Donald Trump vertegenwoordigt een vorm van politiek die de politieke realiteit in de Verenigde Staten krachtig heeft veranderd, een vorm van politiek die door sommigen Trumpisme wordt genoemd. Dat label helpt ons te begrijpen dat wat er ook met Donald Trump gebeurt – of hij uiteindelijk naar de gevangenis gaat, opnieuw president wordt, of nog een decennium leeft of morgen sterft – het Trumpisme nog lang bij ons zal zijn. Voordat we het Trumpisme onderzoeken, moeten we even stilstaan bij de persoon met wiens naam dit ‘isme’ wordt geïdentificeerd.
Een benadering hierbij zou kunnen zijn dat we ons een weg banen door het alfabet. Beginnend met de letter ‘a’ – en afgezien van grove en beledigende scheldwoorden – komen we bij het woord ‘arrogant’, dat zeker past, hoewel die kwaliteit helaas niet uniek is voor Trump.
De kwaliteiten van Donald Trump omvatten eigenschappen als onverdraagzaamheid, bullebak- en opscheppersgedrag. Zijn onverdraagzaamheid weerspiegelt diepe stromingen in de cultuur, de houding en de psychologische make-up van miljoenen mensen in de Verenigde Staten. Hij heeft laten zien dat hij, als het hem uitkomt, een intimiderende houding en toon kan aannemen, waardoor hij velen tot onderwerping kan dwingen – sommigen intimideert hij, anderen verrukt hij.
Het opscheppen neemt vele vormen aan: een ‘doorzetter’ die dwangmatig zijn prestaties benadrukt maar ook beweert verder te zijn gegaan en meer te hebben bereikt dan in werkelijkheid het geval is; een man die zijn onwetendheid verheerlijkt (‘Ik lees geen boeken!’) terwijl hij beweert veel meer te weten dan hij weet; iemand die de achting overdrijft waarin mensen hem zien en de eer opstrijkt van andermans prestaties. Men zou een vierde eigenschap moeten toevoegen: miljardair, die glans, middelen en autoriteit toevoegt aan alles wat betrokken is bij de narcistische zelfconstructie van de persoon die Donald Trump is.
We kunnen opmerken dat Trump bij uitstek, en heel trots, een kapitalist is, met zijn vierendertig veroordelingen voor misdrijven waardoor velen hem als een oplichter bestempelen.
Trump en Trumpisme
Veel mensen houden vol dat hij een fascist is. Anderen vragen zich af of hij consequent en coherent genoeg is om de rol van een Mussolini of een Hitler te spelen, en vinden de term niet bruikbaar. Sommigen voegen eraan toe dat de term ‘fascist’ grotendeels nietszeggend is geworden – een belediging voor ideeën en praktijken en mensen die we onderdrukkend vinden. Trump zelf gebruikt het woord fascist (samen met woorden als ‘marxisten’, ‘communisten’, ’terroristen’ en ‘zeer slechte mensen’) om vijanden aan te klagen die op de loer liggen in de rechtszaal, in de mainstream nieuwsmedia, in de regering en in de Democratische Partij.
Hoe gedisciplineerd en doelgericht is Trump als politiek leider? Een vergelijking met een Churchill of een Reagan, laat staan met een Mussolini of een Hitler, valt nauwelijks gunstig voor hem uit. ‘In het voorjaar van 2020,’ aldus Maggie Haberman (New York Times), ‘was het voor veel van zijn topadviseurs duidelijk geworden dat Trumps impuls om bestaande systemen te ondermijnen en instellingen om te buigen voor zijn doeleinden, gepaard ging met grillig gedrag en woedeaanvallen waardoor anderen bijna elk uur van de dag moesten proberen hem op het rechte pad te houden.'(1)Maggie Haberman, Confidence Man: The Making of Donald Trump and the Breaking of America (New York: Penguin Books, 2022), p. 429.
Kijken naar de ervaring van Steve Bannon is leerzaam. Hij is een van de meest doelgerichte extreemrechtse ideologen en diende als centrale adviseur in de beginfase van de regering-Trump. Volgens Michael Wolff:
Een deel van de autoriteit van Bannon in het nieuwe Witte Huis was als bewaarder van de Trump-beloften, nauwgezet bijgehouden op het witte bord in zijn kantoor. Sommige van die beloften herinnerde Trump zich enthousiast, andere herinnerde hij zich nauwelijks, maar hij accepteerde graag dat hij ze gezegd had. Bannon trad op als discipel en promoveerde Trump tot goeroe – of ondoorgrondelijke God.(2) Michael Wolff, Fire and Fury: Inside the Trump White House (New York: Henry Holt and Co., 2018), p. 115-116.
Na verloop van tijd zou Bannon geïrriteerd en gedesillusioneerd raken. Hij realiseerde zich dat de details van de rechtse ‘populistische’ agenda die hij voor ogen had ‘volledig ondergeschikt waren aan de onoplettendheid en wilde stemmingswisselingen van Trump’. Trump, zo had Bannon lang geleden geleerd, ‘geeft geen fuck om de agenda – hij weet niet wat de agenda is.'(3)Michael Wolff, Siege: Trump Under Fire (New York: Henry Holt and Co., 2019), p. 29.
Treffend zijn de verslagen van Trumps zogenaamde persconferentie van 31 mei 2024, na zijn veroordeling. Verre van een uitdagend rechts of fascistisch klaroengeschal, ‘was het een soort gezwoeg,’ volgens A.O. Scott van de New York Times. Scott voegt eraan toe: ‘Mr. Trump is nooit een ordelijke redenaar of een methodische opbouwer van argumenten geweest; hij raffelt en improviseert, associeert en herhaalt zichzelf, afdwalend van welk script dan ook.’ Scott rapporteert dat ‘zijn manier van doen ingetogen was’ en ‘merkwaardig vlak: een herhaling van het proces, met een paar gebaren naar de grotere politieke belangen’.
