Aangenomen in februari 2025 door het 18de Wereldcongres van de Vierde Internationale

Inhoud

Inleiding

1. De objectieve noodzaak van een ecosocialistische, antiracistische, antimilitaristische, anti-imperialistische, antikolonialistische en feministische revolutie

2. De wereld waarvoor we strijden

3. Onze overgangsmethode: Voor een antikapitalistisch overgangsprogramma

4. Hoofdlijnen van een ecosocialistisch alternatief voor kapitalistische groei

4.1. Tegen rampen: publieke preventieplannen aangepast aan sociale behoeften, onder controle van de bevolking

4.2. Deel de rijkdom om zo gratis voor mensen en onze leefomgeving te zorgen

4.3. Commons en openbare diensten uitbreiden tegen privatisering en vermarkting

4.4. Haal het geld waar het zit: kapitalisten en rijken moeten betalen

4.5 Geen emancipatie zonder antiracistische strijd 4.6. Vrijheid van verkeer en verblijf op aarde! Niemand is illegaal!

4.7. Onnodige of schadelijke economische activiteiten uitbannen

4.8. Voedselsoevereiniteit! Weg met de agro-industrie, de industriële visserij en de vleesindustrie

4.9. Leef samen met levende wezens, stop de massamoord op soorten

4.10. Volkse stedelijke hervorming

4.11 Socialiseer energie en financiering zonder compensatie of terugkoop om zo snel mogelijk van fossiele brandstoffen en kernenergie af te komen

4.12. Open de “zwarte doos” van datacenters, socialiseer Big Tech

4.13. Voor bevrijding en zelfbeschikking van volkeren; tegen oorlog, imperialisme en kolonialisme

4.14. Garandeer werkgelegenheid voor iedereen, zorg voor de nodige omscholing in ecologisch duurzame en sociaal nuttige activiteiten

4.15. Minder werken, beter leven en werken, een goed leven leiden

4.16. Verminderen, hergebruiken, recyclen

4.17.Garandeer het recht van vrouwen op zeggenschap over hun eigen lichaam en op een leven zonder geweld

4.18. Kennis is een gemeenschappelijk goed: Hervorming van de onderwijs- en onderzoekssystemen

4.19. Handen af van democratische rechten! Volkscontrole en zelforganisatie van onze strijd

4.20. Bevorder een culturele revolutie gebaseerd op respect voor het levende en “liefde voor Pachamama”

4.21. Ecosocialistische planning in eigen beheerre

5. Materiële wereldwijde ontgroeiing in de context van ongelijke en gecombineerde ontwikkeling

6. Tegen de stroom in de strijd samenbrengen om te breken met het kapitalistische productivisme. Grijp de regering, start de ecosocialistische breuk op basis van zelfwerkzaamheid, zelforganisatie, controle van onderaf en de breedst mogelijke democratie

Inleiding

Dit Manifest is een document van de Vierde Internationale, opgericht in 1938 door Leon Trotsky en zijn kameraden, om de erfenis van de Oktoberrevolutie te redden van de stalinistische ramp. Steriel dogmatisme verwerpend heeft de Vierde Internationale de uitdagingen van sociale bewegingen en van de ecologische crisis geïntegreerd in haar denken en handelen. Haar krachten zijn beperkt, maar ze zijn aanwezig op elk continent en hebben actief bijgedragen aan het verzet tegen het nazisme, aan Mei 68 in Frankrijk, aan solidariteit met de antikoloniale strijd (Algerije, Vietnam), aan de groei van de antiglobaliseringsbeweging en aan de ontwikkeling van het ecosocialisme.

De Vierde Internationale ziet zichzelf niet als de enige voorhoede; ze neemt naar vermogen deel aan brede antikapitalistische formaties. Haar doel is bij te dragen tot de vorming van een nieuwe Internationale, met een massaal karakter, waarvan zij een van de onderdelen zou zijn.

Ons tijdperk is er een van een dubbele historische crisis: de crisis van het socialistische alternatief tegenover de veelzijdige crisis van de kapitalistische “beschaving”.

De Vierde Internationale publiceert dit Manifest vandaag omdat we ervan overtuigd zijn dat het proces van een ecosocialistische revolutie, op verschillende territoriale niveaus maar met een planetaire dimensie, noodzakelijker is dan ooit: het gaat er niet alleen om een einde te maken aan de sociale en democratische regressies die gepaard gaan met de wereldwijde kapitalistische expansie, maar ook om de mensheid te redden van een ecologische catastrofe zonder precedent in de menselijke geschiedenis. Deze twee doelstellingen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Het socialistische project dat de basis vormt van onze voorstellen vereist echter een brede herstichting, die gevoed wordt door een pluralistische beoordeling van ervaringen en door de grote bewegingen die strijden tegen alle vormen van overheersing en onderdrukking (klasse, gender, onderdrukte nationale gemeenschappen, enz.). Het socialisme dat wij voorstellen verschilt radicaal van de modellen die de vorige eeuw hebben gedomineerd of van welk statelijk of dictatoriaal regime dan ook: het is een revolutionair project, radicaal democratisch, waaraan strijdbewegingen van feministische, ecologische, antiracistische, antikolonialistische, antimilitaristische en LGBTQI+-aard bijdragen.

We gebruiken de term ecosocialisme al enkele decennia omdat we ervan overtuigd zijn dat de wereldwijde bedreigingen en uitdagingen die de ecologische crisis met zich meebrengt, alle strijd moeten doordringen binnen/tegen de bestaande geglobaliseerde orde. De relatie met onze planeet, het overwinnen van de “metabolische kloof” (Marx) tussen menselijke samenlevingen en hun leefomgeving, en het respect voor het ecologisch evenwicht van de planeet, zijn niet slechts hoofdstukken in ons programma en onze strategie, maar de rode draad ervan.

De noodzaak om de analyses van het revolutionair marxisme te actualiseren heeft de actie en het denken van de Vierde Internationale altijd geïnspireerd. Met het schrijven van dit Ecosocialistisch Manifest zetten we deze benadering voort: we willen een revolutionair perspectief helpen formuleren dat in staat is de uitdagingen van de 21e eeuw het hoofd te bieden. Een perspectief dat inspiratie put uit sociale en ecologische strijd en uit de werkelijk antikapitalistische kritische reflecties die zich over de hele wereld ontwikkelen.

1. De objectieve noodzaak van een ecosocialistische, antiracistische, antimilitaristische, anti-imperialistische, antikolonialistische en feministische revolutie

Overal ter wereld winnen extreem-rechtse, autoritaire en semi-fascistische krachten aan macht en invloed. Het gebrek aan een alternatief voor de crisis van het laatkapitalisme voedt de wanhoop die vrouwenhaat, racisme, homofobie, ontkenning van klimaatverandering en reactionaire ideeën in het algemeen voedt. Angstig omdat de ecologische crisis objectief de accumulatie voor winst bedreigt, wenden miljardairs zich tot een nieuw extreemrechts dat zijn diensten aanbiedt om het systeem te redden door middel van leugens en sociale demagogie. Autoritair beleid en oligarchen vormen een krachtige alliantie om de macht van het kapitaal veilig te stellen. Ze richten hun vizier op milieubescherming, maar ook op sociale programma’s en voeren oorlog tegen arbeiders en armen, terwijl ze beweren dat ze hen vertegenwoordigen tegen het liberale establishment.

Het kapitaal zegeviert, maar haar triomf stort het in de onoverkomelijke tegenstellingen, die Marx heeft benadrukt. Rosa Luxemburg bracht in 1915 haar waarschuwing naar voor: “Socialisme of barbarij”. Honderd en tien jaar later is het dringender dan ooit om alarm te slaan, want de catastrofe, die om ons heen groeit, is ongekend. Aan de plagen van oorlog, kolonialisme, uitbuiting, racisme, autoritarisme en allerlei vormen van onderdrukking is een nieuwe plaag toegevoegd, die alle andere plagen verergert: de versnelde vernietiging door het kapitaal van de natuurlijke omgeving waarvan het voortbestaan van de mensheid afhangt.

Wetenschappers identificeren negen wereldwijde indicatoren van ecologische duurzaamheid. Ze schatten dat voor zeven daarvan de gevarenlimiet is bereikt. Door de kapitalistische logica van accumulatie zijn er al minstens zes overschreden (klimaat, functionele integriteit van ecosystemen, de stikstof- en fosforcycli, grond- en zoet water, verandering van landgebruik, vervuiling door nieuwe chemische entiteiten). De armen zijn de belangrijkste slachtoffers van deze vernietiging, vooral in arme landen.

Onder de zweepslag van concurrentie versterken de grote industrie en de financiële wereld hun despotische greep op mensen en op de aarde. De vernietiging gaat door, ondanks de waarschuwende kreten van de wetenschap. De zucht naar winst eist als een automaat steeds meer markten en steeds meer goederen, dus steeds meer uitbuiting van arbeidskrachten en plundering van natuurlijke hulpbronnen.

Legaal kapitaal, zogenaamd crimineel kapitaal en burgerlijke politiek zijn nauw met elkaar verweven. De aarde wordt op krediet gekocht door de banken, de multinationals en de rijken. Regeringen wurgen mensenrechten en democratische rechten steeds meer door brute repressie en technologische controle.

Dezelfde oorzaken liggen ten grondslag aan sociale ongelijkheid en aantasting van het milieu. Het is een understatement om te zeggen dat de grenzen van duurzaamheid ook op sociaal niveau zijn overschreden.

Kapitalisme brengt schaarste met zich mee voor miljarden mensen en oneindige rijkdom voor een klein aantal. Aan de ene kant voedt het tekort aan banen, lonen, huisvesting en openbare diensten het reactionaire idee dat er niet genoeg grondstoffen zijn om in ieders behoeften te voorzien. Aan de andere kant bezit de rijkste 1% met hun jachten, hun jets, hun zwembaden, hun exclusieve enorme golfbanen, hun vele SUV’s, hun ruimtetoerisme, hun juwelen, hun haute couture en hun luxueuze huizen in alle uithoeken van de wereld, evenveel als 50% van de wereldbevolking. De “trickle-down-theorie” is een mythe. Rijkdom “druppelt” naar de rijken, niet andersom. Armoede neemt toe, zelfs in “ontwikkelde” landen. Inkomens uit arbeid worden meedogenloos uitgeknepen en sociale beschermingen – voor zover ze bestaan – worden ontmanteld. De kapitalistische wereldeconomie drijft op een oceaan van schulden, uitbuiting en ongelijkheid.

Binnen de werkende klassen worden de meest kwetsbare bevolkingsgroepen en geracialiseerde  groepen het hardst getroffen. Etnische en raciale gemeenschappen worden opzettelijk geplaatst in gebieden, die besmet zijn met vaak giftig en gevaarlijk afval, in meer vervuilde gebieden en in gebieden met een hoog risico, zonder stedelijke planning (op heuvelhellingen, bijvoorbeeld). Als slachtoffers van milieuracisme, worden deze bevolkingsgroepen ook systematisch uitgesloten van het ontwerp en de implementatie van milieubeleid.

Door vrouwen te belasten met de zorg voor anderen kan het kapitaal profiteren van goedkope sociale reproductie en wordt de uitvoering van meedogenloos bezuinigingsbeleid in openbare diensten aangemoedigd. In het algemeen treffen ongelijkheid en discriminatie vooral vrouwen, die nog steeds het meeste huishoudelijk werk en zorgwerk verrichten, hetzij gratis dan wel betaald. Ze ontvangen slechts 35% van het arbeidsinkomen. In sommige delen van de wereld (China, Rusland, Centraal-Azië) daalt hun aandeel, soms zelfs aanzienlijk. Naast werk worden vrouwen als vrouw op alle fronten aangevallen, van seksistisch en seksueel geweld – vrouwenmoorden, verkrachtingen, seksuele intimidatie, seks- en arbeidshandel – tot het recht op voedsel, onderwijs, respect en zeggenschap over hun eigen lichaam.

LGBTQI+ mensen, in het bijzonder transpersonen, zijn het doelwit van een wereldwijd reactionair offensief dat hun bestaansonzekerheid en discriminatie verergert, hun toegang tot gezondheidszorg in gevaar brengt en daarmee ook hun volksgezondheid.

Mensen met een handicap worden afgedankt door het kapitaal omdat ze niet voor de winst kunnen werken, of omdat hun werk aanpassingen vereist, die de winst verminderen. Sommigen zijn het slachtoffer van gedwongen sterilisatie. Het spook van de eugenetica duikt weer op.

Terwijl oude mensen uit de werkende klassen ook worden afgedankt of opzijgeschoven, worden de levens van toekomstige generaties over het algemeen bij voorbaat verminkt. De meeste ouders uit de arbeidersklasse geloven niet meer dat hun kinderen een beter leven zullen hebben dan zijzelf. Een groeiend aantal jongeren ziet de georganiseerde vernietiging van hun wereld met angst, woede, verdriet en rouw aan, terwijl die wereld wordt verkracht, gestript, verdronken in beton, verzwolgen in het koude water van egoïstische berekening.

De plagen van hongersnood, voedselonzekerheid en ondervoeding waren aan het eind van de 20ste eeuw afgenomen; nu steken ze weer de kop op als gevolg van een catastrofale samenloop van neoliberalisme, militarisme en klimaatverandering: bijna één op de tien mensen heeft honger, bijna één op de drie lijdt aan voedselonzekerheid en meer dan 3 miljard mensen kunnen zich geen gezonde voeding veroorloven. Honderdvijftig miljoen kinderen onder de vijf jaar lijden honger. De overgrote meerderheid van hen heeft als enige schuld dat ze in de periferie van het kapitalisme zijn geboren.

De hoop op een vreedzame wereld vervliegt. In meer dan 30 landen woeden of woedden recentelijk oorlogen van aanzienlijke omvang, waaronder Soedan, Irak, Jemen, Palestina, Syrië, Oekraïne, Libië, de Democratische Republiek Congo en Myanmar. De klimaatcrisis zelf, weersverschijnselen en de daaruit voortvloeiende intense migratiestromen wakkeren veel conflicten over de hele wereld aan. Het lijden, de ontheemding en de dood van bevolkingsgroepen is enorm.

Terwijl imperialistische machten kibbelen, worden dringende maatregelen voor klimaattransitie en een duurzame toekomst ter discussie gesteld. Oorlogen zijn niet alleen rampzalig als het gaat om mensenlevens, het aanvallen van vrouwenlichamen, het gebruik van verkrachting als een instrument van terreur en het ontmenselijken van het collectieve leven, ze zijn ook schadelijk voor de planeet waarop wij leven. Ze vernietigen leefgebieden, veroorzaken ontbossing, vergiftigen de bodem, het water en de lucht en zijn belangrijke bronnen van koolstofuitstoot.

