De linkse presidentskandidaat Gabriel Boric Font heeft in december de Chileense verkiezingen gewonnen. Dit is de electorale uitdrukking van de Chileense opstand tegen armoede en ongelijkheid van 2019. De overwinning is goed nieuws, maar de eerste barsten beginnen zich al voor de beëdiging te vertonen.
Direct na de verkiezingsuitslag gingen honderdduizenden mensen de straat op in Chili. Ze vierden Boric’ stevige overwinning van 56 procent en hoopten terecht op structurele verbetering. De 35-jarige presidentskandidaat had in zijn campagne namelijk beloofd om een einde te maken aan de economische erfenis van dictator Augusto Pinochet. Die introduceerde in 1973 in Chili als eerste land ter wereld neoliberaal beleid dat zelfs in de grondwet is verankerd.
Boric’ tegenstander was de neofascistische jurist José Antonio Kast Rist. Hij is tegen abortus en het homohuwelijk en kon rekenen op de steun van de Braziliaanse president Jair Bolsonaro. Zijn vader was een nazi-soldaat die met vervalste documenten naar Chili vluchtte na de Tweede Wereldoorlog. Als Kast had gewonnen, zou het een grote opsteker zijn geweest voor de groeiende extreemrechtse beweging.
De presidentsverkiezingen in Chili bestaan uit twee rondes. In de eerste ronde won Kast. Daarom gingen in de tweede ronde meer mensen naar de stembus om Kasts overwinning te voorkomen. Analyse van platform Decide Chile wijst uit dat 68 procent van de vrouwen onder de dertig op Boric stemde, wat waarschijnlijk de doorslaggevende steun vormde.
Nieuwe grondwet
Het eisen van een nieuwe grondwet was een van de belangrijkste punten van de volksopstand eind 2019. Toen vond een breed gedragen revolte plaats, waarbij het verhogen van de prijs van metrokaartjes met dertig pesos de druppel vormde die de emmer deed overlopen. Deze opstand werd neergeslagen met grof politiegeweld, terwijl gevestigde linkse partijen de volkswoede richting de verkiezingen kanaliseerden in plaats van stappen te zetten naar een daadwerkelijke breuk met het kapitalisme.
Sinds de coup van Pinochet overheerst het neoliberalisme bijna elk aspect van het leven in Chili. Naast verregaande privatisering van het onderwijs, de gezondheidszorg en het pensioenstelsel, kampt het land met een waterprobleem. De neoliberale grondwet stond president Eduardo Frei Ruiz-Tagle in 1998 toe water te privatiseren. Nu Chili de directe gevolgen van de klimaatcrisis ervaart, waarbij gletsjers wegsmelten en gebieden verwoestijnen, is water een belangrijk politiek thema. Vorig jaar had 53 procent van de gemeenten in Chili last van waterschaarste.
Twee gezichten
Boric zelf is een gematigd linkse politicus van de partij Apruebo Dignidad. Hij was een belangrijke leider van protesten tegen de privatisering van het onderwijs in 2011. Tien jaar later spitsten zijn politieke campagnebeloften zich toe op hervormingen van de vrijemarkteconomie, verbeteringen van het pensioenstelsel en de bescherming van de rechten van inheemse en LHBT+- mensen.
Boric speelde echter een centrale rol in het ‘Vredesakkoord’ van november 2019, dat de protesten tot stilstand liet komen. Daarmee werd het gezicht van de vertrekkende president en miljardair Sebastián Piñera gered. Dit akkoord hield ook in dat politieagenten die uitermate repressief tegen demonstranten hadden opgetreden, bijvoorbeeld door gericht op de ogen van demonstranten te schieten, niet werden vervolgd. Boric sprak zich tijdens de verkiezingen niet uit voor gevangenen die sinds 2019 nog steeds in voorarrest zitten, waarschijnlijk om rechtse stemmen niet af te schrikken. Ook is de nieuwe president al akkoord met de aankomende bezuinigingen, die al door het Nationaal Congres zijn goedgekeurd. Tot slot gaat de nieuwe president alvast akkoord met de bezuinigingsmaatregelen in de begroting voor 2022.
Nationalisatie
De opstand eiste het herschrijven van de grondwet en in oktober 2020 werd dit met 78 procent bekrachtigd in een referendum. Het project om een einde te maken aan Pinochets economische greep op het land wordt gedragen door een brede coalitie van grassroots organisaties.
Bij de totstandkoming van de nieuwe grondwet, gaat het nationaliseren van de lithiumwinning een heet hangijzer worden. Chili heeft 52 procent van de totale voorraden van dit alkalimetaal op aarde. Lithium is belangrijk voor de transitie naar groene energie, omdat het wordt gebruikt om elektriciteit op te slaan in batterijen. In Europa komt 78 procent van het lithium uit Chili. Samen hebben die al twintig jaar een vrijhandelsovereenkomst met elkaar.
Politiek gezien is Boric minder links dan Salvador Allende, die president was tussen 1970 en 1973, toen hij zelfmoord pleegde tijdens de staatsgreep van Pinochet. Allende nationaliseerde de kopermijnindustrie – een belangrijke pijler van de Chileense economie. Deze poging tot nationalisering eindigde vervolgens in een gruwelijke staatsgreep door het leger. Met steun van de Chileense heersende klasse en de Verenigde Staten kwam generaal Pinochet door middel van een coup aan de macht. De juntaleider regeerde vervolgens van 1973 tot 1990. Dit zijn de vijanden waar de beweging in Chili mee te maken heeft.
Sindsdien hebben zowel rechtse als linkse regeringen geen breuk gevormd met het neoliberalisme. Miljoenen arbeiders en armen waren hiervan slachtoffer. De verkiezing van Boric vormt daarmee een breuk. Zoals Pablo Abufom van het linkse blog Jacobin América Latina zegt: ‘Ook al is Boric altijd gematigd geweest in zijn eigen coalitie, is dit echt een interessant moment. Dit is een nieuwe politieke cyclus voor Chili.’ Maar de elite (lees: de mijnindustrie) zal in 2022 net als in de jaren zeventig niet stilzitten als nationalisatie een concrete optie wordt. Daarom is een beweging nodig op straat en op de werkvloer om Boric te dwingen zijn beloften na te komen en om hem te verdedigen tegen acties van de elite.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.