De Provinciale Statenverkiezingen zijn zoals verwacht uitgelopen op een afstraffing van de regeringspartijen en op een grote overwinning van de BBB. De spreekbuis van het agriculturele grootkapitaal werd in alle provincies de grootste. De winst van de BBB (BoerBurgerBeweging) gaat vooral ten koste van andere extreemrechtse partijen als PVV (Partij Van de Vrijheid van Wilders) en FvD (Forum voor Democratie van Baudet) en van de regeringspartijen.

Hoewel de opkomst van de BBB voor een deel ten koste gaat van andere en radicalere extreemrechtse partijen, groeit het extreemrechtse kamp als geheel gewoon door. Als we de SGP meetellen – dat zich de afgelopen jaren duidelijk in het extreemrechtse kamp heeft gepositioneerd – wisten de extreemrechtse partijen gezamenlijk maar liefst 28 senaatszetels te halen – meer dan een derde van de zetels. In 2019 waren dat er nog 17 (of 19 met de SGP erbij).

In de commentaren op de verkiezingsuitslag wordt gretig gestrooid met het extreemrechtse frame dat er sprake zou zijn van een opstand van het platteland tegen de steden. Pogingen rechtsextremisme voor ‘boerenverstand’ te laten doorgaan zijn al meer dan honderd jaar oud. En het wordt meestal niet door boeren, maar juist door demagogen uit de steden gepusht. In de recente Nederlandse geschiedenis was dat de extreemrechtse propagandist Wierd Duk, die het in 2018 gebruikte om de fascistische actie van de zogenoemde ‘Blokkeerfriezen’ tegen antiracisme-activisten onderweg naar Dokkum te verheerlijken.

Alleen een oppervlakkige blik op de feiten is voldoende om aan te tonen dat er niets van dit frame klopt. De opkomst van extreemrechts was aanvankelijk juist een stedelijk en voorstedelijk verschijnsel. Rotterdam was bijvoorbeeld het bolwerk van het Fortuynisme. De winst van de BBB blijft ook niet tot het platteland beperkt. Bovendien is er op het platteland al langere tijd sprake van een verschuiving naar rechts vanaf het CDA. Eerder wist de VVD daarvan te profiteren.

De winst van de BBB is een ramp voor het klimaat en de biodiversiteit. VVD en CDA hebben zich hard gemaakt om de aanpak van de stikstofcrisis af te schuiven op de provincies, in de hoop dat die de landelijke plannen zouden blokkeren. Met deze uitslag lijkt dat te gaan lukken, al hebben ze meer hun zin gekregen dan ze hadden gehoopt. Met BBB als grootste partij is het vrijwel zeker dat stikstofmaatregelen vooruit zullen worden geschoven en dat ze uiteindelijk volledig in het belang van de agrireuzen zullen worden vormgegeven. De Provinciale Statenfracties van VVD en CDA zullen dat beleid van harte ondersteunen, daarmee het landelijke regeringsbeleid ondermijnen en de krachtsverhoudingen binnen de regering Rutte verder in het voordeel van rechts verschuiven.

FvD

Een lichtpuntje van deze verkiezingen is het verlies van FvD. Dat verlies zat er echter al jaren aan te komen. Sinds de partij in december 2020 scheurde en de neofascistische kliek rond Baudet en Jansen de partij volledig onder controle kreeg, is de electorale steun voor FvD lang niet zo groot meer als die in 2019 was. De zetels die de partij toen won was ze in de afgelopen vier jaar al bijna allemaal kwijtgeraakt door interne conflicten. De grote blijdschap bij delen van links om dit verlies doet daarom wat overdreven aan.

FvD verliest maar in geringe mate aan andere extreemrechtse partijen – zo’n 40 procent van de FvD-stemmers in 2021 stemde dit keer niet. Slechts 10 procent stemde nu op BBB. De fascisten hebben dus niet zozeer verloren omdat er een nieuwe extreemrechtse partij succesvol werd, maar omdat een fors deel van hun eerdere aanhang zich van hen heeft afgekeerd. Het lijkt erop dat dat vooral kan worden verklaard doordat de partij zijn hand heeft overspeeld. In de aanloop naar de verkiezingen ageerde FvD steeds meer tegen de BBB die deze als ‘controlled opposition’ brandmerkte. Dat leidde al tot bedreigingen aan het adres van Caroline van der Plas en tot een breuk in het brede extreemrechtse front dat vorig weekend in Den Haag de ‘grootste demonstratie ooit’ zou gaan organiseren, waardoor het fascistenprotest in het water viel.

