Het verrassende succes van de online mobilisatie, ‘From the Ground Up’, van 12-16 november, stelt de klimaatbeweging voor nieuwe uitdagingen en nieuwe verantwoordelijkheden, schrijft Iain Bruce. Iain is journalist en ecosocialistisch activist. Hij woont in Glasgow waar normaal in deze periode een nieuwe klimaattop zou plaats vinden.
Deze ‘Global Gathering for Climate Justice’ werd door de COP26 Coalitie georganiseerd om te markeren dat de klimaatbesprekingen van de Verenigde Naties in Glasgow hadden moeten plaatsvinden. Vijf dagen lang, met 53 evenementen en zo’n 8.000 geregistreerde personen, bracht de coalitie een indrukwekkend aantal bewegingen, sprekers en onderwerpen samen. Samen schetsten ze de belangrijkste onderdelen van de reactie die nodig is op de klimaat- en covid-crisis – niet alleen het komende jaar in de aanloop naar de uitgestelde COP26 in Glasgow, maar ook daarna in het komende decennium, wanneer drastische maatregelen nodig zijn om de wereldwijde temperatuurstijging onder de 1,5 graden Celsius te houden.
Met Via Campesina en kleine boeren uit Zuidoost-Azië en Zuid-Afrika tot aan de Westelijke Eilanden van Schotland bespraken activisten de noodzaak om grootschalige landbouw te vervangen door lokale, agro-ecologische productie als een manier om voedsel op ons bord te krijgen. Inheemse activisten uit Midden-Amerika en het Amazonegebied tot Sulawesi spraken over de strijd om hun bossen en land te verdedigen tegen de winningsindustrieën, inclusief de belangrijke kwestie van het ontginnen van de mineralen die nodig zijn voor elektromotoren [en accu’s]. Arbeiders uit de olie- en luchtvaartindustrie, van de Noordzee tot de zuidelijke Atlantische Oceaan, debatteerden samen met campagnevoerders van het openbaar vervoer uit Glasgow en retrofitters uit Leeds over de noodzaak van een rechtvaardige overgang naar klimaatbanen die echt beantwoordt aan en gestuurd wordt door de betrokken arbeiders. Feministische en Black Lives Matter-activisten uit Noord- en Zuid-Amerika spraken over de overlapping tussen hun massale protesten en de klimaatstrijd.
Veronica Gago, van de Ni Una Menos-beweging in Argentinië, zei dat we verder moeten gaan dan solidariteit en dat we moeten denken in termen van het bouwen van bruggen tussen de verschillende acties die we ondernemen, waar we ook zijn. Een van de belangrijkste leiders van de opstand van oktober 2019 in Ecuador, de inheemse leider Leonidas Iza, riep de klimaatbeweging, de feministische beweging en de jongerenbeweging op om volgend jaar in de aanloop naar Glasgow overeenstemming te bereiken over een wereldwijde opstand, ‘omdat door het kapitalisme het einde van de mensheid dreigt’.
Als iemand dacht dat de pandemie de klimaatbeweging het zwijgen had opgelegd, dan had deze manifestatie hen daarvan wel afgebracht. Deze week toonde aan dat deze beweging nu een belangrijke plaats inneemt waar zorgen, woede en voorstellen over de gecombineerde klimaat-, gezondheids- en economische crisis samenkomen. De Britse regering onder leiding van Boris Johnson, probeert nu – in reactie op de gevolgen van de verkiezing van Joe Biden in de VS – haar imago weer op te krikken met gladde groene labels. De beweging rond COP26 heeft het potentieel om een sterke tegenpool te worden voor deze promotie van het ‘Groene Kapitalisme’.
Dezelfde storm, ander schuitje
De COP26 Coalitie gaf een belangrijke tweede politieke verklaring uit, een dag vóór de manifestaties, waarin werd erkend dat het feit dat zoveel regeringen en bedrijven praten over het wegwerken van fossiele brandstoffen op zich al een overwinning is voor de jaren van straatprotesten en verzet van de gemeenschappen in de frontlinie. Maar de beweging moet er niet op vertrouwen dat deze elites doorzetten. De verklaring werd door tientallen organisaties binnen de Coalitie ondertekend en stelt:
‘De wereldwijde pandemie heeft duidelijk gemaakt dat de vele crises waar we vandaag de dag mee te maken hebben – klimaatvernietiging, ecologische vernietiging, racisme, patriarchaat, honger, armoede, massale volksverhuizingen – allemaal met elkaar in verband staan. Deze crises hebben gemeenschappelijke wortels: de hulpbronnen van de aarde worden geëxploiteerd ten gunste van weinig mensen ten koste van veel mensen, waarbij de armen en gemarginaliseerden de ergste gevolgen dragen. We zitten misschien allemaal in hetzelfde storm, maar we zitten overduidelijk niet allemaal in hetzelfde schuitje.’