Rex Huppke van USA Today was minder liefelijk en beschreef het als ‘een ratelende, onsamenhangende puinhoop‘, waarin Trump beweerde dat getuigen in zijn rechtszaak ‘letterlijk aan het kruis genageld‘ waren, dat president Joe Biden wil ‘voorkomen dat je auto’s krijgt‘ en dat de rechter die hem op 11 juli zal veroordelen ‘echt een duivel is‘. En Hafiz Rashid van de New Republic: ‘Soms waren zijn woorden moeilijk te volgen, omdat de eerste veroordeelde ex-president van de hak op de tak sprong met zinnen zonder duidelijk einde.'(4)A.O. Scott, ‘What Donald Trump Didn’t Say After His Trial,’ New York Times, 1 juni 2014,; Rex Huppke, ‘Guilty Trump’s Press Conference Was a Disaster,’ USA Today, 31 mei 2024, ; Hafiz Rashid, ‘Trump Loses It Like Never Before in Wildly Incoherent Press Conference,’ The New Republic, 31 mei 2024,. Voor de volledige persconferentie, zie: ‘Former President Trump Conference Following Guilty Verdict,’ C-Span, 31 mei 2024.
Maar wat we Trumpisme kunnen noemen overstijgt de persoonlijke beperkingen en disfunctionaliteit van dit ouder wordende individu. Drie wezenlijk elementen houden deze brede entiteit die we Trumpisme noemen bij elkaar.
Eén element is gewapend en gevaarlijk: de krachten die het Capitool bestormden op 6 januari 2021. Hieronder de Proud Boys, de Oath Keepers, sommige van de militantere componenten van de Tea Party-beweging, hedendaagse aanhangers van de oude Zuidelijke Confederatie, verschillende Nazi en witte supremacistische groepen. Generaal Mark Milley, toenmalig voorzitter van de Joint Chiefs of Staff, somde de groepen op in een notitieboekje van januari 2021, met de opmerking: ‘Grote bedreiging: binnenlands terrorisme’.
Volgens Bob Woodward en Robert Costa van de Washington Post: ‘Sommigen waren de nieuwe bruinhemden, een Amerikaanse versie van de paramilitaire vleugel van de Nazipartij die Hitler steunde, concludeerde Milley. Het was een geplande revolutie. Steve Bannons visie kwam tot leven. Alles neerhalen, opblazen, verbranden en aan de macht komen.’ Deze eens gemarginaliseerde elementen waren in de politieke hoofdstroom gekomen en aanzienlijk gegroeid, met de actieve aanmoediging van Donald Trump en anderen rondom hem. Maar dit sluwe, gierige, diep beperkte individu en zijn acolieten waren nauwelijks in staat om hen in bedwang te houden.(5)Bob Woodward en Robert Costa, Peril (New York: Simon and Schuster, 2021), pp. 273-274; Matt Prince, ‘What is President Trump’s Relationship with Far-Right and White Supremacist Groups?,’ Los Angeles Times, 30 september 2020,; Aram Roston, ‘The Proud Boys Are Back: How the Far-Right is Rebuilding to Rally Behind Trump,’ Reuters, 3 juni 2024.
Een tweede wezenlijk element van het Trumpisme is te vinden in een heel ander cluster van conservatieve entiteiten en individuen in Project 2025 van de Heritage Foundation: The Presidential Transition Project. De Heritage Foundation werd opgericht in de jaren 1970 en is sinds het presidentschap van Ronald Reagan een centrum voor conservatieve academici, intellectuelen en beleidsmakers. De nieuwste uitgave is een boek van 900 pagina’s, Mandate for Leadership: The Conservative Promise, bedoeld als leidraad voor beleidsvorming voor een tweede regering-Trump.
‘Dit boek is het product van meer dan 400 wetenschappers en beleidsexperts uit de conservatieve beweging en uit het hele land. Onder de bijdragers bevinden zich voormalige gekozen functionarissen, wereldberoemde economen en leden van vier regeringen. Deze agenda is opgesteld door en voor conservatieven die op dag één van de volgende regering klaar zullen staan om ons land van de rand van de afgrond te redden.’ Het is vermeldenswaard dat Trump absoluut niet het middelpunt van dit document is – er wordt eerder verwezen naar ‘de volgende conservatieve president.’ Trump wordt vaak en met veel respect genoemd, maar de Heritage Foundation, haar medewerkers en haar programma worden gezien als entiteiten die dit individu overstijgen.(6)Spencer Chretien, ‘Project 2025,’ The Heritage Foundation, 31 januari 2023; Project 2025 – The Presidential Transition Project: Policy Agenda, inclusief de tekst van Paul Dans en Steven Groves, red., Mandate for Leadership: The Conservative Promise. Voor kritische evaluaties, zie: E. Fletcher McClellan, ‘A Primer on the Chilling Far-Right Project 2025 Plan for 2nd Trump Presidency,’ Lancasteronline, 3 juni 2024,; Global Project Against Hate and Extremism, ‘Project 2025: The Far-Right Playbook for American Extremism’. Het citaat waarin wordt beschreven wie het document Project 2025 heeft samengesteld, staat in Mandate for Leadership: The Conservative Promise, pp. 2-3.
(Ook vermeldenswaard zijn Een paar vreemde rimpels in Conservative Promise, waaronder een schijnbare overschatting van ‘links’, gecombineerd met een schijnbaar lenen van linkse ideeën – te bespreken in het laatste deel van deze analyse).
Het derde essentiële element van het Trumpisme is de huidige Republikeinse Partij. Vooraanstaande figuren en medewerkers van die partij – zoals het geval was met de conservatieve mainstream als geheel – begonnen niet als Trump-aanhangers. Een goed geïnformeerde Republikeinse medewerker, Tim Miller, beschrijft wat er gebeurde:
Toen de Trump-problemen begonnen, was er niemand in onze gelederen die ooit zou hebben gezegd dat ze aan zijn kant stonden. Als persoon vonden we hem ongemanierd, afstotend en de ‘publieke zaak’ onwaardig.(…) We namen hem niet serieus. … En we zouden nog niet dood gevonden willen worden met zo’n opzichtige rode baseballpet. Maar, eerst geleidelijk en toen plotseling, besloten we bijna allemaal om mee te doen. Dezelfde mensen die Donald Trump in hun privéleven afbrandden als een incompetente bedreiging, serveerden zijn ranzige onzin in het openbaar als dat goed uitkwam. Ze bleven dat doen, zelfs nadat de door hem opgeroepen menigte de partij, onze idealen en de zalen van het Capitool bevuilde met hun stront.(7)Tim Miller, Why We Did It: A Travelogue from the Republican Road to Hell (New York: Harper, 2022), p. xii.
