Hoe komt het dat het antikapitalisme in ’t Westen marginaal blijft, vraagt Eric Corijn, terwijl twee rechtse kampen elkaar de hegemonie betwisten: neo-liberalen en nationalisten. Hoe komt het dat links vandaag nauwelijks op dat maatschappelijk debat weegt? Dat komt, antwoordt hij, doordat de arbeidersklasse daarvoor niet langer een draagvlak biedt: ‘Jongeren op zoek naar verandering positioneren zich anders.’
Corijn lanceert geen nieuwe opinie. Hij kiest ervoor om ‘(…) de argumenten en de keuzes aan te geven en vanuit verschillende perspectieven het licht te laten schijnen op het zeer ingewikkelde vraagstuk van de hegemonie.’
Die keuzes haalt hij eerst bij Antonio Gramsci, of beter gezegd bij Perry Anderson die Gramsci doorworsteld heeft, vervolgens bij Ernest Mandel die net als Gramsci meent dat de arbeidersklasse drager van het project van menselijke emancipatie is. Voor die twee vertrekt alles vanuit de arbeidersklasse en haar organisaties en gaat het eerst en vooral om een sociale strijd.
Wat evident is voor die twee marxisten is dat niet langer voor Corijn: ’Ook deze evidentie wordt vandaag in twijfel getrokken.’ Toch door twee andere denkers die hij er vervolgens bij betrekt: Ernesto Lacau & Chantal Mouffe: ‘Uitgaan van de arbeidersklasse als drager van de gehele menselijke emancipatie is voor hen deel van het probleem. Via een in detail uitgewerkte kritiek komen ze tot een andere weg naar het socialisme.’ Ze worden postmarxistisch.
Waarna Corijn gedetailleerd uitlegt waarom die twee van mening zijn dat de arbeidersklasse de taak niet op zich kan nemen. [Uitleg die het draagvlak (om in de terminologie te blijven) van De Laatste Vuurtorenwachter ver overschrijdt. Ik heb gaandeweg geleerd dat zo’n post kort moet blijven en eenvoudig. Het moeilijkste woord in dit stuk moet hegemonie zijn, waaraan hier niet te ontsnappen valt; wie diep wil gaan, verwijs ik naar Corijns bijzonder lezenswaardige boek.(1)Eric Corijn. Gramsci lezen. Van klassenstrijd tot woke]
Als de arbeidersklasse dat draagvlak niet creëert, wie dan wel? Het antwoord van Lacau & Mouffe luidt samengevat: we gaan dat wel zien. ‘De toekomst is open en hangt af van het menselijk handelen.’ Het is nu niet mogelijk met zekerheid de sociale dragers van een socialistische visie aan te wijzen.
Wat moet ik daar nu van denken? Corijn lezen is voor mij telkens weer een uitdaging.(2)Over Corijns denkwereld publiceerde De Laatste Vuurtorenwachter eerder al: Eric Corijn: een links abracadabra; De foute interesse van Eric CorijnenMotorhelmen en citroenen. Dat komt doordat ik diens afscheid van het partijtje, waarvan we beiden deel uitmaakten, destijds als vaandelvlucht ervaren heb. Sindsdien verwacht ik telkens weer dat hij ons zijn definitieve afscheid van het socialisme presenteert. Ten onrechte, zo blijkt ook nu weer.
Dat Corijn de samenhang tussen antikapitalisme en arbeidersstrijd in ’t Westen in twijfel trekt, betekent trouwens niet dat hij die uitsluit. Het bestaan van zo’n samenhang, zegt hij, heeft alhier ‘de test van de praktijk (nog) niet doorstaan’. Waarbij dat ‘(nog)’ mijn aandacht trekt, want wat nog niet is… kan komen!
Die twijfel herhaalt hij verder nog eens: ‘Hoe de heersende hegemonie vanuit progressieve hoek zal worden tegengesproken en welke sociale groepen dat zullen dragen, blijft vooralsnog dus onderwerp van debat. Het is niet uitgesloten dat de arbeidersbeweging haar positie opnieuw inneemt, en van daaruit weer de spil wordt van emancipatie.’ Daar laat hij wel een langgerekte ‘maar’ op volgen.
Eric Corijn. Gramsci lezen. Van klassenstrijd tot woke. 2022. Uitg. ASP Brussel. 246 pp. ISBN 978 94 6117 295 2. € 25,00.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op De Laatste Vuurtorenwachter.
Voetnoten
↑1 | Eric Corijn. Gramsci lezen. Van klassenstrijd tot woke |
---|---|
↑2 | Over Corijns denkwereld publiceerde De Laatste Vuurtorenwachter eerder al: Eric Corijn: een links abracadabra; De foute interesse van Eric CorijnenMotorhelmen en citroenen. |