De door de regering van Pedro Sánchez goedgekeurde gratie heeft alleen betrekking op de negen door het Hooggerechtshof veroordeelde personen, ze is gedeeltelijk omdat de ontzetting uit het recht om een openbaar ambt te bekleden niet wordt opgeheven en afhankelijk gesteld is van de voorwaarde dat de gepardonneerde personen niet opnieuw een misdrijf begaan.
In die zin is het niet de maatregel die wordt geëist door een grote meerderheid van de Catalaanse samenleving, die wil dat Puigdemont en de andere ballingen terugkeren, dat de aanklachten tegen de meer dan 3.300 personen tegen wie een onderzoek loopt of die al zijn veroordeeld, waaronder degenen die onlangs door het Hof in staat van beschuldiging zijn gesteld, worden opgeheven. Ze willen ook dat de nietigverklaring van de veroordelingen volledig en onvoorwaardelijk is. Kortom, er wordt amnestie geëist.
Ondanks al deze ernstige tekortkomingen is de gratieverlening een stap vooruit die moet worden gezien als een verdienste van de regering van de PSOE en UNO Podemos. Een maatregel die ondenkbaar is met een regering waarin de Ciudadanos (C’s) deelnemenen en nog minder met een regering van de (rechtse) Partido Popular (PP), of deze nu alleen regeert of met andere partners. Deze maatregel is echter niet ingegeven door de geest van rechtvaardigheid van Pedro Sánchez, maar is door verschillende factoren bepaald: door de voortdurende mobilisatie van burgers die al bijna vier jaar oproepen tot amnestie; door de herhaalde verkiezingsoverwinningen van de onafhankelijkheidsbeweging; door de kritiek van talrijke internationale organisaties op de veroordelingen en opsluitingen van de leiders van de onafhankelijkheidsbeweging; door de absolute ineenstorting van C’s, een partij die was opgericht en gepromoot om de Catalaanse eisen te bestrijden; en, tenslotte, door het feit dat de PSOE de stemmen van de onafhankelijkheidsbeweging en de voorstanders van soevereiniteit nodig heeft als ze in de regering wil blijven en niet verscheurd wil worden door de alliantie van de PP en de uiterst rechtse partij Vox.
Hieraan moet worden toegevoegd dat dit beperkte pardon niet helemaal definitief is. Het valt nog te bezien wat er gebeurt met de verschillende beroepen die zijn ingesteld of aangekondigd en welke houding het Hooggerechtshof zal aannemen.
Het valt ook nog te bezien of de gratie een de-escalatie van de repressie inluidt of dat het een eendagsvlinder is geweest. Zo is het mogelijk dat de maatregelen van Hof de positieve effecten van de gratie teniet doen. Van de rechterlijke macht kan elke reactionaire maatregel worden verwacht, gezien haar politisering en haar affiniteit met de standpunten van de PP, C’s en Vox. Anderzijds zou een herziening van de omschrijving van het misdrijf opruiing, waardoor onevenredige gevangenisstraffen voor het organiseren van vreedzame bijeenkomsten of referenda zouden worden vermeden, de positieve effecten van de gratie kunnen verruimen en vastleggen, maar een dergelijke herziening is nog niet voorgesteld.
Akkoord zonder democratie?
Pedro Sánchez heeft de gratieverlening gerechtvaardigd als een maatregel om de coëxistentie en de harmonie onder de Catalanen te herstellen en een kans te geven op een nieuw begin in de betrekkingen tussen Catalonië en Spanje. Maar hij heeft het vonnis nooit in twijfel getrokken, nooit de straffen als onevenredig beschouwd, nooit toegegeven dat de classificatie van opruiing toegepast op vreedzame acties zoals bijeenkomsten, demonstraties en de organisatie van een referendum een verdraaiing van de wet en een ontoelaatbare beperking van de grondrechten betekende. Hij is nooit ingegaan op de stelling van de rechters van België, Duitsland en Groot-Brittannië die de uitlevering van de ballingen hebben geweigerd; noch op die van Amnesty International, op de bijzondere stellingname van twee magistraten van het Constitutionele Hof of, meer recentelijk, op de resolutie van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa. Zijn instrumentele opvatting van democratie komt tot uiting in zijn recente uitspraak: ‘wat in het verleden nuttig was, was straf en wat vandaag nuttig is, is vergeving’. Democratie is wat de regering goeddunkt.
