‘De eerste economische reactie op de crisis als gevolg van de covid-19 pandemie, een reactie die bijna overal de overhand had, was het injecteren van liquiditeit in de financiële markten en het aangaan van meer overheidsschuld. Dit komt uiteindelijk ten goede aan het grootkapitaal, de grote aandeelhouders van grote ondernemingen en de beleggingsfondsen die speculatieve activiteiten ontplooien. Tegelijkertijd wordt de kiem gelegd voor een schuldenval waarvan de gevolgen de komende jaren zichtbaar zullen worden’, aldus Eric Toussaint, woordvoerder van het internationale netwerk van het Comité voor de Afschaffing van Onwettige Schulden (CADTM).
‘De arbeidersklassen, die al getroffen zijn door de pandemie, worden geconfronteerd met veranderingen die hen nog dieper raken’, zegt Toussaint, die sinds enkele jaren een van de bekendste stemmen is in de antiglobaliseringsbewegingen die zijn ontstaan uit de mobilisaties in Seattle tegen de praktijken van de Wereldhandelsorganisatie en het Economisch Wereldforum in Davos (1999).
‘Het is duidelijk dat de crisis van 2020 anders is dan die van 2007-2009, maar er is een herhaling van het beleid dat in wezen het grootkapitaal en de grote ondernemingen bevoordeelt. In dit geval gaat het niet alleen om beleggingsfondsen en private banking. Deze keer moeten we er Big Pharma en GAFAM (Google, Amazon, Facebook, Apple en Microsoft) aan toevoegen,’ vertelde hij aan het Mexicaanse dagblad La Jornada.
Uitstel van het debacle
Toussaint promoot momenteel, samen met honderden organisaties in verschillende delen van de wereld, een manifest om de huidige multidimensionale crisis aan te pakken, waarvan een fundamenteel onderdeel bestaat uit het opheffen van patenten op vaccins en vitale medicijnen.
Roberto González Amador: je zegt dat de pandemie de sociale verschillen heeft vergroot. Wat is er gebeurd?
Eric Toussaint: de pandemie kan niet los worden gezien van een diepgaande en destructieve vermarkting van de natuur, die samenhangt met de wijze waarop het kapitalisme op wereldschaal functioneert. Bovendien zaten we al vóór de pandemie midden in een economische crisis, met een zeepbel op de financiële markten en de beurzen, stagnatie in de grote industriële economieën en een vertragende groei in China. Er is een verband tussen de pandemie en de mondiale en wereldwijde kapitalistische crisis. Het is belangrijk hierop te wijzen aangezien de machthebbers en de mainstream media ons vertellen dat de problemen worden veroorzaakt door het virus.
Heeft de crisis de meest kwetsbare sectoren het hardst getroffen?
De werkende klassen zijn gedwongen te blijven zoeken naar middelen om in hun dagelijkse behoeften te voorzien en het openbaar vervoer te nemen om naar hun werk te gaan. In de context van de pandemie leidt dat tot een verslechtering van hun levensomstandigheden, gekoppeld aan het verlies van inkomsten, aangezien in veel gevallen de werknemers en met name werknemers in de informele sector geen toegang hebben tot overheidsuitkeringen, als die er al zijn.
De schuldenlast van de arbeidersklasse, met inbegrip van de lagere middenklasse, is eveneens toegenomen. In verschillende landen zijn maatregelen genomen om de betaling van schulden uit te stellen of huisuitzettingen van gezinnen die hun huur of hypotheek niet kunnen betalen op te schorten. Dit is echter tijdelijk en in de toekomst zullen ze deze schulden moeten betalen, tenzij die worden kwijtgescholden.
Wat zijn, iets meer dan een jaar na het begin van de crisis, de belangrijkste economische reacties van regeringen en de gevolgen daarvan?
Eén: een massale injectie van liquiditeit in het financiële systeem, waardoor de beurscrisis die tussen 13 februari en 15 maart 2020 explodeerde, blijkbaar is overwonnen. De beursindex van de meeste economieën staat nu hoger dan begin 2020.
De eerste reactie was een beleid ten gunste van de grote kapitalisten. Die gebruiken de financiële middelen die hen ter beschikking staan meestal voor speculatieve doeleinden. Ze investeren deze middelen niet in productie en het scheppen van werkgelegenheid, behalve in Big Pharma, dat zeer winstgevend is. De regeringen herhalen wat ze in 2008 hebben gedaan: massale interventies van grote centrale banken ten gunste van grote financiële en andere bedrijven.
