De afgelopen jaren is er onder ecosocialisten wereldwijd veel gediscussieerd over het concept van ‘krimp’ (‘degrowth’). In dit artikel analyseren Paul Murphy en Jess Spear deze debatten en pleiten ze voor de noodzaak van ecosocialistische krimp bij de aanpak van de klimaat- en biodiversiteitscrisis.
Kapitalistische groei vernietigt onze levens ondersteunende systemen. Haar parasitaire relatie met de natuur (zowel menselijk als niet-menselijk) is, zoals Marx schreef, ‘vampierachtig'(1)Karl Marx, ‘De werkdag‘, Het Kapitaal Deel 1, Marxistisch Internet-Archief.en ‘zal haar greep niet verliezen…zolang er een spier, een zenuw, een druppel bloed is om uitgebuit te worden.'(2)Karl Marx, ‘De werkdag‘, Het Kapitaal Deel 1, Marxistisch Internet-Archief. Elk jaar wordt het materiaal dat van de Aarde wordt weggenomen om de onverzadigbare kapitalistische honger naar winst te stillen, groter en groter en de hoeveelheid afval die in de atmosfeer, het land, de rivieren en de zee wordt gespuwd, wordt groter en groter. Van de negen vastgestelde planetaire grenzen – die samen de ‘veilige werkruimte voor de mensheid’ afbakenen – zijn er vier overschreden.(3) Dat zijn: klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, stikstof en chemische vervuiling.
De jongste IPCC-rapporten maken duidelijk dat de ‘kans om een leefbare en duurzame toekomst voor iedereen veilig te stellen, snel kleiner wordt.'(4)IPCC-rapport ‘Climate Change 2022: Impacts, Adaptation and Vulnerability‘ (februari 2022). Of het Capitalinian (5)Sommige ecosocialisten pleiten voor het gebruik van het Capitaloceen in plaats van het Antropoceen. Wij zijn het ermee eens dat de categorisering die wordt bepleit in het recente artikel van Foster en Clark ‘The Capitalinian: The First Geological Age of the Anthropocene‘, Monthly Review, Vol 73, number 4, September 2021, het karakter van de periode waarin wij leven het best uitdrukt., het eerste geologische tijdperk van het Antropoceen, zal worden afgesloten door een ecosocialistische revolutie, of het zal de mensheid in een nieuw donker tijdperk brengen. En het wordt steeds gemakkelijker te voorzien wat er zal gebeuren als we niet snel actie ondernemen: meer hongersnood, overstromingen, droogte en superstormen, alsmede nieuwe pandemieën; oorlog, als imperialistische staten en hun bondgenoten met elkaar in conflict komen over de toegang tot slinkende hulpbronnen; en, verdieping van het autoritarisme, als degenen die de catastrofe vooralsnog kunnen vermijden, zich proberen te isoleren van de crisis die hen omringt. Nooit is het duidelijker geweest dat we voor de keuze staan tussen socialisme en barbarij.
Wat socialisten onder ‘socialisme’ verstaan is echter niet duidelijk. Het varieert van de ‘ecomodernisten’ en ‘volledig geautomatiseerde luxe’ (6)Aaron Bastani, Fully Automated Luxury Communism (Verso Books, 2018). communisten, die de nadruk leggen op technologische oplossingen voor de klimaatnoodsituatie, tot de ecosocialisten en mensen die voor een ecosocialistische krimp zijn (7)Michael Löwy, Benji Akbulut, Sabrina Fernandes en Giorgos Kallis, ‘For an Ecosocialist Degrowth‘, Global ecosocialist network, 8 april 2022. In het Nederlands: Voor een ecosocialistische krimp. die zich richten op het dringend verminderen van emissies en de vernietiging van ecosystemen.
Wij willen pleiten voor ecosocialistische krimp, dat is ‘een geplande terugschaling van energie- en hulpbronnengebruik om de economie weer in evenwicht te brengen met de levende wereld op een veilige, rechtvaardige en billijke manier.'(8)P. 29 Jason Hickel, Less is More: How Degrowth Will Save The World (Random House, 2020). Als een leidend concept voor revolutionair links vandaag de dag, kan ecosocialistische krimp helpen de ecologisch-duurzame weg voorwaarts te belichten.