Miller biedt een insidersblik op een verschrikkelijk cynisme van de leiding van de Republikeinse Partij, dat heeft bijgedragen aan de triomf van Trump in haar gelederen. De Republikeinse heersende klasse zag de politieke arena als ‘een groot spel’ waarmee ze – door te winnen – ‘zichzelf de status van ‘gedienstig aan de publieke zaak’ verleenden, en de benarde situatie verwierp van degenen die we manipuleerden, terwijl ze zich steeds meer op hun gemak voelden bij het gebruik van tactieken die hen ophitsten en tegen hun medemens keerden’.
Miller en andere medewerkers ‘brachten argumenten naar voren die niemand van ons geloofde’ en ‘zorgden ervoor dat mensen zich gekrenkt voelden over zaken die we niet van plan of in staat waren op te lossen.’ Hij geeft toe dat er vaak een stil en niet erkend racisme werd gebruikt. En ‘die tactieken werden ook ongecontroleerd versterkt door een rechts media-ecosysteem waar we mee samenwerkten en dat zijn eigen snode bedoelingen had: clicks en meningen binnenhalen door woede uit te lokken, zonder enige intentie iets waardevols toe te voegen aan het leven van gewone mensen.’ Miller concludeert:
Had het een verrassing moeten zijn dat een charlatan die tientallen jarenlang de massa’s had misleid om mee te doen aan zijn piramidespelen en zijn waardeloze producten te kopen, zou uitblinken in zo’n omgeving? Iemand die een eigen mediaplatform had en een reptieleninstinct voor manipulatie? Iemand die niet aarzelde om het stille deel hardop te zeggen?(8)Miller, p. xx.
‘Donald Trump kan niet alleen slagen,’ mijmerde Liz Cheney. ‘Hij is afhankelijk van medeplichtigen en medewerkers.’ Cheney, een levenslange conservatieve Republikein en voormalig Congreslid uit Wyoming die zich – hardnekkiger dan de meesten – verzette tegen de pogingen van Trump om de Republikeinse Partij te pesten om hem te steunen, eindigde met te betreuren dat ‘we nu geleerd hebben dat de meeste Republikeinen die momenteel in het Congres zitten zullen doen wat Donald Trump vraagt, ongeacht wat het is. … Ik moet helaas zeggen dat Amerika niet langer kan rekenen op een lichaam van gekozen Republikeinen om onze Republiek te beschermen.'(9)Liz Cheney, Oath and Honor: A Memoir and a Warning (New York: Little Brown and Co., 2023), pp. 2, 366.
Tim Miller identificeert psychologische redenen hiervoor bij het bespreken van een van zijn vrienden. ‘Caroline is meegezogen door de sekte,’ concludeert hij. ‘Ze is geobsedeerd door Trump en aanbidt hem, hoe onaangenaam dat ook mag lijken.’ Hij ziet hier een heel duistere dimensie in: ‘Ze is de masochistische volgeling die een dwang voelt om getest, misbruikt en gedwongen te worden om te bewijzen dat ze de liefde van de leider keer op keer verdient.'(10)Miller, p. 245.
Adam Kinzinger, voormalig Republikeins Congreslid uit Illinois, denkt na over de psychologie van sommige van zijn collega’s, waarbij hij het volgende opmerkt: ‘Meer dan bang zijn voor de dood, zijn ze bang om uit een stam geschopt te worden en zijn ze bang om hun identiteit te verliezen.’ De stam is de Republikeinse Partij en wat de identiteit betreft: ‘Je gaat je identiteit als lid van het Congres verliezen.'(Voormalig volksvertegenwoordiger Kinzinger denkt na over de Republikeinse Partij en de toekomst van de democratie in Renegade, (interview met Geoff Bennett), PBS News Hour, 1 nov. 2023. ()) Volgens Liz Cheney: ‘De liefde voor macht is zo sterk dat mannen en vrouwen die ooit redelijk en verantwoordelijk leken, plotseling bereid waren om hun eed aan de grondwet te schenden uit politiek opportunisme en loyaliteit aan Donald Trump.'(11)Cheney, p. 2.
Natuurlijk heeft de Republikeinse Partij een lange en complexe geschiedenis. Net als in het geval van de andere essentiële elementen van het Trumpisme, is het niet met Trump begonnen en zal het ook niet met hem eindigen. Het is zijn verdienste dat hij een belangrijke rol heeft gespeeld in het samenbrengen van die elementen – maar wat er ook gebeurt met Trump, het grotere fenomeen van Trumpisme zal nog wel een tijdje bij ons blijven.
Fascisme in het verleden … en fascisme in de maak
Nog één ding. We hebben te maken met een wereldwijd fenomeen dat door veel verschillende waarnemers is opgemerkt – waarbij machtige bewegingen en soms regeringen in een groot aantal landen betrokken zijn (Argentinië, Brazilië, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, India, Italië, Rusland, Turkije, de Verenigde Staten en meer). Een combinatie van termen beschrijft wat er gebeurt: rechts populisme, autoritair xenofoob ultranationalisme, enzovoort. Dat geeft de complexe inhoud ervan aan. Soms wordt het woord ‘fascisme’ gebruikt, maar de term quasi-fascisme lijkt toepasselijker. Het voorvoegsel quasi- betekent ‘lijken op’ en ‘sommige kenmerken hebben, maar niet alle kenmerken’. De term quasi-fascisme kan op dit moment worden opgevat als ‘fascisme in de maak’.
