Hoe staat de Russische bevolking tegenover Poetins oorlog in Oekraïne? Volgens de door Poetin toegestane onderzoeken heeft hij de steun van de meerderheid van de Russen. Maar wie verder kijkt krijgt een heel ander beeld, zo laat dit stuk van Alexey Sakhnin zien.
Het begin van het militaire conflict in Oekraïne kwam als een schok voor de Russische samenleving. Maar nog vóór de mensen van de schrik konden bekomen, kregen ze ook te horen dat ze de oorlog bijna unilateraal steunden. Zo publiceerde het door de regering gecontroleerde Russische Centrum voor Onderzoek van de Publieke Opinie op de 4e dag van de oorlog een rapport waarin stond dat 68% van de Russen ‘het besluit om de speciale militaire operatie uit te voeren enigszins steunt’. Slechts 22% steunde het niet. Vergelijkbare resultaten werden gepubliceerd door een ander groot sociologisch centrum – de stichting ‘Publieke Opinie’ – waarvan de belangrijkste contractant steeds de regering is.
Uit de resultaten van de opiniepeiling blijkt dat de ondervraagden geen duidelijk inzicht hebben in de doelstellingen van de Russische ‘operatie’. Een kwart gaat ervan uit dat het leger ‘de Russischtalige bevolking van Donbass beschermt’. Nog eens 20% denkt dat het doel van de operatie is om geen NAVO-bases op het grondgebied van Oekraïne toe te staan. 20% denkt dat de operatie wordt uitgevoerd om Oekraïne te demilitariseren. 7% denkt dat Rusland Oekraïne wil ‘denazificeren’ en zijn politieke oriëntatie wil veranderen. 6% denkt dat het de bedoeling is het politieke regime van het land te wijzigen ten opzichte van het huidige slechte buurregime . Tot slot denkt 4% dat het de bedoeling is Oekraïne in delen op te splitsen en de controle te vestigen in het zuidoosten van het land.
Dergelijke uitgebreide gegevens over de overweldigende steun van de Russische burgers voor de oorlog demoraliseren de tegenstanders van de oorlog. Er moet echter een essentiële correctie worden aangebracht: de gegevens weerspiegelen niet de dagelijkse ervaring. Er zijn inderdaad mensen die de invasie van Oekraïne steunen, maar het aantal van 2/3e is nogal verbazingwekkend. Als ze zo talrijk zijn, waarom zien we ze dan nergens?
Sociologie in oorlogstijd
Opiniepeilingen in Rusland zijn meestal instrumenten om het publieke bewustzijn te manipuleren. Veel sociologen suggereren dat het aantal ‘sociaal wenselijke antwoorden’ de afgelopen jaren is toegenomen. Dat zijn de gevallen waarin mensen de interviewer niet vertellen wat ze werkelijk denken, maar wat ze veronderstellen dat van hen wordt verwacht. Dat effect is waarschijnlijk aanzienlijk toegenomen sinds het begin van de oorlog. Bovendien creëert de Russische regering bewust een sfeer van angst in het land. De Doema heeft een wet aangenomen voor strenge straffen voor het verspreiden van ‘nepnieuws’ over de acties van het Russische leger. Zelfs het gebruik van het woord ‘oorlog’ in de context van wat er in Oekraïne gebeurt, is officieel verboden en kan worden bestraft met een gevangenisstraf van 3 tot 20 jaar. Deelnemers aan anti-oorlogsmanifestaties worden massaal gearresteerd. De politie controleert de telefoons van voetgangers in Moskou en Sint-Petersburg op ‘lasterlijke’ uitwisselingen en op sporen van het lezen van telegramkanalen van de oppositie. Op scholen worden politieke voorlichtingslessen gegeven en ouders worden ‘aangesproken’ opdat ze hun kinderen geen ‘destructieve’ informatiebronnen zouden laten lezen. Dat alles beïnvloedt natuurlijk de mate van oprechtheid waarmee mensen hun mening verkondigen.
En het is niet alleen de bewuste sluwheid van de ondervraagden. Zelfs volgens regeringsgetrouwe sociologen is het aantal mensen dat weigert de vragen van de interviewers te beantwoorden of niet op een antwoord kan komen, toegenomen. Dat zou de kwaliteit van de selectie kunnen aantasten. Bovendien zijn tegenstanders van de oorlog waarschijnlijk minder geneigd te antwoorden dan degenen die de oorlog steunen of nog geen beslissing hebben genomen.