Dat was de boodschap die op de tweede dag van het evenement in het centrum van Glasgow naar voren werd gebracht, toen activisten op een boot voeren, met spandoeken waarop stond ‘Same Storm, Different Boats’ en de rivier de Clyde afvoeren naar de Schotse evenementencampus waar de COP zal plaatsvinden. De Schotse coördinator van de coalitie, Quan Nguyen, stond naast de boot en zei: ‘We hebben de Britse en Schotse regeringen nodig om te erkennen dat hun doelstellingen van netto nul in 2045 en 2050 niet alleen te laat zijn, maar ook dat ze mazen in de wet hebben gedicht voor bedrijven die fossiele brandstoffen gebruiken en die de crisis in de eerste plaats hebben veroorzaakt om de planeet te blijven vervuilen en verbranden… De regeringen moeten de vervuilers ter verantwoording roepen, de fossiele brandstof bedrijven en de olievelden sluiten. Ze moeten stoppen met het exporteren van fossiele brandstoftechnologie en beginnen met het betalen van vergoedingen aan landen en gemeenschappen in het Zuiden.’
Een diverse, militante, internationalistische beweging
Tot op zekere hoogte heeft het evenement From the Ground Up laten zien dat de beweging rond de COP26 Coalitie al buiten het NGO-kader dat er aanleiding toe gaf, is getreden. De deelnemers zijn vooral jong, waarschijnlijk meer vrouwen dan mannen, en tamelijk divers, hoewel dit iets is dat het zeker verder wil ontwikkelen. De toon is militant en de inhoud is grotendeels antikapitalistisch, ook al wil niet iedereen dat soort taal gebruiken. En het is resoluut internationalistisch.
De grote figuren van de milieubeweging – Greta Thunberg, Naomi Klein, Alexandria Ocasio-Cortez – konden niet komen. Wat jammer leek, had misschien niet eens zo’n negatief effect: hun afwezigheid versterkte de sensatie van een brede, horizontale, massabeweging, die vanuit de lockdown weer opdook.
Er liggen zeker grote uitdagingen in het verschiet. Het momentum vasthouden en erop voortbouwen zal er één van zijn.
Op korte termijn is er de regeringsconferentie over klimaatambities op 12 december, die de regering van Johnson samen met de VN, Frankrijk, Italië en Chili organiseert, ter gelegenheid van de vijfde verjaardag van het Akkoord van Parijs. Vanuit de Coalitie en de bredere klimaatbeweging moeten we ons laten gelden en die grote vragen stellen over de beloftes die worden gedaan en de veronderstellingen die daaraan ten grondslag liggen.
In maart kan er weer een ander, korter online evenement van de Coalitie komen, om meer te praten over strategieën voor actie. Er zullen met name plannen moeten worden ontwikkeld voor het soort protest dat nodig is voor de G7-top die in de zomer van 2021 ergens in het Verenigd Koninkrijk zal worden gehouden en die zal leiden tot de COP zelf in Glasgow van 1-11 november 2021. De COP van Glasgow zal worden voorafgegaan door een VN-top in Milaan, van 30 september tot 2 oktober, en door eerdere voorbereidende besprekingen, mogelijk in Bonn, op nog te bepalen data. Deze kunnen dus ook het doelwit worden van protesten. Maar zelfs als al deze bijeenkomsten fysieke gebeurtenissen worden, en zelfs als het fysiek afstand houden tegen november niet meer nodig is, is het waarschijnlijk dat de plannen voor de COP in Glasgow gericht zullen zijn op gedecentraliseerde activiteiten – misschien culminerend in een groot evenement en protest in Glasgow zelf in november 2021, gecombineerd met aanhoudende protesten in andere delen van de wereld, en misschien ook online samenkomsten. De Fridays for the Future-beweging van scholieren die staken voor het klimaat heeft de mogelijkheid van bredere actie door werknemers laten zien door middel van stakings- en protestacties op de werkplek.
