Met de gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen van 13 oktober komt er een einde aan bijna een jaar verkiezingscampagnes in België, dat het institutionele veld grotendeels heeft herschikt ten gunste van rechts. Op alle bestuursniveaus (federaal, gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk) zien we een relatieve verzwakking van regerend links ten voordele van reactionaire krachten. Een reden te meer voor de syndicale en sociale bewegingen om terug te vechten voor een sociaal en eenheidsprogramma.

Vlaanderen volledig naar rechts?

Wat extreemrechts in 2018 in Ninove niet kon waarmaken, heeft ze dit jaar wel kunnen doen door een absolute meerderheid te behalen met de lijst Forza Ninove (een rookgordijn van het Vlaams Belang). Het is de eerste keer dat extreemrechts een uitvoerend mandaat heeft gewonnen. Dit lokaal succes voor extreemrechts in een stad van 40.000 inwoners is een grote prestatie. In het algemeen is de score van het Vlaams Belang gestegen sinds de laatste gemeenteraadsverkiezingen. Het VB heeft zelfs zijn aantal verkozenen verdubbeld, van 300 naar 600, waardoor ze lokaal meer voet aan de grond krijgt. Ze maken nog steeds kans om aan de macht te komen in minstens twee steden, Middelkerke met De Decker, en Jabbeke, een kleine gemeente aan de rand van Brugge.

Aan de rechterkant (breed) heeft de N-VA zich gevestigd als de leidende kracht in Vlaanderen, terwijl de CD&V het relatief goed doet en zijn historische lokale aanwezigheid bevestigt. Open Vld zit in een vrije val, wat opnieuw de trend van juni bevestigt. De sociale basis van de Open Vld lijkt de voorkeur te geven aan de N-VA als het beste doorgeefluik voor een ultraliberaal beleid.

In Antwerpen, waar de verkiezingscampagne een duel tussen de N-VA en de PVDA voorspelde, won Bart De Wever uiteindelijk met een ruime marge met 37% van de stemmen. Hij is er zelfs in geslaagd om zijn score van 2018 te verbeteren, na een campagne die inspeelde op de  « angst voor rood » en de « dreiging van de communisten ». Ondanks een sterke opgang, belandt de PVDA, geleid door Jos D’Haese, op de tweede plaats, tamelijk ver met 20,2%. Wel kan de partij dankzij een goede score de post van districtsburgemeester van Borgerhout in de wacht slepen, in een coalitie met Groen en Vooruit. In Zelzate, waar de PVDA in de meerderheid was, verloren ze 1% en eindigden ze ook tweede met 21,7%. Ze overschreden de drempel van 5% in meer dan 12 Vlaamse steden, met zelfs een score van 10,6% in Vilvoorde. De gemiddelde stijging lag tussen 2% en 3%. De afschaffing van de stemplicht heeft hen duidelijk tegengewerkt… net als VB. In vergelijking met hun scores in juni vorig jaar bij de gewestverkiezingen zijn beide partijen achteruitgegaan, in tegenstelling tot de CD&V en Groen, die hun electoraat – doorgaans ouder en hoger opgeleid – meer hebben kunnen mobiliseren. In het algemeen leidde het ontbreken van de stemplicht in Vlaanderen tot een ineenstorting van de opkomst (meer dan één op drie kiezers ging niet stemmen), vooral in de volkse wijken.

Vooruit van zijn kant zette de in juni geboekte vooruitgang voort en slaagde erin Oostende, Turnhout en Leuven te (her)winnen, en hoewel voorzitter Conner Rousseau slechts tweede werd in Sint-Niklaas, boekte hij daar een aanzienlijke vooruitgang en zit hij de N-VA nu op de hielen. Groen verloor bijna overal, op enkele uitzonderingen na (bv. Mortsel, Gent en Petra De Sutter in Horebeke, in een kartel met de N-VA). In Brussel is Groen, door de krachten te bundelen met Ecolo, de grootste Nederlandstalige partij met 26 verkozenen. Merk op dat de N-VA haar 6 lokale verkozenen in Brussel heeft verloren en dat het extreemrechtse VB er geen verkozenen meer heeft!

Kortom, terwijl de N-VA en VB goed scoorden, toonde het Vooruit-Groen-PVDA-totaal enige weerstand. Maar kunnen we Vooruit nog als links classificeren als het zich opmaakt om samen met rechts te regeren? De vraag stellen is haar beantwoorden. De sterke stijging van het aantal onthoudingen en de negatieve impact daarvan op de PVDA in het bijzonder, herinneren ons eraan dat het stemmenreservoir onder de arbeidersklasse en de jongeren nog steeds groot is… Op voorwaarde dat links erin slaagt hen te mobiliseren met een echt alternatief project voor een solidaire samenleving, tegen de demagogische retoriek van het tot zondebok maken van « profiteurs » (werklozen) en « uitkeringstrekkers » (armen en zieken); een retoriek die tracht de aard van het kapitalistische economische systeem en de strijdende klassen te verdoezelen.