Daarom herhaalt hij nu, terwijl hij weet dat het niet waar is, dat noch amnestie noch een referendum mogelijk zijn. Hij beperkt zich niet tot het verdedigen van de Grondwet, maar wil er een reactionaire interpretatie van presenteren als de enig mogelijke. Indien hij in deze houding volhardt, betekent dit dat de eendracht die hij verkondigt, gebaseerd is op het opleggen van een bewaakte democratie, dat wil zeggen een nominale democratie die de essentie van de democratie ontkent: de eerbiediging van de wil van het volk in alle aangelegenheden.
De ontmoeting tussen Sánchez en de nieuwe premier van Catalonië Aragonés op de 29e zal een eerste aanwijzing zijn of de weg open is om rond de tafel te gaan zitten en te praten over nieuwe betrekkingen tussen Catalonië en Spanje. In de komende weken zullen we weten of we een dialoogtafel kunnen verwachten met positieve perspectieven, zonder rode lijnen of, zoals bij andere gelegenheden, alles slechts komedie is.
Het valt nog te bezien of de regering van PSOE en Unidas Podemos in staat is weerstand te bieden aan de reactionaire druk van rechts, de gerechtelijke macht en sectoren van de PSOE zelf. Of is de ‘overeenstemming’ die de regring voorstelt synoniem met overgave? Als dat laatste het geval is, zal ze het hoofd moeten bieden aan een aanhoudende mobilisatie in Catalonië en aan een uitholling van haar electorale herstel in dit gebied. In Catalonië steunt een meerderheid de eisen van amnestie en zelfbeschikking en een nieuwe verhouding die deze eisen terzijde schuift, lijkt niet mogelijk.
Maar de Catalaanse pro-onafhankelijkheidsregering heeft ook met grote moeilijkheden te kampen. Enerzijds zijn de ANC (Asamblea Nacional Catalana) en de Consell de la República van mening dat de dialoog met de Spaanse regering onvermijdelijk op een mislukking zal uitlopen en dat de enige realistische weg unilateralisme is en de vervulling van het mandaat van 1 oktober door de uitvoering van de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring (DUI) die het Parlement symbolisch heeft afgekondigd. De kritiek van deze organen betreft niet alleen de centrum linkse republikeinse partij ERC omdat ERC voorzitter Junqueras heeft geschreven dat hij geen haalbare of aanvaardbare andere wegen ziet dan het overeengekomen referendum, maar is ook gericht aan Jordi Sánchez, de nationaal secretaris van JuntsXCat. Dit is een partij in opbouw, met twee verschillende vleugels en het is niet gemakkelijk te voorzien hoe ze de spanningen zal oplossen tussen loyaliteit aan Puigdemont, het politieke realisme dat erop aandringt de erfenis van (de op 28 september 2020 door het Spaanse Hooggerechtshof afgezet Catalaanse president) Joaquim Torra op te geven en de noodzaak te voorkomen dat de PDeCAT en andere concurrenten hun electorale neergang nog versterken.
Het regeringspact tussen ERC en JuntsXCat is gebaseerd op de aanvaarding van een dialoog met de Spaanse regering (in principe voor twee jaar, omdat dit de termijn is die Aragonés met de CUP [kleine linkse partij] is overeengekomen om zich aan een motie van vertrouwen te onderwerpen) en, tegelijkertijd een nieuwe democratische aanval op de Spaanse Staat voor het geval de dialoog vruchteloos blijkt te zijn.
Dialoog, democratie en een programma van sociale urgentie
De mogelijkheden voor een dialoog tussen de Spaanse en de Catalaanse regering zijn gering, maar beide hebben er behoefte aan, althans op korte termijn. De PSOE om aan de macht te blijven en een kans te maken bij nieuwe verkiezingen. ERC en JuntsXCat omdat ze zich ervan bewust zijn dat het alternatief van een nieuwe democratische aanval onduidelijk is. In ieder geval zijn nu de krachtsverhouding er niet naar om deze aanval te doen en om die te bereiken moeten de ervaring van de dialoog doorlopen worden.
