Dichter Itzik Fefer (links), in betere tijden, met Paul Robeson en acteur Solomon Milhoels (rechts), in het Sovjetconsulaat in Montreal, 1943.
Fefer en Mihoels worden later beiden slachtoffers van het stalinisme. Paul Robeson zwijgt.

’t Is toeval. In de memoires (1)Solomon Volkov, Testimony. The Memoirs of Dmitri Shostakovich. 238 p. Faber & Faber Ltd, London. 1981. © Solomon Volkov 1979. van Dimitri Sjostakovitsj lees ik een passage over Paul Robeson. Diezelfde dag post Jan Dumolyn op Facebook de link naar een geluidsopname van de man. Hij noemt Robeson ‘activist, communist, vrijdenker…’ Eddy Decreton post een reactie: ‘en verder nog acteur, jurist… Een der veelzijdigste en getalenteerde mensen aller tijden en gaf zijn steun aan de Lincoln Brigade tijdens de Spaanse burgeroorlog, maar protesteerde in de USSR ook live tegen discriminatie van joden (…)’ Over dat laatste heeft Sjostakovitsj iets te zeggen:

“Juist toen, in 1949, werd de joodse dichter Itsik Fefer gearresteerd op Stalins orders. Paul Robeson was in Moskou en te midden van al de banketten en bals, herinnerde hij zich een vriend, genaamd Itsik. Waar is Itsik? ‘Je zult je Itsik hebben’ besliste Stalin en haalde zijn gebruikelijke truc uit.

Itsik Fefer nodigde Paul Robeson uit om met hem te dineren in het chicste restaurant van Moskou. Toen Robeson arriveerde werd hij naar een privévertrek van het restaurant gebracht, waar de tafel gezet was met drankjes en weelderige snacks. Fefer zat aan tafel met verschillende onbekenden. Fefer was mager en bleek en zei weinig. Maar Robeson at en dronk goed en zag zijn oude vriend.

Na hun vriendschappelijk diner brachten de Robeson onbekende mannen Fefer weer naar de gevangenis, waar hij spoedig stierf. Robeson keerde terug naar Amerika waar hij iedereen zei dat de geruchten over Fefers arrestatie en dood nonsens en laster waren. Hij had persoonlijk met Fefer gedronken.”

Sjostakovitsj gaat nog een tijdje door over de kwestie, zeggend dat Robeson, net als zoveel andere Westerse intellectuelen, in de USSR alleen maar zagen we ze graag wilden zien:

“De mentaliteit van de kip. Wanneer een kip pikt, ziet die alleen maar het graantje en niets anders. En zo pikt hij graantje na graantje, tot de boer zijn nek breekt. Stalin kende de mentaliteit van zijn kippen beter dan wie ook, hij wist hoe hij met kippen om moest gaan. En ze aten alle uit zijn hand.”

Ik wil er meer over weten en dit is wat Wikipedia schrijft:

“In juni 1949, bezocht Robeson de Sovjet-Unie voor een optreden op de 150e geboortedag van Alexandr Poesjkin. (…) Er waren geruchten dat (…) Fefer ook slachtoffer was. Daarom verzocht Robeson om een ontmoeting met zijn oude vriend; hem werd gezegd te wachten omdat deze op vakantie in de Krim was. Intussen werd Fefer uit de gevangenis gehaald, werd een aantal dagen goed verzorgd om aan te sterken en daarna naar een afgeluisterde kamer gebracht om Robeson te ontmoeten. Hij zou met gebaren duidelijk hebben gemaakt dat hij gevaar liep en dat Robeson, terug in Amerika, er bekendheid aan moest geven om de gearresteerden te redden. Robeson heeft de details van de ontmoeting echter geheimgehouden tot zijn dood. Hij wilde de reputatie van de door hem gerespecteerde Sovjet-Unie niet beschadigen.”

’t Internet leert me dat er veel over de kwestie geschreven is. Wie ’t Engels beheerst kan bijvoorbeeld dit Engelstalige essay lezen. Ik vertaal er ’t het slot van:

“Ook al koesterde hij privé twijfels over het Sovjet Project (zoals onder meer zijn zoon later volhield), nooit stond hij openlijke kritiek toe op de USSR — het land van het grote experiment dat aan Paul Robesons tragische liefde voor Rusland hoop en waardigheid bezorgde — hoewel het ook de levens verwoestte van miljoenen onschuldigen, onder wie enkele van zijn beste vrienden. Hier ligt de tragedie van Paul Robeson, een groot man en kunstenaar wiens wanhoop over de vernederingen van zwarte Amerikaanse burgers en de slachtoffers van het imperialisme, gecombineerd met zijn diepe genegenheid voor de Russische en Joodse cultuur, hem voor een martelend moreel dilemma plaatste, waarin hij uiteindelijk niet slaagde om het op te lossen.”

Voetnoten

Voetnoten
1 Solomon Volkov, Testimony. The Memoirs of Dmitri Shostakovich. 238 p. Faber & Faber Ltd, London. 1981. © Solomon Volkov 1979.