Twee: het opleggen van een lockdown door regeringen die de economische activiteit willen stimuleren ten koste van de arbeidersklasse, omdat die meer dan anderen aan het virus wordt blootgesteld. Het is duidelijk dat er in landen als de VS, delen van Europa en China een begin is van economisch herstel, ook al is dat nog niet erg sterk, en dat herstel is niet in staat, behalve in China, om het verlies aan bbp in 2020 en het eerste kwartaal van 2021 snel goed te maken. Het bbp in de VS groeit sterk, maar de banengroei is momenteel zwakker dan de regering-Biden had gehoopt. Als er geen nieuwe ramp komt, zal het Amerikaanse bbp eind 2021 waarschijnlijk hoger zijn dan begin 2020, maar het aantal kleine bedrijven dat failliet gaat, het werkloosheidscijfer, de schuldensituatie van gezinnen uit de arbeidersklasse enzovoort blijven allemaal vrij onzeker.
Begrotingstekorten en oplopende overheidsschulden zijn toegestaan, maar niet zoals de Amerikaanse president Franklin D Roosevelt deed in de jaren dertig, de Europese landen na de Tweede Wereldoorlog of de Latijns-Amerikaanse landen met het industrialisatie door invoersubstitutie-model tussen de jaren veertig en zestig van de vorige eeuw (zie kader).
Industrialisatie door invoersubstitutie
Deze strategie verwijst vooral naar de historische ervaring in Latijns-Amerika in de jaren 1930 en 1940 en naar het werk van ECLAC (de Economische Commissie voor Latijns-Amerika van de VN) in de jaren 1950, met inbegrip van de geschriften van Raúl Prebisch uit Argentinië (die in 1964 de eerste secretaris-generaal van de Conferentie van de Verenigde Naties voor Handel en Ontwikkeling – UNCTAD – werd). Uitgangspunt was de constatering dat de belangrijkste Latijns-Amerikaanse landen, geconfronteerd met een drastische vermindering van de handel als gevolg van de Grote Depressie van de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog, in staat waren geweest aan de binnenlandse vraag te voldoen door ingevoerde producten te vervangen door de ontwikkeling van lokale productie. De theorie van ECLAC was erop gericht dit proces uit te breiden tot alle sectoren van de industrie door een ‘ontkoppeling’ met het mondeale centrum tot stand te brengen. Door middel van een flinke dosis protectionisme en gecoördineerde staatsinterventie wilde het de opkomende industrieën tot bloei laten komen. Dit beleid heeft belangrijke resultaten gehad wat betreft de industrialisatie in Argentinië (jaren 1940-1950) en Mexico (jaren 1930-1950). Ook Zuid-Korea heeft dit beleid met succes toegepast, maar onder bijzondere voorwaarden.
Het huidige beleid lijkt niet op de New Deal die president Franklin D. Roosevelt vanaf 1933 toepaste. Er is geen sprake van uitbreiding van de sociale rechten; geen oplegging van een sterke financiële discipline aan de banken; geen belastinginspanning voor de rijksten; geen aanzienlijke verhoging van de lonen; geen uitbreiding van de vakbondsrechten, om maar enkele verschillen te noemen. Onder de New Deal werd een aanzienlijke sociale bescherming ingevoerd, werden investeringsbanken van depositobanken gescheiden en werden de lonen verhoogd. Het belastingtarief op de hoogste inkomens bereikte in 1941 91% en bleef vervolgens gedurende verscheidene decennia op 80%.
Nu wordt het economische reddingsprogramma gefinancierd met overheidsschuld en is er nog geen crisisbelasting opgelegd aan de rijken. We zullen de komende maanden zien of het plan van de regering-Biden om de belastingen op bedrijfswinsten te verhogen, werkelijkheid wordt (rekening houdend met het feit dat de geplande verhoging van Biden de belastingverlaging op winst van Trump voor de periode 2017-2020, die op het moment van dit interview nog van kracht is, niet goedmaakt). We zullen ook zien of hij de heffingen op GAFAM (aanzienlijk) verhoogt.
Er wordt niet afgestapt van de neoliberale koers als het gaat om structurele hervormingen die gericht zijn op verdere deregulering van de arbeidsmarkt, de verhouding tussen kapitaal en arbeid en de socialezekerheidsstelsels. Een keynesiaans beleid wordt niet alleen bepaald door fiscaal beheer, maar ook door andere maatregelen die gericht zijn op de arbeidersklasse, zoals Roosevelt deed toen hij president van de Verenigde Staten was onder druk van grote arbeidersmobilisaties, of president Lazaro Cardenas in Mexico in de jaren dertig van de vorige eeuw.
Veranderen de maatregelen van de regeringen in Europa of de Verenigde Staten om de overheidsbegrotingen en begrotingstekorten te verhogen en de liquiditeit van de centrale banken te vergroten, de economische structuur die bestond toen de crisis uitbrak?