De brutale Russische oorlog tegen Oekraïne en de nieuwe etnische zuiveringen in Gaza en tegen het Palestijnse volk in het algemeen zijn grote misdaden tegen de mensheid. Beide gevallen bevestigen de barbaarse aard van het kapitalisme. De Russische imperialistische agressie tegen Oekraïne heeft de geopolitieke spanningen op wereldschaal aangewakkerd. Het bevestigt het aanbreken van een nieuw tijdperk van inter-imperialistische concurrentie om de wereldwijde hegemonie. Land, energie en minerale hulpbronnen zijn een belangrijke inzet van deze inter-imperialistische concurrentie.

Iedereen zou een goed leven kunnen hebben op aarde, maar het kapitalisme is een uitbuitende, machistische, racistische, oorlogszuchtige, autoritaire en dodelijke manier van roofbouw. In twee eeuwen tijd heeft het de mensheid in een diepe ecosociale impasse gebracht. Productivisme is destructivisme. De overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen, het ongebreidelde extractivisme, het streven naar maximale kortetermijnopbrengsten, ontbossing en veranderingen in landgebruik leiden tot een ineenstorting van de biodiversiteit, dit wil zeggen: van het leven zelf.

Klimaatverandering is het gevaarlijkste aspect van ecologische vernietiging, het is een bedreiging voor het menselijk leven die zijn weerga in de geschiedenis niet kent. De aarde dreigt een biologische woestenij te worden, die onbewoonbaar is voor miljarden arme mensen, terwijl zij niet verantwoordelijk zijn voor deze ramp. Om deze catastrofe een halt toe te roepen, moeten we de wereldwijde uitstoot van kooldioxide en methaan vóór 2030 halveren en vóór 2050 de netto uitstoot van broeikasgassen tot nul terugbrengen. Een prioriteit is dus het uitbannen van fossiele brandstoffen, agro-industrie, vleesindustrie en hypermobiliteit… dat wil zeggen: wereldwijd minder produceren.

Is het in deze context mogelijk om tegemoet te komen aan de legitieme behoeften van 3 miljard mensen die in erbarmelijke omstandigheden leven, voornamelijk in de landen van het Globale Zuiden? (1)We gebruiken de term “Globale Zuiden” om afhankelijke landen, gedomineerde landen en perifere landen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika aan te duiden. We gebruiken al deze uitdrukkingen om naar dezelfde realiteit te verwijzen. We rekenen tot het Globale Zuiden geen landen als China, Rusland, de olie-monarchieën of substantieel autonome middelmachten als India, enz., die een specifieke plaats innemen in het mondiale kapitalistische systeem van overheersing en niet als “overheerst” kunnen worden beschouwd. Ja. De rijkste 1% stoot bijna twee keer zoveel CO² uit als de armste 50%. De rijkste 10% is verantwoordelijk voor meer dan 50% van de CO²-uitstoot. De armen stoten veel minder uit dan 2-2,3 ton CO² per persoon per jaar (het gemiddelde volume dat in 2030 bereikt moet zijn om in 2050 met 50% waarschijnlijkheid een netto nul-uitstoot te bereiken). Een dollar, die wordt uitgegeven om te voldoen aan de behoeften van de rijkste 1%, stoot 30 keer meer CO² uit dan een dollar, die wordt geïnvesteerd om te voldoen aan de sociale behoeften van de armste 50% van de wereldbevolking.

De invloed op het klimaat van productie die gericht is op het bevredigen van menselijke behoeften – vooral wanneer deze productie democratisch gepland is en door de publieke sector wordt uitgevoerd in een context van sociale gelijkheid – is veel lager dan die van productie, die gericht is op het bevredigen van de behoeften van de rijken door middel van groei van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en blinde marktconcurrentie voor winst. Zulke productie voor het bevredigen van menselijke behoeften zou grotendeels worden gecompenseerd door de radicale vermindering van de koolstof-voetafdruk van de rijkste 1% – zij moeten hun uitstoot over een paar jaar in het Noorden net als in het Zuiden door 30 delen! – en zuinigheid voor iedereen. Om de catastrofe te stoppen is een samenleving nodig, die welzijn biedt en gelijkheid garandeert als nooit tevoren. Toch weigeren de rijken ook maar de geringste inspanning te leveren! Integendeel: ze willen steeds meer privileges!

Regeringen hebben beloofd om onder de +1,5°C te blijven, om de biodiversiteit te behouden, om zogenaamde “duurzame ontwikkeling” te bereiken en om het principe van “gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden en capaciteiten” in de ecologische crisis te respecteren, terwijl er steeds meer goederen geproduceerd worden en steeds meer energie wordt verbruikt. Deze gecombineerde beloften zullen niet worden nagekomen door het kapitaal. De feiten tonen dit aan: 33 jaar na de Wereldmilieutop in Rio (1992) wordt de mondiale energiemix nog steeds volledig gedomineerd door fossiele brandstoffen (84% in 2020). De totale productie van fossiele brandstoffen is met 62% gestegen, van 83 Terawattuur (TWh) in 1992 naar 136 TWh in 2021. Hernieuwbare energiebronnen vormen een aanvulling op het voornamelijk fossiele energiesysteem en bieden kapitalisten meer capaciteit en nieuwe markten. (2)Terawattuur (1 TWh = 1 miljard kWh). Deze energie-eenheid wordt gebruikt om de elektriciteitsproductie van een elektriciteitscentrale (een paar TWh) of een natiestaat te meten. Een kilowattuur komt overeen met een gelijkblijvend vermogen van één kilowatt gedurende één uur en is gelijk aan 3,6 miljoen joule of 3,6 megajoule.

  • Toen de energiecrisis na de pandemie losbarstte en werd verergerd door de Russische imperialistische oorlog tegen Oekraïne, bliezen alle kapitalistische machten steenkool, olie, aardgas (inclusief schaliegas) en kernenergie nieuw leven in.
  • De promotie van kunstmatige intelligentie (AI) door Big Tech bedrijven en kapitalistische regeringen vormt een nieuwe bedreiging. Datacenters en cryptomining verbruiken nu al bijna 2% van alle elektriciteit ter wereld. Dit verbruik zal dramatisch toenemen met de uitbreiding van AI, waarvoor enorme hoeveelheden energie en water nodig zijn. Het leven van mensen zal op talloze manieren worden beïnvloed. Het kapitalistische gebruik van AI bedreigt tientallen miljoenen banen, degradeert en ondermijnt artistieke en culturele creatie, versterkt systemisch racisme en versnelt de verspreiding van extreem-rechtse leugens. Bovendien versnellen AI en datacenters de razernij van het rusteloze kapitalisme, dat de aandacht van mensen monopoliseert en zo hun vrije tijd en sociale connecties corrumpeert.
  • De belangrijkste kracht die historisch verantwoordelijk is voor de klimaatverandering, het Amerikaanse imperialisme, beschikt over enorme middelen om de catastrofe te bestrijden, maar haar politieke vertegenwoordigers maken deze strijd misdadig ondergeschikt aan de bescherming van hun wereldhegemonie, als ze de crisis al niet gewoon ontkennen.
  • De maatregelen die grote vervuilers uitvoeren onder het label “decarbonisatie” pakken niet alleen de omvang van de klimaatcrisis niet aan, maar versnellen ook het extractivisme, vooral in de overheersende landen, maar ook in het Noorden en in de oceanen, ten koste van zowel de bevolking als de ecosystemen.
  • Deze zogenaamde “decarbonisatie” verergert de imperialistische landroof en uitbuiting van arbeid in het Zuiden, met de medeplichtigheid van de lokale bourgeoisie (zoals wordt geïllustreerd door verschillende projecten waarbij zon- en windenergie wordt gebruikt op het grondgebied van traditionele gemeenschappen, inheemse volkeren, boeren en kleinschalige vissers in de landen van het Zuiden en in “vrije zones”, om “groene waterstof” te produceren voor industrieën in ontwikkelde landen).
  • “Koolstofmarkten”, “koolstofcompensatie”, “biodiversiteitscompensaties” en “marktmechanismen”, gebaseerd op het begrip van de natuur als kapitaal, wegen op de minst verantwoordelijken, de armen, in het bijzonder inheemse volkeren, geracialiseerde volkeren en de volkeren van het Zuiden in het algemeen.

In theorie geldig, worden abstracte begrippen als “circulaire economie”, “veerkracht”, “energietransitie” en “biomimicry” in de praktijk holle formules zodra ze worden gebruikt in dienst van kapitalistisch productivisme. Als er geen plan is dat door de samenleving als geheel wordt uitgevoerd voor de omschakeling van de productie, dan hebben technische verbeteringen (bijvoorbeeld om energieproductie goedkoper te maken) een rebound-effect (3)Dit rebound-effect staat ook bekend als de “paradox van Jevons”.: een verlaging van de energieprijs leidt over het algemeen tot een hoger energie- en materiaalverbruik.

Rechts wijt de opwarming van de aarde en de afname van de biodiversiteit aan de “galopperende” bevolkingsgroei. Op deze manier proberen ze de onderdrukten de schuld te geven van de crisis en van hun eigen ellende, om hen bevolkingsbeperkende maatregelen op te leggen. In werkelijkheid zijn hoge bevolkingsgroeicijfers eerder een gevolg dan een oorzaak van armoede. Inkomenszekerheid, toegang tot voedsel, onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting, gendergelijkheid en vrouwenemancipatie, dragen allemaal bij aan de demografische overgang omdat sterftecijfers en vervolgens geboortecijfers daardoor dalen.

De kapitalistische fetisj van de accumulatie verhindert de erkenning van deze waarheid. In het licht van de klimaatcrisis laat de fetisj uiteindelijk maar twee opties over: technologieën van leerling-tovenaars inzetten (kernenergie, koolstofafvang/vastlegging, geo-engineering) of een paar miljard arme mensen in arme landen opofferen met het argument dat “de natuur” dat zo beslist heeft.

Politiek gezien spelen de onmacht en onrechtvaardigheid van het groene kapitalisme in de kaart van een fossiel, samenzweerderig, kolonialistisch, racistisch, gewelddadig machistisch en LGBTQI-foob neofascisme, dat zich niet laat afschrikken door deze tweede mogelijkheid. Een deel van de rijken marcheert naar een enorme misdaad tegen de mensheid, er cynisch op gokkend dat hun rijkdom hen zal beschermen, terwijl ze de armen laten sterven.

Het wereldkapitalisme gaat niet geleidelijk in de richting van vrede en duurzame ontwikkeling, het gaat achteruit en met grote stappen in de richting van oorlog, ecologische rampspoed, genocide en neofascistische barbarij.

Tegenover deze uitdaging is het niet genoeg om het neoliberale regime in twijfel te trekken en de rol van de overheid of de staat te herwaarderen. Het zou zelfs niet genoeg zijn om de accumulatiedynamiek te stoppen (een onmogelijk doel onder het kapitalisme!). Het wereldwijde netto eindverbruik van energie moet radicaal dalen – wat betekent dat er wereldwijd minder geproduceerd en getransporteerd moet worden – terwijl het energieverbruik in armere landen moet stijgen om aan de sociale behoeften te voldoen.

Het is de enige oplossing, die het mogelijk maakt om de legitieme behoefte aan welzijn voor iedereen en het herstel van het wereldwijde ecosysteem met elkaar te verzoenen. Rechtvaardige toereikendheid en rechtvaardige ontgroeiing (4)‘Ontgroeiing’ wordt hier gebruikt als vertaling van het meer bekende Engelse ‘degrowth’. – ecosocialistische ontgroeiing – is een conditio sine qua non voor redding.

Uit de productivistische impasse geraken is enkel mogelijk onder de volgende voorwaarden:

  • verlaat het “techno-oplossingsdenken”, dat wil zeggen, het idee dat de oplossing zal komen van nieuwe technologieën (hun impact op energie en hulpbronnen wordt vaak onderschat, of niet in aanmerking genomen). Op een ecologisch verstandige manier besluiten om de middelen die we hebben te gebruiken – ze volstaan om in de behoeften van iedereen te voorzien;
  • de ecologische voetafdruk van de rijken drastisch verkleinen om een goed leven voor iedereen mogelijk te maken;
  • een einde maken aan de vrije kapitaalmarkt (aandelenmarkten, particuliere banken, pensioenfondsen);
  • markten voor goederen en diensten reguleren;
  • maximaliseer de directe relaties tussen producenten en consumenten op alle niveaus van de samenleving, net als van de processen voor het evalueren van behoeften en hulpbronnen vanuit het perspectief van gebruikswaarden en ecologische en sociale prioriteiten;
  • democratisch bepalen aan welke behoeften deze gebruikswaarden moeten voldoen, en hoe;
  • de zorg voor mensen en ecosystemen, zorgvuldig respect voor levende wezens en voor ecologische grenzen in het middelpunt van deze democratische afweging plaatsen;
  • bijgevolg, onderdruk nutteloze productie en nutteloos transport, herdenk en reorganiseer alle productieve activiteit, de circulatie en consumptie ervan.

Deze voorwaarden zijn noodzakelijk maar niet voldoende. Sociale en ecologische crisissen zijn één. We moeten opnieuw een emancipatorisch project opbouwen voor de uitgebuitenen en de onderdrukten. Een op klasse gebaseerd project dat, naast basisbehoeften, de voorkeur geeft aan zijn boven hebben. Een project dat gedrag, consumptie, de relatie met de rest van de natuur, de opvatting over geluk en de visie van mensen op de wereld ingrijpend verandert. Een anti-productivistisch project om beter te leven door te zorgen voor levende wezens op de enige bewoonbare planeet in het zonnestelsel.

Het kapitalisme heeft de mensheid al eerder in zo’n sombere situatie gestort, met name aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Nationalistische hysterie hield de massa’s in haar greep en de sociaaldemocratie, die haar belofte om oorlog met revolutie te beantwoorden verraadde, gaf het startsein voor de grootste slachtingen in de menselijke geschiedenis. Toch definieerde Lenin de situatie als “objectief revolutionair”: alleen revolutie kon de slachting stoppen, zei hij. De geschiedenis heeft hem gelijk gegeven: de revolutie in Rusland en de neiging van die revolutie om zich te verspreiden, dwongen de bourgeoisie een einde te maken aan het bloedbad. Deze vergelijking heeft natuurlijk haar grenzen. De bemiddelingen naar revolutionaire actie zijn vandaag de dag oneindig veel complexer. Maar dezelfde bewustwording is nodig. In het licht van de ecologische crisis is een antikapitalistische revolutie nog objectiever noodzakelijk. Het is dit fundamentele oordeel dat als basis moet dienen voor de uitwerking van een programma, een strategie en een tactiek, want er is geen andere manier om de catastrofe te voorkomen.