In het kort
Naar onze mening zijn veel van de debatten over krimp onproductief gebleken, omdat mensen langs elkaar heen discussiëren met verschillende definities. Betekent krimp een vermindering van het bbp? Betekent het een vermindering van alle aspecten van de economische activiteit? Vereist het een vermindering van de economische activiteit in alle gebieden van de wereld?
Te veel socialisten suggereren dat voorstanders van krimp stellen dat ‘de echte klassenstrijd niet die tussen arbeiders en kapitaal is, maar tussen geografische regio’s: Noord en Zuid'(9); of brengen ongefundeerde beweringen naar voren als ‘krimp zou een einde maken aan de vooruitgang zelf'(9)David Schwartzman, ‘A Critique of Degrowth‘, Climate & Capitalism, 5 januari 2022. of krimp is ‘een recept voor massale dood voor het grootste deel van de mensheid’.(10) John Molyneux, ‘Growth & Degrowth: What Should Ecosocialists Say Part Two?‘, (Rebel News, 5 april 2021).
Aan de meer sympathieke kant van het kritische spectrum horen we argumenten als dat we ‘zowel krimp als groei van verschillende sectoren van de productiekrachten’ nodig hebben.(11) Oxfam, ‘Confronting Carbon Inequality‘ (September 2020). Maar, dat is juist wat veel voorstanders van krimp betogen.
We hebben krimp nodig in industrieën variërend van bewapening en reclame tot fast fashion en fossiele brandstoffen, samen met een drastische vermindering van de consumptie van de rijkste 1% die verantwoordelijk is voor 15% van de uitstoot. [14] We hebben groei nodig in openbare diensten zoals gezondheidszorg, onderwijs, openbaar vervoer, hernieuwbare energie, kinderopvang, etcetera. (De lijst kan nog wel even doorgaan), vooral in ontwikkelingslanden.
Naar onze mening gaat dit antwoord echter voorbij aan de grotere vraag die krimp tracht aan te pakken: moet de mensheid het energieverbruik en de materiaaldoorvoer in het algemeen verminderen?
Ons antwoord is ondubbelzinnig: ja.
Ondanks alle inspanningen om het bbp ‘los te koppelen’ van het materiaalgebruik, is in de hele geschiedenis van de wereldeconomie een toename van het bbp altijd gepaard gegaan met een toename van het energieverbruik en het materiaalgebruik. Dat wil niet zeggen dat technologische doorbraken de efficiëntie niet kunnen verhogen en dat ook doen, of dat ze, onder de controle van een arbeidersstaat die gericht is op produceren voor behoefte en niet voor winst, zeer waarschijnlijk zouden leiden tot een afname van het materiële energieverbruik. Maar binnen het kapitalistische systeem blijft de paradox van Jevons (12)De Jevons-paradox is de stelling dat een toename van de efficiëntie in het gebruik van hulpbronnen eerder tot een toename van het verbruik van hulpbronnen zal leiden dan tot een afname. overeind. Efficiëntie leidt tot groei in materiaalgebruik en energieverbruik, niet tot vermindering. Dus de noodzakelijke krimp van het energieverbruik en het materiaalgebruik zou, zeker binnen het kader van het kapitalisme, leiden tot een daling van het bbp op mondiaal niveau. Dat is voor ons eerder een gevolg dan het doel. Maar voor het doel van het betoog is het belangrijk om daar openhartig over te zijn.
