President Donald Trump heeft de Black Lives Matter (BLM) beweging luidkeels als “linkse anarchisten” en “terroristen” op de korrel genomen. Hij spreekt van “chaos op straat” en roept op de orde te herstellen. Maar het is overduidelijk dat de echte provocateurs zich in het Witte Huis en de federale instanties bevinden.
Trump heeft het Department of Homeland Security (DHS) toestemming gegeven om met semi-militair geweld op te treden in de straten van Portland, Oregon en andere steden. Onder het voorwendsel federale eigendommen te beschermen wordt BLM aangevallen. De agenten van Trump provoceren gewelddadigheden en geven vervolgens demonstranten die zich verdedigen er de schuld van. Rechtse media zenden vervolgens de beelden uit als “bewijs” dat de demonstranten de stad plat zouden branden.
Burgemeesters en gouverneurs hebben deze repressieve acties aan de kaak gesteld als een schending van de overheidsbevoegdheden en van de vrijheid van meningsuiting. De beweging in Portland en andere steden is in reactie daarop verder uitgegroeid.
Het plan van Trump
Trump stuurt zijn agenten vooral naar steden met Democratische burgemeesters en gouverneurs. Op deze “geheime politie” acties van Trump, procureur-generaal William Barr en anderen, wordt met een breed verzet gereageerd.
Het is Trumps opzet om de aandacht af te leiden van zijn falende leiderschap. Hij is zelfs bereid om de presidentsverkiezingen van november niet te laten doorgaan. Het vaststellen van de verkiezingsuitslag, als die wordt gehouden, kan “maanden, zelfs jaren” op zich laten wachten, voorspelt hij. Het geeft aan dat wat in andere landen is gebeurd, ook hier kan gebeuren.
De opstand in Portland tegen de plaatselijke politie en nu tegen federale agenten werd op touw gezet door leiders van de zwarte gemeenschap (die minder dan drie procent van de bevolking van Portland uitmaakt), en verkreeg bijna onmiddellijk massale steun van de witte bevolking. Het brede verzet toont dat het Amerikaanse volk geen dictatuur à la Poetin zal accepteren.
De opstand in Portland heeft meer dan 60 dagen stand gehouden – ze was gericht tegen het smerige optreden van de plaatselijke politie en van Trumps federale agenten. Het Witte Huis werd gedwongen om zijn agenten, die de stad gedurende het grootste deel van juli bezet hielden, terug te trekken, al ontkende de President dat due bezetting ooit had plaatsgevonden.
Ooggetuigenverslag uit Portland
Volgens de uit Portland afkomstige socialistische activiste en auteur Johanna Brenner gaf het feit dat duizenden mensen elke nacht, twee weken lang, de straat op gingen om tegen de agenten van Trump te protesteren, ‘de doorslag voor het bereiken van een ”overeenkomst” tussen de gouverneur [Kate Brown] en de federale politie over hun vertrek’. Volgens deze deal, zou de staatspolitie van Oregon het gezag overnemen van de federale agenten.
De woede keerde zich echter niet alleen tegen de federale politie maar ook tegen de staats- en de plaatselijke politie. De gouverneur beloofde dat de politie niet meer zou reageren op onschuldige relletjes waarbij met flessen werd gegooid en rotjes werden afgestoken.
‘[Brown] beloofde geen traangas te gebruiken, behalve in extreme omstandigheden, die zich, zoals ze erkende, in de voorbije weken niet meer hadden voorgedaan. Burgemeester [Ted Wheeler] beloofde hetzelfde.’
‘Natuurlijk, we moeten afwachten – maar het is een belangrijke concessie,’ aldus Brenner; ‘Trump bracht hen in grote verlegenheid door het werk van de plaatselijke politie feitelijk over te nemen.’
‘Op donderdagavond [30 juli], de eerste nacht dat de lokale staatspolitie de “bescherming” van het federale gerechtsgebouw overnam, was de menigte aanzienlijk, hoewel niet zo groot als tijdens eerdere demonstraties. In een aantal gevallen riepen mensen tijdens het protest anderen tot de orde – bijvoorbeeld, toen sommigen brandjes stichtten, doofden anderen deze weer uit en toen een demonstrant een stuk hout nam en tegen de hekken begon te slaan, vertelden anderen haar te stoppen. De mensen riepen iedereen op de aandacht te richten op Black Lives Matter en niet op hekken of gebouwen.’
‘Of er nog meer protesten zullen volgen, valt te bezien,’ aldus Brenner. ‘Ik denk het wel, want het mobiliseren voor het verlagen van het politiebudget gaat door op plaatselijk niveau en op het niveau van de staat.’