2. De wereld waarvoor we strijden

Ons project voor een toekomstige samenleving koppelt sociale en politieke emancipatie aan de noodzaak om de vernietiging van het leven te stoppen en om de reeds aangerichte schade zoveel mogelijk te herstellen.

We willen ons (proberen) voorstellen wat een goed leven zou zijn voor iedereen, overal, terwijl we het verbruik van materie en energie verminderen, rekening houdend met gedifferentieerde verantwoordelijkheden, en daarom de materiële productie verminderen. Het gaat er niet om een kant-en-klaar model te geven, maar om te durven denken aan een andere wereld, een wereld waarvoor we willen strijden om hem op te bouwen, door te breken met het kapitalisme en het productivisme.

“Ja, het is brood waar we voor vechten, maar we vechten ook voor rozen.”

Een goed leven voor iedereen vereist dat aan de menselijke basisbehoeften – gezond voedsel, gezondheid, onderdak, schone lucht en water – wordt voldaan.

Een goed leven is ook een gekozen leven, vervullend en creatief, verwikkeld in rijke en gelijkwaardige menselijke relaties, omringd door de schoonheid van de wereld en menselijke verwezenlijkingen.

Onze planeet heeft (nog steeds) genoeg landbouwgrond, drinkwater, zon en wind, biodiversiteit en allerlei hulpbronnen om in legitieme menselijke behoeften te voorzien terwijl we afzien van klimaatschadelijke fossiele brandstoffen en kernenergie. Sommige van deze hulpbronnen zijn echter beperkt en daarom uitputtelijk, terwijl andere, hoewel ze onuitputtelijk zijn, voor hun menselijke consumptie materialen nodig hebben die uitputtelijk of zelfs zeldzaam zijn en waarvan de winning ecologisch schadelijk is. Hoe dan ook, omdat het gebruik ervan niet onbeperkt kan zijn, moeten we er voorzichtig en spaarzaam mee omgaan, op een ecologisch verstandige manier.

Vermits ze essentieel zijn voor ons leven, moeten zulke goederen worden uitgesloten van private toe-eigening en worden beschouwd als gemeenschappelijke goederen, omdat ze de mensheid als geheel ten goede moeten komen, zowel nu als op de lange termijn. Om deze gemeenschappelijke goederen op lange termijn te garanderen, moeten er collectieve regels worden opgesteld die het gebruik definiëren, maar ook de grenzen van dit gebruik, de verplichtingen om er zorg voor te dragen of ze te herstellen.

Omdat een mangrove niet op dezelfde manier wordt verzorgd als een ijskap, een wetland of waterrijk gebied niet op dezelfde manier als een zandstrand, een tropisch bos niet op dezelfde manier als een rivier, omdat zonne-energie niet aan dezelfde regels gehoorzaamt, niet dezelfde materiële beperkingen oplegt als wind- of waterkracht, kan het opstellen van regels alleen de vrucht zijn van een democratisch proces, waarbij de direct betrokkenen, werknemers en inwoners, betrokken zijn.

Ons gemeenschappelijk goed omvat alle diensten die ons in staat stellen om op een egalitaire manier, en dus gratis, te voldoen aan de behoeften op het gebied van onderwijs, gezondheid, cultuur, toegang tot water, energie, communicatie, transport, enz. Ook deze diensten moeten democratisch beheerd en georganiseerd worden door de hele samenleving.

Diensten, die zich bezighouden met mensen en de zorg die ze nodig hebben in de verschillende levensfasen, doorbreken de scheiding tussen publiek en privé, met respect voor ieders privacy, en maken een einde aan de toewijzing van deze taken aan vrouwen door ze te socialiseren, d.w.z. door ze tot de zaak van de hele samenleving te maken. Deze diensten voor sociale reproductie zijn essentiële hulpmiddelen, onder andere om patriarchale onderdrukking te bestrijden.

Al deze gedecentraliseerde, participatieve, op de gemeenschap gebaseerde “openbare diensten” vormen de basis van een niet-autoritaire sociale organisatie.

Op de schaal van de samenleving als geheel stelt democratische ecologische planning mensen in staat om zich de belangrijkste sociale keuzes met betrekking tot productie opnieuw toe te eigenen, om als burgers en gebruikers te beslissen wat en hoe er geproduceerd moet worden, welke diensten geleverd moeten worden en wat de aanvaardbare grenzen zijn voor het gebruik van materiële hulpbronnen zoals water, energie, transport, land, enz. Deze keuzes worden voorbereid en verlicht door collectieve overlegprocessen die steunen op de toe-eigening van kennis, of die nu wetenschappelijk is of voortkomt uit de ervaring van bevolkingsgroepen, op de zelforganisatie van de onderdrukten (vrouwenbevrijdingsbewegingen, geracialiseerde bevolkingsgroepen, mensen met een handicap, enz.) om de barrières voor ontwikkeling te slechten en de bewuste strijd tegen discriminatie en onderdrukking voort te zetten.

Deze mondiale economische en politieke democratie wordt gekenmerkt door meerdere gedecentraliseerde collectieven/comités: deze die het mogelijk maken om op lokaal niveau, in de stad of de wijk, beslissingen te nemen over de organisatie van het openbare leven en deze die arbeiders en producenten in staat stellen om het beheer en de organisatie van hun werkplek te controleren, om te beslissen over de manier waarop ze produceren en dus werken. Het is de combinatie van deze verschillende niveaus van democratie die samenwerking mogelijk maakt en geen concurrentie, een beheer dat eerlijk is vanuit ecologisch en sociaal oogpunt, dat voldoet vanuit menselijk oogpunt, op het niveau van de werkplek, het bedrijf, de vestiging… maar ook van de buurt, de stad, de regio, het land en zelfs de planeet!

Alle beslissingen over productie en distributie, over hoe we willen leven, worden geleid door het principe: decentraliseer zoveel mogelijk, coördineer zoveel als nodig.

De leiding nemen over je eigen leven en deelnemen aan sociale collectieven vereist tijd, energie en collectieve intelligentie. Gelukkig neemt het werk van productie en sociale reproductie maar een paar uur per dag in beslag.

Productie is uitsluitend gewijd aan de bevrediging van democratisch bepaalde behoeften. Productie en distributie zijn zo georganiseerd dat het verbruik van grondstoffen geminimaliseerd wordt en afval, vervuiling en de uitstoot van broeikasgassen geëlimineerd worden. Er wordt voortdurend gestreefd naar zuinigheid en “geprogrammeerde duurzaamheid” (in tegenstelling tot de geprogrammeerde veroudering van het kapitalisme, of die nu gepland is of gewoon het gevolg is van de logica van de wedloop naar winst). Door zo dicht mogelijk bij de behoeften te produceren waarin moet worden voorzien, kunnen transporten worden verminderd en kan beter worden begrepen welke arbeid, materialen en energie nodig zijn.

De landbouw is dus ecologisch, kleinschalig en lokaal om voedselsoevereiniteit en de bescherming van biodiversiteit te garanderen. Verwerkingsateliers en distributiekanalen zorgen ervoor dat het meeste voedsel in korte ketens wordt geproduceerd.

De energiesector op basis van hernieuwbare bronnen is zo gedecentraliseerd mogelijk om verliezen te beperken en bronnen te optimaliseren. Activiteiten die te maken hebben met sociale reproductie (gezondheid, onderwijs, zorg voor ouderen of afhankelijke personen, kinderopvang, enz.) worden ontwikkeld en verbeterd, waarbij ervoor wordt gezorgd dat gender-stereotypen niet worden gereproduceerd.

Hoewel werk minder tijd in beslag neemt, neemt het een essentiële plaats in omdat het, samen met de natuur en door ervoor te zorgen, produceert wat nodig is voor het leven.

Zelfbeheer van productie-eenheden in combinatie met democratische planning stelt werknemers in staat om hun eigen activiteit te controleren, om te beslissen hoe het werk georganiseerd moet worden en om de scheiding tussen handmatig en intellectueel werk in vraag te stellen. Dit overleg strekt zich uit tot de keuze van technologieën op basis van de vraag of ze het werkcollectief al dan niet in staat stellen het productieproces te controleren. Door de nadruk te leggen op concrete, praktische en reële kennis van het werkproces, op collectieve en individuele knowhow en op creativiteit, wordt het mogelijk om robuuste goederen te ontwerpen en te produceren, die kunnen worden ontmanteld en gerepareerd, hergebruikt en, indien nodig, gerecycled, en om het verbruik van materialen en energie van productie tot gebruik te verminderen.

Op alle gebieden worden de overtuiging om iets nuttigs te doen en de voldoening om het goed te doen gecombineerd. Wat vervelende taken betreft, besteedt iedereen aandacht aan het verminderen van het gewicht en de moeilijkheidsgraad ervan. Niettemin blijft er nochtans wel een essentieel onderdeel dat door iedereen op zijn/haar beurt wordt uitgevoerd.

Een groot deel van de materiële productie kan, omdat het volume sterk gereduceerd wordt, gedeïndustrialiseerd worden (kleding of voedsel, geheel of gedeeltelijk) en ambachtelijke vaardigheden, waarin iedereen getraind zou kunnen worden, zouden beter gewaardeerd worden.

Door arbeid te bevrijden van vervreemding kunnen we de grens tussen kunst en leven opheffen in een soort “luxe communisme”. We kunnen gereedschap, meubels, een fiets, kleding … tijdens ons hele leven houden of delen, omdat ze ingenieus ontworpen en mooi zijn.

Zijn in plaats van hebben

“Alleen wat goed is voor iedereen is het waard om geproduceerd te worden. Alleen datgene is het waard om geproduceerd te worden dat niemand bevoordeelt of onteert.” (A. Gorz)

Vrijheid ligt niet in onbeperkte consumptie, maar in gekozen en welbegrepen zelfbeperking, gedefinieerd tegenover de vervreemding door consumentisme. Collectief overleg maakt het mogelijk om kunstmatige behoeften te deconstrueren, om “universaliseerbare” behoeften te definiëren – dat wil zeggen: behoeften die niet voorbehouden zijn aan bepaalde mensen of bepaalde delen van de wereld – die bevredigd moeten worden.

Ware rijkdom ligt niet in de oneindige toename van goederen – hebben – maar in de toename van vrije tijd – zijn. Vrije tijd opent de mogelijkheid tot vervulling in spel, studie, maatschappelijke activiteit, artistieke creatie, interpersoonlijke relaties en met de rest van de natuur.

We maken dus de weg vrij voor veel activiteiten, omdat we tijd hebben om erover na te denken en omdat we het kunnen doen met de zorg voor mensen en de rest van de natuur in het middelpunt.

De plekken waar we wonen, elke ruimte waarin we socialiseren, behoren tot ons om er andere interpersoonlijke sociale relaties op te bouwen. Bevrijd van grondspeculatie en van de auto kunnen we het gebruik van openbare ruimten heroverwegen, de scheiding tussen het centrum en de periferie overbruggen, recreatie-, ontmoetings- en deelruimten vermenigvuldigen, de natuur in steden herstellen met stadslandbouw en gemeenschappelijke tuinbouw, biotopen herstellen die zijn ingebed in het stedelijk weefsel… En verder, een langetermijnbeleid implementeren dat gericht is op het herstellen van het evenwicht tussen stedelijke en plattelandsbevolking en het overwinnen van de tegenstelling tussen stad en platteland, om opnieuw leefbare, duurzame menselijke gemeenschappen te vormen op een schaal die echte democratie mogelijk maakt.

Onze verlangens en emoties zijn niet langer dingen die gekocht en verkocht kunnen worden, de keuzemogelijkheden worden voor iedereen enorm vergroot, iedereen kan nieuwe manieren ontwikkelen om seksuele relaties te hebben, om samen te leven, te werken en kinderen op te voeden, om levensprojecten op te bouwen op een vrije en diverse manier, met respect voor ieders persoonlijke beslissingen en menselijkheid, met het idee dat er niet één mogelijke optie is, of één optie beter dan de andere. Het gezin kan ophouden de ruimte te zijn voor de reproductie van overheersing en ophouden de enige mogelijke vorm van collectief leven te zijn. We kunnen dus de vorm van ouderschap op een meer collectieve manier heroverwegen, onze persoonlijke beslissingen over moederschap en ouderschap politiseren, nadenken over hoe we de kindertijd en de rol van ouderen of gehandicapten beschouwen, de sociale relaties die we met hen aangaan en hoe we in staat zijn de logica van overheersing, die we hebben geïnternaliseerd en geërfd van vorige samenlevingen, te doorbreken.

We bouwen aan een nieuwe cultuur, het tegenovergestelde van de verkrachtingscultuur, een cultuur die de lichamen van alle cis- en transvrouwen en hun verlangens erkent, die iedereen erkent als subjecten die in staat zijn om over hun lichaam, hun leven en hun seksualiteit te beslissen, die zichtbaar maakt dat er duizend manieren zijn om een persoon te zijn en om te leven en uitdrukking te geven aan onze gender en onze seksualiteit.

Seksuele activiteit waarmee in vrijheid wordt ingestemd en die plezierig is voor iedereen die eraan deelneemt, is op zichzelf al voldoende rechtvaardiging.

We moeten leren nadenken over de onderlinge afhankelijkheid van levende wezens en een opvatting ontwikkelen van de relatie tussen mens en natuur, die waarschijnlijk in sommige opzichten zal lijken op die van inheemse volken, maar toch ook anders zal zijn. Een opvatting waarin de ethische noties van voorzorg, respect en verantwoordelijkheid, evenals verwondering over de schoonheid van de wereld, voortdurend in wisselwerking staan met een wetenschappelijk begrip dat zowel steeds verfijnder wordt als zich steeds meer bewust wordt van zijn onvolledigheid.

3. Onze overgangsmethode

Uit onze analyse van het kapitalisme en specifiek het beleid van de heersende klasse met betrekking tot ecologische gevaren en klimaatverandering volgt:

Ten eerste dat er behoefte is aan een omvangrijk alternatief en een sociaal plan, gebaseerd op productie en reproductie, gericht op de bevrediging van menselijke behoeften en niet op winst (het produceren van gebruikswaarden in plaats van ruilwaarden). Het aanpassen van deze of gene schroef binnen het systeem zonder de productiewijze te veranderen, zal de crisissen en catastrofes waar we mee te maken hebben en die nog komen, niet afwenden of zelfs maar aanzienlijk verzachten, vanwege het permanente karakter van het kapitalistische systeem. Een van de belangrijke taken van revolutionaire politiek is het overbrengen van dit inzicht.