Dat kan natuurlijk onmiddellijk een bezwaar opleveren van andere socialisten – vergelijkbaar met het argument tegen de term ‘Antropoceen'(13)Jason Moore en Andreas Malm pleiten er bijvoorbeeld voor om de term ‘Capitaloceen’ te gebruiken. – dat je, door te spreken over het totale energiegebruik van de ‘mensheid’ en het bbp, de verantwoordelijkheid van de kapitalistische klasse voor de crisis waarin we ons bevinden wegneemt. Of dat het verdoezelt dat de top 10% van de mensheid in totaal 20 keer meer energie gebruikt dan de onderste 10% (14)Oswald, Y., Owen, A. & Steinberger, J.K. Large inquality in international and intranational energy footprints between income groups and across consumption categories. Nature Energy 5, 231-239 (2020). (zie figuur 1 hieronder). Het is waar dat de meeste media en te veel wetenschappers bij hun bewering dat de huidige klimaatverandering door menselijke activiteiten wordt veroorzaakt, geen onderscheid maken tussen rijk en arm, arbeiders en bazen en landen in het mondiale Noorden en het mondiale Zuiden. De schuld voor de klimaatverandering en de vernietiging van het milieu wordt maar al te vaak gelegd op de schouders van de ‘mensheid’ als geheel, of je nu een miljardair met een privéjet bent of een Oegandese zelfvoorzienende boer. Dat beeld stoot mensen uit de arbeidersklasse af, die zelfs in de rijkste landen moeite hebben om in hun eerste levensbehoeften te voorzien. Het gaat ook voorbij aan de eeuwenlange strijd van inheemse volkeren tegen dit systeem.
Energieverbruik per persoon, 2019
Energieverbruik omvat niet alleen elektriciteit, maar ook andere verbruikssectoren zoals vervoer, verwarming en koken.
Bron: Our World in Data gebaseerd op BP & Shift Data Portal, OurWorldinData . CC BY
Opmerking: energie verwijst naar primaire energie – de energie-input vóór omzetting in vormen van energie voor eindgebruik (zoals elektriciteit of benzine voor vervoer).
Echter, in plaats van bij te dragen aan de vertroebeling van ‘de mensheid heeft alle schuld’, stelt het overnemen van krimp als leidend concept ecosocialisten naar onze mening juist beter in staat om de kapitalistische wortels van de crisis bloot te leggen. Het brengt de broodnodige aandacht op de groeidwang die inherent is aan het kapitalisme en alles wat daarmee samenhangt, van geplande veroudering en reclame tot de gigantische hoeveelheid afval die geproduceerd wordt en de almaar groeiende energiebehoeften. In plaats van de mensheid als geheel de schuld te geven, kan krimp de nadruk leggen op de klassenkloof in consumptie, binnen rijke landen, maar ook – en dat is belangrijk – tussen zogenaamde ontwikkelde en onderontwikkelde landen (dat wil zeggen, het mondiale Noorden (15)‘Global North’ is de groepering door het IMF van ‘ontwikkelde economieën’ (vanaf 2015), die de VS, Canada, West- en Noord-Europa, Australië, Nieuw-Zeeland, Israël en Japan omvat, plus Zuid-Korea, Taiwan, Singapore, Hongkong en een aantal kleine eilandgebieden, uit: Jason Hickel e.a., ‘Imperialist appropriation in the world economy: Drain from the global South through unequal exchange, 1990-2015‘, Global Environmental Change, Volume 73, maart 2022. en het mondiale Zuiden). Door de nadruk te leggen op de beslissingen van de kapitalistische klasse over productie, zet het ook het gewelddadige extractivisme en de ‘opofferingszones’ die nodig zijn voor verdere groei, ook in hernieuwbare energiebronnen, in de schijnwerpers.
Het is niet voldoende om openlijk de wetenschappelijke noodzaak te aanvaarden van een aanzienlijke vermindering van het energieverbruik en materiaalgebruik op wereldschaal. We moeten daar onmiddellijk aan toevoegen dat dat kan en moet gebeuren op een manier die de levenskwaliteit van bijna iedereen op de planeet verbetert, maar alleen op basis van een rationeel en democratisch productieplan. Alle schadelijke en verkwistende activiteiten van de kapitalistische klasse en de luxeconsumptie van de individuen die deel uitmaken van die klasse moeten snel tot nul worden teruggebracht. Ook moet en kan de levenskwaliteit van de massa van arbeiders, kleine boeren, werklozen en jongeren, ook in het Zuiden van de wereld, drastisch worden verbeterd.