En tenslotte zijn het de vragen die door de opiniepeilers worden gebruikt die ertoe doen. Ze zijn rechtstreeks afgeleid van de officiële retoriek van de Russische regering. De mensen wordt niet gevraagd naar de oorlog, of het militaire ingrijpen in Oekraïne, maar alleen naar hun houding tegenover de ‘speciale militaire operatie’. Dat creëert een dubbelzinnige psychologische situatie, waardoor mensen de gebeurtenissen die zich in de werkelijkheid afspelen, kunnen inruilen voor een minder traumatische denkbeeldige situatie, zelfs in hun innerlijke denken. En het lijkt erop dat dit een massaal sociaal-psychologisch verschijnsel is.
Dubbelzinnigheid
Tussen de eindeloze video’s gewijd aan de gebeurtenissen in Oekraïne, is er deze: een man uit de buitenwijken van Kyiv belt zijn familie in de Russische stad Vologda. Hij vertelt hen over zijn ervaringen. ‘Ze bombarderen ons; vreedzame burgers en kinderen sterven,’ zegt hij. Maar zijn familieleden uit Rusland, die duizend kilometer van het oorlogsfront wonen, weigeren hem te geloven. ‘Er is geen oorlog. Ze schieten alleen de nationalisten neer,’ antwoordt een oudere vrouwenstem. De man wordt kwaad. ‘Hoe kunt u dat weten? Ik ben hier!’ schreeuwt hij. ‘We hebben een tv,’ komt er als antwoord.
Het is geen toeval dat de Russische regering het gebruik van het woord ‘oorlog’ verbiedt. Het duidt op een situatie die niet neutraal kan worden opgevat, in tegenstelling tot een ‘speciale militaire operatie’, die wordt opgevat als de voortzetting van complex overheidsbeleid en die geen persoonlijke houding van een particuliere burger ten opzichte daarvan vereist. Regeringspropaganda biedt de mensen een soort reddingsboei door hen in staat te stellen de realiteit niet te accepteren.
In een land waar het collectieve geheugen is gebaseerd op de overwinning op het fascisme in de bloedige maar rechtvaardige verdedigingsoorlog, is dat een behoorlijk effectief mechanisme. Accepteren dat Rusland militaire agressie heeft gepleegd tegen de mensen die door de geschiedenis en cultuur het dichtst bij hem staan, is vanuit psychologisch oogpunt vrijwel onmogelijk. Het saboteert de basispercepties die Russen hebben over rechtvaardigheid en hun kernwaarden. Veel mensen hebben de kracht niet om het te doen. Dus proberen ze zo hard als ze kunnen om de realiteit niet te zien, door de propaganda clichés te herhalen: ‘er is geen oorlog’.
Zo’n psychologische spagaat verklaart de flagrante tegenstelling tussen de alledaagse ervaring en de resultaten van de sociologen. Veel mensen die de oorlog moreel en politiek onaanvaardbaar vinden, kunnen het tegelijkertijd hebben over steun aan de ‘speciale operatie van de Russische regering’, niet alleen uit angst maar ook uit de vergeefse hoop dat de officiële versie van de gebeurtenissen op de een of andere manier wonderbaarlijk waar zal blijken te zijn (althans ten dele). Want dat zou hen bevrijden van het afschuwelijke vooruitzicht van moreel falen en de bittere noodzaak om zich tegen de gebeurtenissen uit te spreken.
De regering doet haar uiterste best om dit morele dilemma te gebruiken, door de bevolking feitelijk te chanteren met het gevoel van angst. ‘Een echte Rus schaamt zich er niet voor Russisch te zijn en als hij zich schaamt, is hij geen Rus en hoort hij niet bij ons’, aldus de perschef van de president, Dmitry Peskov.
Maar er is een kwetsbare plek in deze ijle dubbelzinnigheid: ze kan niet lang worden gehandhaafd. Geen enkele draconische maatregel van informatiecontrole kan de burgers beschermen tegen de monsterlijke realiteit. Ten eerste heeft ongeveer een derde van de Russen familieleden in Oekraïne. Geen censuur kan miljoenen telefoongesprekken en berichten tussen hen verhinderen. Mijn telefoon zit vol met de meest wanhopige pijn. ‘We zitten nu al vier dagen in de kelder. Ze zijn aan het bombarderen. De stad is geblokkeerd. Niemand kan erin of eruit. Ik heb vandaag 5 uur in de rij gestaan voor brood. Ze hebben niets gebracht.’ – Ik kan honderden van zulke berichten citeren. En er zijn miljoenen zoals ik in Rusland. Deze getuigenis van de catastrofe is veel overtuigender dan politieke debatten. Zelfs de trouwste aanhanger van Poetin zal het moeilijk hebben om aan zichzelf uit te leggen waarom een gewone burger moet verhongeren en bevriezen terwijl om hem heen luchtbommen ontploffen.