Het inzicht in de noodzaak van wereldwijde revolutionaire verandering is een taak, die in de praktijk niet direct en zonder problemen kan worden opgelost. Daarom is het, ten tweede, belangrijk om de presentatie van het mondiale perspectief te combineren met het naar voren brengen van directe eisen, waarvoor werkelijk mobilisaties kunnen worden ontwikkeld of bevorderd.

Ten derde moet benadrukt worden dat mensen niet overtuigd kunnen worden door louter argumenten. Om mensen over te halen zich af te keren van het kapitalistische systeem, om hen aan te moedigen zich te verzetten, zijn succesvolle gevechten nodig die moed geven en laten zien dat gedeeltelijke overwinningen mogelijk zijn.

En ten vierde, succesvolle strijd vereist een betere organisatie. Dit is in principe altijd waar, maar vandaag de dag – in tijden waarin vakbonden in veel delen van de wereld politiek grotendeels zijn verdwenen en links gefragmenteerd is – is het belangrijk om praktische samenwerking op een niet-sektarische manier te bevorderen, vooral onder antikapitalistisch links, en tegelijkertijd arbeiders te steunen in hun zelforganisatie.

Aan de ene kant dringt de tijd als we niet over cruciale omslagpunten heen willen gaan en de opwarming van de aarde oncontroleerbaar willen zien versnellen. Aan de andere kant is de overgrote meerderheid van de mensen niet klaar om de strijd aan te gaan voor een ander systeem, d.w.z. om het kapitalisme omver te werpen. Dit komt deels door een gebrek aan kennis van de algemene situatie, maar meer nog door een gebrek aan perspectief op hoe het alternatief eruit zou kunnen of moeten zien. Bovendien moedigt de sociale en politieke krachtsverhouding tussen de klassen de confrontatie met de heersers en de profiteurs van de kapitalistische sociale orde niet bepaald aan.

Maar een programma dat het kapitalisme wil hervormen of stukje bij beetje wil overwinnen (vooral als het van bovenaf wordt gestuurd) heeft ook geen kans van slagen. Hervormingen die de regels van het kapitalistische systeem accepteren, zijn niet in staat om de uitdagingen van de ecologische crisis aan te gaan. Ook hebben geleidelijke veranderingen in de economie en de staat nog nooit geleid tot een verandering van systeem. De eigenaren en profiteurs van het kapitalisme zullen niet rustig toekijken hoe hun rijkdom wordt geconfisqueerd en hun manier van verrijken stukje bij beetje van zijn basis wordt beroofd.

De tijd dringt en dringende maatregelen zijn nodig. Sommige tegenstanders van het ecosocialisme pleiten voor milde hervormingen “omdat we niet kunnen wachten op een wereldrevolutie”. Welnu, de aanhangers van het ecosocialisme zijn niet van plan om te wachten! Onze strategie is om NU te beginnen, met concrete overgangseisen. Het is het begin van een proces naar wereldwijde verandering. Dit zijn geen afzonderlijke historische stadia, maar dialectische momenten in hetzelfde proces. Elke gedeeltelijke of lokale overwinning is een stap in deze beweging, die de zelforganisatie versterkt en de strijd voor nieuwe overwinningen aanmoedigt.

In de komende klassenstrijd – een basis voor de strijd om de hegemonie, waarbij bredere lagen van de werkende klasse, de jeugd, vrouwen, inheemse volkeren enz. – moet duidelijk worden dat je uiteindelijk niet om een echte verandering van systeem en om de machtskwestie heen kunt. De heersende klasse moet worden onteigend en haar politieke macht omvergeworpen.

Voor een antikapitalistisch overgangsprogramma

De overgangsmethode werd al voorgesteld door Marx en Engels in het laatste deel van het Communistisch Manifest (1848). Maar het is de Vierde Internationale, die er een moderne betekenis aan heeft gegeven, met name in het Overgangsprogramma van 1938. Het uitgangspunt ervan is dat revolutionairen de massa’s moeten helpen om door middel van de dagelijkse strijd een brug te vinden tussen de huidige eisen en het socialistische programma van de revolutie. Deze brug zou een systeem van overgangseisen moeten bevatten, die voortkomen uit de omstandigheden van vandaag en uit het bewustzijn van vandaag van brede lagen van de werkende klasse; het doel is om de sociale strijd te leiden naar de verovering van de macht door het proletariaat.

Natuurlijk gooien de revolutionairen het programma van de traditionele oude “minimale” eisen niet overboord: ze verdedigen natuurlijk de democratische rechten en sociale veroveringen van de arbeiders. Ze stellen echter een systeem van overgangseisen voor, die goed begrepen kunnen worden door de uitgebuitenen en de onderdrukten, maar die tegelijkertijd gericht zijn tegen de grondvesten van het burgerlijke regime.

De meeste overgangseisen uit het programma van 1938 zijn vandaag de dag nog steeds relevant: glijdende loonschaal en glijdende urenschaal; arbeiderscontrole over de fabrieken; openstelling van de “geheime” bedrijfsrekeningen; onteigening van privébanken; onteigening van bepaalde groepen kapitalisten; enzovoort. Het doel van zulke voorstellen is om de breedst mogelijke volksmassa’s te verenigen in de strijd rond concrete eisen, die in objectieve tegenspraak zijn met de regels van het kapitalistische systeem.

Maar we moeten ons programma van overgangseisen actualiseren om rekening te houden met de nieuwe omstandigheden van de 21ste eeuw, in het bijzonder de nieuwe situatie, die is ontstaan door de ecologische crisis en het dreigende gevaar van catastrofale klimaatverandering. Vandaag de dag moeten deze eisen een socio-ecologisch en, mogelijk, een ecosocialistisch karakter hebben.

Het doel van ecosocialistische overgangseisen is strategisch: om grote delen van de werkende mensen in de steden en op het platteland, vrouwen, jongeren, slachtoffers van racisme of nationale onderdrukking, evenals vakbonden, sociale bewegingen en linkse partijen te kunnen mobiliseren in een strijd die het kapitalistische systeem en de burgerlijke heerschappij uitdaagt. Deze eisen, die sociale en ecologische belangen combineren, moeten als noodzakelijk, legitiem en relevant worden beschouwd door de uitgebuitenen en de onderdrukten, in overeenstemming met hun gegeven niveau van sociaal en politiek bewustzijn. In de strijd worden mensen zich bewust van de noodzaak om zich te organiseren, te verenigen en te vechten; ze beginnen ook te begrijpen wie de vijand is: niet alleen lokale krachten, maar het systeem zelf. Het doel van de eco-sociale overgangseisen is om, dankzij de strijd, het sociale en politieke bewustzijn van de uitgebuitenen en de onderdrukten, hun antikapitalistische begrip en, hopelijk, een ecosocialistisch revolutionair perspectief te vergroten.

Sommige van deze eisen hebben een universeel karakter: bijvoorbeeld gratis en toegankelijk openbaar vervoer. Dit is zowel een ecologische als een sociale eis, die de kiemen van de ecosocialistische toekomst: openbare diensten vs. markt en gratis vs. kapitalistische winst. Hun strategische betekenis verschilt echter per samenleving en economie. Ecosocialistische overgangseisen moeten rekening houden met de behoeften en aspiraties van de massa’s, volgens hun lokale uitdrukking, in de verschillende delen van het kapitalistische wereldsysteem.

4. Hoofdlijnen van een ecosocialistisch alternatief voor kapitalistische groei

Voldoen aan echte sociale behoeften met respect voor ecologische beperkingen is alleen mogelijk door te breken met de productivistische en consumentistische logica van het kapitalisme, die ongelijkheden vergroot, het leven schaadt en “de enige twee bronnen van alle rijkdom ruïneert – de  aarde en de arbeiders” (Marx). Het doorbreken van deze logica betekent vechten voor de volgende actielijnen. Ze vormen een samenhangend geheel, dat moet worden aangevuld en uitgesplitst naar nationale en regionale bijzonderheden. Natuurlijk zijn er in elk continent en in elk land specifieke maatregelen voor te stellen in dergelijk overgangsperspectief.

4.1. Tegen rampen: publieke preventieplannen aangepast aan sociale behoeften, onder controle van de bevolking

Sommige gevolgen van de klimaatramp zijn onomkeerbaar (zeespiegelstijging) of zullen lang aanhouden (hittegolven, droogte, uitzonderlijke neerslag, heviger tornado’s, enz.). Kapitalistische verzekeringsmaatschappijen beschermen de volksklassen niet of (in het beste geval) slecht. Geconfronteerd met deze plagen praten de rijken alleen maar over “aanpassen”. “Aanpassen” aan de opwarming dient voor hen (1) om de aandacht af te leiden van de structurele oorzaken, waarvoor hun systeem verantwoordelijk is; (2) om hun schadelijke praktijken, gericht op maximale winst, voort te zetten, zonder zich zorgen te maken over de lange termijn; (3) om nieuwe markten aan te bieden aan kapitalisten (infrastructuur, airconditioning, transport, koolstofcompensatie, etc.). Dit technocratische en autoritaire kapitalistische “aanpassing” is in feite wat het Intergouvernementele Panel  inzake Klimaatverandering (IPCC) “maladaptatie” noemt. Het vergroot ongelijkheid, discriminatie en bezitsontneming. Het vergroot ook de kwetsbaarheid voor stijgende temperaturen, met het risico dat de mogelijkheid tot aanpassing in de toekomst ernstig in gevaar komt, vooral in arme landen. Tegenover de kapitalistische “maladaptatie” of “onaangepastheid” stellen we de onmiddellijke vraag naar publieke preventieplannen die aangepast zijn aan de situatie van de volksklassen. Zij zijn de belangrijkste slachtoffers van extreme meteorologische verschijnselen, vooral in overheerste landen. Openbare preventieplannen moeten ontworpen worden op basis van hun behoeften en hun situatie, in samenspraak met wetenschappers. Ze moeten alle sectoren omvatten, in het bijzonder landbouw, bosbouw, huisvesting, waterbeheer, energie, industrie, arbeidswetgeving, gezondheid en onderwijs. Ze moeten het onderwerp zijn van breed democratisch overleg, met vetorecht voor de betrokken lokale gemeenschappen en werknemers.

4.2. Deel de rijkdom om zo gratis voor mensen en onze leefomgeving te zorgen

Kwalitatief goede gezondheidszorg, goed onderwijs, goede zorg voor jonge kinderen, een waardig pensioen en een zorgsysteem dat afhankelijkheid respecteert, toegankelijke, permanente en comfortabele huisvesting, efficiënt openbaar vervoer, hernieuwbare energie, gezond voedsel, schoon water, toegang tot internet en een natuurlijke omgeving in goede staat: dit zijn de echte behoeften waaraan een beschaving, haar naam waardig, zou moeten voldoen voor alle mensen, ongeacht hun huidskleur, geslacht, etniciteit of geloof. Het is mogelijk om dit te bereiken en tegelijkertijd de wereldwijde druk op ons milieu aanzienlijk te verminderen. Waarom hebben we dit niet? Omdat de economie is afgestemd op het opwekken van consumptie, gecreëerd als een industrieel bijproduct door kapitalisten. Ze consumeren en investeren steeds meer voor de winst, eigenen zich alle grondstoffen toe en veranderen alles in handelswaar. Hun egoïstische logica zaait ongeluk en dood.

Er is een ommekeer van 180° nodig. Natuurlijke hulpbronnen en kennis vormen een gemeenschappelijk goed dat voorzichtig en collectief beheerd moet worden. De bevrediging van echte behoeften en de revitalisering van ecosystemen moeten democratisch gepland en ondersteund worden door de publieke sector, onder de actieve controle van de volksklassen en door de vrije, gratis toegang ertoe zoveel mogelijk uit te breiden. Dit collectieve project moet wetenschappelijke expertise ten dienste stellen. De noodzakelijke eerste stap is het bestrijden van ongelijkheid en onderdrukking. Sociale rechtvaardigheid en een goed leven voor iedereen zijn ecologische eisen!

4.3. Commons en openbare diensten uitbreiden tegen privatisering en vermarkting

Dit is een van de belangrijkste aspecten van een sociale en ecologische transitie, op vele gebieden van het leven. Bijvoorbeeld:

  • Water: De huidige privatisering, verspilling en vervuiling van water – rivieren, meren en ondergrond – is een sociale en ecologische ramp. Waterschaarste en overstromingen als gevolg van klimaatverandering zijn grote bedreigingen voor miljarden mensen. Water is een gemeenschappelijk goed en zou moeten worden beheerd en verdeeld door openbare diensten, onder controle van de consumenten. Landschappen en steden moeten waterdoorlatend worden gemaakt en moeten water kunnen opslaan om massale overstromingen te voorkomen.
  • Huisvesting: Het basisrecht van alle mensen op fatsoenlijke, permanente en ecologisch duurzame huisvesting kan niet worden gegarandeerd onder het kapitalisme. De wet van de winst leidt tot uitzettingen, sloop en criminalisering van degenen die zich verzetten. Het betekent ook hoge energierekeningen voor de armen en gesubsidieerde duurzame energie voor de rijken. Publieke controle over de vastgoedmarkt, het verlagen en bevriezen van de rentetarieven en winsten van de banken, een radicale toename van goede, publieke, sociale en coöperatieve huisvesting, een publiek proces van klimaatisolatie van huizen en een massaal programma om energetisch autonome huizen te bouwen, zijn de eerste stappen van een alternatieve politiek.
  • Gezondheid: De resultaten van de Covid-19 pandemie zijn glashelder: privatisering en bezuinigingen in de zorgsector verzwakken de volksklassen – met name kinderen, vrouwen en ouderen – en vormen een sterke bedreiging voor de volksgezondheid in het algemeen. Deze sector moet massaal worden geherfinancierd en het geheel moet in handen van het collectief worden gelegd. Investeringen moeten prioriteit krijgen in de eerstelijns geneeskunde. De farmaceutische industrie moet gesocialiseerd worden.
  • Vervoer: Individueel vervoer in het kapitalisme bevoordeelt privé-auto’s, met nefaste gevolgen voor de gezondheid en het milieu. Het alternatief is een groot en efficiënt systeem van gratis, toegankelijk openbaar vervoer en een grote uitbreiding van voetgangers- en fietsgebieden. Goederen worden over grote afstanden vervoerd met vrachtwagens of containerschepen, met een enorme uitstoot van gassen; vermindering van verspilling en verplaatsing van de productie en het vervoer van goederen per trein zijn onmiddellijke noodzakelijke maatregelen. Luchtvervoer moet aanzienlijk worden verminderd. Geen luchtverkeer voor afstanden van minder dan 1.000 km waar operationele spoorwegsystemen bestaan.