In Wallonië beperkt de PS de schade ondanks de opmars van het rechtse blok MR – Les Engagés

De Waalse resultaten bevestigen het momentum van juni, met een aanzienlijke stijging voor de MR en een forse stijging voor Les Engagés (+ 10 %), zoals blijkt uit de scores van beide partijen in de provincies. Hoewel de MR aanzienlijke winst boekte, slaagde het er niet in voet aan de grond te krijgen in de grote steden, waarvan vele in handen van de PS bleven (met uitzondering van Doornik en Verviers). In Bergen werd de flitsende ambitie van George-Louis Bouchez om burgemeester te worden teniet gedaan. Op centrumrechts verloor Défi overal, ten gunste van Les Engagés. Op rechts kaapte de geradicaliseerde MR van Bouchez de stemmen van extreemrechts weg, dat nog maar één lokaal gemeenteraadslid overhoudt.

Het behoud van de grote historische bolwerken van de PS heeft de langzame erosie van haar sociale en electorale basis niet kunnen goedmaken, wat tot uiting komt in een daling van haar absolute score ten opzichte van 2018 en het verlies van bepaalde absolute meerderheden (met name in Bergen). In de steden waar de PS niet alleen kan regeren, is ze eerder geneigd om met de MR te onderhandelen, zelfs wanneer meerderheden aan haar linkerkant mogelijk zijn (Luik, Ath). Dit is nog meer het geval in de Brusselse regio, zoals we verder zullen zien.

Ondanks een zeer lichte opleving ten opzichte van juni 2024 waren de lokale verkiezingen opnieuw een ramp voor Ecolo, dat historische bolwerken en/of burgemeesters verloor in Ottignies-Louvain-la-Neuve, Enghien en Amay. Ecolo is niet meer bezig met « progressieve » ethiek dan de PS, wanneer het de PS in Doornik in de oppositie zet door een alliantie aan te gaan met de MR en Les  Engagés. De PTB struikelt over haar zelfopgelegde doelstelling om in vele gemeenten aan de macht te komen, en zal alleen in Herstal een plaats kunnen opeisen in een Waalse gemeentelijke meerderheid, ondanks het feit dat in 23 gemeenten de drempel van 10% werd overschreden. Over het algemeen stagneert de PTB ten opzichte van 2018, op enkele opmerkelijke uitzonderingen na, en bevestigt ze de daling die al in juni 2024 werd vastgesteld.

De dynamiek van verrechtsing in de Waalse politieke arena zet zich dus voort, zonder forse toename ten opzichte van juni dit jaar. Voor deze lokale verkiezingen is het belangrijk om de invloed van lokale kwesties niet te vergeten, wat gedeeltelijk het kleine verschil met de parlements- en gewestverkiezingen kan verklaren: dit kan bijvoorbeeld verklaren waarom Les Engagés de MR uit zijn bolwerk in Waver en Nijvel konden verdrijven door een alliantie aan te gaan met centrumlinks. In ieder geval is er geen verduidelijking van de politieke keuzes van PS en Ecolo, die hun allianties à la carte kiezen en geen poging doen om linkse blokken te vormen met de PTB. We zullen het resultaat van de PS-PTB-onderhandelingen in Herstal en de nieuwe ervaring die eruit kan voortvloeien, nauwlettend in de gaten moeten houden. Het zou activisten uit de sociale beweging veel kunnen leren over de mogelijkheden en beperkingen van linkse gemeentebesturen.

Gemengde resultaten in Brussel

In Brussel werden bepaalde algemene tendensen bevestigd: een grote nederlaag voor Ecolo, dat zijn drie burgemeesterszetels verloor (waaronder die van Elsene als gevolg van een alliantie tussen de PS, de MR en Les Engagés). Les Engagés bevestigden hun overwinningen van juni, maar slaagden er niet in om nieuwe gemeenten te winnen en blijven zwakker dan in Wallonië. De Franstalige liberalen, die vaak in een kartel zitten met Les Engagés of Défi, groeien ook en staan vooral aan de leiding in Ukkel, Etterbeek, Vorst, Anderlecht en Watermaal-Bosvoorde. Défi voltooide zijn aftocht van juni met een zware nederlaag in Schaarbeek, het bolwerk van de partij, waar aftredend burgemeester Clerfayt vijfde werd. Défi behield niettemin zijn burgemeesterschap in Sint-Lambrechts-Woluwe en Oudergem, hoewel de score in beide gemeenten daalde. Hoe dan ook, de leiding van deze kleine liberale partij belooft een « heruitvinding » in de nabije toekomst, ongetwijfeld in de hoop hetzelfde succes te behalen als Les Engagés (ex-Cdh).