Het is gevaarlijk voor ons om het aantal verliezen te bespreken dat het Russische leger in Oekraïne heeft geleden. Het is het meest gevoelige onderwerp voor de regering en ze waakt zorgvuldig over dergelijke discussies. De regering heeft officieel erkend dat meer dan 500 militairen zijn omgekomen tijdens de ‘operatie’. Zelfs dat aantal is monsterlijk groot. In de tien jaar dat de oorlog in Afghanistan duurde, verloor de USSR iets meer dan 14.000 soldaten en officieren. Nu is het aantal doden hoger. Het veto op deze informatie doet mensen op zoek gaan naar cijfers die door de Oekraïense kant bekend zijn gemaakt (zeer waarschijnlijk overdreven). Op 8 maart heeft het Russische Ministerie van Defensie toegegeven dat er in Oekraïne dienstplichtige soldaten zijn, dat wil zeggen slecht opgeleide jongens van 18 jaar. De woorden ‘kanonnenvoer’ komen steeds vaker voor in berichten en gesprekken. Vrouwen zijn bang om hun zonen in verplichte militaire dienst te laten gaan – en op 1 april gaat de nieuwe dienstplicht in. Zelfs in de officiële peilingen zien we dat vrouwen van middelbare leeftijd 15-20% minder geneigd zijn de ‘speciale operatie’ goed te keuren dan mannen. En het zijn nu juist de vrouwen van middelbare leeftijd die voor Poetin als het trouwste electoraat werden beschouwd. Maar een andere categorie burgers die belangrijk is voor de regering wordt aanzienlijk beïnvloed door de verliezen, dat zijn de militairen.
Een onthullende blunder vond plaats in een livestream van het tv-kanaal ‘Zvezda’, dat eigendom is van het ministerie van Defensie. Een oudere militair onder de gasten in een patriottische talkshow stond op en bood aan een minuut stilte te houden voor de Russische soldaten die omkwamen bij het uitvoeren van de bevelen van hun commandanten. ‘Onze jongens sterven daar…’ begon hij te zeggen. Maar de presentator van de talkshow kwam uit zijn stoel en begon te schreeuwen tegen de veteraan met onderscheidingen op zijn borst: ‘Nee-nee-nee! Ik wil daar niets van horen! Hou je kop! Begrijp je het dan niet? Hou op. Onze jongens verpletteren de fascistische adder daar; het is een triomf van de Russische wapens!’ De drang van de bureaucraten en de propagandisten om de gebeurtenissen die zich in Oekraïne afspelen schaapachtig te verdoezelen, is al begonnen met het wegjagen van het meest loyale en trouwe publiek van de regering – de militairen en de patriotten.
Ten slotte ondermijnt een derde factor het dubbelzinnige denken van veel Russen. Nu de regering de conventionele mediakanalen van de oppositie heeft geblokkeerd, zijn daarvoor in de plaats media van de nieuwe generatie opgedoken: foto’s van prijskaartjes in winkels en aankondigingen van ontslagen. De economische catastrofe die zich ontrolt, is een collectieve anti-oorlogsagitatiemachine geworden. Wat de gebeurtenissen in Oekraïne en Rusland betreft, kan men alleen de officiële kanalen aanhalen, zoals het leger en de PR-diensten van de regering. Maar wie om het even welke regionale media bekijkt (die 100% afhankelijk zijn van het lokale bestuur), weet meteen wat er gaande is. ‘De prijs voor het delven van graven in Jaroslavl stijgt snel,’ kondigt een lokale website aan. Het anti-monopoliebureau vermoedt een kartelcomplot en laat weten: ‘Voorlopige analyse heeft uitgewezen: het is duur om in Yaroslavl te sterven’. In Volgodonsk zijn vrouwelijke lezers van de plaatselijke krant verontwaardigd over de verdubbeling van de prijzen van babyvoeding en luiers. De Russische industrie was volledig geïntegreerd in de mondiale ketens van toegevoegde waarde en bleek totaal niet voorbereid op de westerse sancties. 10 van de 14 grootste autofabrikanten hebben hun productie al stopgezet; andere bereiden zich voor om dat in de nabije toekomst te doen. Ten minste 150.000 mensen zullen hun baan verliezen; daarbij zijn de aanverwante industrieën, logistieke bedrijven en dealers nog niet meegerekend. Mcdonald’s is een van de tientallen grote buitenlandse bedrijven die een schorsing van hun werkzaamheden in Rusland hebben aangekondigd. Alleen deze fastfoodketen is al verantwoordelijk voor 64.000 banen. Regeringsdeskundigen schatten de omvang van de dreigende massale werkloosheid op 7 à 10 miljoen mensen.