‘Toch wil ik geen enkele voorspelling doen – dit is een verbazingwekkend onvoorspelbare politieke periode.’
Ooggetuige Bette Lee vertelde Counterpunch op 31 juli: “Het was hartverwarmend om zoveel nieuwe demonstranten te zien bij het protest, zoals de ‘Wall of Moms (Muur van moeders)’, van vaders, veteranen, leraren, vakbondsmedewerkers, verplegers, dokters en gezondheidswerkers, samen met de harde kern van mensen die 58 nachten lang aan de frontlinie stonden.
‘Hun aanwezigheid maakt het voor Trump, zijn aanhangers en critici van de BLM-demonstranten veel moeilijker om ons te verdelen in ”goede” versus ”kwaadwillende” demonstranten, of om ons allemaal te demoniseren als ”gewelddadige anarchiste’n’.
‘De regering, de politie en de justitiële instanties kennen een lange geschiedenis van het onderdrukken van politieke bewegingen voor sociale verandering door het recht op oppositie te criminaliseren en door het inzetten van politiegeweld’.
De steun voor Trumps aanpak van de pandemie en anti-politie protesten brokkelt steeds verder af. En dat terwijl de economie in elkaar stort. Het BBP heeft de ergste kwartaaldaling na de Tweede Wereldoorlog laten zien, namelijk 9,5 procent. Sommige economen zeggen dat het de ergste daling is sinds 1875.
Trump zet zijn poging om eerlijke verkiezingen te ondermijnen voort. Hij wees zijn voormalige fondsenwerver Louis De Joy aan als verantwoordelijke voor de Postal Service om de verwerking van post te vertragen. Het zou ertoe kunnen leiden dat tijdens de verkiezingen van november per post verstuurde stemmen niet worden meegeteld.
Agent provocateur in Minneapolis
Trumps laster tegen BLM-leiders werd onlangs ontmaskerd als bedrog in Minneapolis, de stad waar de anti-politie, pro-zwarte levens BLM beweging in mei begon na de dood van George Floyd.
Vanaf het begin van de massaprotesten zijn witte supremacisten, geïnspireerd door Trump, in de beweging geïnfiltreerd. De grote leugen die Trump vertelt is dat zwarte betogers en anderen de aanstichters zijn van gewelddadige acties tegen federale symbolen en confederatieve monumenten. Voor hem vertegenwoordigen deze ‘het ware (witte) Amerika’.
Uit feiten blijkt echter dat deze gewelddaden in Minneapolis het werk was van een agent provocateur met een verleden als een rechtse activist.
De procureur-generaal van Minnesota, Keith Ellison, een progressieve zwarte politicus, zei in mei al dat hij er niet van overtuigd was dat links achter het geweld zat. Volgens hem ging het om een rechtse agent provocateur. Ellison zei destijds: ‘Radicaal-rechtse extremisten hopen de George Floyd protesten om te zetten in een nieuwe burgeroorlog.’
Een ‘Paraplu-man’ werd gefilmd toen hij op 27 mei, twee dagen nadat de politie Floyd had vermoord, de ruiten van een auto-onderdelenhandelaar insloeg. Onderzoekers meldden in juli dat de man een witte racist is, die geweld tegen demonstranten probeerde uit te lokken.
Een onderzoeker van de brandstichting in Minneapolis verklaarde onder ede: ‘Dit was de brand die tot een reeks branden en plunderingen leidde in het hele district en de rest van de stad.’
In de jaren zstig voerde de FBI een programma uit genaamd COINTELPRO dat was gericht tegen zwarte leiders, links en de burgerrechtenbeweging De taal die Trump vandaag de dag gebruikt, werd toen ook al gebruikt – door zowel Republikeinen als Democraten. Organisaties zoals de Black Panter Party en militante zwarte arbeiders, zoals de League of Revolutionary Black Workers in de autofabrieken van Detroit, waren toen het doelwit.
Leiders van de Panters werden vermoord. Pan-Afrikaanse activisten die de koloniale revoluties steunden, werden het mikpunt van politieonderzoek. Het is niet verwonderlijk dat zowel Malcolm X als Martin Luther King werden vermoord toen hun invloed groeiende was.
De massale opsluiting van Afro-Amerikanen en Latino’s in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw vond vooral plaats om deze groepen te demoniseren en te criminaliseren. Democratische en Republikeinse partijen steunden deze politiek van massale opsluiting.
Zorg over de focus
Dit is de historische context die verklaart waarom men in de bredere BLM-beweging bezorgd is dat de strijd zich te veel richt op de federale smeerlappen, en te weinig op de kwesties van BLM. Dit betreft enkele gematigde leiders in Portland, Seattle, Minneapolis en andere steden. Veel zwarte gekozen vertegenwoordigers vinden dat de inspanningen zich vooral moeten richten op het stemrecht en de verkiezingen van november.