Groei als ideologie
Deze positieve omarming van krimp als concept voor ecosocialisten moet niet worden opgevat als een kritiekloze aanvaarding van alles wat tot nu toe door voorstanders van krimp is gezegd. Jason Hickel, bijvoorbeeld, lijkt een fundamentele misvatting te hebben over waar de groei-eis in de kern vandaan komt. Keer op keer herhaalt hij uitspraken als:
‘Nu [in het tijdperk van het neoliberalisme] is het doel om de barrières voor winst af te breken – om mens en natuur goedkoper te maken – omwille van de groei.’(16)P. 94 Hickel, Less is More.
Hij ziet de relatie tussen groei en winst verkeerd. Het einddoel van elke kapitalist en van het systeem als geheel is maximalisatie van de winst. Groei is een middel om dat doel te bereiken, en niet andersom.
Als Hickel schrijft over wat hij de ideologie van de groei noemt, maakt hij echter een belangrijk punt. Het idee dat economische groei de weg is naar een betere levensstandaard – ‘een stijgende vloed tilt alle boten op’ – is een alomtegenwoordig onderdeel van de dominante ideeën van de heersende klasse. Het is een van die ideeën die zo overheersend zijn dat het gewoon ‘gezond verstand’ is en een van de redenen waarom veel socialisten zo begrijpelijkerwijs huiverig zijn voor het gebruik van de term ‘krimp’. Het zijn niet alleen bedrijfsorganisaties, of rechtse commentatoren die het over groei hebben, ook vakbonden en socialisten hebben het over groei.
Tot op zekere hoogte zit er natuurlijk waarheid in dit idee. Als we zouden leven in een maatschappij zonder voldoende materiële productie om te voorzien in kwaliteitswoningen, voedsel en toegang tot vrijetijdsbesteding, zou groei in die sectoren noodzakelijk zijn om in de basisbehoeften van de mensen te voorzien. Een groot deel van de wereldbevolking leeft in landen in het Zuiden van de wereld waar dat het geval is. In de wereld als geheel is er echter meer dan voldoende productie van goederen om iedereen op de planeet een kwalitatief goed en zinvol leven te bieden. Het probleem is hoe die rijkdom en dat inkomen worden verdeeld en hoe de prioriteiten worden gesteld en de productie wordt georganiseerd.
Een concept – geen slogan
Het meest gehoorde bezwaar van revolutionaire socialisten tegen het idee van ‘krimp’ is kernachtig verwoord door John Molyneux in een recent artikel:
‘Maar in termen van het mobiliseren van zulke mensen, of ze zich nu in Los Angeles of Liverpool, Sao Paulo of Soweto bevinden, zal het concept of de slogan van krimp een non-starter zijn.'(17)John Molyneux, ‘Growth and Degrowth: What Should Ecosocialists say? – Part Two’, Rebel News website, 5 April 2021.
In deze zin zitten twee ideeën vervat. Het eerste is het argument dat de slogan van krimp niet zal werken om grote aantallen mensen uit de arbeidersklasse te mobiliseren. Daar zijn we het mee eens – het is te abstract en het staat te haaks op de ideologie van de groei, die op het gezond verstand is gebaseerd.
Maar wij denken dat een ecosocialistische krimp, als een concept dat onze slogans inspireert, een krachtige basis is om vanuit te gaan. Het daagt ons uit om opnieuw te overwegen hoe we een krachtige socialistische beweging kunnen opbouwen op een solide ecologische basis.
Een onnauwkeurige parallel zou Lenins concept van ‘het vernietigen van de staat’ kunnen zijn. In Staat en Revolutie trok Lenin de conclusie, in lijn met wat Marx al schreef in de nasleep van de Parijse Commune in 1871, dat de arbeidersklasse ‘geen bezit kan nemen van het kapitalistische staatsapparaat en het in haar dienst kan stellen'(18)Lenin, Staat en revolutie (1917), waarin Marx’ voorwoord van 1872 bij het Communistisch Manifest wordt geciteerd., maar het moet vernietigen en een radicaal ander apparaat moet bouwen dat hun belangen dient.