Hoewel FvD inmiddels een angstaanjagend loyale kernaanhang heeft – die niet alleen op de partij stemt, maar ook lid is, merchandise koopt, fascistische media consumeert en soms deelneemt aan extreemrechtse straatprotesten – is die groep een kleine minderheid ten opzichte van het deel van het electoraal dat zich tot extreemrechts voelt aangetrokken. Dat bredere extreemrechtse electoraat is voorlopig niet gewonnen voor het fascisme en lijkt al helemaal geen zin te hebben in aanvallen op andere extreemrechtse partijen.

Deze situatie is echter verre van statisch. FvD heeft inmiddels een stevige basis en een fors netwerk van fascistische media achter zich. Bovendien tonen de fascisten de uiterste consequenties van de opvattingen die onder heel extreemrechts worden gedeeld. FvD is gericht op de opbouw van een buitenparlementaire fascistische beweging en kan daar gestaag aan doorbouwen. Electoraal zijn ze geen grote kracht, maar het gevaar van het fascisme is er een van de lange termijn en komt niet zozeer van hun fracties, maar juist van hun buitenparlementaire invloed.

De linkse partijen hebben het in deze verkiezingen heel slecht gedaan – al zou je anders denken als je naar de speeches van de linkse leiders keek. Links heeft maar nauwelijks weten te profiteren van de klappen die de regeringspartijen kregen. De verklaring daarvoor is simpel: de linkse partijen hebben geen serieuze oppositie gevoerd en hebben geen enkele poging gedaan om een alternatief te bieden. PvdA en GroenLinks hebben samen 15 zetels en zijn daarmee de op één na grootste fractie in de senaat. Dat toont echter vooral aan dat de fusieplannen geen substantieel positief effect hebben gehad. Dat mag ook niet verbazen: de linkse partijen verliezen al decennia door hun rechtse koers en hun ongeloofwaardige opportunisme – dat probleem los je niet op met wat andere marketing.

Dat GroenLinks en PvdA nog altijd dezelfde zijn, bleek duidelijk in het Linksom-Rechtsom debat. De VVD’ers zetten fel de aanval in, maar de linkse partijen hadden geen fundamentele antwoorden. Ze durfden de acties van XR in Den Haag niet volmondig te verdedigen. Ze hadden geen links antwoord op de hard kapitalistische argumenten van rechts – zoals Ruttes opmerking dat de huren niet verlaagd zouden moeten worden, omdat dat investeerders zou afschrikken om in betaalbare woningen te investeren. En ze durfden zélfs niet te zeggen dat deze rechtse regering weg moet: Attje Kuiken werd tot vier keer toe gevraagd of Rutte moest opstappen en wist zelfs die vraag niet bevestigend te beantwoorden.

Zelfs in een directe confrontatie met de VVD aan de vooravond van de verkiezingen wilden de ‘loyale oppositiepartijen’ vooral constructief overkomen. Zij zijn niet bezig met oppositie voeren, maar hopen vooral dat zij Rutte straks voor wat wisselgeld aan meerderheden mogen blijven helpen. Sigrid Kaag was bij Nieuwsuur onbedoeld vernietigend over deze lakeienopstelling: ‘Ik ken PvdA en GroenLinks, tot nu toe stemmen ze ongeveer voor alles wat het kabinet voorstelt – met wat amendering – en volgens mij gaan ze dat na 16 maart ook doen.’ Dat klopt. Het verschil is wel dat Rutte nu ook bij BBB kan aankloppen, waardoor deze koehandel de linkse partijen minder zal opleveren dan voorheen.