4.4. Haal het geld waar het zit: kapitalisten en rijken moeten betalen

Een wereldwijde overgangsstrategie, die deze naam waardig is, moet de vervanging van fossiele brandstoffen door hernieuwbare energiebronnen, bescherming tegen de nu al merkbare gevolgen van klimaatverandering, compensatie voor verliezen en bedreigingen, hulp bij omschakeling van bedrijven (met name een gegarandeerd inkomen voor de betrokken werknemers) en het herstel van ecosystemen omvatten. Tussen nu en 2050 zijn hiervoor enkele biljoenen dollars nodig. Wie moet betalen? Degenen die verantwoordelijk zijn voor de ramp: multinationals, banken, pensioenfondsen, imperialistische staten en de rijken van Noord en Zuid. Het ecosocialistisch alternatief vereist een breed programma van belastinghervormingen en radicale vermindering van ongelijkheid om het geld weg te halen van waar het momenteel zit: progressieve belastingen, opheffing van het bankgeheim, een register van grondbezittingen, belasting op bezittingen, een uitzonderlijke eenmalige belasting tegen een hoog tarief op geërfde rijkdom, afschaffing van belastingparadijzen, afschaffing van belastingprivileges voor bedrijven en rijken, openstelling van de boekhouding van bedrijven, aftopping van hoge inkomens, afschaffing van als “illegitiem” erkende staatsschulden (zonder compensatie, behalve voor kleine investeerders), compensatie door rijke landen voor de kosten van het afzien van de exploitatie van fossiele hulpbronnen door gedomineerde landen (bijvoorbeeld het Yasuni Park project (5)https://en.wikipedia.org/wiki/Yasun%C3%AD-ITT_Initiative – laatst bekeken op 08/04/2025.). Bovenal is echte ecosocialistische democratische planning niet mogelijk zonder de publieke socialisatie van banken. “Krediet voor het algemeen welzijn” betekent het definitief uitbannen van winst bij het bepalen van rentetarieven en transactiemarges, het ondersteunen van de publieke en volksfunctie van krediet en het garanderen van de publieke en coöperatieve rol van banken.

4.5 Geen emancipatie zonder antiracistische strijd

Raciale onderdrukking is een structureel en structurerend element van de kapitalistische productiewijze. Het ging gepaard met de primitieve accumulatie van kapitaal door kolonisatie, slavenhandel en slavernij. De gedwongen verplaatsing van miljoenen Afrikanen, hun commercialisering in Amerika en de uitbuiting van hun arbeid zorgden voor de verrijking van de Europeanen en garanderen hun privileges tot op de dag van vandaag.

Racisme manifesteert zich centraal als een mechanisme van onderdrukking van sectoren van de werkende klasse, het reserveren van specifieke posities en sociaal bepaalde toegang voor witte mensen (het veronderstelde universele subject) en voor mensen die als geracialiseerd worden gezien. Het geeft vorm aan sociale relaties, versterkt en compliceert de mechanismen van burgerlijke uitbuiting en rijkdomaccumulatie. Diversiteit die afwijkt van de normen van witheid wordt omgezet in onderdrukking.

Het opbouwen van een nieuwe wereld zonder onderdrukking en uitbuiting vereist een frontale strijd tegen racisme. Dit is een centrale taak van de ecosocialistische strategie. We moeten breken met de genocidale logica tegen niet-witte groepen en de strijd versterken tegen massale opsluiting, die vooral wordt opgelegd door de liberale tactiek van de zogenaamde oorlog tegen drugs.

De strijd tegen de militarisering van de politie moet centraal staan in de antiracistische strijd, net als de toegang tot fatsoenlijke leefomstandigheden in het algemeen. Het is noodzakelijk om heel het bezuinigingsbeleid te bestrijden, dat vooral en in toenemende mate niet-witte mensen treft. Ze structureren het milieuracisme dat de dodelijke gevolgen van de kapitalistische productie ongelijk verdeelt. Het is noodzakelijk om alle fiscale bezuinigingsmaatregelen te bestrijden, die de bestaansonzekerheid voor de werkende klasse als geheel vergroten en vooral en in toenemende mate niet-witte mensen treffen. Ze structureren milieuracisme dat, in deze klimaatnoodsituatie, de dodelijke gevolgen van de kapitalistische productie ongelijk verdeelt.

4.6. Vrijheid van verkeer en verblijf op aarde! Niemand is illegaal!

De ecologische catastrofe is een groeiende, drijvende kracht achter migratie en verplaatsing van bevolkingsgroepen. Tussen 2008 en 2016 raakten jaarlijks gemiddeld 21,5 miljoen mensen gedwongen ontheemd door weer-gerelateerde gebeurtenissen. De meesten van hen zijn arme mensen uit arme landen, die ontheemd zijn binnen hun eigen land of in arme buurlanden. Klimaatmigratie zal de komende decennia naar verwachting toenemen: tegen 2050 zouden wereldwijd 1,2 miljard mensen ontheemd kunnen zijn. In tegenstelling tot asielzoekers hebben “klimaatvluchtelingen” niet eens een status. Ze dragen geen verantwoordelijkheid voor de ecologische catastrofe, maar het kapitalistische systeem, dat wel verantwoordelijk is, veroordeelt hen om de rangen aan te vullen van de 108,4 miljoen mensen wereldwijd, die in 2020 gedwongen ontheemd werden als gevolg van vervolging, conflict, geweld en mensenrechtenschendingen. De basisrechten van deze mensen liggen voortdurend onder vuur: het recht om beschermd te worden tegen geweld; om genoeg water en voedsel te hebben; om in een veilig huis te wonen; om hun familie bij elkaar te houden; om een fatsoenlijke baan te vinden. Een groeiend aantal van hen (4,4 miljoen, waarschijnlijk veel meer) wordt door het United Nations Humanitarian Response Depot (UNHRD) (6)https://unhrd.org/ – laatst bekeken op 10/04/2025. zelfs als staatloos beschouwd. Dit alles is in strijd met de meest elementaire rechtvaardigheid. Het voedt de fascisten, die de migranten tot zondebok maken en hen ontmenselijken. Dit is een enorme bedreiging voor de democratische en sociale rechten van iedereen. Als internationalisten vechten wij voor een restrictief beleid tegen het kapitaal, niet tegen migranten. Wij verzetten ons tegen het bouwen van muren, opsluiting in centra, het bouwen van kampen, uitzettingen, deportaties en de racistische retoriek. Niemand is illegaal op aarde, iedereen moet het recht hebben om zich te verplaatsen en overal heen te gaan. De grenzen moeten open zijn voor iedereen die zijn of haar land ontvlucht, of dat nu is om sociale, politieke, economische of milieuredenen.

4.7. Onnodige of schadelijke economische activiteiten uitbannen

Het stoppen van de klimaatcatastrofe en de achteruitgang van de biodiversiteit vereist noodzakelijkerwijs een zeer snelle en betekenisvolle vermindering van het netto energieverbruik op mondiaal niveau. Deze discipline is onvermijdelijk. De eerste stappen zijn onder andere het drastisch verminderen van de koopkracht van de rijken, het opgeven van fast fashion, reclame en luxeproductie/-consumptie (cruises, jachten en privéjets of helikopters, ruimtetoerisme, enz.), het afbouwen van massaproductie van vlees en zuivel en het beëindigen van de versnelde veroudering van producten, het verlengen van hun levensduur en het vergemakkelijken van hun reparatie. Het lucht- en zeetransport van goederen moet drastisch worden verminderd door de productie te verplaatsen en waar mogelijk worden vervangen door treinvervoer. Meer structureel kan energiebeperking alleen worden nageleefd door economische activiteiten, die nutteloos of schadelijk zijn, zo snel mogelijk te verminderen. De belangrijkste productiesectoren om te overwegen zijn: wapenproductie, fossiele energie en petrochemie, winningsindustrie, niet-duurzame productie, de hout- en pulpindustrie, de bouw van personenauto’s, vliegtuigen en scheepsbouw.

4.8. Voedselsoevereiniteit! Weg met de agro-industrie, de industriële visserij en de vleesindustrie

Deze drie sectoren vormen een ernstige bedreiging voor het klimaat, de menselijke gezondheid en de biodiversiteit. Om ze te ontmantelen zijn maatregelen nodig op het niveau van de productie, maar ook belangrijke veranderingen op het niveau van de consumptie (in ontwikkelde landen en onder de rijken in alle landen) en in onze relatie met levende wezens. Er is een proactief beleid nodig om ontbossing te stoppen en agro-industrie, industriële boomplantages en grootschalige visserij te vervangen door respectievelijk agro-ecologie voor kleine boeren, eco-bosbouw en kleinschalige visserij. Deze alternatieven verbruiken minder energie, hebben meer arbeidskrachten nodig en respecteren de biodiversiteit veel beter. Boeren en vissers moeten door de gemeenschap naar behoren worden gecompenseerd, niet alleen voor hun bijdrage aan menselijk voedsel, maar ook voor hun ecologische bijdrage. De rechten van de oorspronkelijke volkeren op het bos en andere ecosystemen moeten worden beschermd. De wereldwijde vleesconsumptie moet drastisch worden verminderd, vooral in landen en onder sociale klassen die te veel vlees consumeren. De vlees- en zuivelindustrie moet worden ontmanteld en een dieet moet worden bevorderd dat voornamelijk gebaseerd is op lokale plantaardige productie. Daarmee maken we een einde aan de abjecte behandeling van dieren in de vleesindustrie en aan de industriële visserij. Voedselsoevereiniteit, in overeenstemming met de voorstellen van Via Campesina, is een belangrijk doel. Hiervoor is een radicale landbouwhervorming nodig: het land moet gaan naar degenen die het bewerken, vooral vrouwen. Onteigening van grootgrondbezitters en van de kapitalistische agro-industrie, die goederen voor de wereldmarkt produceert. Verdeling van land onder boeren en landloze boeren (families of coöperaties) voor agrobiologische productie. Afschaffing van oude en nieuwe genetisch gemodificeerde gewassen in het open veld en afschaffing van giftige pesticiden (te beginnen met de pesticiden waarvan de imperialistische landen het gebruik verbieden, maar waarvan ze de export toestaan in de gedomineerde landen!).

4.9. Leef samen met levende wezens, stop de massamoord op soorten

Respect voor niet-menselijk leven is fundamenteel voor het behoud van de voorwaarden voor voortplanting en evolutie van de menselijke soort. Productiemethoden moeten vanaf het begin rekening houden met relaties met andere levende wezens. Er moet onmiddellijk actie worden ondernomen tegen het patenteren van levende wezens, de vernietiging van waterrijke gebieden (wetlands) en de exploitatie van de zeebodem. Hoewel gedeeltelijk en ontoereikend op de lange termijn, moet de uitbreiding van beschermde natuurgebieden worden aangemoedigd, op voorwaarde dat dit niet leidt tot verdere sociale onrechtvaardigheid, vooral ten nadele van inheemse volkeren en plattelandsgemeenschappen.

4.10. Volkse stedelijke hervorming

Meer dan de helft van de wereldbevolking woont nu in steeds grotere steden. Tegelijkertijd raken plattelandsgebieden ontvolkt, geruïneerd door agro-industrie en mijnbouw en steeds meer verstoken van essentiële voorzieningen. De zogenaamde “ontwikkelingslanden” hebben enkele van de grootste megasteden ter wereld (Jakarta, Manilla, Mexico City, New Delhi, Bombay, Sao Paulo en andere), een groeiend aantal daklozen en sloppenwijken waar miljoenen mensen (rond Karachi, Nairobi, Bagdad…) onder mensonwaardige omstandigheden overleven en informeel werken. Het is een van de meest afschuwelijke wonden die de kapitalistische ontwikkeling en imperialistische overheersing hebben achtergelaten. Naast geweld maken hittegolven het steeds moeilijker om te overleven in sloppenwijken en arme buurten, vooral in vochtige klimaten. Het ecosocialistische alternatief vraagt om de lancering van een grootschalig sociaal woningbouwprogramma dat gepaard gaat met een volkse stedelijke hervorming, die de organisatie van grote steden verandert en ontworpen wordt in samenwerking met daklozenverenigingen. Dit moet aan de ene kant worden gecombineerd met arbeidswetgeving, die arbeiders beschermt, en aan de andere kant met het doorvoeren van landbouwhervormingen, om een beweging van tegen-emigratie op het platteland op gang te brengen.

4.11 Socialiseer energie en financiering zonder compensatie of terugkoop om zo snel mogelijk van fossiele brandstoffen en kernenergie af te komen

De energiemultinationals en de banken die hen financieren willen elke laatste ton steenkool, elke laatste liter olie, elke laatste kubieke meter gas exploiteren. Aanvankelijk verborgen en ontkenden ze het effect van CO²-uitstoot op klimaatverandering. Terwijl ze vandaag ondanks alles doorgaan met het exploiteren van deze bronnen, terwijl de stijgende prijzen hen gigantische overwinsten opleveren, beloven ze allerlei nep-technieken (greenwashing, uitwisseling van “vervuilingsrechten”, “compensatie van emissies”, “koolstofafvang, -vastlegging en -gebruik”) en promoten ze kernenergie als “koolstofarm”. Twijfel er niet aan: deze op winst beluste groepen brengen de planeet van klimaatcatastrofe naar cataclysme. Tegelijkertijd lopen ze voorop in de kapitalistische aanvallen op de werkende klasse. Ze moeten gesocialiseerd worden door onteigening, zonder compensatie of terugkoop. Om de sociale en ecologische vernietiging een halt toe te roepen, om collectief onze toekomst te bepalen, is niets zo dringend als het opzetten van openbare diensten voor energie en krediet, gedecentraliseerd en onderling verbonden, onder de democratische controle van het volk.

4.12. Open de “zwarte doos” van datacenters, socialiseer Big Tech

Datacenters van Big Tech bedrijven verbruiken steeds meer energie en water. Het zijn “zwarte dozen”: wat daar gebeurt, valt onder bedrijfsgeheimen. Naast het feit dat deze centra het surveillancekapitalisme aandrijven, algoritmen creëren voor gerichte reclame en kunstmatig nieuwe behoeften genereren, bestaat een steeds groter deel van hun activiteit uit het ondersteunen van AI. Deze “zwarte doos” moet worden geopend. Mensen moeten controle hebben over hun energieverbruik en kunnen beslissen welke functies sociaal nuttig zijn en welke niet. Big Tech en sociale mediagiganten moeten gesocialiseerd en democratisch beheerd worden om echt publieke digitale ruimtes te creëren.

