Wapendeals, paramilitaire grenspolitie en onduidelijke aansprakelijkheid. De recente ontwikkelingen rondom het EU-grenswachtagentschap Frontex zijn op zijn minst zorgelijk te noemen. Op 18 december gaat het netwerk Abolish Frontex dan ook internationaal actievoeren tegen de gemilitariseerde Europese grensbewaking.
Standing border guard corps
Op 13 november 2019 stemde het Europees Parlement in met een forse uitbreiding van Frontex, het grenswachtagentschap van de EU. Deze uitbreiding is onderdeel van een proces dat tijdens de ‘vluchtelingencrisis’ van 2015 is gestart en is, zoals Frontex zelf ook graag verkondigt, ongekend in de geschiedenis van de EU. Ongekend omdat Frontex eerder een nog grotendeels coördinerende en intermediaire functie had binnen het Europese grensbewakingssysteem.
Frontex kreeg in feite haar personeel en materieel ‘geleend’ van de EU-lidstaten, een soort detachering van nationale grenswachten. Dit werd echter als inefficiënt en ontoereikend gezien door zowel de Europese Commissie als Frontex zelf, vooral omdat EU-lidstaten te weinig toezeggingen deden en deze vervolgens nog niet nakwamen. Dat leidde tot de geboorte van het nieuwe mandaat. Frontex moest zelfstandiger worden en ‘Regulation (EU) 2019/1986‘ zou daarvoor zorgen.
Met ‘Regulation (EU) 2019/1986’, en een bijbehorende forse uitbreiding van het budget, geeft de Europese Commissie Frontex onder meer de taak een grootschalig ‘standing corps’ te vormen. Tegen 2027 moet deze grenspolitiemacht bestaan uit tienduizend werknemers, waaronder drieduizend rechtstreeks in dienst van Frontex. Met dit eigen ‘standing corps’ kan Frontex sneller eigen operaties opstarten en, ook kleinschaligere, personele ondersteuning bieden aan grensbewakingsautoriteiten in EU-lidstaten en in landen daarbuiten, wanneer daar een akkoord mee gesloten is.
Daarnaast wordt het ‘standing corps’ ook bewapend. Dat is wederom goed nieuws voor de Europese wapenindustrie die voortdurend lobbyt voor en grof geld verdient aan het steeds verder opvoeren van grensbewaking. Eind oktober sloot het Oostenrijkse Glock een deal ter waarde van 3,72 miljoen euro met Frontex over het leveren van 2.500 semiautomatische 9mm pistolen over een periode van vier jaar. Frontex kende een soortgelijk contract toe aan de Poolse bedrijven Mildat en Parasnake Arkadiusz Szewczyk voor de levering van 3,6 miljoen stuks munitie. Deze bedrijven krijgen hier 1,14 miljoen euro voor. De gretigheid waarmee Frontex zichzelf bewapent, is verontrustend en draagt bij aan een verdere militarisering van de Europese grenzen. De voormalig directeur van Frontex Gil Arias Fernández claimt in de Britse krant The Guardian dat voor de taken van Frontex helemaal geen wapens nodig zijn. Sterker nog, hij noemt ze eerder een probleem dan een hulpmiddel.
Recrutering en training van officieren voor het ‘standing corps’ zijn in volle gang, zoals hieronder beschreven. Inmiddels zijn de eerste ladingen officieren al klaar met de training en uitgezonden naar onder meer Italië, Griekenland, Spanje, de Westelijke Balkan, Letland en Litouwen om te helpen bij grensbewaking. Daarmee is de eerste EU-brede operationele, geüniformeerde en bewapende politiemacht actief geworden. Het ‘standing corps’ moet ook gaan bijdragen aan de groeiende rol van Frontex bij het uitvoeren van gezamenlijke deportaties van vluchtelingen uit meerdere EU-landen.
Recrutering en training
In het verleden kreeg Frontex zijn grenswachters reeds opgeleid en gekwalificeerd. Dat is niet meer het geval omdat ze nu hun eigen korps mogen vormen. Frontex wil hiervoor externe trainingsinstituties inschakelen. Zo heeft het agentschap recent een tenderprocedure uitgezet voor trainingsspecialisten en -instellingen. Deze zullen ruwweg 200 Frontex-grenswachten moeten gaan opleiden in zaken als lichamelijke opvoeding, schieten en tactisch rijden. Daarnaast moet er een zogenaamde trainingsinfrastructuur worden opgezet, waaronder ook accommodatie en volpension. Het budget voor dit trainingsprogramma bedraagt 8 miljoen euro, de mogelijkheid om offertes in te dienen is nog lopende.
Deze extra trainingscapaciteit komt bovenop het bestaande netwerk van zogenaamde Frontex Partnership Academies. Naast algemene opleidingen voor grensbewaking worden op deze instellingen ook specifieke trainingen voor Frontex gegeven. Het Nederlandse Border Security Training Centre, gevestigd op de Koningin Maximakazerne van de koninklijke marechaussee bij Schiphol en ID Centre in Eindhoven behoren tot dit netwerk.