Beter nieuws is dat de Partij van de Dieren een zetel heeft gewonnen. Die partij is nogal liberaal en kleinburgerlijk in haar algemene wereldbeeld, maar is ontegenzeggelijk groen en principieel. De partij durfde als enige linkse partij direct tegen BBB in te gaan. Daarin stelden ze de belangen van boeren en die van de natuur vaak ten onrechte tegenover elkaar – zoals met de weinig tactische leus ‘Geen bijen geen voedsel’ – maar lef en principes werden beloond en dat is goed nieuws.

Waar is de bodem?

Het lijkt erop dat veel linkse stemmers niet zozeer uit enthousiasme voor de linkse partijen, maar vooral uit afschuw van rechts en extreemrechts op linkse partijen hebben gestemd. Dat wordt op een negatieve manier duidelijk uit de verkiezingsnederlaag die de SP wist te boeken. Dit was de vijfde verkiezingsnederlaag onder Lilian Marijnissen. Sinds 2015 heeft de SP alleen maar verloren. Zelfs in Oss – misschien het laatste SP-bastion – eindigde de partij na BBB en VVD.

De partij reageerde met de gebruikelijke struisvogelreflex – de winst van ‘protestpartij’ BBB was ‘een dikke middelvinger naar de gevestigde orde’. Dat die middelvinger van extreemrechts en niet van links komt – zelfs van een partij die de belangen van de agrireuzen centraal stelt – maakt de SP kennelijk niet eens meer uit. Deze laatste nederlaag zal niet leiden tot het vertrek van Marijnissen, noch tot enige reflectie. De interne democratie in de SP is feitelijk afgeschaft en de leidende kliek heeft geen andere ideeën dan verstand op nul en ‘wij gaan door!’.

De SP zal een keer de bodem bereiken, maar de partij heeft – afgezet tegen de andere linkse partijen – een opvallend vermogen om steeds maar te blijven verliezen. Andere linkse partijen behouden een mate van aantrekkelijkheid voor linkse mensen die met tegenzin op een linkse partij stemmen om erger te voorkomen. De SP is in dat opzicht veel minder geloofwaardig. De partij flirt steeds openlijker met extreemrechts, voerde een racistische campagne tegen arbeidsmigranten en liet Tweede Kamerlid Mahir Alkaya aanschuiven bij het fascistische complotkanaal BLCKBX.

Het effect daarvan is dat de SP als enige linkse partij substantieel stemmen aan extreemrechts verloor. Van de mensen die in 2021 nog SP stemden, ging maar liefst 21 procent nu naar BBB. Slechts 33 procent stemde opnieuw SP. Andersom wist de partij geen stemmen van extreemrechts voor zich te winnen – de extreemrechtse kiezer heeft immers keuze genoeg.

Media

Dat BBB zo groot is geworden, wordt door veel commentatoren verklaard door te wijzen op de rol van de media die de boerenpartij in de afgelopen jaren onophoudelijk het podium boden. Vooral talkshows maken er een gewoonte van om uit sensatiezucht allerlei abjecte figuren een podium te geven. Dat was eerder het geval met Thierry Baudet, maar ook met Willem Engel en de fascistische commentator Raisa Blommestijn die tijdens de coronacrisis regelmatig bij Jinek werd uitgenodigd om het ‘frisse andere geluid’ te verkondigen.

Maar het is veel te eenzijdig om de media alleen de schuld te geven van de opkomst van BBB. VVD en CDA hebben de basis gelegd voor de huidige stikstofcrisis door te proberen de milieurichtlijnen te omzeilen en sindsdien oppositie te voeren tegen de stikstofplannen van de regering toen er toch iets moest worden gedaan. Dat gaf voeding aan de boerenprotesten die een steeds duidelijker extreemrechts karakter kregen en waar BBB de belangrijkste politieke vertegenwoordiger werd. BBB had daarom een maatschappelijke beweging achter zich, die gesteund wordt door het agriculturele grootkapitaal en groepen als Agrifacts, die zijn opgezet om de belangen van die bedrijven te behartigen.