De Schotse politiek zal ook de invloed van de aanloop naar COP ervaren. De vraag naar goede, groene banen om uit de pandemie te komen zal alleen maar toenemen, aangezien Schotland waarschijnlijk een van de delen van Europa wordt die in 2021 het zwaarst door werkloosheid worden getroffen. Een van de zwakste punten van de Schotse regeringspartij, de Scottish National Party (SNP) ligt tot nu toe op het gebied van klimaatmaatregelen. Maar als de SNP, zoals bijna zeker lijkt, een meerderheid krijgt bij de verkiezingen voor het Schotse parlement in mei aanstaande, of een overweldigende meerderheid in alliantie met de Schotse Groene Partij, zal de groeiende steun voor onafhankelijkheid en een nieuw referendum een hoogtepunt bereiken. Dat betekent dat er in de maanden voorafgaand aan COP26 een volledige constitutionele crisis van de Britse staat zou kunnen ontstaan, waarbij de officiële gastheren, de Britse regering van Boris Johnson, tegenover de de-facto lokale gastheren van de Schotse regering, de gemeenteraad van Glasgow en de bevolking van de stad en Schotland komen te staan. Ter plaatse zal de onafhankelijkheid het grote politieke vraagstuk van de dag zijn. Velen in de Schotse klimaatbeweging hebben hier al een standpunt over ingenomen. Maar hoe dit in de bredere Britse beweging werkt, kan ingewikkelder zijn.
Sommige afwezigen in de beweging
Er zijn nog steeds enkele afwezigen in de COP-beweging die moeten worden aangesproken. Hoewel de sterke aanwezigheid van het globale Zuiden een van de meest indrukwekkende aspecten van deze online bijeenkomst was, was deze ongelijk. De deelname uit Afrika was zwak. Dat gold ook voor Oost-Azië, tot op zekere hoogte Zuid-Azië, en het Midden-Oosten. Verrassender is misschien dat de klimaatbewegingen op het Europese vasteland grotendeels afwezig waren. De vragen over het klimaatbeleid van de EU moeten tijdens de COP26 zeer serieus worden genomen, vooral als het extreme centrum rond Biden probeert samen te werken met de EU-elites om hun hegemonie te bevestigen.
Een andere relatieve afwezige is radicaal links, zowel in Schotland als in heel Groot-Brittannië. Dit is niet zozeer een probleem voor de klimaatbeweging als wel voor links zelf. Er hebben natuurlijk wel individuen aan deelgenomen. Bij enkele van de milieucampagnes spelen linkse activisten een centrale rol. Maar er was weinig sprake van een politieke bijdrage of uitwisseling, en nog veel minder van een symbiose, althans op een positieve, georganiseerde manier. Daar kunnen goede redenen voor zijn, historisch, wat betreft generaties en cultureel. Maar die moeten dan wel zorgvuldig worden opgepakt, in de eerste plaats door links zelf. Gelukkig lijken deze hiaten veel minder of zelfs helemaal niet te bestaan in het mondiale Zuiden.
‘Een fundamentele afrekening met en transformatie van onze economische, sociale en politieke systemen’
Uiteindelijk is de centrale boodschap van deze weer opduikende klimaatbeweging er een die door links als geheel, en ook ver daarbuiten, gedeeld wordt of zou moeten worden. In de woorden van de Coalitieverklaring:
‘We bevinden ons in onbekend water. De wereld is op weg om het koolstofbudget voor de opwarming van de aarde met 1,5 oC ruim vóór 2030 te doorbreken. Onze rol in de aanloop naar de COP26 moet zijn om het publieke bewustzijn er van te overtuigen wat deze opwarming van 1,5 oC betekent: voor ons leven en voortbestaan, voor de belangen van alle burgers wereldwijd en voor de toekomst van ons planetaire ecosysteem. En wat er nodig is om dat te voorkomen: niets minder dan een fundamentele afrekening met en transformatie van onze economische, sociale en politieke systemen’.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op International Viewpoint. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.