat om een N-VA-minister de kans te geven zich te profileren als verdedigster van het leefmilieu, en krediet te geven aan het eeuwige sofisme van de verdedigers van kernenergie: als men stopt met nucleaire energie te produceren, moet men die energie anders produceren, en dus de situatie verslechteren, vermits kernenergie, vanzelfsprekend een energiebron is die perfect in harmonie is met het leefmilieu – als enige.
Het is uiteindelijk niet zo erg verschillend van het discours dat Jean-Marc Nollet, vicevoorzitter van Ecolo, afstak tegen de klimaatactivisten van People Power , toen die op 11 oktober, de dag na de grote klimaatmanifestatie, het partijhoofdkwartier van Ecolo en Groen bezetten om te protesteren tegen deze centrales. ‘Ja, wij sluiten onze kerncentrales, maar dus moet de energie anders geproduceerd worden, en daarom dienen we beroep te doen op onze goede vriend de markt, en daaruit is voortgekomen dat de beste optie de bouw van nieuwe gascentrales is. Dat we daarbij de atmosfeer en de leefomgeving van de omwonenden moeten vergiftigen, moeten we erbij nemen. Maar andere opties kunnen nog op tafel komen, want iedereen kan er voorstellen!’ De magie van de markt, zo mooi.
Wie uiteindelijk ook als overwinnaar uit de bus komt bij dit spelletje armworstelen, de ganse episode zal ons bijblijven als een schoolvoorbeeld: er is geen oplossing mogelijk om tot een echte ecologisch en sociaal verantwoordelijke energietransitie te komen als de koe niet bij de horens wordt gevat. Het is te zeggen, als we niet, voor eens en altijd, dit economisch systeem in vraag stellen waarvan de nood aan steeds meer energie alleen maar kan groeien, omdat, zoals Schumpeter zei, “een kapitalisme zonder groei een contradictio in terminis is”.
Laat ons werk maken van een publiek plan van woningisolatie. Laat ons drastisch de arbeidsduur verminderen. Laat ons de overbodige en schadelijke sectoren sluiten: reclame, wapenproductie, luxegoederen allerhande. Zo zullen we er ons snel rekening van kunnen geven dat we in feite noch kernenergie, noch gascentrales nodig hebben. Intussen blijven wij al onze steun verlenen aan zowel Tegengas / Dégaze als aan alle bewegingen die zich verzetten tegen, oude of nieuwe, kerncentrales.
Trackbacks/Pingbacks