Of het coronavirus een direct gevolg is van het kapitalisme zou ik durven te betwijfelen. De pest teisterde Europa gedurende een eeuw, ruwweg van 1350 tot 1450, lang voor er van het eigenlijke kapitalisme sprake was. Denken dat alles bepaald wordt door de sociale context is m.i. een vorm van menselijke hoogmoed, hybris, die de realiteit van ons bestaan als materiële wezens in een materiële wereld vervangt door het waanbeeld van een universum dat door ‘de mens’ misschien niet geschapen, maar wel volledig gecontroleerd wordt.
Maar de manier waarop de materiële realiteit ons sociaal bestaan bepaalt hangt wel voor een groot deel af van de wijze waarop de samenleving functioneert. En hier is de kapitalistische context inderdaad zeer relevant. Zo heeft men, met nogal wat evidentie, het uitbreken van epidemieën gelieerd met het verdwijnen van de natuurlijke habitat van diersoorten – bepaalde vleermuissoorten bv. – waarmee mensen normaliter niet of weinig in contact komen. Het zorgt enerzijds voor een voortdurende versmalling van de biologische diversiteit, anderzijds voor contacten tussen mensen en bepaalde dieren die er vroeger nauwelijks waren.
Dat de onverstoorbare vernieling van wouden en natuurgebieden, de bezoedeling van zeeën, meren en waterlopen een gevolg is van de kapitalistische logica kan men nog maar moeilijk ontkennen, alle IKEA-propaganda ten spijt.
Maar als het kwaad dan eenmaal geschiedt, en het water tot aan de mond komt (soms in een niet zo figuurlijke betekenis), moet het natuurlijk bestreden worden, zoals in de huidige coronatijd. En ook daar speelt de kapitalistische organisatie van de samenleving een nefaste rol. Met de huidige stand van de wetenschap zal het virus ons geen eeuw teisteren zoals tijdens de middeleeuwse pest. Maar de ontplooiing van die wetenschappelijke kennis, die toch een verworvenheid is van de hele mensheid, botst op irrationele beperkingen die het directe gevolg zijn van de kapitalistische wereldordening. We noemen er enkele.
Twee, niet bepaald linkse, Europese kranten pakten zopas uit met een pleidooi voor een tijdelijke opheffing van de intellectuele eigendom in verband met de ontplooiing van een coronavaccin.
Het Zwitserse Le Temps schrijft: “De Wereldgezondheidsorganisatie heeft initiatieven gelanceerd die berusten op solidariteit, maar die stoten op een groot obstakel: het intellectuele eigendom, dat octrooien, knowhow en vertrouwelijke gegevens omvat. Dat verhindert de verspreiding van de kennis en een snelle ontplooiing van productieplaatsen van dringende medische goederen.”
Het uitgesproken liberale Franse Les Échos van zijn kant doet een oproep aan de Franse regering: “Nu het onderzoek vruchten begint af te werpen, is het hoog tijd dat de Franse regering – die trouwens beweert haar soevereiniteit terug te winnen op farmaceutisch vlak – zich buigt over het probleem van het intellectuele eigendom, tenminste als men niet weer terecht wil komen in een impasse zoals met de mondmaskers tijdens de lente.”
Iedereen weet natuurlijk wat de lobby van de farmaceutische industrie hierop antwoordt: de enorme kosten van het onderzoek, winst als voorwaarde voor verdere ontwikkeling, enzovoort. Dat ze hierbij teren op het publiek gefinancierd onderzoek aan universiteiten en overheidsinstellingen wordt dan natuurlijk niet vermeld.
En dan is er het probleem van de financiering. Vaccinering moet wereldwijd gebeuren, dat weet zelfs de Franse president Macron. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft daarom een initiatief genomen (‘ACT-Accelerator’) om tests en vaccins wereldwijd te kunnen verdelen (al lijkt dit programma toch niet echt planetair te zijn).
Het bedrag van 38 miljard euro dat daarmee gemoeid is, betekent op wereldschaal in feite peanuts. Het is maar een uiterst minieme fractie van de duizenden miljarden die de Europese Centrale Bank en de Amerikaanse Fed via hun ‘QE’-programma’s aan de banken uitgedeeld hebben in de (voorlopig ijdele) hoop de economie terug op gang te brengen na de financiële crisis. Toch is er nog maar 3 miljard van de 38 opgehaald, aldus Euractiv.
Liberale commentatoren die het nu opnemen voor een tijdelijke opheffing van de intellectuele eigendom zien dat als een uitzonderingsmaatregel, nu we de hete adem van het coronavirus in de nek voelen. Socialisme daarentegen betekent dat de uitzondering permanent wordt, dat wetenschappelijke kennis, technische infrastructuur en menselijke werkkracht wereldwijd en ten allen tijden ten dienste staan van het algemeen belang.
Herman Michiel is actief bij Ander Europa. Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.