Zelfs voor de meest uitgesproken voorstanders van de Russische regering is het verband tussen de oorlog en de sociaal-economische krach overduidelijk.
De dynamiek
Het is moeilijk om objectief de snelheid te beschrijven waarmee veranderingen in de perceptie van de massa plaatsvinden. De aanhangers van de liberale oppositiefiguur Alexei Navalny hebben een experiment uitgevoerd. Ze hebben een reeks van vier online peilingen uitgevoerd. Dat onderzoek heeft niet de verdienste representatief te zijn, omdat het gepolitiseerde internetpubliek heel anders is dan de landelijke selectie. Ze wijzen echter wel op een snelle verandering in de attitudes.
Noemde op 25 februari slechts 29% van de deelnemers aan de opiniepeiling Rusland een agressor, amper een week later, op 3 maart, werd hetzelfde antwoord door 53% van de respondenten gegeven. Het aantal ondervraagden dat de missie van Rusland in Oekraïne als ‘bevrijdend’ beschouwt, daalde daarentegen van 28% tot 12%. 14% gaf Rusland de schuld van het conflict op 25 februari en 36% op 3 maart. Het aantal mensen dat het Westen of ‘alle partijen’ veroordeelde, was onbeduidend gedaald en de mening dat Oekraïne de schuldige is, was marginaal. Anderzijds is het aantal mensen dat denkt dat de economische gevolgen van de huidige gebeurtenissen ‘catastrofaal’ zullen zijn voor Rusland, anderhalf keer zo groot geworden – van 40% tot 60%.
‘Nooit eerder in de geschiedenis van onze sociologische dienst hebben we een dergelijke dynamiek van de publieke opinie gezien. In slechts een paar dagen van deze oorlog is de houding van de Russen drastisch veranderd’, schreven de organisatoren van de opiniepeiling. Mensen die in de afgelopen twee weken van mening zijn veranderd, komen vrij vaak voor.
De KPRF (Communistische Partij van de Russische Federatie) afgevaardigde in de Doema, Mikhail Matveyev, die stemde voor erkenning van de soevereiniteit van de DPR en LPR, werd een van de symbolen van deze pijnlijke bewustwording. ‘Ik stemde voor vrede, niet voor oorlog. Ik heb gestemd zodat Donbass niet meer gebombardeerd zou worden – niet om bommen op Kyiv te laten vallen’, schreef hij op 26 februari op Twitter. Sommige politici volgden zijn voorbeeld. Maar vandaag de dag vinden de meeste van dergelijke transformaties plaats op het niveau van de gewone mensen. Iemand die de ‘speciale operatie’ van meet af aan had gesteund, verandert van mening zodra in zijn stad massaontslagen vallen, of iemand die hij kent wordt ingelijfd en moet een contract ondertekenen dat het leger in staat stelt hem naar een brandhaard te sturen.
Tactiek
Gedurende de twee weken van de oorlog vonden er bijna dagelijks anti-oorlogsprotesten plaats in de straten. Maar het repressieve politie-regime pakte ze met gemak aan. Tot 11 maart had de politie een ongekend aantal deelnemers aan de betogingen gearresteerd: 13.913 mensen. In de omstandigheden van ongekende angstzaaierij, politiegeweld en het blokkeren van de meeste onafhankelijke media, was niemand in staat geweest om een kritische massa te verzamelen voor een straatprotest dat de regering niet zou kunnen onderdrukken.