De ambities van de PTB/PVDA om aan macht te komen mislukken ook op verschillende plaatsen in het Brusselse Gewest, waar de partij niet genoeg vooruitgang boekt om haar ambities waar te maken (met uitzondering van Molenbeek, waar een alliantie met de PS en andere formaties wordt besproken, en misschien Vorst), ook al boekt ze lichte vooruitgang in vergelijking met 2018. Een factor die dit gebrek aan vooruitgang in Brussel verklaart, is de aannemelijke verovering door Team Fouad Ahidar van een deel van het PTB-kiezerskorps, vooral in Anderlecht en Schaarbeek. Deze formatie, opgericht door een voormalig lid van Vooruit, heeft een intensieve campagne gevoerd in volkswijken en op sociale media. Haar oriëntatie is verwarrend, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de verklaringen van haar lijsttrekker voor de stad Brussel op BX1, die zei dat zijn partij « pragmatisme » voorstaat (« opportunisme” » zou minder gepast zijn geweest), en pleit voor veiligheid, netheid en het intrekken van alle milieumaatregelen op het gebied van mobiliteit (slecht samengevat door de beroemde term « Good Move »). Zowel de PS als de PTB hebben er geen belang bij om het Team Fouad Ahidar een blijvende voet aan de grond te laten krijgen in de regio.

Tot slot nog een paar woorden over het debat over linkse allianties in Brussel: de PTB had zich kandidaat gesteld om tot het gemeentebestuur in Molenbeek, maar ook in Sint-Gillis en Vorst toe te treden. De vooruitgang van de PTB was echter beperkter dan verwacht en de PS heeft veelal voor homogene meerderheden gekozen met de opkomende Waalse meerderheid (PS-MR-Engagés) (bv. in de Stad Brussel en in Elsene). Hierdoor zijn linkse fronten in Brussel minder waarschijnlijk geworden. De campagne van de militanten op het terrein in bepaalde gemeenten (en in het tijdschrift Politique) voor dergelijke linkse fronten, bijvoorbeeld in Vorst en Anderlecht, zou de MR nog in de oppositie kunnen duwen in het geval van Vorst, een gemeente met een zeer linkse meerderheid. In het geval van Anderlecht moet worden opgemerkt dat de PS+-lijst een kandidaat van Mouvement Demain (links van de PS) bevatte, maar dit heeft hem niet in staat gesteld om te worden verkozen, noch heeft het de PS verhinderd om een alliantie te vormen met de MR.

We zullen dus niet kunnen rekenen op een groot aantal gemeenten met meerderheden zonder rechtse partijen (MR-Engagés-Défi) om zich te verzetten tegen de antisociale en anti-ecologische regionale en federale beslissingen die in het verschiet liggen.

Hoe nu verder?

Het verkiezingsjaar loopt ten einde en de institutionele machtsverhoudingen zijn tegen ons, met lokale verkiezingen die de overwinning van rechts in juni bevestigen. Gemeentelijke kwesties kunnen niet volledig losgekoppeld worden van andere machtsniveaus. De onderhandelingen op federaal niveau zullen hervat en versneld kunnen worden en de rechtse partijen zullen de vrije hand krijgen om regeringen te vormen en een beleid van sociale en ecologische afbraak uit te voeren zonder angst voor electorale bestraffing. In het Waals Gewest en de Fédération Wallonie-Bruxelles zullen de begrotingstabellen binnenkort uitwijzen welke besparingen op onderwijs, cultuur, sociaal beleid en openbare diensten, enzovoort, op tafel liggen. Ook in de gemeenten mogen we ons aan slecht nieuws verwachten. De begroting van velen onder hen staat al onder druk, en dreigt nog verder in het gedrang te komen door de bijkomende aanvragen van het OCMW, zonder voldoende bijhorende budget.

Om nieuwe drempels te bereiken zal de PTB zich moeten openstellen voor een eenheidspolitiek ter linkerzijde en in de sociale bewegingen, en het idee moeten loslaten dat de werking en organisatie van de partij op zichzelf in staat zouden zijn om brede sociale en politieke overwinningen voor de arbeidersklasse te behalen.