Fascisme is veel geanalyseerd en bediscussieerd – zowel door wetenschappers als door linkse theoretici en activisten. Hier zullen we ons beperken tot een van de eerste verkenningen in 1923 door Clara Zetkin (een goede kameraad van Rosa Luxemburg en een pionier van het Duitse communisme), gevolgd door de commentaren van Leon Trotski in 1940.
De globale kwaliteit van die ontwikkeling werd gevangen in de openingszin van Zetkins analyse uit 1923: ‘Het fascisme is de geconcentreerde uitdrukking van het algemene offensief van de wereldbourgeoisie tegen het proletariaat’.(12)Clara Zetkin, Fascism (Augustus 1923), Marxist Internet Archive. We moeten niet vergeten dat die specifieke ‘geconcentreerde uitdrukking’ niet door de hele kapitalistische klasse werd omarmd – grotere delen van de Britse bourgeoisie gaven bijvoorbeeld de voorkeur aan steun aan Neville Chamberlin of Winston Churchill boven Oswald Mosley, en in de Verenigde Staten hielpen sommige elementen van de kapitalistische klasse mee aan het New Deal-programma van Franklin D. Roosevelt. Maar we kunnen de realiteit van die tijd en van onze tijd niet begrijpen als we ons niet bezighouden met de mondiale dimensie die Zetkin benadrukt.
Die mondiale dimensie is onlosmakelijk verbonden met een ander aspect van de werkelijkheid dat Zetkin identificeert als een primaire wortel van de fascistische ontwikkeling, ‘de desintegratie en het verval van de kapitalistische economie en het symptoom van de ontbinding van de burgerlijke staat’. Ze voegt eraan toe dat ‘symptomen van dit verval van het kapitalisme al voor de [Eerste Wereldoorlog] werden waargenomen.’ Maar de catastrofale oorlog ‘verbrijzelde de kapitalistische economie tot op haar grondvesten’.
Het resultaat was ‘niet alleen … de kolossale verarming van het proletariaat, maar ook … diepe ellende voor de kleinburgerij, de kleine boerenstand en de intellectuelen.’ Zoals Zetkin opmerkt, ‘was al deze elementen beloofd dat de oorlog zou leiden tot een verbetering van hun materiële omstandigheden. Maar het tegenovergestelde is gebeurd’, met niet alleen de verwoestingen van de oorlog, maar ook een plotselinge, massale proletarisering, gecombineerd met massawerkloosheid, onder ‘de voormalige middenklasse’. Ze merkt op: ‘Het was onder die elementen dat het fascisme een aanzienlijk contingent rekruteerde.'(13)Zetkin, Fascism.
Volgens Zetkin ‘ligt de tweede wortel van het fascisme in het vertragen van de wereldrevolutie door de verraderlijke houding van de reformistische leiders.’ Ze verwijst hier naar de massale sociaaldemocratische partijen en vakbonden. Het is de moeite waard om uitgebreid stil te staan bij wat ze beschrijft:
Grote delen van de kleinburgerij, waaronder zelfs de middenklasse, hadden hun oorlogspsychologie ingeruild voor een zekere sympathie voor het hervormingsgezinde socialisme, in de hoop dat dit een hervorming van de maatschappij langs democratische lijnen teweeg zou brengen. Ze werden teleurgesteld in hun hoop. Ze zien nu dat de reformistische leiders in welwillende harmonie zijn met de bourgeoisie, en het ergste is dat die massa’s nu niet alleen hun geloof in de reformistische leiders hebben verloren, maar in het socialisme als geheel. Die massa’s teleurgestelde socialistische sympathisanten worden vergezeld door grote kringen van het proletariaat, van arbeiders die niet alleen hun geloof in het socialisme hebben opgegeven, maar ook in hun eigen klasse. Het fascisme is een soort toevluchtsoord geworden voor de politiek onbeschermden.(14)Zetkin, Fascism.
Zetkins analytische kader maakt ‘het fascisme’ begrijpelijk. Ze maakt er een groot punt van om ‘fascisme’ te onderscheiden van ‘autoritair rechts geweld’, zoals dat werd gebruikt door de strijdkrachten rond de reactionaire militaire leider Miklós Horthy, die socialistische en communistische arbeiders in Hongarije in 1919 wreed onderdrukten en een mislukte arbeidersregering vervingen door een rechtse dictatuur.
Zetkin hield vol dat dat geen fascisme was: ‘Hoewel de methoden van beide op elkaar lijken, zijn ze in essentie verschillend.’ Ze legde uit: ‘De Horthy Terreur werd ingesteld nadat de zegevierende, zij het kortstondige, revolutie van het proletariaat was onderdrukt, en was de uitdrukking van wraak van de bourgeoisie. De leiders van de Witte Terreur waren een vrij kleine kliek voormalige officieren.’ Het fascisme daarentegen ‘is niet de wraak van de bourgeoisie als vergelding voor proletarische agressie tegen de bourgeoisie, maar het is een straf voor het proletariaat voor het falen om de [socialistische] revolutie die in Rusland begonnen is voort te zetten. De fascistische leiders zijn geen kleine en exclusieve kaste; ze dringen diep door in brede lagen van de bevolking.'(15)Zetkin, Fascism.
Zetkin biedt een complex en uitgebreid begrip van de betekenis van het fascisme:
De bourgeoisie wil de kapitalistische economie reconstrueren. Onder de huidige omstandigheden kan de wederopbouw van de klassenheerschappij van de bourgeoisie alleen plaatsvinden ten koste van een grotere uitbuiting van het proletariaat door de bourgeoisie. De bourgeoisie is zich er terdege van bewust dat de zacht sprekende reformistische socialisten snel hun greep op het proletariaat verliezen en dat er voor de bourgeoisie niets anders op zit dan haar toevlucht te nemen tot geweld tegen het proletariaat.
