Komende dagen willen we op deze website verder een forum bieden aan activisten en sociale bewegingen om hun kijk op de nieuwe regering en het regeerakkoord te geven. We nodigen al onze lezers graag uit zich mee in het debat te storten. Dat kan door met lezersbrieven te reageren op de stukken, maar ook langere bijdragen zijn zeker welkom. Deze mogen bezorgd worden via info@sap-rood.org.
Vandaag laten we Ludo De Brabander, woordvoerder van Vrede aan het woord over het defensiebeleid van de regering De Croo.
Op vlak van defensie valt er in het nieuwe regeerakkoord weinig baanbrekend nieuws te rapen. Over het algemeen wordt de lijn van het beleid van de afgelopen legislatuur voortgezet.
Het regeerakkoord opent dit onderdeel met: “België wil binnen de Verenigde Naties een geloofwaardige bijdrage blijven leveren” aan de internationale vrede en veiligheid. Buitenlandse militaire opdrachten behoeven voortaan een ‘sluitend’ internationaalrechtelijk mandaat. Dat was een van de discussiepunten in de Commissie Landsverdediging die zich afgelopen juni moest buigen over de Amerikaanse vraag naar deelname aan de operatie Inherent Resolve in Irak en Syrië met 4 gevechtsvliegtuigen.
De oppositiepartijen die nu mee in de regering stappen (groenen en sociaaldemocraten) vonden dat er in dit geval geen ‘sluitend’ VN-mandaat bestond voor de operatie in Syrië. Die missie start op 1 oktober 2020 en is door de regering Wilmès al goedgekeurd. Er staat niet dat deze missie zal worden teruggedraaid. De passage in het regeerakkoord lijkt dus enkel te gelden voor toekomstige missies.
Wat er wel in staat is dat het informatie en evaluatiekader van het defensiebeleid met meer transparantie en betrokkenheid van het parlement moet gebeuren. Dat geldt zowel voor missies, zoals het parlement dat in een resolutie ook vroeg in verband met de F16-missie naar Irak en Syrië, als op vlak van burgerslachtoffers. In het verleden was België volgens internationaal onderzoek het minst transparant bij het vrijgeven van informatie. De regering en legertop beweerden steevast dat er bij de luchtaanvallen in Syrië en Irak tijdens vorige missies, geen burgerslachtoffers vielen, maar dat kon niet worden gestaafd omdat ze weigerden details vrij te geven, zoals datum en uur van een specifieke militaire inzet.
Ook militaire aankopen moeten transparanter aldus het regeerakkoord, wat een antwoord zou kunnen zijn op de kritiek dat de F35 aankoopprocedure niet transparant genoeg verliep. Zo weigert de regering tot op vandaag inzage te geven in het contract van de aankoop en de meeste andere documenten. ‘Vertrouwelijk’ zo luidt het.
België blijft trouw aan militair Europa
Op vlak van Europese defensie volgt het regeerakkoord helemaal de officiële Europese lijn zoals die de laatste jaren uitgestippeld is in het Gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid. Europa moet strategisch autonoom zijn en dat vergt een militaire interventiecapaciteit en een solide militaire basis, zo klinkt het. Ook het Europees Defensiefonds (EDF) geniet de volledige steun in het regeerakkoord. Het in 2017 opgericht EDF zorgt ervoor dat voor het eerst in het bestaan van de Europese Unie, Europese middelen naar militair onderzoek en ontwikkeling (O&O) en gemeenschappelijke militaire projecten gaan. “De regering zal in dat verband onze bedrijven de best mogelijke kansen geven”, zo staat er te lezen.
De Commissie voorzag aanvankelijk 13 miljard euro voor het EDF (periode 2021-2027), maar door de Covd-19-crisis is die ambitie naar 8 miljard euro bijgesteld. Het EDF-geld komt uiteindelijk terecht bij de wapenindustrie die ondanks officiële restricties (Europese criteria rond wapenhandel en nationale/regionale wetgevingen) wapens kan blijven leveren aan conflictgebieden.
