Brazil: Neoliberalism versus Democracy is een korte, maar uitstekende geschiedenis van de economische, politieke en sociale ontwikkeling in Brazilië vanaf de jaren 1930. Het verhaal is expliciet gebaseerd op marxistische politieke economie. De analyse is gebaseerd op een onderzoek naar de systemen van accumulatie die deze periode domineerden, en die het gevecht tussen de politieke elite en de massa van de Braziliaanse bevolking hebben bepaald.

Vanaf de jaren 30 was het model van economische ontwikkeling gericht op industrialisatie als middel tot importsubstitutie (ISI). Brazilië was daardoor in staat om uit te groeien tot een ware industriële grootmacht, maar kreeg ook te maken met tegenstellingen en economische beperkingen, zowel intern als extern. Paradoxaal genoeg ging deze groei gepaard met een toename van sociale ongelijkheid en volledig vermijdbare armoede.

De stagnatie en het uiteindelijke falen van het ISI-model ging gepaard met een enorme inflatie, werkloosheid, grootschalige corruptie en groeiende ontevredenheid. De politieke vorm van kapitalistische heerschappij onder ISI varieerde van autoritair populisme tot militaire dictatuur. De economische crisis leidde tot toenemende eisen voor democratie. Dit werd aangedreven door de werkende klasse.

Met de crisis van het ISI-model koos een groot gedeelte van de Braziliaanse kapitalisten voor een ander economisch beleidsperspectief. Tegen het einde van de jaren 70 gaven ze de voorkeur aan een neoliberaal accumulatiesysteem.

Langzamerhand realiseerden ze zich dat een geleidelijke overgang naar democratie de beste manier was om over te stappen naar neoliberalisme.

Verre van een overstap naar democratische principes, erkenning aan mensenrechten of een inclusief burgerschap, was dit vooral een bewuste strategie van de heersende klasse om voor een ordelijke overgang te zorgen die de hegemonie van het kapitalisme en meer privileges voor de elite veiligstelde.

De ontwikkeling van de Arbeiderspartij (PT) wordt in beeld gebracht aan de hand van de overgang naar democratie en de tegenstrijdige opkomst van het neoliberalisme.

Van een militante arbeidersbeweging die tegen de dictatuur in opstand kwam, werd de PT een massale politieke partij, daarna een regeringspartij onder voormaligepresident Luiz Inácio Lula da Silva.

Uiteindelijk werd ze uitvoerder van neoliberaal beleid waardoor ze hun eigen aanhang ondermijnde en verstrikt raakte in corruptieschandalen die de verwijdering van Dilma Rousseff mogelijk maakte tijdens de parlementair-justitiële staatsgreep van 2016.

De daders worden op briljante wijze beschreven als ‘een alliantie van privileges geleid door een stelende politieke menigte, pantomimische rechters, politieofficieren die zich voordoen als nationale verlossers, mediamagnaten die opereren uit eigenbelang en een hondsdolle en wraakzuchtige middenklasse’. Ja, dat was het wel zo’n beetje.

Het resultaat is het huidige regime onder ‘de sinistere Michel Temer wiens ambtsperiode de wereld een rampspoedig schouwspel van hebzucht en incompetentie bezorgde.’ Het boek toont de onverenigbaarheid van neoliberalisme en democratie aan die een economische en politieke instabiliteit teweeg bracht die leidde tot de vernietiging van de PT-regering en de ogenschijnlijke uitputting van de Braziliaanse democratie.

Onvermijdelijk ademt het hele relaas een vleugje klassenstrijd. De analyse van Saad-Filho en Morais is onbeschaamd partijdig. Het is niet hun doel om oplossingen voor te schrijven voor de problemen van het Braziliaanse kapitalisme. Ze schrijven liever ‘met het oog op steun voor nieuwe vormen van sociale organisatie en politieke tegenstand, gecombineerd met een toespitsing op sociaal inclusieve economische alternatieven.’ Het is een fijn staaltje historisch en politiek schrijfwerk, gericht op politiek begrip en het heropbouwen van arbeidersverzet.

Op het moment van schrijven zit Lula in de gevangenis. Hij vecht tegen een veroordeling voor corruptie die werd voorbereid door een rechtse kliek van rechters, politie, politici en mediamagnaten om hem uit de race te houden voor presidentiële verkiezingen in oktober. Het appartement aan het strand dat vermoedelijk het hart van de corruptiezaak vormt, wordt bezet door activisten van de landloze arbeidersbeweging.

De peilingen laten zien dat Lula waarschijnlijk het presidentschap zou winnen als hij mocht meedoen. De Braziliaanse arbeidersbeweging moet zich weer opbouwen en terugvechten tegen het rechtse offensief. Tegelijkertijd moet ze zich organiseren om weerstand te bieden tegen de aanvallen op de levensstandaard, democratie en burgerrechten, ongeacht het regime dat aan de macht is, precies zoals dit boek betoogt.

Alfredo Saad-Filho & Lecio Morais, Brazil: Neoliberalism versus Democracy
Pluto 2018, 256 pagina’s, 23,99 euro.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.