Van haar kant lijkt de PTB/PVDA, verstrikt in haar eigen tegenstrijdigheden, haar electorale plafond te hebben bereikt. De partij slaagt er in ieder geval niet in de verwachte resultaten te behalen. De zeer beperkte profilering van haar campagne op veel plaatsen, met haar nadruk op netheid en veiligheid die haar op dit gebied weinig onderscheidde van de PS of Ecolo, ondanks haar sociale inzet voor met name huisvestingskwesties, heeft haar in ieder geval niet in staat gesteld om verdere vooruitgang te boeken. Net als in juni waren de resultaten van de partij gemengd, met vooral winst in Vlaanderen en Brussel. De PTB/PVDA is erin geslaagd zich electoraal te verankeren in de drie gewesten, met een behoorlijk aantal extra gemeenteraadsleden in meer steden en gemeenten dan tot voor kort het geval was. De tot nu toe behaalde resultaten houden het vooruitzicht op toekomstige vooruitgang voor een linkse partij open. Om nieuwe drempels te bereiken zal de PTB/PVDA zich moeten openstellen voor een eenheidspolitiek ter linkerzijde en in de sociale bewegingen, en het idee moeten loslaten dat de werking en organisatie van de partij op zichzelf in staat zouden zijn om brede sociale en politieke overwinningen voor de arbeidersklasse te behalen. Helaas wijzen de reacties van de PTB/PVDA-leiders op de avond van 13 oktober, vol zelfverheerlijking en gespeend van elke analyse van de bredere context en de uitdagingen van de komende strijd, in dit stadium in de tegenovergestelde richting. Op langere termijn dreigt een dergelijke aanpak de PTB/PVDA op te sluiten in zijn eigen electorale niche. Bovendien biedt de partij geen enkel mobilisatieperspectief op korte termijn om de confrontatie met rechts aan te gaan, buiten het institutionele kader om.

Wij, arbeiders, jongeren en onderdrukten, kunnen niet nog eens vijf jaar wachten! Vijf jaar waarin asociale maatregelen op een ongekende schaal zullen kunnen worden uitgevoerd: aanvallen op werknemers (werklozen, langdurig zieken, armen, leraren, enz.), bezuinigingen op openbare diensten, aanvallen op vakbonden, criminalisering van sociale bewegingen, repressie, radicalisering van racistisch migratiebeleid, vernietiging van het leven zelf. We kunnen niet wachten en ons neerleggen bij een toekomstige institutionele oplossing, want over vijf jaar kan een alternatieve coalitie voor Arizona in het beste geval niet meer zijn dan een soort Vivaldi, net zo rechts als de eerste.

We kunnen niet wachten, want de voortgang van de milieurampen, de barbaarsheid van oorlog en imperialisme in het Midden-Oosten, Afrika en Oekraïne, en de opkomst en versterking van extreemrechts zowat overal laten ons zien dat het vijf voor twaalf is. Het kapitalisme wankelt en de crisissen vermenigvuldigen en combineren zich. De retoriek over zogenaamde « milieupauzes » op Europees niveau en in België getuigt van de mate van ontkenning en het gevaar van de geradicaliseerde heersende klassen, die een genocidale oorlog in Palestina steunen, zich openstellen voor extreemrechts en nog steeds op zoek zijn naar een goede deal met dictator Poetin.

We herhalen onze oproep aan alle sociale bewegingen, vakbonden, verenigingen en arbeiders.sters om een zo verenigd en strijdbaar mogelijk verzet op te bouwen, om te vechten tegen de komende aanvallen en om een wenselijke wereld en een alternatief sociaal project voor te bereiden.

In de nasleep van de verkiezingen van 13 oktober en na een lange periode die gedomineerd werd door institutionele politiek in België, herhalen we onze oproep aan alle sociale bewegingen, vakbonden, verenigingen en arbeiders/sters om een zo verenigd en strijdbaar mogelijk verzet op te bouwen, te vechten tegen de komende aanvallen en een wenselijke wereld en een alternatief sociaal project voor te bereiden. Er is geen tekort aan gevechten die gestreden moeten worden. De fronten van strijd zullen zich vermenigvuldigen. We kijken ernaar uit om jullie te zien op de volgende betoging in solidariteit met Palestina en Libanon op 20 oktober in Brussel, bij de Code Rouge actie tegen fossiele brandstoffen van 24 tot 28 oktober en bij de demonstratie van het gemeenschappelijk vakbondsfront voor de non-profit sector op 7 november. In de huidige situatie zijn gelatenheid en passiviteit onze grootste vijanden. Ons lot behoort niet toe aan politici of miljardairs, maar aan ons allemaal. De omvorming van ons dagelijks leven, op het gebied van huisvesting, werk, vervoer, zorg voor jongeren en ouderen, enzovoort, zal worden bereikt in en door onze strijd. Geen enkel stemhokje kan dit vervangen.

Laten we ons verenigen in de strijd, zodat er eindelijk een einde komt aan de slechte dagen.


Foto: Dominique Botte / SAP-Antikapitalisten / CC BY-NC-SA 4.0