Iowa 1931: stakende boeren en mijnwerkers, in bijbels verstopte pistolen en de altijd actuele vraag: ‘aan welke kant sta jij’? De Netflix-coproductie Damnation neemt de kijker mee naar de klassenstrijd van de Amerikaanse plattelandsbevolking tijdens de crisis van de jaren dertig.
De hoofdpersoon van deze serie is Seth Davenport, een socialistische revolutionair die zich in de plaats Holden in Iowa uitgeeft voor prediker. Seth en zijn vrouw Amelia gebruiken hun positie in de gemeenschap om de boeren aan te zetten tot staken. Terwijl Seth zijn preken gebruikt voor marxistische propaganda met een religieus accent, deelt Amelia revolutionaire brochures uit. Op de vraag waartegen de boeren staken, antwoordt Seth ‘het Amerikaanse economische systeem’. Ze willen het kapitalisme breken, ‘de ene klootzak van een bankier na de andere’.
De tegenstanders zijn schietgrage types als de stakingsbrekers Creeley en Connie Nunn, die zijn ingehuurd door kapitalistische spelers die op de achtergrond opereren. Daarnaast moeten de hoofdpersonen strijd voeren tegen de witte suprematisten en antisocialisten van de Black Legion, een afsplitsing van de Ku Klux Klan die echt heeft bestaan. Deze organisatie probeert Holden over te nemen als reactie op de dreigende opstand. De kapitalistische boef Martin Eggers Hyde PhD en de plaatselijke bankier worden slechts gemotiveerd door winstbejag en sociaal darwinisme. De drijfveren en achtergronden van personages als Seth, Amelia en Creeley zijn complexer en worden in de loop van de tiendelige serie onthuld.
Penny auctions en bloedbaden
Damnation toont de wreedheid van de kapitalisten tegenover stakingen en sociale onrust, maar ook de solidariteit van de uitgebuite klassen. Veel gebeurtenissen in de serie zijn gebaseerd op waargebeurde situaties. Soms zijn die woestmakend, zoals wanneer een ingehuurde stakingsbreker een stakingsleider doodschiet om een bloedbad te veroorzaken onder stakende mijnwerkers. Soms zijn ze inspirerend, zoals wanneer een groep boeren een ‘penny auction’ organiseert om te zorgen dat de weduwe van de vermoorde stakingsleider haar boerderij na een executieverkoop weer terug kan kopen.
Die eerste gebeurtenis doet denken aan de Harlan County War, die bekend geworden is door het lied ‘Which Side Are You On?’ van Florence Reece, of het bloedbad van Ludlow in 1914, waarbij rond de twintig mensen, onder wie twaalf kinderen, werden vermoord door de Nationale Garde. De tweede gebeurtenis is geïnspireerd door waargebeurde ‘penny auctions’. Hierbij kwamen boeren met wapens naar executieverkopen van huizen om er penny’s op te bieden. Iedereen die meer zou kunnen bieden werd bedreigd met mishandeling of de dood. Zo werd de bank gedwongen panden tegen een belachelijk lage prijs terug te verkopen aan de gemeenschap of de oorspronkelijke eigenaren.
Wiens strijd?
Een van de brochures die Amelia verspreidt is ‘De plaats van de vrouw is in de revolutie’. Maar de genderpolitiek van de serie is soms dubieus. Op enkele uitzonderingen na maken mannen de dienst uit in deze wereld. Terwijl vrouwen als Amelia en Bessie hun eigen motieven hebben en niet bang zijn om zelf het heft in handen te nemen, zijn ze in het grote plaatje toch sidekicks van Seth en Creeley, die hen helpen hun liefde en emoties te ontdekken en zo nodig hun leven te redden.
Tot op zekere hoogte komt dat natuurlijk overeen met de harde realiteit van sociale reproductie waarmee vrouwen te maken hadden en nog hebben. Een mogelijke uitzondering hierop is Connie Nunn, de ingehuurde stakingsbreker die vanuit haar overtuiging de beweging van arbeiders en boeren bestrijdt. Maar haar intenties zijn reactionair en ze wordt afgeschilderd als een soort psychopaat. Ze is daarom op zijn minst een dubieuze vertegenwoordiger van vrouwelijke autonomie in Damnation.
De serie heeft daarnaast ook slechts twee relevante zwarte personages. De ene is Bessie, een sekswerker in het plaatselijke bordeel, en de andere is Victor. Bessie wordt met enige diepgang en karakterontwikkeling afgebeeld, zodat de kijker met haar sympathiseert, maar haar verhaal is weinig origineel. Als Victor door de prediker wordt aangesproken op het feit dat hij de staking breekt, zegt hij: ‘Jullie crisis duurt nu twee jaar, maar die van ons duurt al 300 jaar.’
Dit biedt een inkijkje in de complexiteit van het organiseren van de arbeidersklasse en haar meest gemarginaliseerde leden in deze periode, maar de serie geeft verder geen inzicht in de situatie van mensen van kleur in het Zuiden van de VS.
Hoewel de serie iets laat zien van de complexiteit en innerlijke strijd van de agitatoren en stakende boeren, maakt Damnation ook gebruik van stereotypen en simpele en soms voorspelbare plotwendingen of veranderende loyaliteiten. Bovendien zijn sommige dialogen stijf en clichématig.
Soms wordt de situatie gered door goed acteerwerk, maar soms is er geen redden aan. De vuurgevechten met grote aantallen slachtoffers zijn meer gericht op entertainment dan op realisme. In het algemeen is de inhoud van de serie revolutionair, maar de presentatie en de dialogen niet.
Misschien is dat een van de redenen waarom de makers al na één seizoen hebben besloten de serie stop te zetten. Maar voor wie geen revolutionaire blockbuster verwacht, maar tevreden is met historisch drama en vuurgevechten tegen een achtergrond van op ware gebeurtenissen gebaseerde klassenstrijd valt er aan Damnation veel te genieten.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.