Een jaar geleden wilden de Franstalige liberalen Mein Kampf verbieden. Daartegen verzetten zich de drie coalitiepartners van de Belgische regering. Terecht werd gesteld dat de overheid niet het recht heeft om de historische waarheid vast te leggen. Dat is de taak van de geschiedkundigen waarvan ondersteld wordt dat ze moeite doen om de geschiedenis niet naar hun politieke hand zetten.
Maar de MR geeft het niet op. Ze pleit nu voor een kritische teksteditie van dat vieze boek. Maar de N-VA pleit er bij monde van haar fractieleider in de Kamer Peter de Roover daarentegen wel voor om de vrije meningsuiting “strenger te beknotten”. Hij mikt daarbij natuurlijk op de radicale moslims, niet op de intolerante tradities van “onze cultuur” zoals de criminele hersenspinsels van een Hitler en zijn navolgers.
In haar open brief aan Ish Ait Hamou (De Standaard van 27 jan.) schaart Open – VLD senator Ann Brusseel zich achter dit standpunt. Ze beweert daarbij dat je “iedereen op zijn ideeën mag aanspreken, maar niet de moslims”. Maar niemand verbiedt kritiek op de jihadisme – ideologie van intolerantie moslims, behalve die moslims zelf.
De idee van de vrije meningsuiting stamt uit de Verlichting. De burgerij eiste de vrijheid op om de ideeën van de heersende aristocratie en haar Kerk aan een radicale kritiek te onderwerpen. Dat idee staat nog steeds centraal in de liberale ideologie. “Het ideaal van de individuele vrijheid en emancipatie is sterker dan om het even welk doctrinair geloof” schrijft Ann Brusseel”.
Klinkt mooi, maar het is zoals andere ideeën uit de Verlichting tamelijk abstract en doctrinair. De filosoof Immanuel Kant definieerde de Verlichting als het tijdperk waarin het individu autonoom durft denken. Maar in hoeverre is dat mogelijk?
Heel wat sociale hindernissen versperren de weg naar zelfstandig denken, zowel bij de gecultiveerde rijken als bij de minder gecultiveerde armen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat heel wat mensen nonsens, leugens en demagogische voorstellen slikken. Er is individuele vrijheid voor het winstgevend ondernemerschap maar niet qua wereldbeschouwing en ideologie.
Het volk, wij allemaal, zijn soms goedgelovig en dom. Hoe los je dat probleem op? Door de openbare discussie en kritiek. Maar kan dat kan niet als de media gecontroleerd worden door belangengroepen die zich laten leiden door winstmotieven of andere particuliere belangen. En als de “mainstream – media” dan echt hun best doen worden ze als leugenachtig aan de kaak gesteld door machthebbers als Donald T. Wat geldt voor Mein Kampf (een kritische tekstuitgave) zou moeten gelden voor de opinievorming in het algemeen: een vrije, bloeiende, kritische mediawereld.
Wie censuur voorstelt, moet ook bepalen wie het recht heeft om die censuur uit te voeren. Maar daar staan electorale en andere belangen in de weg. Alweer een politiek probleem. Het onvermogen van de traditionele politici om het “domme” stemgerechtigde volk (en hun verkiezingsresultaten) te beschermen tegen de demagogie van het autoritaire populisme, leidt tot zulke paternalistische opvattingen over het volk. Het lost niets op, het versterkt het wantrouwen van het volk.
“Een kleine, slechte (sic) minderheid mag de rechten van de meerderheid niet op de helling zetten” stelt CD&V – er Servais Vanherstraeten. Een “goede minderheid” mag dat dus wel. Maar wie bepaalt wat een slechte en wat een goede minderheid is en volgens welke criteria? Toch niet de al dan niet verkozen machthebbers? Ook hier geldt het criterium van de vrije, bloeiende en kritische discussie.