Toen hij president werd, brak Donald Trump met zeventig jaar naoorlogse Amerikaanse buitenlandse politiek. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog nam de Amerikaanse regering de rol op zich van organisator van het wereldkapitalisme, politiek leider van het kapitalistische blok tegen de Sovjet-Unie en het communistische blok, en militaire supermacht met het vermogen om zijn beleid af te dwingen. Dat alles was gebaseerd op een partnerschap met West-Europa en Japan en de ondergeschiktheid van de landen in Latijns-Amerika, Afrika en Azië. Terwijl het Amerikaanse systeem al tientallen jaren aan het instorten was, koos Trump bij zijn aantreden voor een heel andere aanpak, niet minder imperialistisch, maar met een andere methode.
Trump beloofde zijn achterban dat hij buitenlandse oorlogen om regimewisselingen zou vermijden en dat hij ‘Amerika weer groot zou maken’ door haar vijanden aan te pakken. Trump brak met de West-Europese bondgenoten van Amerika. Hij dreigde de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie te verlaten. Hij trok zich terug uit het Trans-Pacifisch Partnerschap. Hij trok zich terug uit het Klimaatverdrag van Parijs. Hij trok de Verenigde Staten terug uit de overeenkomst met Iran. Hij verliet de VN-Mensenrechtenraad. En hij stapte op uit de Wereldgezondheidsorganisatie. Trump bouwde delen van een muur bij de grens van de VS met Mexico om Latino immigranten buiten te houden en hij verbood immigranten uit Moslimlanden, en hief belasting op Chinese goederen.
Tegelijkertijd brak Trump met de Verenigde Naties en erkende hij Jeruzalem als hoofdstad van Israël, terwijl zijn minister van Buitenlandse Zaken Israëlische nederzettingen in bezette gebieden bezocht. Trump stelde opnieuw een reisverbod in voor Cuba, maar werd de eerste Amerikaanse president die de leider van Noord-Korea ontmoette. Trump prees autoritaire leiders zoals Vladimir Poetin in Rusland, Xi Jinping in China en Narendra Modi in India.
Dit alles betekende een fundamentele breuk met het traditionele Amerikaanse beleid, maar slaagde er niet in om significante winst te boeken voor de Verenigde Staten. Nu hij zich in de laatste dagen van zijn presidentschap al heeft teruggetrokken uit Syrië, heeft hij de terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Afghanistan en Somalië bevolen. Analisten vrezen dat dit kan leiden tot een heropleving van IS.
Joseph Biden, die op 20 januari in functie treedt, wil terugkeren naar de traditionele naoorlogse regelingen en meer bepaald naar het tijdperk van president Barack Obama, onder wiens bestuur hij vicepresident was. Hij neemt een groot deel van zijn kabinet over. Biden wil het Amerikaanse partnerschap met West-Europa weer in ere herstellen en de groeiende economische macht van China gedeeltelijk inperken. Dat is een taak die bemoeilijkt wordt door de recente onderhandelingen van China over een handelsverdrag met Australië, Japan, Zuid-Korea, Cambodja, Indonesië, Laos, Thailand, Vietnam en andere landen.
In het Midden-Oosten had Trump opdracht gegeven tot de moord op de Iraanse commandant Qasem Soleimani, en de waarschijnlijk door Trump goedgekeurde moord op de vooraanstaande Iraanse wetenschapper op het gebied van kernenergie door Israël, heeft de mogelijkheid van een regionale oorlog gecreëerd. Biden zal net als Trump betrekkingen willen onderhouden met Israël, Saoedi-Arabië, de Arabische Emiraten en Egypte, terwijl hij zal proberen te onderhandelen met Iran om het land in toom te houden.
Biden zegt dat, ‘De VS terug is en klaar om te leiden.’ Biden steunde de Irak-oorlog van George W. Bush, hoewel hij bedenkingen had bij die in Afghanistan. Toch is Biden absoluut toegewijd aan de Amerikaanse overheersing van de wereldpolitiek en de oorlogen die nodig zijn om dat te garanderen. Net als Obama zal Biden waarschijnlijk proberen om beperkte militaire acties en drones te gebruiken om zijn doelstellingen te realiseren. Vergeet niet dat de Verenigde Staten nog steeds hun Combat Command systeem hebben, dat de wereld in 11 regio’s verdeelt, en binnen deze regio’s onderhoudt de VS 800 militaire bases, (zie illustratie) evenals het machtigste leger ter wereld.
Sinds de verkiezing van Obama in 2008 als vredeskandidaat hebben de Verenigde Staten geen anti-oorlogsbeweging meer gekend. Tussen toen en nu heeft Amerikaans links zich gericht op binnenlandse kwesties en de huidige situatie – een pandemie en een economische depressie – maakt het waarschijnlijk dat binnenlandse kwesties op de voorgrond blijven staan. Links zal een anti-oorlogsbeweging moeten heropbouwen om Biden te weerstaan en om te strijden tegen het Amerikaanse imperialisme, militarisme en de oorlog als die uitbarst.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in l’Anticapitaliste, de krant van de Nouveau Parti Anticapitaliste (NPA) in Frankrijk. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.