‘Sla de staat kapot’ was en is geen slogan om grote aantallen mensen uit de arbeidersklasse te mobiliseren. Maar het helpt socialisten bij het ontwikkelen van eisen en leuzen die in de goede richting wijzen en die het potentieel hebben om massa’s te bereiken, en in bepaalde omstandigheden, te mobiliseren. Dat essentiële concept lag bijvoorbeeld ten grondslag aan de populaire Bolsjewistische slogan ‘alle macht aan de Sovjets’.
Het is misschien een uitdaging om de arbeiders van autofabrieken te winnen voor de ontmanteling van hun industrie, maar we moeten uitgaan van de behoeften van de arbeidersklasse als geheel. We kunnen ons niet baseren op het vervangen van auto’s met verbrandingsmotoren door elektrische auto’s. We moeten pleiten voor het ombouwen van particuliere autofabrieken tot infrastructuur voor openbaar vervoer en voor een democratische en rechtvaardige overgang. Hetzelfde geldt voor een hele reeks industrieën. Werknemers in de bewapeningsindustrie, de fossiele brandstoffenindustrie, de grote agro-industrie, de luchtvaart enzovoort zullen zich begrijpelijkerwijs verzetten tegen het verlies van hun bestaande banen. In plaats van dat alleen maar te herhalen, moeten we binnen de vakbeweging strijden voor een programma dat de heersende ideologie van groei aan de kaak stelt en aangeeft hoe deze industrieën kunnen worden omgevormd tot sociaal nuttige productie, met gegarandeerde banen en betere omstandigheden voor alle werknemers.(19)Het Lucas Plan, ontwikkeld door arbeiders bij Lucas Aerospace in Groot-Brittannië 1976, geeft een glimp van hoe dat zou kunnen worden gedaan.
Bovendien wordt de stelling dat krimp een ‘non-starter'(20)John Molyneux, ‘Growth and Degrowth: What Should Ecosocialists say? – Part Two‘, Rebel News website, 5 april 2021. is voor mensen uit de arbeidersklasse niet ondersteund door recente opiniepeilingen. In Less is More legt Hickel uit dat ‘…als mensen moeten kiezen tussen milieubescherming en groei, ‘milieubescherming in de meeste enquêtes en landen de voorkeur krijgt’. In de EU antwoordde 55-70% positief op de vraag: ‘Vindt u dat het milieu een prioriteit moet worden, zelfs als dat de economische groei schaadt?’ Zelfs in de buik van het beest, de Verenigde Staten, ‘is 70% het eens met de stelling dat ‘milieubescherming belangrijker is dan groei’.(21)Cijfers van p. 25-26, Hickel, Less is More.
Zeker, opiniepeilingen zijn momentopnamen van de ideeën en de stemming van mensen, en worden ongetwijfeld beïnvloed door de toestand van de economie op het moment dat de peiling wordt gehouden. Maar toch blijkt hieruit dat mensen kunnen worden overtuigd. Als we het erover eens zijn dat we krimp nodig hebben om de ecologische crises op te lossen, dan moeten ons programma, onze leuzen en onze eisen aan die realiteit worden aangepast en niet andersom.
Geen zones meer opofferen
Krimp dwingt ons ook serieus na te denken over de bestaande plannen om fossiele brandstoffen te vervangen door schone energietechnologie. Waar haal je het materiaal vandaan dat nodig is om al die zonnepanelen, windturbines, elektrische bussen, treinen en batterijen te bouwen? Welke gemeenschappen zullen ontheemd raken en schade ondervinden van het winnen van die delfstoffen? Hoeveel hebben we nodig om iedereen een goede levensstandaard te garanderen? Socialisten in het Noorden van de wereld hebben de verantwoordelijkheid om mensen bewust te maken van de ecologische crises, niet alleen van het bestaan van technologische oplossingen die de heersende elite weigert toe te passen, maar ook van de gevolgen van zulke oplossingen voor andere volkeren.
De uitweg is niet méér mijnbouw in de Democratische Republiek Congo, Chili en Zuid-Afrika om zonnepanelen en windturbines te bouwen voor steden in het mondiale Noorden, waardoor lokale milieus en gemeenschappen worden vernietigd. De brug die we vanaf hier bouwen naar een ecosocialistische toekomst kan niet worden gebouwd over de rug van arbeiders, vrouwen en boeren in het Zuiden van de wereld. Daarom moeten we pleiten voor het opvoeren van de productie van hernieuwbare energie en tegelijkertijd de totale energiebehoefte verminderen, te beginnen met de luxe consumptie van de 1% en onnodige productie (bijvoorbeeld geplande veroudering).