Bij alle trainingen is er echter een schrijnend tekort aan mensenrechtenonderwijs voor Frontex’ toekomstige grenswachten. Zo werd ook duidelijk gemaakt door de voormalig directeur in het interview met The Guardian. Dat is op z’n minst kwalijk te noemen, gezien het feit dat deze grenswachten gaan werken in de meest schrijnende situaties met de meest kwetsbare mensen. Enige mensenrechtenkennis zou niet misstaan, maar is dus geen prioriteit voor Frontex. Dat is niet verrassend, gezien de bijdrage van Frontex aan pushbacks, geweld en andere mensenrechtenschendingen tegen vluchtelingen aan de Europese buitengrenzen.
Het voorgaande feit wordt ook ondersteund door de waarschuwing van de voormalig directeur dat er geen vangnetten bestaan om de infiltratie van extreem-rechts binnen de flanken van Frontex tegen te gaan. Dit terwijl er volop aanwijzingen te vinden zijn dat extreem-rechtse gewapende milities, al dan niet samen met geheime politie-eenheden, aan de buitengrenzen van de EU patrouilleren. Het is dus van groot belang om met argusogen Frontex en diens ontwikkelingen te volgen.
Wie is nu verantwoordelijk?
De eerdergenoemde zorgwekkende kwesties rondom Frontex dringen de vraag op hoe verantwoording en aansprakelijkheid van het ‘standing corps’ geregeld zijn. Dat blijkt op zich al uitermate vaag en ontoereikend te zijn. Terwijl Frontex zoveel mogelijk juridische immuniteit voor haar personeel nastreeft, schiet de politieke controle door het Europees Parlement duidelijk tekort.
Het verregaande mandaat dat Frontex van de EU heeft gekregen, vastgelegd in ‘Regulation (EU) 2019/1986’, bevat één enkel artikel over verantwoordelijkheid. De enkelvoudige zin stelt dat Frontex verantwoording moet afleggen aan het Europese Parlement en de Europese Raad, maar in de praktijk blijkt dat deze verantwoordelijkheid moeilijk te duiden is. Zo claimt Frontex zelf dat hun grensbewakers werken onder leiding van de nationale autoriteiten van het land waarbinnen ze opereren.
Toen er in oktober 2020 illegale pushbacks met betrokkenheid van Frontex in Griekenland werden gesignaleerd, leidde dat tot een onderzoek van het Europees Parlement. Frontex-directeur Fabrici Leggeri wees hierbij meerdere keren met de vinger naar de nationale autoriteiten, in dit geval Griekenland en Turkije, als de schuldige met betrekking tot eventuele pushbacks. Zijn claim was dat in de zogenaamde Joint Operations Command de lidstaat de leiding heeft en dat daarmee Frontex geen blaam treft. Bovendien ontkende hij ook elke insinuatie van illegale pushbacks.
Deze zitting was exemplarisch voor de houding van Frontex met betrekking tot kritiek van buitenaf. Frontex doet intern onderzoek en vindt vervolgens geen mankementen. Schokkender is dat het hierin gedekt wordt door instituten die politieke controle zouden moeten uitoefenen. Het Europees Parlement kwam na het genoemde onderzoek met een rapport dat, op enige stevige kritiek op Leggeri na, feitelijk de lijn van Frontex volgde en het agentschap volledig uit de wind hield. Zo wordt Frontex, en ook nationale grensbewakers, geen strobreed in de weg gelegd bij steeds extremere methoden om vluchtelingen buiten de EU te houden of te krijgen. Naast het geweld aan de grenzen, waarbij de recente pushbacks aan de grens tussen Polen en Belarus een nieuw dieptepunt vormen, draagt dit beleid ertoe bij dat vluchtelingen naar steeds gevaarlijkere routes worden gedwongen of stranden in onmenselijke situaties in landen rondom Europa. Vluchtelingen die intussen wel blijven komen, gedwongen door onveilige en onleefbare omstandigheden, die mede door Europees beleid en handelen – oneerlijke handel, landroof, wapenexporten, militaire interventies, bijdragen aan klimaatverandering – worden veroorzaakt.
Internationale Abolish Frontex-actiedag
Voor veel organisaties binnen en buiten Europa is het al genoeg geweest. Ze dringen aan, niet op de hervorming of verbetering van Frontex, maar juist op het afbreken van dat wat Frontex mogelijk maakt: het EU-beleid en de grensbewakingsindustrie. Zij werken samen in het netwerk Abolish Frontex. De negental eisen van het netwerk variëren van het afschaffen van Frontex en het regulariseren van migranten tot het stoppen van de bijdrage van de EU aan de ontheemding van mensen.
Op 18 december, de internationale dag van de migrant, vindt een nieuwe actiedag tegen Frontex plaats. Op meerdere plekken in en buiten Europa zal dan actie worden gevoerd tegen Frontex en gelieerde organisaties.
Franka Kraai is actief in Stop the War on Migrants, Mark Akkerman is actief in Stop Wapenhandel.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Doorbraak (Nederland).
Trackbacks/Pingbacks