De geëmigreerde liberale oppositieleiders blijven oproepen tot dagelijkse protestbijeenkomsten ‘op het centrale plein van uw stad’. Het is gemakkelijk te begrijpen vanuit een emotioneel standpunt: geen dag mag worden besteed aan het aanvaarden van de oorlog. Maar de ijskoude rede zegt ons dat het op dit moment niet belangrijker is om een ethische houding aan te nemen, maar om zorgvuldig te werken aan het mobiliseren van die lagen die de liberale politici lange tijd hebben genegeerd. Alleen ‘Poetins meerderheid’ van vroeger kan het machtsevenwicht veranderen en een einde maken aan de oorlog. Dat is waar de Russische linkerzijde momenteel haar doel ziet: in het werk met deze massa’s.
Van alle sociologische rapporten die gewijd zijn aan de perceptie van de Russische ‘speciale operatie’ in Oekraïne, is er slechts één dat ons in staat stelt het verband te zien tussen sociale ongelijkheid en de houding tegenover de oorlog. Ondanks de algemene perceptie in Rusland (die vooral voortkomt uit de dominantie van het liberale verhaal in de media van de oppositie) dat het alleen de goed opgeleide en welgestelde minderheid is die zich tegen Poetin verzet, terwijl de arme meerderheid trouwe consumenten van propaganda blijft, blijkt uit opiniepeilingen: het zijn de armen die de oorlog het meest kritisch waarnemen. ‘Mensen met lage inkomens maken zich meer zorgen over de militaire operatie, omdat ze in dit verband een verdere verslechtering van hun materiële omstandigheden verwachten’, constateren de onderzoekers. Van de respondenten met hoge inkomens laat 69% weten het besluit van Poetin te steunen (en slechts 17% staat er niet achter). Van de respondenten met een laag inkomen steunt slechts 49% de invasie (en was 31% dapper genoeg om te zeggen dat ze er niet achter staan). Ongetwijfeld is het werkelijke niveau van ontevredenheid over de agressie veel hoger en zal dat nog toenemen.
Links wil de samenleving, met inbegrip van de arbeidersklasse en de arme lagen, laten zien dat het niet alleen de pro-westerse liberalen onder leiding van de ‘middenklasse oppositie’ zijn die tegen de oorlog zijn. Een dergelijk vertekend beeld is alleen maar gunstig voor het Kremlin, dat het lopende conflict probeert voor te stellen als een ‘beschavingsbotsing’ tussen Rusland en het (voortdurend vijandige) Westen en zijn ‘vijfde colonne’. Het is van essentieel belang te laten zien dat de Russische arbeiders hun eigen redenen hebben om voor vrede te strijden, die onafhankelijk zijn van het Westen. En dat deze vrede geen militaire nederlaag, nieuwe nationale vernederingen en territoriale opdeling van Rusland zal betekenen, maar in plaats daarvan ons land zal teruggeven aan zijn ware eigenaar – de werkende meerderheid van het volk. Links moet vechten tegen het collectieve schuldcomplex, dat door sommige liberale critici van Poetin aan het volk wordt opgedrongen. In de handen van regeringsgezinde propaganda wordt dit een heel effectief middel om de mensen ‘rond de nationale vlag’ te verenigen.
De tragische waarheid is dat de oorlog die Poetin is begonnen niet een of andere willekeurige onderneming is. 30 jaar post-Sovjetgeschiedenis heeft ons naar deze catastrofe geleid. Enorme sociale ongelijkheid werd de basis voor de dictatuur omdat de arme meerderheid, naast de controle over bezit, haar politieke stem had verloren. Schandelijk nationalistisch en xenofoob geklets is in al die jaren gebruikt door de meeste regimes die op de ruïnes van de USSR aan de macht zijn gekomen. Door naties tegen elkaar op te zetten, versterkten de oligarchen hun macht en leidden ons uiteindelijk naar een oorlog. Uiteindelijk ligt in het fundament van de huidige natie Rusland de militaire staatsgreep die door Vladimir Poetins voorganger Boris Jeltsin in 1993 werd gepleegd met de volledige steun van de westerse regeringen. Destijds schoot de regering vanuit tanks op het parlement in naam van de ‘democratie’ en liet de arbeidersklasse decennialang zwijgen en haar collectieve kracht vergeten. Vandaag plukken we slechts de vruchten van deze maatschappij van ongelijkheid en uitbuiting.
De Russische arbeidersklasse zal haar land volledig moeten veranderen om deze oorlog te stoppen. Dat is een eenvoudige waarheid. En toch, alleen de Russische linkerzijde kan het uitspreken. Er is niemand anders.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op NoWarLeft. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.