“Om de ontwikkeling van militaire capaciteiten te stimuleren” (…) “blijft ons land actief in de permanent gestructureerde samenwerking (PESCO)”. PESCO is zowat de kern geworden van het Europees militarisme. Zo moeten de deelnemende lidstaten volgens PESCO “regelmatig” de defensiebudgetten laten stijgen. Van dat defensiebudget moet 20% gebruikt worden voor militaire investeringen, een norm die eerder al in NAVO-verband afgesproken is. 2% van het nationale defensiebudget moet specifiek gaan naar militair onderzoek en technologie.
Kernwapens
Het principe van nucleaire ontwapening wordt weliswaar onderschreven, maar het staat er heel erg omfloerst. Het non-proliferatieverdrag (NPV) blijft de hoeksteen van het mondiale nucleaire non-proliferatieregime. Dat is de overname van het oude Belgische standpunt, dat evenwel ook werd gebruikt om het nieuwe VN-verdrag voor een Verbod op Nucleaire Wapens (TPNW, van 2017) te ondergraven en zelfs te boycotten.
Nu komt er een heel voorzichtige opening. België zal nu samen met de Europese NAVO-bondgenoten nagaan hoe “het VN-verdrag voor een Verbod op Nucleaire Wapens een nieuwe impuls kan geven aan multilaterale nucleaire ontwapening”. Dat is een kleine stap vooruit: van boycotten van het Verdrag naar ‘nagaan’ of het een rol speelt. Maar het is heel voorzicht en voorwaardelijk geformuleerd. Er staat niet dat België zal nagaan of ons land het gaat ondertekenen, alleen of het een rol kan spelen.
Over de kernbommen in Kleine Brogel en de geplande vernieuwing ervan geen woord in het regeerakkoord. Ook dat lijkt er op te wijzen dat België nog lang niet bereid is om een einde te maken aan de nucleaire taken in NAVO-verband, immers: “De NAVO blijft de hoeksteen van de collectieve verdediging van Europa.” Uit niets blijkt dat de regering de NAVO met een kritische blik wil bekijken.
Het regeerakkoord is even vaag als het stelt dat het verder “andere multilaterale initiatieven” zal steunen “inzake ontwapening en wapenbeheersing, ook buiten het nucleaire domein”. Het enig concreet engagement in dat verband is dat ons land een regelgevend kader wil uitwerken rond volledig autonome wapensystemen en ‘streeft’ naar een internationaal verbod. Voor de goede verstaander: er staat niet in dat ons land volledig autonome wapensystemen zal verbieden.
Het Belgische defensiebeleid
Ook daar wordt het beleid van de vorige regering verdergezet. De Strategische Visie voor Defensie en de Militaire Programmatiewet worden verder uitgevoerd. De militaire programmatiewet, dat de 9,4 miljard investeringen in nieuw militair materieel betonneerde, lag nochtans stevig onder vuur van o.a. de sp.a omdat het ook budgettaire verplichtingen oplegde aan toekomstige regeringen. Nu blijkt daar dus geen probleem meer over te bestaan.
In de Strategische Visie van toenmalige N-VA-minister Steven Vandeput staat onder meer een groeipad voor defensie uitgetekend om het defensiebudget tegen 2030 te laten stijgen naar 1,3%. In het regeerakkoord staat er een passage die nogal cryptisch is en waarmee alle richtingen kan worden uitgegaan. De regering wil onderzoeken hoe ze tegen 2030 een groeipad kan uittekenen om onze defensie-inspanning tegen 2030 opnieuw af te stemmen op de Europese NAVO-bondgenoten. De NAVO stelt dat de lidstaten tegen 2024 2% van het BBP moeten besteden aan defensie. België bengelt aan de staart. De meeste bondgenoten zitten nu al boven de 1,3% die België pas in 2030 wil halen. Betekent deze passage uit het regeerakkoord of België tegen 2030 toch hoger wil eindigen? (‘afstemmen op de bondgenoten’?).
Tot slot wil de regering de leegloop uit het leger keren door het militair beroep aantrekkelijker maken met betere lonen (‘herkapitalisatie in het domein van het personeel’) en met meer aandacht voor het welzijn van het militair personeel en hun gezin.