Na bijna acht maanden van onderhandelingen en politiek theater heeft de nieuwe federale coalitie (N-VA, MR, Les Engagés, CD&V en Vooruit), genaamd Arizona, haar regeringsakkoord afgerond, met de zegen van het patronaat. Het programma vormt een grootschalige aanval op de grote meerderheid van de bevolking. Dit kan een keerpunt betekenen op het vlak van mobilisaties. Eén ding is zeker: niets doen is geen optie.
De electorale opmars van rechts bij de verkiezingen van 2024 was grotendeels het resultaat van de demobilisatie die werd veroorzaakt door het liberale beleid van de Vivaldi-regering, de deelname van sociaaldemocraten en groenen aan een regressief sociaal beleid en hun voortdurende toegevingen. Bovendien kunnen we alleen maar constateren dat het individualistische discours, opgebouwd rond het inkomensverschil tussen “zij die werken” en de “uitkeringstrekkers”, en breed gedragen door grote delen van de politieke kaste en de mainstream media, steeds breder aanvaard wordt.
De verkiezingsuitslag van juni, de MR-Engagés-regeringen in Wallonië en de Federatie Wallonië-Brussel, en de deelname van Vooruit aan een coalitie met de N-VA in Vlaanderen, boden de heersende klasse de kans om een federale regering te vormen die de Vlaamse en Waalse deelregeringen weerspiegelt. Zonder complexe communautaire hervormingen kon Bart De Wever (N-VA) rekenen op zijn bondgenoot Georges-Louis Bouchez (MR) -nog agressiever in zijn houding, en rechtstreeks gevoed door extreemrechts – om de weg te effenen voor een algemene aanval op de werkende klasse. De spanning tussen de centrumrechtse vleugel (Vooruit, Les Engagés) en de radicale rechtervleugel (N-VA, en vooral MR) heeft zich voornamelijk toegespitst op twee hoofdpunten: de indexering van lonen en uitkeringen enerzijds, en anderzijds een vorm van meerwaardebelasting. Rousseau (Vooruit) en Prévot (Les Engagés) hadden hierbij één doel voor ogen: het reactionaire programma van Arizona aanvaardbaar maken, onder meer door aan de top van vakbonden en ziekenfondsen te tonen dat het “zonder hen nog erger was geweest”. Daarnaast werd de leugenachtige dreiging van “Arizona of chaos” of “het zal pijn doen, maar er is geen alternatief” zoals gewoonlijk gebruikt om zoveel mogelijk het opkomende sociale verzet de kop in te drukken.
Arizona tegen iedereen… behalve het patronaat
Deze nieuwe regering en de aanvallen die ze in petto heeft maken deel uit van een wereldwijde tendens richting (extreem-)rechts beleid, in de context van een structurele, multidimensionale crisis van het kapitalisme. Om hun bronnen van winsten en kapitaalaccumulatie trachten veilig te stellen, zien de heersende klassen geen andere optie meer dan ons met geweld te ontdoen van een hele reeks sociale verworvenheden. Het algemene offensief tegen de werkende klasse zal dan ook ongezien zijn. Deze rechtse strategie is een vorm van shocktherapie, bedoeld om economische hervormingen snel en meedogenloos door te kunnen drukken. Maar om dit onmenselijke beleid aanvaardbaar te maken, zijn zondebokken nodig, moge ze dan nog fictief zijn: vandaar de constante aanvallen door politiek en media op werklozen, “migranten” en asielzoekers, moslims, “wokes”, transpersonen, enzovoort.
Dit vertaalt zich glashelder in het regeringsprogramma: Arizona voorziet een ongekende golf van antisociale, seksistische en racistische maatregelen. 22 miljard euro aan besparingen op werkenden en werklozen, met of zonder papieren, en slechts een schamele meerwaardebelasting om de bittere pil te verzachten. Om maar enkele voorbeelden te geven: de beperking van de werkloosheidsuitkeringen tot twee jaar; verplichte terugkeer naar werk voor langdurig zieken; drie keer minder opvangplaatsen voor asielzoekers, maar twee keer zoveel gesloten centra; afschaffing van sociale bijstand gedurende vijf jaar voor vluchtelingen; aanval op de pensioenen die vooral vrouwen zal treffen; repressie tegen van vakbonden en ziekenfondsen; of nog de herinvoering van het betogingsverbod, zoals eerder overwogen door de Vivaldi-regering. En dit alles terwijl het defensiebudget wordt opgekrikt…
Tegen hun afbraakbeleid: sociaal verzet in eenheidsfront, tot het einde
Maar de aanvallen van rechts en extreemrechts zijn geen onvermijdelijkheid! Gezien dit sombere toekomstbeeld is een mobilisatie van de hele werkende klasse essentieel om het tij te keren.
De vakbonden, als de voornaamste sociale beweging van de georganiseerde werkende klasse in België, dragen een grote verantwoordelijkheid. Allereerst is het cruciaal dat de vakbondsleiding duidelijk breekt met de logica van “politieke vrienden” (sociaaldemocraten en christendemocraten). Daarnaast is het noodzakelijk om een grootschalige bewustmakingscampagne te organiseren over het sociale afbraakprogramma van de Arizona-coalitie. Om de regering te doen vallen, moet er gemobiliseerd worden rond een echt actieplan, in een eenheidsfront, samen met alle sociale bewegingen. Het doel moet zijn om een brede tegenaanval op te bouwen tot aan de overwinning, in plaats van simpelweg terug te keren naar de onderhandelingstafel, zoals de vakbondsleiding deed in 2014. De tijd van illusies over “sociale dialoog” is voorbij!
Het enige mogelijke antwoord op rechts die verdeeldheid probeert te zaaien, is eendracht. Een breed en democratisch gedragen beweging opbouwen betekent niemand achterlaten: met een radicaal solidair, ecologisch en democratisch programma, waarin ook de verdediging van vrouwenrechten, de rechten van vluchtelingen en mensen met een migratieachtergrond, en LGBTI+ personen centraal staat. Overal moeten algemene vergaderingen op de werkvloer georganiseerd worden om samen te debatteren en acties te organiseren, met als doel de opbouw van een algemene staking die stand kan houden. Strijdcoalities zoals Commune Colère zijn een voorbeeld om te volgen en uit te breiden.
Tegenover het dominante discours van rechts en extreemrechts moeten wij een ander verhaal naar voren schuiven: van solidariteit, participatieve democratie, een waardig leven voor iedereen en respect voor natuur en milieu. Tegenover het destructieve beleid moeten we een offensief programma uitwerken dat mensen motiveert om in actie te komen: vóór meer vrije tijd, gegarandeerde werkgelegenheid, sociale rechten en een waardig pensioen, een fundamenteel andere verdeling van de rijkdom, en echte collectieve controle over onze productieve en financiële middelen.
Laat ons vanaf nu massaal op straat komen, te beginnen op 13 februari, in navolging van de oproep van het gemeenschappelijk vakbondsfront, met één duidelijk perspectief:
Een strijdbaar actieplan, naar de algemene staking!