Wat betekent dat voor ons?
In deze periode van in elkaar grijpende diepe klimaat- en biodiversiteitscrises kan het concept van krimp een oriënterende rol spelen en ons helpen bij het ontwikkelen van een ecosocialistisch programma en leuzen. Het betekent loskomen van de ideologie van de groei, die niet alleen reformisten, maar ook revolutionairen in haar tentakels heeft. Het is niet genoeg om het productivisme en het prometheanisme te verwerpen die tot voor kort een groot deel van marxistisch links beheersten. We moeten verder gaan en de taal van de groei bewust afzweren – ongeacht het adjectief (bijvoorbeeld duurzaam, sociaal, ecologisch) dat ervoor wordt geplaatst.
In plaats van te pleiten voor ‘duurzame’ groei, zouden we ons doel moeten omschrijven als het leveren van een goed leven voor elke persoon op de planeet. Als onderdeel daarvan moeten we het streven naar een overvloed aan materiële privégoederen verwerpen. Op een eindige planeet, kan er geen oneindige hoeveelheid goederen zijn en we moeten er ook niet van uitgaan dat iedereen elk materieel voorwerp dat hij zou willen of moeten gebruiken, wil kopen, bezitten en verzorgen. In plaats daarvan zouden socialisten moeten pleiten voor de levering van collectieve goederen van hoge kwaliteit, voor een ontmarkting van het gemeengoed en van alle aspecten van het leven en voor het helen van de kloof tussen de mensheid en de natuur. Het betekent een visie van een ecosocialistische samenleving waarin de nadruk ligt op de kwaliteit van het leven, in tegenstelling tot de kwantiteit van materiële goederen.
Het concept van krimp aannemen betekent de nadruk leggen op eisen en mogelijke gevechten die de arbeidersklasse en onderdrukten helpen te mobiliseren in een strijd tegen de vernietiging van het leven door het kapitaal, maar die wijzen in de richting van een beter leven.
We moeten beginnen met het eisen van een verkorting van de werkweek zonder verlies van loon. Een vierdaagse of 30-urige werkweek zonder loonverlies zou leiden tot een aanzienlijke daling van het energieverbruik, terwijl arbeiders meer vrije tijd zouden krijgen.
Een essentiële eis die zowel de klimaatcrisis als de crisis in de kosten van levensonderhoud van werknemers aanpakt, is de oproep tot een massaal aanpassingsprogramma van woningen. Het verwarmen van woningen is verantwoordelijk voor 61% van het huishoudelijk energieverbruik of 16% van het totale energieverbruik.(22) SEAI-statistieken over energiegebruik. Met grondige aanpassingen zouden de meeste woningen hun energieverbruik met meer dan de helft kunnen verminderen, terwijl ze ook van fossiele brandstoffen op elektriciteit zouden kunnen overschakelen in de vorm van warmtepompen. Een dergelijk programma heeft het potentieel veel groene banen te creëren.
We moeten ook aandringen op een concept van groene banen dat de zogenaamde ‘zorgbanen’ omvat – in de kinderopvang, het onderwijs en de gezondheidszorg. Dat zijn traditioneel vrouwelijke, ondergewaardeerde en laagbetaalde arbeidskrachten. We moeten campagne voeren voor een massale uitbreiding van die banen, door de oprichting van een nationale gezondheidsdienst en een nationale dienst voor kinderopvang. Dat zijn banen die aanzienlijke voordelen opleveren voor de levenskwaliteit van iedereen, terwijl ze maar heel weinig CO2-uitstoot veroorzaken.
Ook de roep om gratis, groen en frequent openbaar vervoer is er een die in overeenstemming is met een krimpconcept. De totstandbrenging van een netwerk waarbij grote delen van de bevolking de auto de rug toekeren en overstappen op het openbaar vervoer, zou de uitstoot drastisch verminderen, vooral als je bedenkt dat vervoer de op één na grootste uitstoot veroorzakende sector is.