Ze veranderen de fundamentele richting niet. Het zijn krachtige maatregelen, maar ze mogen niet worden geïnterpreteerd als een terugkeer van het kapitalisme naar de maatregelen die in de jaren dertig tot zestig en zeventig van de vorige eeuw werden genomen. Dat is niet het geval. Dit zijn tijdelijke maatregelen en op een bepaald moment zal de schuld zo groot zijn dat er binnen één of twee jaar een keiharde terugkeer naar bezuinigingsbeleid zal plaatsvinden. Kijk naar de Verenigde Staten. Het stimuleringspakket van president Joe Biden wekt, althans in zijn intentie, een kleine indruk van iets dat in de richting zou kunnen gaan van enig gematigd Keynesianisme; maar het is nog niet volledig goedgekeurd door het Congres. Wat in de VS gebeurt, zal gevolgen hebben voor Europa, Mexico en de rest van de wereld.
Sommige van de maatregelen die regeringen en centrale banken namen om de financiële crisis van 2008-2009 aan te pakken, kwamen uiteindelijk ten goede aan dezelfde groepen die de crisis veroorzaakten. Wat gebeurt er nu, behalve dat het een ander soort crisis is?
Het is een herhaling. Ook al is het duidelijk dat de crisis van 2020 anders is dan die van 2007-2009, toch zien we een herhaling van beleid dat fundamenteel het grootkapitaal en de grote bedrijven bevoordeelt. In dit geval gaat het niet alleen om beleggingsfondsen en private banking. Deze keer moeten we er Big Pharma aan toevoegen, een industrie die steeds machtiger is geworden, evenals de digitale industrie. BlackRock, ’s werelds grootste beleggingsfonds, is aandeelhouder van alle grote farmaceutische bedrijven, die worden bevoordeeld door het beleid van regeringen, die in plaats van octrooien op te schorten en een programma van overheidsinvesteringen en vaccinproductie te lanceren, honderden miljoenen doses vaccins kopen van particuliere bedrijven, die zich bovendien verzekeren van een inkomen van 20 jaar als de octrooien niet worden opgeschort.
Zo zal het octrooi op het covid 19-vaccin van Pfizer gedurende 20 jaar een rendement opleveren. Het bedrijf zegt dat het op korte termijn 25 miljard dollar aan extra inkomsten zal hebben. Ook zal het vaccin elk jaar vernieuwd moeten worden. Het is een permanent inkomen. We zijn getuige van iets waartegen dringend moet worden opgetreden, want het is een buitengewone verandering, namelijk dat het overheidsinitiatief geleidelijk aan wordt onttrokken aan de productie van geneesmiddelen en behandelingen.
Daar komen nog de structurele veranderingen bij die worden opgelegd: werken en onderwijs op afstand, en de toename van online aankopen (via Amazon en andere bedrijven). Er worden structurele veranderingen opgelegd aan de manier waarop we werken, onderwijzen en diensten en goederen inkopen. De vermarkting gaat steeds sneller en dit alles verslechtert de situatie van de werkende klassen.
Wat zal er de komende jaren gebeuren als de schulden die regeringen hebben gemaakt om de crisis het hoofd te bieden, moeten worden afbetaald?
Precies. Dit is een valstrik. Omdat de schulden enorm zijn opgelopen, zullen de neoliberale regeringen en de markten meer instrumenten of chantagemiddelen hebben om door te gaan met het doorvoeren van structurele hervormingen. We zitten in een fase van supersnelle en enorme staatsschulden. Pas op voor wat zal volgen als we ons niet krachtig verzetten: meer bezuinigingen en verslechteringen ten gunste van de particuliere sector. We moeten waakzaam zijn en klaar staan om verzet te bieden.
In tegenstelling tot andere crisisperiodes neemt de schuld nu zowel in het Zuiden als in het Noorden toe.
De schuld van Griekenland bedraagt 200% van het bruto binnenlands product, die van Italië 150%, die van België 120% en die van Frankrijk 115%. In het Zuiden neemt ze toe, maar op een niveau van 60 of 70% van het bbp van die landen.
Als de centrale banken in de VS, Japan, Europa en Groot-Brittannië hun huidige beleid van bijna-nul-rentevoeten wijzigen en beginnen met het verhogen ervan, zullen de kosten van schulden omhoogschieten en zullen alle landen moeite hebben om ze te financieren. Als ongebreidelde speculatie op de aandelenmarkten, waarbij de beurswaarderingen nieuwe hoogten bereiken, leidt tot een beurskrach en opnieuw faillissementen van veel grote bedrijven, kan paniek de markten in zijn greep krijgen. Dat kan leiden tot een sterke stijging van de risicopremies op nieuwe leningen voor een aantal bedrijven en landen die op de financiële markten worden gefinancierd. Speculatie heeft opnieuw een sterke invloed op de grondstoffenmarkt en ook dit kan tot nieuwe schokken leiden.
De Spaanse versie van dit interview verscheen op La Jornada, het belangrijkste linkse dagblad van Mexico. Het interview is aangepast en enigszins uitgebreid voor andere taalversies. In het Engels vertaald door Sushovan Dhar en Christine Pagnoulle. Dit artikel werd vanuit de Engelse versie op CADTM in het Nederlands vertaald door de redactie van Grenzeloos.