4.13. Voor bevrijding en zelfbeschikking van volkeren; tegen oorlog, imperialisme en kolonialisme

Wij verdedigen een internationalistisch programma dat gebaseerd is op sociale rechtvaardigheid en een ecosocialistische overgang onder leiding van bevrijdende en collectieve krachten, met vrede tussen de volkeren, waarbij onderdrukkend beleid wordt bestreden. We verzetten ons tegen de NAVO en andere militaire allianties, die de wereld naar nieuwe inter-imperialistische conflicten drijven. Wij strijden tegen de verhoging van militaire budgetten, voor de ontmanteling van de productie en voorraden van alle nucleaire, chemische en bacteriologische wapens en cyberwapens, voor de ontmanteling van alle particuliere militaire bedrijven. Wapens mogen geen handelswaar zijn; het gebruik ervan moet onder politieke controle staan voor defensiedoeleinden en bescherming tegen agressie.

De enige weg naar vrede is de zegevierende strijd voor het recht op zelfbeschikking, het einde van de bezetting van landen en van etnische zuivering. Als internationalisten zijn wij solidair met de onderdrukte mensen, die vechten voor hun rechten, met name in Palestina en Oekraïne.

4.14. Garandeer werkgelegenheid voor iedereen, zorg voor de nodige omscholing in ecologisch duurzame en sociaal nuttige activiteiten

Werknemers die betrokken zijn bij verkwistende en schadelijke activiteiten met fossiele brandstoffen, in de agro-industrie, de grote visserij en de vleesindustrie mogen niet de prijs betalen voor kapitalistisch management. Er moet een groene jobgarantie worden ingesteld om hun collectieve omscholing te garanderen, zonder verlies van inkomen, in de activiteiten van het publieke plan om aan echte behoeften te voldoen en ecosystemen te herstellen. Deze garantie voor groene jobs zal de legitieme angsten van de betrokken werknemers overwinnen. Zo komt er een einde aan de cynische instrumentalisering van deze angsten door de kapitalisten, in dienst van hun productivistische/consumentistische belangen. Integendeel, de garantie op groene jobs zal werknemers in tot sluiting veroordeelde sectoren aanmoedigen en motiveren om zich om te scholen en te mobiliseren om actief de uitvoering van het plan op zich te nemen, in samenspraak met het publiek dat ervan profiteert, door hun kennis, vaardigheden en ervaring te investeren in een activiteit die rijk is aan betekenis, emancipatoir, echt menselijk, want begaan met het leven van toekomstige generaties.

4.15. Minder werken, beter leven en werken, een goed leven leiden

Het radicaal verminderen van energieverbruik door het elimineren van nutteloze en schadelijke productie/consumptie heeft logischerwijs tot gevolg dat er minder tijd besteed hoeft te worden aan sociaal werk in loondienst. Deze vermindering moet collectief zijn. De kapitalistische verspilling is zo groot dat de onderdrukking ervan ongetwijfeld de concrete mogelijkheid opent voor een zeer aanzienlijke vermindering van de wekelijkse arbeidstijd (om te komen tot werkdagen van ongeveer een halve dag) en een aanzienlijke verlaging van de pensioenleeftijd. Deze verkortingstrend zal gedeeltelijk worden gecompenseerd door de noodzakelijke verkorting van de werkritmes en de toename van sociaal en ecologisch reproductiewerk dat nodig is om voor mensen (inclusief door het socialiseren van een deel van het huishoudelijk werk dat voornamelijk door vrouwen gratis wordt gedaan) en ecosystemen te zorgen. Democratische planning zal essentieel zijn voor de articulatie in de loop van de tijd van deze bewegingen in verschillende richtingen. De ecosocialistische breuk met kapitalistische groei impliceert een dubbele transformatie van werk. Kwantitatief zullen we veel minder werken. Kwalitatief schept het de voorwaarden om van werk een activiteit van het goede leven te maken – een bewuste bemiddeling tussen mensen (dus ook tussen mannen en vrouwen) en tussen mensen en de rest van de natuur. Deze diepgaande transformatie van werk en leven zal de veranderingen in consumptie, die de best betaalde lagen van de werkende klasse treffen, meer dan compenseren, vooral in de ontwikkelde landen.

4.16. Verminderen, hergebruiken, recyclen

De concepten van productlevenscyclus, recycling, reparatie en circulariteit zijn essentieel. Hun consistente toepassing vereist productie, die gericht is op het voorzien in echte menselijke behoeften. De productie van organisch en vast afval is echter een onvermijdelijke realiteit van het leven in een samenleving. Daarom is het essentieel om adequate middelen te hebben voor de verwijdering, behandeling en het hergebruik ervan. Daartoe is het, naast het drastisch verminderen van de consumptie, noodzakelijk om doeltreffende methoden voor het verwerken van organisch afval (zoals composteren) te implementeren en technieken te ontwikkelen voor het recyclen en hergebruiken van vast afval, gebaseerd op de kennis die is vergaard door de wetenschap en de arbeiders, die collectief zijn georganiseerd in het verzamelen en recyclen van afval. Ecosocialistisch beleid zal de doeltreffende inzameling en verwerking van ziekenhuisafval, vervuild en giftig afval bevorderen, waarbij gestreefd wordt naar de laagst mogelijke sociale en milieu-impact.

4.17.Garandeer het recht van vrouwen op zeggenschap over hun eigen lichaam en op een leven zonder geweld

De mensheid zal niet in staat zijn om bewust haar relatie met de rest van de natuur te beheren zonder bewust haar relatie met zichzelf te beheren, dat wil zeggen haar eigen biologische voortplanting, die verloopt via het lichaam van de vrouw. Het is geen toeval dat de patriarchale aanvallen op de rechten van de vrouw overal intensiever worden: deze aanvallen zijn een integraal onderdeel van politieke projecten, die proberen sterke machten te vestigen ten dienste van de rijken en kapitalisten. Ze worden meestal uitgevoerd uit naam van een reactionaire “pro-life” ideologie, die overigens de antropogene klimaatverandering ontkent. Maar naast deze reactionaire krachten zijn er ook technocratische stromingen die de ecologische crisis wijten aan “overbevolking” en zo proberen een autoritair geboortebeperkingsbeleid op te leggen. Geconfronteerd met deze twee soorten bedreigingen stellen wij dat geen enkele moraliteit, geen enkele hogere reden, zelfs geen ecologische, kan worden ingeroepen om vrouwen hun elementaire recht te ontzeggen om hun eigen vruchtbaarheid te controleren. De ontkenning van dit recht is verbonden met alle andere mechanismen van overheersing, inclusief “menselijke overheersing” over de rest van de natuur, ten gunste van het patriarchaat en zijn huidige kapitalistische vorm. Menselijke emancipatie omvat ook de emancipatie van vrouwen. Dit houdt als prioriteit in dat vrouwen vrije toegang moeten hebben tot anticonceptie, abortus, onderwijs over het gebruik ervan en over reproductieve zorg in het algemeen. Dit houdt ook de strijd in tegen alle vormen van fysiek, psychologisch, sociaal of medisch geweld tegen vrouwen en LGBTQI+ mensen.

4.18. Kennis is een gemeenschappelijk goed: Hervorming van de onderwijs- en onderzoekssystemen

Kennis is een gemeenschappelijk goed van de mensheid. De uitvoering van het ecosocialistische noodprogramma heeft een schreeuwende behoefte aan gedekoloniseerde en gedekapitaliseerde kennis, belichaamd door talrijke en competente leraren en onderzoekers in alle disciplines. Voor hervorming van het onderwijssysteem, uitbreiding van openbare scholen en universiteiten, een einde aan discriminatie in het onderwijs, waarvan in bepaalde landen vooral meisjes het slachtoffer zijn. Voor erkenning en integratie van inheemse kennis en knowhow. Diepgaande hervorming van het onderzoek om een einde te maken aan de onderwerping ervan aan het kapitaal. Onderzoek dat in de eerste plaats gericht is op het herstel van ecosystemen en het voorzien in de behoeften van de werkende klasse en dat in overleg met hen wordt vastgesteld.

4.19. Handen af van democratische rechten! Volkscontrole en zelforganisatie van onze strijd

De heersende klasse, die machteloos staat tegenover de ecologische catastrofe die ze heeft veroorzaakt, verscherpt haar regime, criminaliseert verzet en kiest zondebokken. Haar beleid maakt de weg vrij voor nihilistisch, nationalistisch, racistisch en machistisch neofascisme. Geconfronteerd met de ontmaskering van de bourgeoisie, hijst het ecosocialisme de vlag van de uitbreiding van rechten en vrijheden: vrijheid van vereniging, van demonstratie, stakingsrecht; vrije verkiezing van parlementaire organen in een meerpartijenstelsel; een verbod op privéfinanciering van politieke partijen; legalisering van referenda op volksinitiatief; afschaffing van niet-democratische instellingen (zoals een autonome Centrale Bank); verbod op privébezit van belangrijke communicatiemiddelen; afschaffing van censuur; strijd tegen corruptie; ontbinding van milities die leiders dienen; respect voor de rechten en het grondgebied van inheemse gemeenschappen en van andere onderdrukte volkeren, enz. Ecosocialisme is een maatschappelijk alternatief dat de breedst mogelijke democratie vereist. Het wordt nu voorbereid door de democratische zelforganisatie van volksstrijd en de eis, op alle niveaus, voor transparantie en volkscontrole, met vetorecht.

4.20. Bevorder een culturele revolutie gebaseerd op respect voor het levende en “liefde voor Pachamama”.

Een radicale breuk met de ideologie van menselijke overheersing van de natuur is essentieel voor de ontwikkeling van zowel een ecologische als een feministische (een ecofeministische) cultuur van “zorg” voor mens en milieu. Met name de bescherming van de biodiversiteit kan niet alleen gebaseerd zijn op de rede (het menselijk belang op de juiste manier begrepen): het vereist evenveel empathie, respect, voorzichtigheid en het soort wereldomvattende opvatting dat de eerste volkeren samenvatten met de uitdrukking “liefde voor Pachamama”. (7)Pachamama = Moeder Aarde. Cf. https://nl.wikipedia.org/wiki/Pachamama – laatst bekeken op 09/04/2025. Het behouden of heroveren van dit wereldbeeld – door strijd, artistieke creatie, educatie en productie/consumptie alternatieven – is een belangrijke ideologische uitdaging in de ecosocialistische strijd. De westerse moderniteit heeft het idee gesystematiseerd dat mensen goddelijke wezens zijn, wiens missie het is om de natuur te domineren en dieren te instrumentaliseren, deze worden gereduceerd tot de rang van machines. Deze niet-materialistische opvatting, die nauw verbonden is met koloniale en patriarchale overheersingen, wordt vandaag de dag volledig gediskwalificeerd door wetenschappelijke kennis. Wij maken deel uit van de levende Aarde; menselijk leven zou onmogelijk zijn zonder het netwerk van leven op deze planeet.

4.21. Ecosocialistische planning in eigen beheer

De ecosocialistische overgang heeft planning nodig. Met name de transformatie van het energiesysteem (afscheid van kernenergie en fossiele brandstoffen, energiebesparing en ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen) moet worden gepland. In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, is planning niet in tegenspraak met democratie en zelfbeheer. Het rampzalige voorbeeld van de landen van het zogenaamde “reëel bestaande socialisme” laat zien dat zelfbeheer onverenigbaar is met autoritaire, bureaucratische planning, van bovenaf opgelegd met minachting voor elke vorm van democratie. Wat betekent democratische ecosocialistische planning? Concreet betekent het dat de hele samenleving vrij zal zijn om op democratische wijze de prioriteiten voor productie te kiezen en het niveau van de middelen, die in onderwijs, gezondheid of cultuur moeten worden geïnvesteerd. Verre van “despotisch” te zijn, is democratische ecosocialistische planning de uitoefening van de vrijheid van besluitvorming van de gehele samenleving, op alle niveaus, van lokaal over nationaal tot mondiaal. Het is een noodzakelijke oefening om zich te bevrijden van “economische wetten” en “ijzeren kooien” die vervreemdend werken en zich via reïficatie (8)https://nl.wikipedia.org/wiki/Re%C3%AFficatie – laatst bekeken op 09/04/2025. tot ding worden gemaakt binnen kapitalistische en bureaucratische structuren. Democratische planning in combinatie met arbeidstijdverkorting zou een aanzienlijke stap voorwaarts betekenen voor de mensheid naar wat Marx “het koninkrijk van de vrijheid” noemde: de toename van vrije tijd is in feite een voorwaarde voor de deelname van de werkers aan de democratische discussie en het zelfbeheer van de economie en de samenleving. Ecosocialistische democratische planning gaat over belangrijke economische keuzes en niet over lokale restaurants, kruidenierswinkels, bakkerijen, kleine winkels, ambachtelijke bedrijven. Het is ook belangrijk om te benadrukken dat ecosocialistische planning niet in strijd is met het zelfbeheer van arbeiders in hun productie-eenheden. Zelfbeheer betekent dus democratische controle van het plan op alle niveaus – lokaal, regionaal, nationaal, continentaal en planetair – aangezien ecologische problemen zoals klimaatverandering mondiaal zijn en alleen op dat niveau kunnen worden aangepakt. Ecosocialistische democratische planning staat tegenover wat vaak wordt omschreven als “centrale planning”, omdat beslissingen niet worden genomen door een “centrum”, maar democratisch worden bepaald door de betrokken bevolkingen, volgens het subsidiariteitsbeginsel: de verantwoordelijkheid voor overheidsmaatregelen moet, wanneer nodig, worden toegewezen aan de kleinste entiteit die in staat is om het probleem zelf op te lossen.


5. Materiële wereldwijde ontgroeiing in de context van ongelijke en gecombineerde ontwikkeling

Er zal geen nationale oplossing zijn. Een rechtvaardig ecosocialistisch alternatief kan in één land beginnen, maar de volledige implementatie ervan vereist de afschaffing van het kapitalisme op mondiaal niveau. Vanaf nu hebben de uitgebuitenen en onderdrukten daarom een consistente antikapitalistische, anti-imperialistische, antiracistische en internationalistische strategie nodig, gericht op een wereldwijd resultaat. Deze strategie moet de strijd articuleren die zich in zeer verschillende contexten ontvouwt. Dit betekent dat de hoofdlijnen van een ecosocialistisch programma dat breekt met kapitalistische groei algemeen relevant zijn, maar dat ze in verschillende landen anders worden toegepast. Sommige eisen zijn in sommige landen belangrijker dan in andere, afhankelijk van hun plaats in de ongelijke en gecombineerde ontwikkeling van het kapitalisme onder imperialistische heerschappij.