Maar de geweldsmiddelen van de burgerlijke staten beginnen te falen. Daarom hebben ze een nieuwe organisatie van geweld nodig, en die wordt hun geboden door het samenraapsel van het fascisme. Daarom stelt de bourgeoisie alle kracht die ze heeft in dienst van het fascisme. Het fascisme heeft verschillende kenmerken in verschillende landen. Toch heeft het in alle landen twee onderscheidende kenmerken, namelijk enerzijds de pretentie van een revolutionair programma, dat handig is aangepast aan de belangen en eisen van de grote massa’s, en anderzijds de toepassing van het meest brute geweld.(16)Zetkin, Fascism.
De analyse van Zetkin werd invloedrijk binnen de vroege Communistische Internationale, hoewel ze in de jaren tussen 1923 en de ontbinding van de Komintern in 1943 geleidelijk werd vervormd, gedogmatiseerd en verwaterd. Maar het is duidelijk te zien in Leon Trotski’s poging om aan het eind van zijn leven de essentie samen te vatten in zijn bespreking van de politieke perspectieven in de Verenigde Staten in 1940. De bottom-line voor revolutionairen bestaat uit zeven woorden: ‘Fascisme zal alleen komen als wij falen.’ Maar Trotski heeft natuurlijk nog veel meer te zeggen. Twee fragmenten zijn echter voldoende. Hier is het eerste:
In alle landen waar het fascisme zegevierde, hadden we vóór de groei van het fascisme en zijn overwinning, een golf van radicalisme van de massa’s; van de arbeiders en de armere boeren en boerinnen, en van de kleinburgerlijke klasse. In Italië hadden we na de oorlog en voor 1922 een revolutionaire golf van enorme afmetingen; de staat was verlamd, de politie bestond niet, de vakbonden konden alles doen wat ze wilden – maar er was geen partij die in staat was de macht te grijpen; als reactie kwam het fascisme.(17)Leon Trotski, American Problems (7 augustus 1940), Writings of Leon Trotsky, 1939-1940 (New York: Pathfinder Press, 1973), p. 337.
Hier is het tweede fragment:
We moeten oorlogsdictatuur – de dictatuur van de militaire machine, van het personeel, van het financiële kapitaal – niet vereenzelvigen met fascistische dictatuur. Voor de laatste is eerst een gevoel van wanhoop van grote massa’s van het volk nodig. Als de revolutionaire partijen hen verraden, als de voorhoede van de arbeiders haar onvermogen toont om het volk naar de overwinning te leiden, dan zullen de boeren, de kleine zakenlieden, de werklozen, de soldaten, enzovoort in staat zijn om een fascistische beweging te steunen, maar alleen dan.(18)Trotski, American Problems, p. 338.
Het fascisme beschreven door Zetkin en Trotski is niet uitgekristalliseerd in de Verenigde Staten, maar er zou een plausibel argument gemaakt kunnen worden dat de convergerende elementen van het Trumpisme fascisme in wording vertegenwoordigen.
De macht, het falen en de toekomst van Amerikaans links
Er zijn raadsels die opgelost moeten worden. Eén ervan betreft de vraag hoe de perspectieven van Zetkin en Trotski precies van toepassing zijn op de realiteit van de Verenigde Staten. Een ander betreft de eerdergenoemde ‘Een paar vreemde rimpels’ in het document Conservative Promise van de Heritage Foundation uit 2023. Door die raadsels op te lossen krijgen we – hopelijk – een beter beeld van de politieke realiteit in de Verenigde Staten en van de macht, het falen en de mogelijke toekomst van Amerikaans links.
We hebben al gewezen op de mondiale dimensies van de kwestie waar we mee te maken hebben – wat nu niet minder het geval is dan in de tijd van Zetkin en Trotski. Meer dan dat: we zien ook, in onze tijd net als in die van hen, een decennialange crisis van het kapitalisme die kapitalistisch beleid heeft voortgebracht dat schadelijk is voor de levensstandaard en de kwaliteit van het leven van de werkende miljoenen in meerdere landen, waaronder het onze [VS] – de decennialange herstructurering van de economie die gepaard gaat met ‘globalisering’. Ook de catastrofale gevolgen van de wereldwijde achteruitgang van het milieu en het imperialistische geweld op meerdere fronten zijn zichtbaar.
Aan de andere kant, tenminste oppervlakkig gezien, vormt het georganiseerde links (of het nu geleid wordt door socialistische of communistische partijen, militante vakbonden of wat dan ook) verre van een revolutionaire bedreiging of is het zelfs maar geloofwaardig aanwezig – tenminste in het thuisland van Donald Trump. Hierdoor lijkt het document Conservative Promise van de Heritage Foundation een absurde, paniek zaaiende, lasterlijke oefening als het (in één adem met zijn klachten over de Democratische Partij) een kabaal oproept over ‘links’ en ‘de marxisten’.
Trotski’s schijnbare belofte was dat wij aan de linkerkant een kans zouden hebben om een revolutie te maken voordat de dreiging van het fascisme serieus zou worden. Dat is hoe velen van ons de kale stelling begrepen dat ‘Fascisme alleen zal komen als wij falen.’ De mogelijkheid dat Trumpisme overgaat in fascisme zou daarmee worden uitgesloten. Maar dat houdt een ernstig misverstand in van onze geschiedenis, die op een unieke manier wel overeenkomt met de ontwikkeling die Zetkin en Trotski beschrijven. In een belangrijk opzicht hebben de angst zaaiende conservatieven van de Heritage Foundation een punt.
In de afgelopen eeuw heeft georganiseerd links een krachtige invloed gehad op de politiek, de wetten, het bewustzijn en de cultuur in de Verenigde Staten. De arbeidersbeweging, de feministische golven, de antiracistische en burgerrechtenbewegingen, de strijd tegen de oorlog in Vietnam, de verschillende studentenbewegingen en nog veel meer – instrumenteel in het teweegbrengen van ingrijpende veranderingen op het Amerikaanse toneel gedurende vele decennia – zouden lang niet zo effectief zijn geweest (en zouden misschien niet zijn ontstaan) zonder de essentiële organisatorische inspanningen van linkse activisten.