De uitbreiding van de openbare diensten moet hand in hand gaan met de oprichting van nieuwe diensten die erop gericht zijn vrouwen te bevrijden van de urenlange slopende huishoudelijke arbeid. Bijvoorbeeld gratis openbare kantines die drie gezonde maaltijden per dag verstrekken en wasserettes ter vervanging van de aanschaf, het onderhoud en de vervanging van particuliere wasmachines.
Ecologisten moeten ook opkomen voor eisen die de cyclus van consumptie en verspilling doorbreken en tegelijk de kwaliteit van de goederen die mensen hebben, verbeteren. Bijvoorbeeld het invoeren van verplichte verlengde garanties op producten en het verbieden van geplande veroudering van artikelen zoals mobiele telefoons. Daaraan gekoppeld zou een ‘recht op reparatie’ kunnen worden ingevoerd, dat ervoor zorgt dat alle consumptiegoederen tegen lage kosten kunnen worden gerepareerd.
Deze positieve eisen (en er zouden er nog veel meer kunnen worden genoemd) moeten worden gecombineerd met negatieve eisen om een einde te maken aan de uitstoot door de kapitalistische klasse en de persoonlijke luxeconsumptie van de rijken. Het wetsvoorstel van het Ierse People Before Profit om de toekomstige ontwikkeling van datacentra en infrastructuur voor fossiele brandstoffen te verbieden, is hier een perfect voorbeeld van. Deze datacentra, die in 2028 (23)Eirgrid Report, ‘All-Island Generation Capacity Statement 2019-2028’ 29% van onze elektriciteit zullen verbruiken, verrichten in het algemeen geen nuttig werk vanuit het oogpunt van de meerderheid. In plaats daarvan voeren ze algoritmen uit om mensen met reclame te bestoken.
Over reclame gesproken, ook die moet drastisch worden beperkt. Dat is een schot voor open doel voor socialisten omdat iedereen een hekel heeft aan reclame. We doen allemaal ons best om eraan te ontsnappen als we kunnen, maar het kapitalisme vereist het absoluut. Zoals Michael Löwy uitlegt,
‘In plaats van te proberen mensen te dwingen hun levensstandaard te verlagen of hun consumptie te verminderen – een abstracte, louter kwantitatieve benadering – moeten de voorwaarden worden geschapen waaronder mensen beetje bij beetje hun werkelijke behoeften kunnen ontdekken en hun consumptiepatroon kwalitatief kunnen veranderen: bijvoorbeeld door meer te kiezen voor cultuur, onderwijs, gezondheid of woningverbetering in plaats van nieuwe gadgets of nieuwe, steeds minder nuttige goederen te kopen. Het onderdrukken van intimidatie door reclame is hiervoor een noodzakelijke voorwaarde.’(24)Michael Löwy, Ecosocialism: A Radical Alternative to Capitalist Catastrophe (Haymarket, 2020).
De wapenindustrie en het militair-industrieel complex moeten buiten bedrijf worden gesteld. Fossiele brandstoffen moeten worden onteigend van de oliemaatschappijen en in de grond blijven. Privéjets moeten worden verboden, evenals de productie van SUV’s, die onmiddellijk uit de steden moeten worden geweerd.
Bovendien hebben onze eisen voor een progressieve belasting van de rijken (vennootschapsbelasting, miljonairsbelasting, nieuwe inkomstenbelastingtarieven voor veelverdieners) een vitale plaats in een programma dat geïnspireerd is op krimp. Rijkdom weghalen uit de handen van de energie- en grondstof verspillende ultrarijken en investeren in openbare diensten is de eenvoudigste manier om de koolstofuitstoot te verminderen.
Natuurlijk moet de bekroning van een ecosocialistisch programma, geïnspireerd door het concept van krimp, de nationalisatie en het democratisch publiek eigendom van de belangrijkste delen van de economie zijn, om een snelle en rechtvaardige vermindering van het energieverbruik en een verschuiving naar hernieuwbare energie mogelijk te maken. Alleen op basis van een globaal gepland systeem zal het mogelijk zijn het totale energie- en materiaalgebruik rationeel te verminderen en tegelijkertijd grote sprongen voorwaarts te maken in de kwaliteit van leven voor iedereen.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Rupture. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.