Na eeuwen van slavernij en koloniale plundering zijn de bevolkingen van zogenaamde “ontwikkelingslanden” het slachtoffer van een nieuw monsterlijk onrecht. Hoewel hun verantwoordelijkheid voor de uitstoot van broeikasgassen klein is, zelfs bijna nihil in de armste landen, plaatst de klimaatverandering veroorzaakt door tweehonderd jaar imperialistische kapitalistische groei 3,5 miljard vrouwen, mannen en kinderen in de frontlinie van catastrofes die hen steeds harder treffen.

De bevolking van de overheerste landen heeft het basisrecht op toegang tot menswaardige leefomstandigheden. Imperialistische regeringen, internationale instellingen en de regeringen van de perifere landen zelf beweren dat kapitalistische groei de mensen in het Zuiden in staat zal stellen om de levensstandaard van de ontwikkelde kapitalistische landen “in te halen”. Het enige wat nodig is, is “goed bestuur” om samenlevingen “aan te passen” aan de behoeften van de wereldmarkt. Maar dit is een doodlopende weg, zoals blijkt uit het feit dat de ongelijkheid blijft toenemen (tussen landen en in toenemende mate ook binnen landen), terwijl het “koolstofbudget” dat verenigbaar is met 1,5°C snel aan het verdwijnen is.

In werkelijkheid houdt het imperialistische ontwikkelingsmodel de gedomineerde landen in een neokoloniale positie van ondergeschiktheid, als leveranciers van grondstoffen en goedkope arbeidskrachten, producenten van plantaardige en dierlijke goederen voor de export, opslagplaatsen voor afval – onder andere koolstofputten die kapitalisten zich toe-eigenen voor hun winst – en de voornaamste slachtoffers van de ecologische crisis. Daar komt nu het schandalige beleid van ontwikkelde landen bij om gedomineerde landen te betalen om de rol van grenspolitie te spelen. De lokale corrupte “elites” dragen een grote verantwoordelijkheid. In plaats van een alternatieve ontwikkeling te bevorderen, gebaseerd op alternatieve sociale waarden, zijn ze het imperialisme gaan dienen.

Het discours van “het Zuiden dat het Noorden inhaalt” is een hersenschim, een rookgordijn om de voortzetting van kapitalistische en imperialistische uitbuiting te verbergen, die de ongelijkheid vergroot. Met de toename van ecologische rampen verliest dit discours alle geloofwaardigheid.

De multipolaire wereld van de BRICS (9)https://nl.wikipedia.org/wiki/BRICS – laatst bekeken op 09/04/2025. is geen alternatief voor het imperialisme, zoals blijkt uit de politiek van Rusland en China, de twee belangrijkste leiders van dit blok. Hun autocratische leiders verzetten zich niet tegen de imperialistische en onderdrukkende praktijken van het “klassieke” westerse imperialisme – ze willen enkel dezelfde rechten hebben. Waar ze ook bezwaar tegen hebben, is niet de kloof tussen rechten en realiteit in de praktijken van westerse samenlevingen, maar met de rechten zelf (van arbeiders, vrouwen, LGBTQ+, enz.). Poetin wil met geweld en dwang een koloniaal rijk herbouwen. Profiterend van de enorme voorraden fossiele brandstoffen, zoekt hij allianties met olie-monarchieën, andere dictaturen en machtige belangen in de energie- en misdaadindustrie om de exploitatie van fossiele brandstoffen zo lang mogelijk te verlengen. De Chinese Communistische Partij beweert de landen van het Zuiden te laten zien dat ze kunnen ontsnappen aan overheersing en zich kunnen ontwikkelen door de Nieuwe Zijderoute in te slaan, maar haar project van wereldwijde kapitalistische hegemonie is een van de belangrijkste aanjagers van ecologische vernietiging en accumulatie door onteigening.

Het is vandaag niet het moment om de achterstand in te halen, maar wel om de planeet te delen. De grote massa van de werkende mensen, vrouwen, jongeren, etnische minderheden in het “Noorden” en in de gedomineerde landen, zijn het slachtoffer van de klimaatverandering. Volgens een wetenschappelijke analyse van het huidige klimaatbeleid zal de rijkste 1% nog meer CO² uitstoten tegen 2030; de arme 50% zal iets meer uitstoten maar blijft grotendeels onder het niveau van individuele uitstoot dat compatibel is met 1,5°C; de tussenliggende 40% zal het grootste deel van de emissiereductie op zich nemen (waarbij de verhoudingsgewijs grootste inspanning wordt opgelegd aan de lage inkomens in de rijke landen). Dit is de basis voor een internationale strijd voor rechtvaardigheid en gelijkheid. Het schamele koolstofbudget dat nog beschikbaar is, moet en kan worden verdeeld volgens historische verantwoordelijkheden en capaciteiten, niet alleen tussen landen maar meer en meer tussen sociale klassen. Minerale hulpbronnen en de rijkdom aan biodiversiteit moeten zorgvuldig worden geoogst, in overeenstemming met de werkelijke behoeften van iedereen.

De kapitalisten van de imperialistische landen zijn verreweg het meest verantwoordelijk voor de ecologische crisis en zij moeten de gevolgen betalen. Ook landen als de “olie-monarchieën”, Rusland en China moeten de rekening betalen, hoewel hun historische verantwoordelijkheid niet dezelfde is. De geïndustrialiseerde landen van het “Noorden” – Europa, Noord-Amerika, Australië, Japan – moeten zich het meest inspannen voor een snelle ontgroeiing van nutteloze en/of schadelijke producties. Ze zijn ook verantwoordelijk om de gedomineerde landen toegang te geven tot alternatieve technologieën en om te zorgen voor de financiering van een ecologische transitie en echte genoegdoening voor het verlies en de schade. De afschaffing van patenten moet de volkeren van het Zuiden in staat stellen om vrij toegang te krijgen tot technologieën die in echte behoeften kunnen voorzien zonder nog meer fossiele energie te gebruiken.

Om aan hun behoeften te voldoen, hebben de mensen in de overheerste landen een ontwikkelingsmodel nodig dat radicaal tegenover het imperialistische en productivistische model staat, een model dat prioriteit geeft aan openbare diensten (gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting, toegankelijk vervoer, riolering, elektriciteit, drinkwater) voor de massa van de bevolking, niet aan de productie van goederen voor de wereldmarkt. Dit antikapitalistische en anti-imperialistische model onteigent de monopolies in de sectoren financiën, mijnbouw, energie en agro-industrie en socialiseert ze onder democratische controle.

Vooral in de armere landen zal de noodzaak om aan de behoeften van de bevolking te voldoen een toename van de materiële productie en het energieverbruik over een bepaalde periode vereisen. Binnen het kader van het alternatieve ontwikkelingsmodel en andere internationale uitwisselingen zal de bijdrage van deze landen aan wereldwijde ecosocialistische ontgroeiing en respect voor ecologische evenwichten bestaan uit:

  • Het opleggen van rechtvaardige herstelbetalingen aan imperialistische landen.
  • Het stopzetten van de opzichtige consumptie van de parasitaire elite.
  • Het bestrijden van ecocidale megaprojecten geïnspireerd door neoliberaal kapitalistisch beleid, zoals gigantische pijpleidingen, faraonische mijnbouwprojecten, nieuwe vliegvelden, offshore oliebronnen, grote hydro-elektrische dammen en immense toeristische infrastructuren, die zich natuurlijk en cultureel erfgoed toe-eigenen ten gunste van de rijken.
  • Ecologische landbouwhervormingen ter vervanging van de geïndustrialiseerde agro-industrie.
  • Weigeren van de vernietiging van biotopen door kwekers, palmolieplanters, agrobusiness in het algemeen en de mijnindustrie, “boscompensatie” (REDD- en REDD+-projecten (10)https://unfccc.int/topics/land-use/workstreams/redd/what-is-redd – laatst bekeken op 09/04/2025. ) en “visserijovereenkomsten” die visbestanden aanbieden aan industriële visserij-multinationals, enz.

Door hun strijd kunnen de volksklassen van de overheerste landen een beslissende bijdrage leveren door de uitgebuitenen van de hele wereld te betrekken bij deze weg, de enige die verenigbaar is met zowel de mensenrechten als met de aardse grenzen.

6. Tegen de stroom in de strijd samenbrengen om te breken met het kapitalistische productivisme. Grijp de regering, start de ecosocialistische breuk op basis van zelfwerkzaamheid, zelforganisatie, controle van onderaf en de breedst mogelijke democratie.

De economie, de staat, de politiek van de bourgeoisie en haar internationale betrekkingen zijn diep getroffen door de ecosociale impasse waarin kapitalistische accumulatie en imperialistische plundering de mensheid hebben gestort. Overal ter wereld zijn de uitgebuitenen en onderdrukten in de greep van diepe angst.

Verzetsbewegingen ontwikkelen zich tegen de stroom in. Zelfs in extreem moeilijke omstandigheden komen mensen op voor hun sociale, democratische, anti-imperialistische, ecologische, feministische, LGBTQI, anti-racistische, inheemse en boerenrechten. Er zijn belangrijke gevechten gevoerd en soms opmerkelijke overwinningen behaald: de Gele Hesjes-beweging en de beweging ter verdediging van de pensioenen in Frankrijk, de ecosocialistische strijd van de GKN-fabrieksarbeiders in Italië, de strijd van de vakbond van auto-arbeiders in de Verenigde Staten, de sluiting van een kopermijn, die eigendom is van First Quantum in Panama in 2023, de overwinning van de Indiase boeren tegen de regering Modi, de overwinning van de “zadisten” in Frankrijk tegen het vliegveld Notre-Dame-des-Landes, de overwinning van vrouwen in de strijd voor abortus in Argentinië en van de Sioux in de Verenigde Staten tegen de XXL-pijplijn,… Maar de vijand is in het offensief en veel gevechten werden verslagen. Onze taak, als activisten van de Vierde Internationale, is om te helpen bij het organiseren en uitbreiden van de strijd, waarbij we ons ecosocialistische en internationalistische perspectief inbrengen.

Hoewel de geschiedenis van de arbeidersbeweging rijk is aan strijd voor de gezondheid van arbeiders en de bescherming van het milieu, is het productivisme van de hegemonische linkse krachten, partijen en vakbonden, een ernstig obstakel op de weg naar een ecosocialistisch antwoord dat past bij de objectieve situatie. De meeste leidingen hebben elk antikapitalistisch perspectief losgelaten. De sociaaldemocratie en alle andere varianten van het reformisme zijn sociaal-liberaal geworden, met als enige ambitie het aanbrengen van enkele sociale correcties op de markt, binnen de grenzen van het neoliberale kader. De meeste leiders van de grote vakbondsorganisaties beperken zich tot het begeleiden van neoliberaal beleid met de illusie dat kapitalistische groei de werkgelegenheid, lonen en sociale bescherming zal verbeteren. In plaats van een bewustzijn van de ecosociale impasse te organiseren, verdiept dit beleid van klassensamenwerking de impasse en verhult het de ernst ervan.

Gelukkig beginnen sommige politieke krachten en vakbondsstromingen – met name in Europa, de Verenigde Staten en Latijns-Amerika – afstand te nemen van het productivisme en neoliberalisme. In de vakbonden hebben activisten, die zich bewust zijn van de ecologische uitdaging, het concept van een “rechtvaardige transitie” naar voren geschoven. Vakbondsleiders van de sociaaldemocratie en van de internationale vakbeweging ITUC (11)https://www.ituc-csi.org/ – laatst bekeken op 09/04/2025. hebben dit concept gekaapt om het productivisme en het concurrentievermogen van bedrijven te ondersteunen. De dominante klasse is een expert in manipulatie. Zo heeft “rechtvaardige transitie” zich aangesloten bij “duurzame ontwikkeling” in het discours van regeringen, die rechtvaardigheid met voeten treden en die de niet-duurzaamheid organiseren.

In de “ontwikkelde” kapitalistische landen werden de gelederen van de traditionele krachten versterkt met de groene partijen. Het heeft vier decennia geduurd voordat de overgrote meerderheid van deze groene partijen zich aansloot bij de laag van de politieke managers van het kapitalisme. Hun pragmatisme, gebaseerd op de individuele verantwoordelijkheid van consumenten, vindt in de civiele maatschappij een verlengstuk bij talloze milieuverenigingen. Het heeft de sociaaldemocratie en de traditionele arbeidersleiders in staat gesteld om hun klassensamenwerking te verhullen in de verdediging van het “minste sociale kwaad” tegenover eco-taksen en andere zogenaamd “realistische” oplossingen van de “links noch rechts” ecologie.

In andere delen van de wereld, hoewel nog steeds in de minderheid, begint het ecosocialisme invloed te krijgen op sociale bewegingen en bij radicaal links. Enkele belangrijke lokale ervaringen – onder andere in Mindanao, Rojava en Chiapas – hebben affiniteiten met het ecosocialistische perspectief. Kapitalistische groei lijkt voor de meesten echter nog steeds ten onrechte de enige manier om de sociale omstandigheden te verbeteren.

Gezien de diepte van de crisis en de wanorde bestaat er een reëel risico dat sectoren van de werkende klasse steeds meer geneigd zullen zijn om ecologische doelstellingen op te offeren op het altaar van ontwikkeling, het creëren van banen en een hoger inkomen. Deze trend zou de catastrofe, waarvan deze zelfde klassen nu al de eerste slachtoffers zijn, alleen maar versnellen en het verlies aan legitimiteit van de vakbonden verdiepen. Het zou ook een vruchtbare bodem creëren voor neofascistische pogingen om racistische, kolonialistische en genocidale projecten te vergroenen. De migranten die hun verwoeste land ontvluchten zijn het belangrijkste doelwit van deze haatcampagnes.

Het socialistisch project is diep in diskrediet gebracht door de staat van dienst van het stalinisme en de sociaaldemocratie. Het is vanuit strijd dat we opnieuw een alternatief moeten uitvinden, niet vanuit dogma’s.

Wie staan er vandaag de dag in de frontlinies van de echte ecosociale beweging? Inheemse volken, jongeren, boeren, geracialiseerde mensen, die een zware prijs betalen voor de sociale en ecologische vernietiging. In deze vier groepen spelen vrouwen een beslissende rol, verbonden met hun specifieke, eco-feministische eisen waarvoor ze autonoom vechten en zich organiseren.