Dat ging echter gepaard met een andere ontwikkeling. Hoewel een belangrijk deel van de linkse activisten vasthield aan de noodzaak van politieke onafhankelijkheid van de pro-kapitalistische politieke partijen, werd dat grotendeels overstemd door een diepgaande aanpassingstendens. In het Rode Decennium van de jaren 1930 werd de convergentie tussen socialistisch georiënteerde krachten en een enigszins expansief sociaalliberalisme vooral versneld doordat de Democratische Partij onder Franklin D. Roosevelt (FDR) veel hervormingscomponenten van het socialistische programma ‘stal’. Dat werd gedaan, zoals FDR benadrukte, om het kapitalisme te redden tijdens de woedende Depressiejaren – maar ook om de blijvende populariteit en verkiezing van FDR te verzekeren. Meer nog, het grootste deel van de georganiseerde linkse partijen werd opgenomen in de New Deal coalitie.(19)Details en documentatie over het Rode Decennium zijn te vinden in Paul Le Blanc, Marx, Lenin, and the Revolutionary Experience: Studies of Communism and Radicalism in the Age of Globalization (New York: Routledge, 2006), pp. 153-198, met aspecten van latere jaren aangestipt in pp. 221-258.
In de loop van een halve eeuw hebben zes beslissende keuzes de absorptie van georganiseerd links in de Democratische Partij bijna compleet gemaakt:
1) De vakbeweging in de jaren 1930 – in het bijzonder het dynamisch linksgeoriënteerde nieuwe Congress of Industrial Organizations – vormde een stevige alliantie met de New Deal Democraten van FDR.
2) Een besluit in 1935 van de Communistische Internationale onder Joseph Stalin om een ‘Volksfront’ alliantie te vormen met liberale kapitalisten zoals FDR, bracht de dynamische Amerikaanse communisten in de coalitie van de Democratische Partij.
3) Aan het begin van de Koude Oorlog omarmde het grootste deel van de georganiseerde arbeidersbeweging (samen met de meeste gematigde socialisten) de anticommunistische en liberaal-kapitalistische agenda van de Democratische Partij, wat leidde tot een brede liberaal-kapitalistische ‘sociale overeenkomst’ en consensus, van eind jaren 1940 tot in de jaren 1950.
4) De burgerrechtencoalitie van de vroege jaren 1960 raakte nauw verweven met de partij van John F. Kennedy en Lyndon B. Johnson.
5) In de jaren 1970 en 1980 zou een groot deel van het ‘nieuwe links’ uit de jaren 1960 zich verbinden met de hervormingsvleugel van de Democratische Partij.
6) Toen de eenentwintigste eeuw zich begon te ontvouwen, voegden nieuwe golven jonge activisten zich bij oudere lagen – te midden van radicaal klinkende beloften en hooggespannen verwachtingen – om Barak Obama in het Witte Huis te krijgen.
Vanaf het begin van de twintigste eeuw was georganiseerd links een dynamische kracht van aanzienlijke betekenis in de Verenigde Staten. Met arbeiders en onderdrukten had het effectief gestreden, met echte overwinningen. Het gaf hoop op verdere effectieve strijd die mensenrechten zou bevorderen, het leven van de meerderheid van de arbeidersklasse zou verbeteren en een betere wereld zou voortbrengen. Onder de rijken en machtigen inspireerde het natuurlijk angst en woede.
Tegen het einde van de eeuw, door het proces dat we hebben getraceerd, was georganiseerd links grotendeels verdampt. Sommige retoriek, veel van haar waarden en veel van haar hervormingsagenda waren (vaak in afgezwakte vorm) terug te vinden in de Democratische Partij. Maar een oprechte en praktische inzet om de economische dictatuur van het kapitalisme te vervangen door de economische democratie van het socialisme lag niet meer op tafel. Toch waren er onder de rijken en machtigen mensen die nog steeds angst en woede voelden. En ook een diepe vastberadenheid om verloren terrein terug te winnen.(20)Dit wordt getraceerd in Kim Phillips-Fein, Invisible Hands: The Making of the Conservative Movement from the New Deal to Reagan (New York: W.W. Norton 2009), samengevat in Paul Le Blanc, ‘The Triumphant Arc of US Conservatism,’ Left Americana: The Radical Heart of US History (Chicago: Haymarket Books, 2017), pp. 179-186.
De analyses van Zetkin en Trotski kunnen worden aangepast aan deze heel andere context. ‘Zacht sprekende reformistische socialisten verliezen snel hun greep op het proletariaat,’ aldus Zetkin in de jaren 1920, vooral omdat ‘de reformistische leiders in welwillende overeenstemming zijn met de bourgeoisie.’ Honderd jaar later, in de Verenigde Staten, had een zeer gecompromitteerde ‘arbeidersvoorhoede’ in de vakbonden (AFL-CIO) en in de ‘progressieve’ vleugel van de Democratische Partij aantoonbaar ‘haar onvermogen getoond om het volk naar de overwinning te leiden’, vooral toen de wereldwijde kapitalistische economie een lange periode van crisis inging.
De kapitalistische partners van de hervormers – aanvankelijk zo genereus – voelden zich gedwongen om de economie te herstructureren ten koste van de arbeidersklasse, terwijl de hervormers zich tot weinig meer in staat voelden dan zich aan te passen. Toen de economie in 2008-2009 ineenstortte door bedrijven die ’te groot waren om failliet te gaan’, haastte de nieuwgekozen radicaal-hervormer Barak Obama zich om de bedrijfselite te redden ten koste van de meerderheid van de arbeidersklasse. In een dergelijke situatie – waarin veiligheid, stabiliteit en levenskwaliteit plaatsmaken voor een sociale en economische catastrofe – zijn massa’s mensen die gedesillusioneerd zijn over deze variant van het zogenaamde ‘links’ onvermijdelijk geneigd om alternatieven te zoeken bij rechtse demagogen.
