Door Peyman Jafari
Al verscheidene dagen wordt in Iran massaal op straat gekomen tegen de politiek van het regime. Intussen kwamen hierbij ook al minstens 12 demonstranten om. We publiceren hieronder enkele eerste bedenkingen over de protesten van de hand van Peyman Jafari, een Iraans – Nederlands politicoloog en activist. Hij is onder meer auteur van Het andere Iran: van de revolutie tot vandaag.
20 punten over de protesten in Iran
1) De protesten in Iran zijn een uitdrukking van opgekropte frustratie en woede over de sociaal – economische problemen, corruptie maar ook het autoritaire politieke systeem als geheel. Aanzet werd op 27 december in Mahshad gegeven door hardliners die Rouhani’s regering willen ondermijnen.
2) Afgelopen dagen zijn de protesten naar kleine en grote steden verspreid. De geografische reikwijdte is groter dan tijdens de ‘groene’ protesten in 2009, maar in aantallen (voorlopig) kleiner. Het aandeel van mensen uit de arbeidersklasse en verarmde middenklasse lijkt nu groter te zijn.
3) De demonstraties bouwen voort op de protesten van afgelopen maanden: buschauffeurs, leraren, de Haft Tapeh arbeiders, de gedupeerden van failliete financiële instellingen. Onder Rouhani is de ruimte voor protest toegenomen.
4) Rouhani’s begroting is ook een trigger geweest. Daarin gaf hij meer openheid over het grote geld dat sommige aan geestelijken gelieerde instellingen krijgen om zo de conservatieven onder druk te zetten, maar hij kondigde ook een verhoging van de benzineprijs aan.
5) Dit soort protesten zijn niet nieuw. In 1992 (Mashhad) en in 1995 (Islamshahr/Tehran) waren er grote opstanden toen president Rafsanjani een draai richting meer vrije markt maakte en de inflatie naar meer dan 40% steeg. Ook onder Ahmadinejad waren er protesten tegen bijvoorbeeld de verhoging van de benzineprijs.
6) Nieuw zijn de omvang van de radicale leuzen. Niet alleen corruptie, hoge prijzen en werkloosheid worden aangevallen. Sommigen roepen ook ‘dood aan Rouhani’, ‘dood aan Khamenei’, ‘dood aan de dictator’ en eisen het vertrek van de geestelijken uit de politiek.
7) Maar de soms tegenstrijdige leuzen geven ook aan dat de protesten verenigd zijn in wat ze niet willen in plaats van wat ze willen. Door gebrek aan gezamenlijke visie, leiding, alternatief zullen de protesten vooral als uitlaatklep fungeren, maar ze zullen zeker de druk op autoriteiten vergroten.
8) Sommigen willen democratie, anderen willen de monarchie terug en prijzen vroegere de dictator Reza Shah. Sommigen willen gelijke rechten, andere roepen racistische leuzen als ‘We zijn Ariërs, we aanbidden geen Arabieren.’ Een symptoom van de hardnekkige rechts – nationalistische ideeën.
9) Er staan ook kapers op de kust: Trump en Netanyahu en Koning Salman spreken met grote woorden hun steun uit voor de protesten. Dit is misselijkmakend hypocriet.
10) De sancties en oorlogsdreigementen tegen Iran zijn mede verantwoordelijk voor de ellende van de bevolking. Hun actieve steun aan de onderdrukking van Palestijnen en protesten in Arabische landen laat zien dat ze hun eigen imperialistische belangen dienen en niet de rechten van Iraniërs.
11) Bovendien is de steun vanuit Washington, Tel Aviv en Riyadh contraproductief omdat de Iraanse autoriteiten de protesten als manipulaties vanuit het buitenland kunnen presenteren.
12) De Iraanse protesten leiden ook tot voorbarige en onjuiste interpretaties.
13) Deze protesten zijn een aardschok voor de Iraanse autoriteiten, maar dit betekent niet dat het systeem op het punt staat om te vallen. Wishful thinking is geen goede substituut voor analyse.
14) Iran is net als elk land complex, maar veel mensen hanteren een speciale lens als het op Iran aankomt. Alleen al in het afgelopen jaar hebben we veel massalere, langdurigere en radicalere protesten gezien in bijvoorbeeld Argentinië, Venezuela, Mexico en Brazilië zonder dat het regime instortte.
15) De protesten in Iran reflecteren de woede van velen over de sociaal – economische en politieke problemen. Maar niet iedereen in de protesten, laat staan in de bevolking als geheel, wil of is bereid om meteen het systeem omver te werpen. Radicale leuzen zijn geen indicator.
16) Veel mensen zijn teleurgesteld in de hervormers en gematigden zoals Rouhani omdat ze weinig verandering zien. Maar het is voorbarig om te denken dat meerderheid van de bevolking het streven naar hervorming tout court afwijst en inruilt voor revolutionaire perspectieven.
17) Ook in 2009 dachten velen dat het systeem ging vallen maar het politieke systeem in Iran heeft sterke elementen van repressie en manieren om woede en druk van onderop te kanaliseren, concessies te doen en zich aan te passen.
18) Je ziet daarom dat veel conservatieve hardliners op de golven van de protesten proberen mee te liften door de economische politiek van Rouhani aan te vallen. En sommige hervormers zeggen dat het recht op protest geïnstitutionaliseerd moet worden.
19) Mijn inschatting is dat de protesten op korte termijn de druk van onderop vergroten. Dit zal leiden tot repressie maar ook concessies. Ze laten ook zien dat velen voorbij hervormers en de conservatieven zijn en echte veranderingen willen – ook op politiek vlak – maar dat rol van beide nog niet is uitgespeeld.
20) Onder de hervormers zal de roep om a) te breken met het neoliberalisme van Rouhani en b) deel te nemen aan buitenparlementaire activiteiten luider kunnen worden. Linkse activisten moeten met hun eigen leuzen de reformisten buiten de regering in die richtingen duwen.
20) De geschiedenis laat zien dat protesten een eigen dynamiek kunnen hebben. Ze kunnen groeien, radicaliseren en tot revoluties leiden. Maar diezelfde geschiedenis laat ook zien dat ze kunnen eindigen in repressie of concessie. De indicatoren van de Iraanse samenleving en staat wijzen eerder op de tweede ontwikkeling.