Na bijna vier jaar met pro-onafhankelijkheidsleiders in de gevangenis of in ballingschap, vele maanden van Covid en een catastrofale economische situatie, wil de meerderheid van de Catalaanse samenleving dat de regeringen rond de tafel gaan zitten, praten en concrete maatregelen formuleren om in de dringende sociale behoeften te voorzien.
In politiek opzicht zal het welslagen van de dialoog afhangen van de vraag of hij wordt benaderd in het perspectief van een versterkte democratie. Op sociaal vlak zal geen enkele regering, noch in Catalonië, noch in Spanje, worden gelegitimeerd als ze de diepe ongelijkheden die het gevolg zijn van de huidige crisis, niet aanpakt. Het welslagen of mislukken van de dialoog zal niet alleen gevolgen hebben voor Catalonië, maar voor alle volkeren van de Spaanse Staat, omdat de crisis een globaal karakter heeft en de oplossingen onderling samenhangen. Daarom is het de moeite waard de mogelijkheden ervan te onderzoeken.
Daartoe moeten we de meer bijkomstige debatten terzijde schuiven, onze perspectieven verruimen en ons niet zozeer richten op de termijnen als wel op de krachtsverhoudingen die tot stand moeten worden gebracht.
Op dit moment zijn de perspectieven van de onafhankelijkheidsbeweging gepolariseerd tussen: 1) een dialoog met de Spaanse Staat in combinatie met een goed intern bestuur waardoor het aantal voorstanders van onafhankelijkheid toeneemt en het voor de Staat onmogelijk wordt om een referendum over zelfbeschikking te weigeren; 2) de dialoog aangaan in de overtuiging dat de Staat nooit zal instemmen met zelfbeschikking en een democratische aanval voorbereiden die voor sommigen de eenzijdige symbolische onafhankelijkheidsverklaring DUI effectief moet maken en voor anderen een nieuw eenzijdig referendum verdedigen met een mobilisatie die groter is dan die van 1 oktober 2017. In beide gevallen gaat het om een aanval van Catalonië tegen de Staat, zonder de voorwaarden voor te bereiden voor aanzienlijke steun van de andere volkeren van het schiereiland, waaraan het in oktober 2017 zo ontbrak.
Om de perspectieven te verruimen zou het de moeite waard zijn ten minste een andere mogelijkheid in overweging te nemen: een democratische en sociale aanval binnen de Staat, zonder er iets tegenover te stellen of afhankelijk te maken van de dialoog. Accepteer dat 1 oktober geen legitimatie is voor een DUI en leg alle nadruk op een democratische oplossing, op het beslissingsrecht van de bevolking van Catalonië. Bevorder een gecoördineerde politieke en sociale aanval met de rest van de volkeren van de Staat om de democratie te verdiepen, wat het recht van alle volkeren inhoudt om te beslissen over hun toekomst en de betrekkingen die ze willen onderhouden; en voor een noodprogramma tegen de gevolgen van de economische, ecologische en sociale crisis. Zonder sociale maatregelen uit te stellen tot de politieke crisis is opgelost, noch democratische eisen uit te stellen tot de economische crisis is opgelost.
Het is een moeilijk perspectief, zoals alle andere, maar geen illusie. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat we de aanval vanuit Catalonië alleen kunnen winnen. Het is niet waar dat wij geen gezamenlijke strijd kunnen voeren en geen steun kunnen vinden bij de andere volkeren van de Staat. Historisch gezien heeft dit soort gezamenlijke aanvallen plaatsgevonden, bijvoorbeeld in 1931 of tegen de dictatuur van Franco. Het is mogelijk het te herhalen en deze keer het zelfbeschikkingsrecht, als een onmisbaar onderdeel van de democratie niet terzijde te schuiven, zoals in het verleden door zowel Spaanse als Catalaanse partijen is gedaan.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op VientoSur. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.