Voetnoten
↑1, ↑2 | Karl Marx, ‘De werkdag‘, Het Kapitaal Deel 1, Marxistisch Internet-Archief. |
---|---|
↑3 | Dat zijn: klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, stikstof en chemische vervuiling. |
↑4 | IPCC-rapport ‘Climate Change 2022: Impacts, Adaptation and Vulnerability‘ (februari 2022). |
↑5 | Sommige ecosocialisten pleiten voor het gebruik van het Capitaloceen in plaats van het Antropoceen. Wij zijn het ermee eens dat de categorisering die wordt bepleit in het recente artikel van Foster en Clark ‘The Capitalinian: The First Geological Age of the Anthropocene‘, Monthly Review, Vol 73, number 4, September 2021, het karakter van de periode waarin wij leven het best uitdrukt. |
↑6 | Aaron Bastani, Fully Automated Luxury Communism (Verso Books, 2018). |
↑7 | Michael Löwy, Benji Akbulut, Sabrina Fernandes en Giorgos Kallis, ‘For an Ecosocialist Degrowth‘, Global ecosocialist network, 8 april 2022. In het Nederlands: Voor een ecosocialistische krimp. |
↑8 | P. 29 Jason Hickel, Less is More: How Degrowth Will Save The World (Random House, 2020). |
↑9 | David Schwartzman, ‘A Critique of Degrowth‘, Climate & Capitalism, 5 januari 2022. |
↑10 | John Molyneux, ‘Growth & Degrowth: What Should Ecosocialists Say Part Two?‘, (Rebel News, 5 april 2021). |
↑11 | Oxfam, ‘Confronting Carbon Inequality‘ (September 2020). |
↑12 | De Jevons-paradox is de stelling dat een toename van de efficiëntie in het gebruik van hulpbronnen eerder tot een toename van het verbruik van hulpbronnen zal leiden dan tot een afname. |
↑13 | Jason Moore en Andreas Malm pleiten er bijvoorbeeld voor om de term ‘Capitaloceen’ te gebruiken. |
↑14 | Oswald, Y., Owen, A. & Steinberger, J.K. Large inquality in international and intranational energy footprints between income groups and across consumption categories. Nature Energy 5, 231-239 (2020). |
↑15 | ‘Global North’ is de groepering door het IMF van ‘ontwikkelde economieën’ (vanaf 2015), die de VS, Canada, West- en Noord-Europa, Australië, Nieuw-Zeeland, Israël en Japan omvat, plus Zuid-Korea, Taiwan, Singapore, Hongkong en een aantal kleine eilandgebieden, uit: Jason Hickel e.a., ‘Imperialist appropriation in the world economy: Drain from the global South through unequal exchange, 1990-2015‘, Global Environmental Change, Volume 73, maart 2022. |
↑16 | P. 94 Hickel, Less is More. |
↑17 | John Molyneux, ‘Growth and Degrowth: What Should Ecosocialists say? – Part Two’, Rebel News website, 5 April 2021. |
↑18 | Lenin, Staat en revolutie (1917), waarin Marx’ voorwoord van 1872 bij het Communistisch Manifest wordt geciteerd. |
↑19 | Het Lucas Plan, ontwikkeld door arbeiders bij Lucas Aerospace in Groot-Brittannië 1976, geeft een glimp van hoe dat zou kunnen worden gedaan. |
↑20 | John Molyneux, ‘Growth and Degrowth: What Should Ecosocialists say? – Part Two‘, Rebel News website, 5 april 2021. |
↑21 | Cijfers van p. 25-26, Hickel, Less is More. |
↑22 | SEAI-statistieken over energiegebruik. |
↑23 | Eirgrid Report, ‘All-Island Generation Capacity Statement 2019-2028’ |
↑24 | Michael Löwy, Ecosocialism: A Radical Alternative to Capitalist Catastrophe (Haymarket, 2020). |