De demagogen kunnen zo grof zijn als Trump, maar ze kunnen ook zo gepolijst zijn als de Heritage Foundation. Dat brengt ons bij een andere vreemde kronkel in het document Conservative Promise. We hebben de logica gezien van de ‘overschatting’ van links. Maar meer dan eens klinkt er een schijnbaar linkse noot, zoals in deze radicaal opgeblazen beschrijving van de Amerikaanse Revolutie:
De Amerikaanse Republiek werd gesticht op principes die prioriteit gaven aan en het maximaliseren van de rechten van individuen om hun beste leven te leiden of om te genieten van wat de Framers ‘de Zegeningen van de Vrijheid’ noemden.’ Het is die radicale gelijkheid – vrijheid voor iedereen – niet alleen van rechten maar ook van autoriteit – die de rijken en machtigen hebben gehaat aan de democratie in Amerika sinds 1776. Ze nemen het Amerikanen kwalijk dat ze zo brutaal zijn om erop te staan dat ze ons niet hoeven te vertellen hoe we moeten leven. Het is dit onvervreemdbare recht op zelfsturing – de mogelijkheid voor iedereen om zichzelf en zijn of haar gemeenschap naar het goede te richten – dat de heersende klasse minacht.(21)Mandate for Leadership: The Conservative Promise, p. 14.
De schijnbaar linkse toon wordt keer op keer herhaald. ‘Heersende elites slopen en verscheuren de beperkingen en verantwoordingsplicht die hen worden opgelegd,’ wordt ons verteld. ‘Ze centraliseren de macht naar boven en weg van het Amerikaanse volk.’ The Conservative Promise neemt de toon aan van menig linkse opruier: ‘Amerika’s zakelijke en politieke elites geloven niet in de idealen waaraan onze natie is gewijd – zelfbestuur, de rechtsstaat en geordende vrijheid. Ze hebben zeker geen vertrouwen in het Amerikaanse volk en ze minachten de beperkingen van de grondwet op hun ambities.’
Profiterend van het feit dat een groot deel van zogenaamd ‘links’ zich heeft verenigd met het pro-kapitalistische liberalisme van de elite van de Democratische Partij, kondigt het document aan dat ‘socialisten … bijna altijd welgesteld zijn,’ erop aandringend dat ‘links niet gelooft dat alle mensen gelijk geschapen zijn – ze denken dat ze speciaal zijn,’ eraan toevoegend: ‘Elk uur dat links het federale beleid en de elite-instellingen stuurt, zijn onze soevereiniteit, onze grondwet, onze families en onze vrijheid een stap dichter bij het verdwijnen.'(22)Mandate for Leadership: The Conservative Promise, pp. 8, 10, 15, 16.
Ondanks de radicaal-democratische opsmuk van The Conservative Promise is de bottom line echter een verdediging van het ongebreidelde kapitalisme. Het primaire doel van de president van de Verenigde Staten, zo wordt ons verteld, zou moeten zijn om ‘het dynamische genie van het vrije ondernemerschap’ te ontketenen, want in landen waar ‘een hoge mate van economische vrijheid heerst, hebben elites het niet voor het zeggen omdat iedereen het voor het zeggen heeft’. Volgens TheConservative Promise zijn het elitisme, de corruptie, de hebzucht en de minachting voor gewone mensen die in de politieke sfeer heersen wonderbaarlijk afwezig in de economische sfeer. Kapitalistisch ‘vrij ondernemerschap’ is voor hen gewoon prachtig: ‘Mensen werken, bouwen, investeren, sparen en creëren volgens hun eigen belangen en in dienst van het algemeen welzijn van hun medeburgers.'(23)Mandate for Leadership: The Conservative Promise, pp. 14, 15.
Uit bepaalde dingen die The Conservative Promise zegt, en uit wat er niet in staat, kan men alleen maar aannemen dat de auteurs van het document alle steun zouden verwelkomen die kan worden verleend aan de realisatie van deze gloedvolle visie door krachten die op 6 januari 2021 gemobiliseerd werden om Donald Trump in het zadel te houden – Proud Boys, Oath Keepers, rechtse milities, blanke nationalistische contingenten, enzovoort.
Er is zeker een fascistisch potentieel in de huidige situatie – sommige elementen lijken zich voor onze ogen te hebben uitgekristalliseerd. Of die kristallisatie nu voltooid is of niet, het lijkt duidelijk dat links een andere weg moet bewandelen dan vast te zitten in een schikking met het kapitalisme, vooral in deze lange periode van kapitalistische crisis en catastrofe. Revolutionairen zullen doen wat ze kunnen om een oriëntatie, een serie gevechten, een beweging en organisatie opnieuw op te bouwen en te vernieuwen, in overeenstemming met de inzichten van Clara Zetkin en Rosa Luxemburg, van Leon Trotsky en Vladimir Lenin, en van de vele anderen die erkenden dat we voor de beslissende keuze staan van werkelijk socialisme of afschuwelijke barbarij.
Onderliggende crises, diepgevoelde onderdrukkingen en onderdrukte woede hebben periodiek geleid tot verbazingwekkende activistische explosies – zoals de Occupy Wall Street-beweging en de Black Lives Matter-opstanden, die de politieke realiteit kwalitatief naar links kantelen. Dat geeft de activistische linkerzijde meer energie en meer mensen. Natuurlijk is het onvermijdelijk dat dergelijke ontwikkelingen ook de angst verdiepen en de vastberadenheid van de rechtse partijen vergroten. Partizanen van het Trumpisme zullen zulke dingen altijd voor hun eigen doeleinden gebruiken.
