Voor internationaal links is de oorlog van Poetin tegen Oekraïne begonnen zoals de Eerste Wereldoorlog en het is mogelijk dat hij ook zo zal eindigen. Vanaf de eerste dag hebben beide oorlogen geleid tot het uiteenvallen van internationaal links en de verdeling ervan in twee steeds meer uiteenlopende, tegengestelde en onverzoenlijke kampen. Al aan het begin van de oorlog schreven we dat ‘het steeds duidelijker wordt dat maart 2022 de neiging heeft om het internationale anti-liberale links even sterk of bijna even sterk te splijten als augustus 1914!’ Nu, elf maanden later, wijst alles erop dat maart 2022 voor internationaal links van de 21e eeuw inderdaad is wat augustus 1914 was voor de 20e eeuw!
En toch, terwijl bijna niemand privé het bestaan van deze splitsing betwist, zijn er maar weinigen ter linkerzijde die de moed hebben er openlijk over te spreken en nog minder die de feiten van deze historische splitsing van internationaal links serieus durven te onderzoeken. Kortom, het is duidelijk dat heel links er de voorkeur aan geeft het te verdringen in plaats van de diepe verdeeldheid onder ogen te zien…
In feite was zowel in 1914 als in 2022 de oorlog slechts de druppel die de emmer van de al bestaande verdeeldheid in de rangen van internationaal links deed overlopen. In beide gevallen, en op enkele uitzonderingen na, werd iedereen verrast door het plotselinge uiteenvallen van links en de niet minder plotselinge onthulling van de verschrikkelijke verschillen die erdoorheen liepen. Daarom zijn we nu eerst ongelovig, dan geschokt en tenslotte diep getraumatiseerd als we plotseling ontdekken dat kameraden met wie we jarenlang samen hebben gestreden, nu laten zien dat ze totaal ongevoelig zijn voor zowel het verschrikkelijke lijden dat het groot Russische imperialistische Poetinisme het Oekraïense volk oplegt, als voor de woeste onderdrukking van elke democratische en progressieve stem in Rusland door datzelfde tirannieke Poetinisme.
Ons rest nog het verhaal van Lenin, toen in ballingschap in Zwitserland, die zijn ogen niet kon geloven toen hij op 5 augustus 1914 de voorpagina van het Duitse sociaaldemocratische dagblad Vorwärts onder ogen kreeg met het bericht dat de SPD-parlementariërs voor de oorlogskredieten hadden gestemd. Hij was zo ongelovig dat hij een paar dagen lang meende dat dat nummer van Vorwärts alleen maar een vervalsing kon zijn die door de generale staf van het Duitse leger was bedacht om de vijand te misleiden. Maar toen hij er eenmaal van overtuigd was dat dit vreselijke nieuws waar was en van het verraad van zijn mentor Kautsky wiens opportunisme hem niet toestond tegen de partijbureaucraten in te gaan, aarzelde Lenin niet om twee maanden later te schrijven: ‘Van nu af aan haat en veracht ik Kautsky meer dan wie ook, met zijn verachtelijke, vuile en zelfvoldane hypocrisie’. Hoeveel beter begrijpen we hem nu…
Net zoals het gebeurde in internationaal links aan het begin van de Eerste Wereldoorlog, zochten we, eenmaal bekomen van de eerste schok, naar een verklaring voor wat ons overkwam. En door in het verleden te graven ontdekten we ‒ vrij gemakkelijk ‒ dat er uiteindelijk niets verrassends was aan de steun voor het Poetinisme door dit deel van internationaal links. Waarom? Omdat het kampisme van dit links zijn wortels heeft in de echte ideologische selectieve overeenkomsten die bestaan tussen dit links en het Poetinisme, waarmee het een visie op de wereld deelt die absoluut niets progressiefs heeft!
Inderdaad, zoals we op 1 juli 2022 schreven, ‘de aantrekkingskracht of liever de fascinatie die Poetin uitoefent op dit deel van links kan niet volledig worden verklaard als men geen rekening houdt met enkele van hun … selectieve overeenkomsten’. En we gingen verder met het opsommen van enkele van de gebreken van dit linkse deel die deze kampisten uiterst conservatief maken en daarom verenigbaar met het Poetinisme: ‘En om de dingen bij de naam te noemen, het is algemeen bekend dat ze zich altijd ‒ en vaak ogenschijnlijk ‒ hebben onthouden van alle grote sociale bewegingen van onze tijd, zoals de feministische en LHBTQ+, pro-immigranten en pro-vluchtelingen, ecologische en anti-klimaatcatastrofe bewegingen, terwijl ze zich nooit hebben onderscheiden door hun fervente steun aan mensenrechten- en minderhedenrechtenbewegingen van allerlei aard, waarbij ze vaak niet aarzelen om die zelfs een schijnvertoning en een uitvinding van … het imperialisme te noemen, iets wat ze ook zeggen over klimaatverandering!’