De internationale boerenalliantie Via Campesina (12)https://viacampesina.org/en/ – laatst bekeken op 09/04/2025. biedt talloze voorbeelden, die aantonen dat het mogelijk is om de verdediging van de rechten van arme boeren en inheemse volken, de strijd tegen extractivisme en agro-industrie, de strijd voor voedselsoevereiniteit en het behoud van ecosystemen te combineren met feminisme.

De overgrote meerderheid van de loonarbeiders is afwezig of houdt zich afzijdig van de anti-productivistische strijd. Sommigen leiden daaruit af dat de klassenstrijd achterhaald is of gevoerd moet worden door een “ecologische klasse”, die alleen in hun verbeelding bestaat. Maar het stoppen van de catastrofe is alleen mogelijk door een revolutie in de productiewijze van het sociale bestaan. Deze revolutie is niet mogelijk zonder de actieve en bewuste deelname van producenten, die ook de meerderheid van de bevolking vormen.

Anderen daarentegen leiden hieruit af dat het nodig is om te wachten op het moment dat de massa van arbeiders in de strijd voor hun directe sociaaleconomische eisen het bewustzijnsniveau zal hebben bereikt dat hen in staat stelt om deel te nemen aan de ecologische strijd op een “klasselijn”. Maar hoe zou het bewustzijnsniveau van de massa van werknemers op tijd ecologische kwesties kunnen integreren, als er geen grote sociale strijd komt om het productivistische kader, waarbinnen zij, steeds meer in het defensief, spontaan hun directe sociaaleconomische eisen naar voren brengen, aan het wankelen te brengen? Het productivistische kader overstijgen vereist een logica van publiek initiatief en planning van de noodzakelijke omschakelingen, met gegarandeerde werkgelegenheid en inkomen.

De klassenstrijd is geen koude abstractie. “De echte beweging die de huidige toestand afschaft” (Marx) definieert haar en wijst haar actoren aan. De strijd van vrouwen, LGBTQI mensen, onderdrukte volkeren, geracialiseerde volkeren, migranten, boeren en inheemse volkeren voor hun rechten zijn niet zonder meer aanvullend aan de strijd van arbeiders tegen de uitbuiting van arbeid door de bazen. Ze maken deel uit van de levende klassenstrijd.

Ze maken er deel van uit omdat het kapitalisme de patriarchale onderdrukking van vrouwen nodig heeft om de meerwaarde te maximaliseren en om de sociale reproductie tegen lagere kosten te garanderen; de discriminatie van LGBTQI mensen heeft het nodig om het patriarchaat te valideren; structureel racisme heeft het nodig om de plundering van de periferie door het centrum te rechtvaardigen; onmenselijk “asielbeleid” heeft het nodig om het industriële reserveleger te reguleren; het heeft het nodig om de boeren te onderwerpen aan de dictaten van de junk food producerende agrobusiness om de prijs van arbeidskracht te drukken; het heeft het nodig om de respectvolle relatie die menselijke gemeenschappen nog steeds in zichzelf en met de natuur onderhouden te elimineren en te vervangen door haar individualistische ideologie van overheersing, die het collectief in een automaat verandert en de levenden in dode dingen. Inheemse volkeren en traditionele gemeenschappen lopen voorop in de strijd tegen de destructieve overheersing van het kapitalisme over hun lichamen en gebieden. In veel regio’s zijn ze zelfs de voorhoede van nieuwe revolutionaire bewegingen van de subalterne klassen. Daarom erkennen wij dat zij een fundamenteel onderdeel zijn van het revolutionaire subject van de 21ste eeuw.

Al deze gevechten en die van arbeiders tegen kapitalistische uitbuiting maken deel uit van dezelfde strijd voor menselijke emancipatie en deze emancipatie is alleen echt mogelijk en menswaardig in het besef dat onze soort tot de natuur behoort en tegelijkertijd, vanwege haar specifieke intelligentie, de nu onvermijdelijke en vitale verantwoordelijkheid heeft om ervoor te zorgen. Dat is de strategische implicatie die voortvloeit uit het feit dat de vernietigende kracht van het kapitalisme de planeet een nieuw geologisch tijdperk heeft ingeluid.

Deze analyse is de basis van onze strategie van convergentie van sociale en ecologische strijd. Waar mogelijk moet deze convergentie ook op internationaal niveau worden gecoördineerd door middel van democratische forums. De strijd is mondiaal en onze beweging moet dat ook zijn.

Deze convergentie van strijd moet niet beperkt blijven tot het zoeken tussen sociale bewegingen, of tussen apparaten van sociale bewegingen, naar de grootste gemene deler in termen van eisen. Deze opvatting kan betekenen dat bepaalde eisen van bepaalde groepen worden genegeerd – ten koste van de zwaksten onder hen – dat wil zeggen, het tegenovergestelde van convergentie.

De convergentie van sociale en ecologische strijd omvat alle strijd van alle sociale actoren, van de meest doorgewinterde tot de meest aarzelende. Het is een proces van dynamische articulatie, dat het bewustzijnsniveau verhoogt door actie en debat, in wederzijds respect. Het doel is niet het vaststellen van een vast platform, maar het vormen van een strijdbare eenheid van de uitgebuitenen en de onderdrukten rond concrete eisen die een dynamiek openen die gericht is op de verovering van de politieke macht en de omverwerping van het kapitalisme in de hele wereld.

In de praktijk betekent de ecosociale convergentie van strijd vooral dat de sectoren, die zich het meest bewust zijn van ecologische bedreigingen, zich richten tot de sectoren die zich het meest bewust zijn van sociale bedreigingen en omgekeerd, om samen de valse kapitalistische tegenstelling tussen het sociale en het ecologische te overwinnen.

In deze benadering speelt de verdediging van een eco-syndicalisme, dat zowel klassenstrijd als anti-productivisme naar voor schijft, een essentiële rol, gebaseerd op de concrete zorgen van arbeiders over het behoud van hun gezondheid en veiligheid op het werk en op de rol van klokkenluiders over de schade aan ecosystemen en het gevaar van productie, die zij het best kunnen inschatten.

Als ecosocialistische activisten moedigen wij verzet op de werkplek aan door middel van stakingen en alle initiatieven die de organisatie en controle van arbeiders bevorderen. We werken aan het versterken van mobilisaties door het combineren van de uitbreiding van stakingen, door het opbouwen van steeds grotere demonstraties, door het bevorderen van alle vormen van zelforganisatie en zelfbescherming in de strijd tegen onderdrukking, evenals door de popularisering ervan om de leugens van de dominante media en het overheidsapparaat tegen te gaan.

We laten ons ook inspireren door vormen van burgerlijke ongehoorzaamheid, van het blokkeren van websites tot het boycotten van huurbetalingen, die ook hun effectiviteit hebben bewezen.

Ervaringen uit strijdbewegingen helpen om het strategische debat te voeden.

Anti-productivistische gevechten zijn divers, maar over het algemeen is hun uitgangspunt heel concreet, vaak lokaal, in verzet tegen nieuwe transportinfrastructuur (snelweg, vliegveld, enz.), commerciële of logistieke infrastructuur, extractivistische infrastructuur (mijnen, pijpleidingen, megadammen, enz.), het afpakken van land of water, de vernietiging van een bos of rivier, enz. Het is in de eerste plaats de bedreiging van het dagelijks leven, het levensonderhoud en de gezondheid die mensen mobiliseert, niet een veralgemenend discours. Door de confrontatie aan te gaan met politieke besluitvormers, kapitalistische groepen en de instellingen die hen beschermen, door allianties te smeden tussen actoren met verschillende geschiedenissen en verplichtingen, wordt de strijd steeds mondialer en politieker.

Deze combinaties van strijd, verankerd in een specifiek gebied met een precies doel en een algemene strijd, bestaan over de hele wereld en vormen een nieuwe politieke realiteit die “Blockadia” (13)https://www.resilience.org/stories/2017-11-17/this-is-blockadia/ – laatst bekeken op 09/04/2025. genoemd kan worden.

De vorming van een ecosocialistisch klassebewustzijn impliceert ook een convergentie in de strijd waarin (jonge) wetenschappers een bijdrage kunnen leveren door hun kennis te gebruiken en te delen (agronomisch, klimatologisch, naturalistisch).

Stakingscomités, gemeenschapsgezondheidscentra, bedrijfsovernames, landbezettingen, zelfbeheerde woonruimtes, reparatiewerkplaatsen, kantines, zaadbibliotheken, enz. maken het mogelijk om te experimenteren met een sociale organisatie, die vrij is van kapitalisme. Ze stellen mensen die verstoken zijn van politieke en economische macht in staat om hun collectieve macht en intelligentie te ervaren. In tegenstelling tot de illusies over het mogelijk omzeilen of eenvoudigweg aanpassen van het systeem, komen ze vroeg of laat in botsing met de staat en de kapitalistische markt en laten ze zien dat het onmogelijk is het te stellen zonder politieke macht en zonder de noodzakelijke omverwerping van het systeem. In geïndustrialiseerde landen zal de algemene politieke staking een beslissend instrument zijn. Maar door, zelfs tijdelijk, een andere legitimiteit te creëren die populair, democratisch en gebaseerd is op solidariteit, stellen de concrete alternatieven de onderdrukten in staat zich bewust te worden van hun eigen macht en te werken aan de opbouw van een nieuwe hegemonie.

Meer in het algemeen vormt de opbouw van zelfgeorganiseerde organen van volksmacht de kern van onze strategie.

De systeemcrisis van het “laatkapitalisme”, gedomineerd door de transnationale financiële wereld, voedt zowel een afkeer van de verschijnselen van het verval van het burgerlijke regime als een gevoel van hulpeloosheid tegenover de diepgaande verslechtering, zowel kwantitatief als kwalitatief, van het machtsevenwicht tussen de klassen. In deze context wordt de regeringskwestie steeds belangrijker. De verovering van de politieke macht door de werkende klasse is een voorwaarde voor de uitvoering van een plan dat een beleid van breuk initieert. Tegelijkertijd hebben de afgelopen jaren de dodelijke illusies laten zien van politieke projecten, die de aspiraties van het volk uitbuiten, mobilisaties kanaliseren en zelfs verstikken in naam van realpolitik en zo extreemrechts versterken.

Er is geen binnenweg. Een ecosocialistische breukstrategie houdt de strijd in voor de vorming van een volksmacht, vechtend voor een transitieplan, voortkomend uit de zelfwerkzaamheid, controle en directe interventie van de uitgebuitenen en onderdrukten op alle niveaus van de samenleving. Geen enkele consequente maatregel tegen uitbuiting, onderdrukking en de vernietiging van ecosystemen kan worden opgelegd zonder een machtsevenwicht dat gebaseerd is op deze zelforganisatie. Zelfemancipatie is niet alleen ons doel; het is ook een strategie om de gevestigde orde omver te werpen.

Er moeten nieuwe instellingen worden gebouwd om te beraadslagen, om democratisch te beslissen, om de productie en de hele samenleving te organiseren. Deze nieuwe machten zullen het moeten opnemen tegen de kapitalistische staatsmachine, die gebroken moet worden. De omverwerping van de sociale orde, de onteigening van de kapitalisten, zal onvermijdelijk stuiten op het gewelddadige, gewapende antwoord van de heersende klassen. Geconfronteerd met dit geweld zullen de uitgebuitenen en de onderdrukten geen andere keuze hebben dan zichzelf te verdedigen, het zal een kwestie zijn van democratisch zelforganiserend legitiem geweld, terwijl ze virilisme (14)Virilisme = vermannelijking. en substitutionisme (15)Substitutionisme = zich in de plaats stellen. Cf. https://en.wikipedia.org/wiki/Substitutionism – laatst bekeken op 09/04/2025. afwijzen.

Alles hangt af van de uitkomst van de strijd. Hoe diep de ramp ook is, in elke fase zal de strijd het verschil maken. Daarbinnen hangt alles af van het vermogen van ecosocialistische activisten om zich te organiseren, om zich in de praktijk te oriënteren volgens het kompas van een historisch noodzakelijke optie. Reflecteren en handelen, strijd en strijdmiddelen opbouwen, ervaringen vergelijken en ervan leren: de internationale uitvoering van deze immense taak vereist een politiek instrument, een nieuwe Internationale van de uitgebuitenen en onderdrukten. Door middel van dit Manifest drukt de Vierde Internationale haar bereidheid uit om te helpen deze uitdaging aan te gaan.


De Engelstalige versie is terug te vinden op de site van de Fourth International.

Voetnoten

Voetnoten
1 We gebruiken de term “Globale Zuiden” om afhankelijke landen, gedomineerde landen en perifere landen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika aan te duiden. We gebruiken al deze uitdrukkingen om naar dezelfde realiteit te verwijzen. We rekenen tot het Globale Zuiden geen landen als China, Rusland, de olie-monarchieën of substantieel autonome middelmachten als India, enz., die een specifieke plaats innemen in het mondiale kapitalistische systeem van overheersing en niet als “overheerst” kunnen worden beschouwd.
2 Terawattuur (1 TWh = 1 miljard kWh). Deze energie-eenheid wordt gebruikt om de elektriciteitsproductie van een elektriciteitscentrale (een paar TWh) of een natiestaat te meten. Een kilowattuur komt overeen met een gelijkblijvend vermogen van één kilowatt gedurende één uur en is gelijk aan 3,6 miljoen joule of 3,6 megajoule.
3 Dit rebound-effect staat ook bekend als de “paradox van Jevons”.
4 ‘Ontgroeiing’ wordt hier gebruikt als vertaling van het meer bekende Engelse ‘degrowth’.
5 https://en.wikipedia.org/wiki/Yasun%C3%AD-ITT_Initiative – laatst bekeken op 08/04/2025.
6 https://unhrd.org/ – laatst bekeken op 10/04/2025.
7 Pachamama = Moeder Aarde. Cf. https://nl.wikipedia.org/wiki/Pachamama – laatst bekeken op 09/04/2025.
8 https://nl.wikipedia.org/wiki/Re%C3%AFficatie – laatst bekeken op 09/04/2025.
9 https://nl.wikipedia.org/wiki/BRICS – laatst bekeken op 09/04/2025.
10 https://unfccc.int/topics/land-use/workstreams/redd/what-is-redd – laatst bekeken op 09/04/2025.
11 https://www.ituc-csi.org/ – laatst bekeken op 09/04/2025.
12 https://viacampesina.org/en/ – laatst bekeken op 09/04/2025.
13 https://www.resilience.org/stories/2017-11-17/this-is-blockadia/ – laatst bekeken op 09/04/2025.
14 Virilisme = vermannelijking.
15 Substitutionisme = zich in de plaats stellen. Cf. https://en.wikipedia.org/wiki/Substitutionism – laatst bekeken op 09/04/2025.