Het probleem is dat de massale linkse woede en energieën – die niet oneindig kunnen worden volgehouden – zodra het stof is neergedaald alleen maar in een van de twee richtingen heen kunnen: ofwel apathische passiviteit of hervormingsgezinde kanalen. Die kanalen zijn gecompromitteerd door het bedrijfsliberalisme en zijn niet in staat gebleken om het economische systeem dat de crises, onderdrukkingen en woede veroorzaakt te overstijgen. De creatie van iets beters en effectievers dan dat lijkt op de agenda te staan.(24) Voor pogingen om mogelijkheden te definiëren, zie: Paul Le Blanc, ‘The Third American Revolution: How Socialism Can Come to the United States,’ in Frances Goldin, Debby Smith, and Michael Steven Smith, eds., Imagine: Living in a Socialist USA (New York: HarperCollins, 2014), pp. 249-261; Paul Le Blanc, ‘Pathways for Building a Revolutionary Party,’ International Socialism, issue 164, 17 October 2019, ; Paul Le Blanc, ‘Bernie Sanders, US Politics, and Socialism Today,’ Links: International Journal of Socialist Renewal, 13 augustus 2019,; Paul Le Blanc, ‘The Rise, Fall, and Aftermath of the Sander Challenge,’ Irish Marxist Review, Volume 9, Number 27, 2020; Paul Le Blanc, Lenin: Responding to Catastrophe, Forging Revolution (Londen: Pluto Press, 2023), pp. 177-186.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op ESSF. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.
Voetnoten
↑1 | Maggie Haberman, Confidence Man: The Making of Donald Trump and the Breaking of America (New York: Penguin Books, 2022), p. 429. |
---|---|
↑2 | Michael Wolff, Fire and Fury: Inside the Trump White House (New York: Henry Holt and Co., 2018), p. 115-116. |
↑3 | Michael Wolff, Siege: Trump Under Fire (New York: Henry Holt and Co., 2019), p. 29. |
↑4 | A.O. Scott, ‘What Donald Trump Didn’t Say After His Trial,’ New York Times, 1 juni 2014,; Rex Huppke, ‘Guilty Trump’s Press Conference Was a Disaster,’ USA Today, 31 mei 2024, ; Hafiz Rashid, ‘Trump Loses It Like Never Before in Wildly Incoherent Press Conference,’ The New Republic, 31 mei 2024,. Voor de volledige persconferentie, zie: ‘Former President Trump Conference Following Guilty Verdict,’ C-Span, 31 mei 2024. |
↑5 | Bob Woodward en Robert Costa, Peril (New York: Simon and Schuster, 2021), pp. 273-274; Matt Prince, ‘What is President Trump’s Relationship with Far-Right and White Supremacist Groups?,’ Los Angeles Times, 30 september 2020,; Aram Roston, ‘The Proud Boys Are Back: How the Far-Right is Rebuilding to Rally Behind Trump,’ Reuters, 3 juni 2024. |
↑6 | Spencer Chretien, ‘Project 2025,’ The Heritage Foundation, 31 januari 2023; Project 2025 – The Presidential Transition Project: Policy Agenda, inclusief de tekst van Paul Dans en Steven Groves, red., Mandate for Leadership: The Conservative Promise. Voor kritische evaluaties, zie: E. Fletcher McClellan, ‘A Primer on the Chilling Far-Right Project 2025 Plan for 2nd Trump Presidency,’ Lancasteronline, 3 juni 2024,; Global Project Against Hate and Extremism, ‘Project 2025: The Far-Right Playbook for American Extremism’. Het citaat waarin wordt beschreven wie het document Project 2025 heeft samengesteld, staat in Mandate for Leadership: The Conservative Promise, pp. 2-3. |
↑7 | Tim Miller, Why We Did It: A Travelogue from the Republican Road to Hell (New York: Harper, 2022), p. xii. |
↑8 | Miller, p. xx. |
↑9 | Liz Cheney, Oath and Honor: A Memoir and a Warning (New York: Little Brown and Co., 2023), pp. 2, 366. |
↑10 | Miller, p. 245. |
↑11 | Cheney, p. 2. |
↑12 | Clara Zetkin, Fascism (Augustus 1923), Marxist Internet Archive. |
↑13 | Zetkin, Fascism. |
↑14, ↑15, ↑16 | Zetkin, Fascism. |
↑17 | Leon Trotski, American Problems (7 augustus 1940), Writings of Leon Trotsky, 1939-1940 (New York: Pathfinder Press, 1973), p. 337. |
↑18 | Trotski, American Problems, p. 338. |
↑19 | Details en documentatie over het Rode Decennium zijn te vinden in Paul Le Blanc, Marx, Lenin, and the Revolutionary Experience: Studies of Communism and Radicalism in the Age of Globalization (New York: Routledge, 2006), pp. 153-198, met aspecten van latere jaren aangestipt in pp. 221-258. |
↑20 | Dit wordt getraceerd in Kim Phillips-Fein, Invisible Hands: The Making of the Conservative Movement from the New Deal to Reagan (New York: W.W. Norton 2009), samengevat in Paul Le Blanc, ‘The Triumphant Arc of US Conservatism,’ Left Americana: The Radical Heart of US History (Chicago: Haymarket Books, 2017), pp. 179-186. |
↑21 | Mandate for Leadership: The Conservative Promise, p. 14. |
↑22 | Mandate for Leadership: The Conservative Promise, pp. 8, 10, 15, 16. |
↑23 | Mandate for Leadership: The Conservative Promise, pp. 14, 15. |
↑24 | Voor pogingen om mogelijkheden te definiëren, zie: Paul Le Blanc, ‘The Third American Revolution: How Socialism Can Come to the United States,’ in Frances Goldin, Debby Smith, and Michael Steven Smith, eds., Imagine: Living in a Socialist USA (New York: HarperCollins, 2014), pp. 249-261; Paul Le Blanc, ‘Pathways for Building a Revolutionary Party,’ International Socialism, issue 164, 17 October 2019, ; Paul Le Blanc, ‘Bernie Sanders, US Politics, and Socialism Today,’ Links: International Journal of Socialist Renewal, 13 augustus 2019,; Paul Le Blanc, ‘The Rise, Fall, and Aftermath of the Sander Challenge,’ Irish Marxist Review, Volume 9, Number 27, 2020; Paul Le Blanc, Lenin: Responding to Catastrophe, Forging Revolution (Londen: Pluto Press, 2023), pp. 177-186. |