Al deze kenmerken van deze stroming van internationaal links zijn al heel lang bekend, maar werden nauwelijks besproken tot de grote historische gelegenheid zich voordeed om ze openlijk en agressief te uiten. Deze gelegenheid werd geboden door de oorlog van Poetin tegen Oekraïne. Net zoals het diepe conservatisme van de Duitse en Franse sociaaldemocratie, dat aan het begin van de 20e eeuw vrijwel onopgemerkt bleef zonder enige golven te veroorzaken, pas aan het licht kwam toen het moment van de waarheid aanbrak in de vorm van de stemming voor oorlogskredieten begin augustus 1914!
Maar helaas beperkt het huidige probleem zich niet tot het bestaan van deze onvoorwaardelijke aanhangers van de meester van het Kremlin. Er is ook een andere stroming van internationaal links die een probleem vormt, zij die vrede tot elke prijs voorstaan. Hoewel ze de invasie van het Russische leger in Oekraïne veroordelen, verzetten ze zich tegen de bewapening van de Oekraïners door het Westen, geleid door de NAVO en de Verenigde Staten en raden ze de Oekraïners aan zich te verzetten tegen het op één na machtigste leger ter wereld, maar dan wel… passief, aangezien dat passieve verzet op den duur veel effectiever zal zijn dan het gewapende.
Toen we enkele dagen geleden Ernest Mandel’s belangrijke tekst Marx, Engels en het probleem van de zogenaamde ‘dubbele moraal’ in het Grieks vertaalden, beseften we al snel dat de auteur niet alleen heel overtuigend argumenteerde tegen deze stroming die vrede in Oekraïne tot elke prijs verkondigt, maar dat hij dat ook deed in naam van dezelfde ethiek waarnaar degenen die zich verzetten tegen het gewapende verzet van de Oekraïners verwijzen. Laten we dus luisteren naar Ernest Mandel, wiens honderdste verjaardag in 2023 gevierd zal worden. Hij heeft belangrijke en nuttige dingen te zeggen en herinnert ons eraan dat:
Wie zich tegen radicaal geweld vanwege de heersers niet actief verzet; wie niet probeert dat geweld hier en nu uit te schakelen, die wordt objectief medeplichtig aan de (voorlopige) triomf van dat geweld, zelfs wanneer hij vooropzet, dat op lange termijn de resultaten van geweldloos verzet positiever zullen zijn. In de praktijk betekent dat, een hele generatie, zoniet opeenvolgende generaties van mensen, op te offeren aan een ideaal op lange termijn, waarvan de verwezenlijking trouwens niet verzekerd is.
Mandel vervolgt met een historisch precedent waarvan de voorstanders ‒ alweer! ‒ hetzelfde passieve verzet van de slachtoffers tegen hun imperialistische beulen voorstonden:
“Het duidelijkste voorbeeld is wel dat van het Derde Rijk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wie (zoals Gandhi) voorstelde, door passieve weerstand in de bezette gebieden de nazi-heerschappij op lange duur te ondermijnen, vergat dat intussen alle joden, zigeuners, ‘minderwaardige rassen’, marxisten, syndicalisten, humanisten, enzovoort letterlijk zouden worden uitgemoord, was bereid, tientallen miljoenen mensenlevens voor de triomf van een idee op te offeren. Voor hen geldt dus eveneens dat het doel het (onmenselijke) middel heiligt. Evenzo onzinnig was de beruchte verklaring van de Duitse sociaaldemocratische leiders tijdens de beslissende weken van de verovering van de macht door Hitler: ‘Wij willen geen algemene werkstaking en geen gewapende weerstand, want wij willen geen arbeidersbloed doen vloeien’. Maar door Hitler aan de macht te laten komen zonder een uiterste inspanning te ondernemen om dat te verhinderen, heeft men het bloed van miljoenen arbeiders doen vloeien, zeker meer dan er in een gewapende algemene werkstaking in de winter 1932-33 zou zijn vergoten.”
En Mandel besloot zijn betoog met een krachtige samenvatting:
“Er is dus geen praktische uitkomst aan dit dilemma. Geconfronteerd met terreur en geweld van de heersende klasse en staten, om hun uitbuiting, dwingelandij en heerschappij te bestendigen, hebben de uitgebuite, verdrukte en getiranniseerde mensengroepen geen andere mogelijkheid dan alle doelmatige middelen voor hun bevrijding toe te passen. Deze doelmatige middelen houden ook een bepaalde groep van middelen in, die indruisen tegen de ethische spelregels die de onderlinge verhouding tussen enkelingen normaal regelen. Wat de ethische kant van de marxistische houding tegenover groepsgeweld betreft, zo is haar uitgangspunt dat het moreel onverantwoord en onaanvaardbaar is, geweld van de slavendrijvers om de slavernij te bestendigen, te vereenzelvigen met geweld van de slaven om zich te bevrijden.”
Onze conclusie: goed gezegd kameraad Ernest…
Dit artikel stond op ESSF. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.