Op 15 mei trokken in Brazilië grote mensenmassa’s de straat op in demonstraties tegen Bolsonaro. In meer dan 160 steden, waaronder alle hoofdsteden van de deelstaten, kwamen honderdduizenden studenten, onderwijzers en arbeiders uit vele sectoren bij elkaar om te demonstreren tegen aanvallen van de regering op het openbaar onderwijs. Grote aantallen demonstranten van scholen, technische instituten, universiteiten, vakbonden en sociale bewegingen vormden de grootste mobilisatie tegen deze autoritaire extreemrechtse regering.
Abraham Weintraub, de nieuwe minister van Onderwijs die een destructieve bezuiniging van 30% op de universiteitsbegroting aankondigde, veroorzaakte verontwaardiging onder de bevolking, waardoor de beweging een enorm maatschappelijk draagvlak kreeg bij de verdediging van het openbare onderwijssysteem. In Brazilië wordt het overgrote deel van de wetenschappelijke onderzoeksprojecten gedaan op openbare universiteiten, die een essentiële rol vervullen in de technologische vooruitgang en de sociale ontwikkeling van het land.
Deze aanval van Bolsonaro vindt plaats in een context van een ideologische oorlog tegen de menswetenschappen en het kritische denken, zoals we zien in de voortdurende diskwalificatie van leraren en studenten in het publieke onderwijs. Ondanks het bezuinigingsbeleid, waardoor leraren lage lonen ontvangen en onderwijsinstellingen worden geschrapt, wijst de regering studenten en leraren aan als verantwoordelijken voor de problemen van het Braziliaanse onderwijs. Daarbij herhaalde hij zijn grove en lichtzinnige gedrag door de demonstranten zelfs ‘nuttige idioten’ in dienst van politieke partijen te noemen.
Tegelijkertijd verdedigt Bolsonaro de uitsluiting van gezondheids- en seksualiteitsthema’s van het schoolcurriculum en stelt hij thuisonderwijs voor als uitweg, wat zijn conservatieve en obscurantistische karakter nog eens extra bevestigt. Absurd genoeg, verdedigt hij ook het stiekem opnemen van lessen en stelt hij dat leraren geen mening mogen uiten over de politieke vervolgingen tijdens de vorige militaire dictatuur in Brazilië (1964-1985).
Het is belangrijk om de leidende rol van vrouwen in de strijd tegen Bolsonaro op te merken. In tegenstelling tot zijn seksistische en misogynistische uitspraken leiden jonge vrouwelijke studenten in het hele land de strijd in hun scholen en universiteiten naast hun docenten, die ook meestal vrouwen zijn. De recente golf bezettingen van openbare scholen werd georganiseerd door jonge feministische studentes die bewust strijden tegen de onrechtvaardigheden van de patriarchale samenleving, en op een ongekende schaal feministische ideeën verspreiden.
De beweging toont de kracht van een nieuwe jeugd die de sympathie van hun familieleden en van de bevolking in het algemeen heeft gewonnen en veel steun krijgt in de wijken en straten waar ze demonstreerden. Wat bekend werd als de ‘boekenopstand’, waarin de studenten boeken meenamen naar de demonstraties die de verdediging van de kennis symboliseerden, markeerde de demonstraties. Deze net begonnen beweging heeft voor 30 mei een nieuwe demonstratie gepland om continuïteit te geven aan deze beweging.
De manifestaties van 15 mei tonen aan dat de regering ieder uur meer vertrouwen van de bevolking verliest en kan worden verslagen door middel van een mobilisatie van de bevolking. Het is essentieel dat de kameraden over de hele wereld het Braziliaanse volk steunen in deze strijd, want alle solidariteit is nodig tegen deze autoritaire dreiging. Het Braziliaanse verzet staat niet alleen, het maakt deel uit van de internationale strijd tegen de extreemrechtse escalatie die verschillende landen op alle continenten treft.
Samen kunnen we de rollen omkeren! Ons wapen is onderwijs! Onze strijd is één!
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Left on the Move. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.