Dit is geen nieuw probleem. Historisch gezien werden zwarte demonstranten door de politie en de regering bestempeld als “gewelddadige relschoppers”, “communisten” en “terroristen”. Juist om witte mensen ervan te overtuigen uit de buurt van demonstraties te blijven.
Vandaag steunt echter een meerderheid van het publiek en de jeugd, inclusief vele witte mensen op het platteland, Black Lives Matter.
In de jaren zestig van de vorige eeuw werden overwinningen geboekt in de huisvestings- problematiek. Daarvoor konden zwarte mensen niet in de buitenwijken wonen. Vandaag de dag leeft echter ongeveer 13 procent van de zwarte bevolking daar, terwijl als gevolg van gentrificatie slechts acht procent in stedelijke gebieden woont. De zwarte bevolking van San Francisco is bijvoorbeeld minder dan vijf procent, een sterke daling vergeleken met de dubbele cijfers in de jaren zeventig van de vorige eeuw.
Het is niet verwonderlijk dat sommige zwarte activisten zich zorgen maken over de focus van sommige bondgenoten op de zorg voor federale eigendommen.
Journaliste Anne Branigin stelde de kwestie van Portland’s “Wall of Moms” aan de orde in een artikel op de populaire zwarte website The Root. Ze schreef: “De overwegend witte groep moeders is door een andere lokale groep, onder leiding van zwarte organisatoren, ervan beschuldigd ”anti-zwart” te zijn. De Muur van Mama’s zou de veiligheid van zwarte demonstranten tijdens de demonstraties verwaarloosd hebben en niet echt betrokken zijn bij hun zaak”.
“Don’t Shoot Portland, een groep voor sociale rechtvaardigheid en wederzijdse hulp opgericht in 2014, maakte de beschuldiging openbaar via Instagram op woensdag [29 juli]. Daarin onthulde de organisatie dat er achter de schermen spanningen bestaan tussen de zwarte organisatoren en de Muur van Mama’s, die onlangs had ingestemd met het afstaan van de leiding aan zwarte leiders.
Deze bezorgdheid over coöptatie is de kern van Don’t Shoot Portland’s kritiek.
“We werden gebruikt voor een agenda die niets met het BLM te maken had’, verklaarde de groep; “We hebben iedereen nodig om te betogen tegen racisme, maar het is nog belangrijker om prioriteit te geven aan transparantie en verantwoording.”
Hoe reëel is die bezorgdheid? Aangezien Afro-Amerikanen de leiders van de beweging zijn, is het niet waarschijnlijk dat dit zal gebeuren. De focus blijft op zwarte levens, zelfs met Trumps gebruik van federale misdadigers – iets waar zwarte mensen al de hele tijd mee te maken hebben maar wat nieuw is voor veel witte demonstranten.
Het succes van de massale protesten in Portland tegen de federale agenten en voor zwarte levens neemt de zorgen van de zwarte activisten niet weg. In het verleden verlieten allerlei bondgenoten de beweging terwijl Afro-Amerikanen zich bleven verzetten, omdat alleen al het feit dat ze zwart zijn kan leiden tot politiegeweld en het verlies van mensenlevens.
De laatste woorden van John Lewis
Op 30 juli verscheen een opiniestuk in The New York Times, kort voor zijn dood geschreven door de zwarte politicus en burgerrechtenactivist John Lewis. Het is een opmerkelijke ode aan het protest. Een van Lewis’ laatste acties was om op “Black Lives Plaza” voor het Witte Huis te staan uit solidariteit met de massale protesten.
Lewis schreef: “Emmett Till was mijn George Floyd. Hij was mijn Rayshard Brooks, Sandra Bland en Breonna Taylor. Hij was 14 jaar oud toen hij werd vermoord, ik was nog maar 15. Ik zal nooit het moment vergeten waarop het zo duidelijk werd dat ik gemakkelijk hem had kunnen zijn.
“Net zoals zoveel jonge mensen vandaag de dag, was ik op zoek naar een uitweg, wat volgens sommigen een weg naar binnen kan zijn, en toen hoorde ik de stem van Dr. Martin Luther King op een oude radio. Hij sprak over de filosofie en de leer van geweldloosheid. Hij zei dat we allemaal medeplichtig zijn als we onrechtvaardigheid tolereren. Hij zei dat het niet genoeg is om te zeggen dat het steeds beter wordt. Hij zei dat ieder van ons een morele verplichting heeft om op te staan, zich uit te spreken en zich uit te spreken. Als je iets ziet wat niet klopt, moet je iets zeggen. Je moet iets doen”.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Green Left:. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.