Tot slot ontbrak het aan een geloofwaardige linkse oppositie. De linkse politieke partijen hebben niets gedaan om een linkse tegenbeweging te organiseren. En ook van een linkse parlementaire oppositie was maar nauwelijks sprake. Het feit dat de boerenbeweging en de BBB het de regering wel moeilijk wist te maken, maakt dat zij door veel mensen ten onrechte als een alternatief voor de neoliberale status quo werden gezien – terwijl de protesten nu juist bedoeld zijn om die status quo te beschermen.

Wensdenken

Net als na de verkiezingsoverwinning van FvD vier jaar geleden, wringen liberalen zich in allerlei bochten om zichzelf gerust te kunnen stellen. Een variant daarvan is dat BBB weldra zal imploderen, zoals FvD na 2019 ook snel in de problemen kwam. Daarvoor is vooralsnog geen enkele aanwijzing en bovendien ziet dat het fundamentele verschillen tussen FvD en BBB over het hoofd.

FvD kwam in de problemen, omdat de leiding van die partij een neofascistisch project nastreeft, terwijl een groot deel van de partij daar niet voor gewonnen was en het ook niet begreep. De zelfbewuste fascisten binnen FvD vormden aanvankelijk een kleine groep, die probeerde de rest van de partij beetje bij beetje naar rechts te duwen. Voor de Provinciale Staten van 2019 had de partij allerlei kandidaten nodig die ze niet achter de hand had en dus moest werven. Eenmaal verkozen werden deze leden geconfronteerd met de steeds explicietere fascistische uitspattingen van de leider, wat zowel hun verhouding met andere partijen als met de landelijke partij onder druk zette. Dat leidde ertoe dat bijna alle FvD-Statenleden vroeg of laat opstapten.

BBB zit heel anders in elkaar. Ook die partij is snel gegroeid en heeft veel nieuwe mensen nodig. Hoewel BBB met allerlei extreemrechtse ideeën flirt – zoals de ‘omvolkingstheorie’ en complotten omtrent het World Economic Forum – en onmiskenbaar opportunistisch en populistisch is, is de missie van de partij helder voor de eigen leden. Verschillende oud-VVD- en oud-CDA-politici zijn nu voor BBB actief. Bovendien heeft BBB het machtige en ervaren netwerk van de agrireuzen achter zich, dat nieuwe kandidaten inhoudelijk kan ondersteunen met pasklare argumenten en al dan niet gemanipuleerd cijfermateriaal. We zullen vast allerlei amateurisme zien van BBB-bestuurders en -Statenleden, maar concrete aanwijzingen van een op handen zijnde implosie zijn er vooralsnog totaal niet. Het feit dat de ineenstorting al vol overtuiging wordt voorspeld voordat de nieuwe Statenleden überhaupt zijn geïnstalleerd, bewijst dat die uitsluitend op wensdenken is gebaseerd.

Conclusie

Deze verkiezingen waren opnieuw slecht nieuws voor links. De regering Rutte kan vrolijk doorregeren en kan in de senaat zowel over rechts als over links meerderheden vinden. De positie van de VVD is in het kabinet versterkt. Dat de VVD het regeringsbeleid steeds slim naar zijn hand heeft weten te zetten is een belangrijke verklaring voor het feit dat die partij veel minder hard wordt afgestraft dan andere regeringspartijen. Het ligt dus in de lijn der verwachting dat de VVD die sterkere positie verder zal uitbuiten. De versterking van extreemrechts helpt daarbij.

Het stikstofbeleid zal verder vooruit worden geschoven en uiteindelijk waarschijnlijk nog meer in het belang van de grote agribedrijven worden uitgewerkt. Dat zal nog tot een fors conflict leiden, omdat BBB vastbesloten is om te breken met de EU-regels over stikstof en natuurbescherming, terwijl dat voor de regeringspartijen waarschijnlijk onbespreekbaar is.

De linkse oppositie lijkt de komende periode nog minder een rol van betekenis te spelen. GroenLinks en PvdA richten zich volledig op de parlementaire koehandel. Dat zal nog minder opleveren dan voorheen. Dat vergroot het belang van buitenparlementair links: in het bijzonder de klimaatbeweging en de vakbeweging die laten zien dat overwinningen wel degelijk mogelijk zijn als we ervoor vechten.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.