Het met veel tam tam gepresenteerde klimaatakkoord mag dan een onvervalst staaltje compromispolitiek zijn, het leidt er absoluut niet toe dat de klimaatdoelen van Parijs – die absoluut onvoldoende zijn om de klimaat crisis te stoppen – gehaald worden. Hoe erg is de klimaatcrisis en wat kunnen ecosocialisten doen? Die vragen staan centraal in dit artikel dat oorspronkelijk verscheen op de Amerikaanse linkse website New Politics.

Als lezer gelooft u vast dat de klimaatcrisis reëel is en een existentiële bedreiging vormt voor de menselijke samenleving zoals wij die kennen en dat de kapitalistische productiewijze de hoofdoorzaak van de crisis is. Ik zal niet veel tijd  aan deze vragen besteden. Ik zal vooral  kijken naar de huidige toestand van het klimaat en hoe het zich waarschijnlijk de komende jaren zal ontwikkelen. Dat met het oog op de keuzes waarmee degenen onder ons die ecosocialist zijn, worden geconfronteerd bij het reageren op de crisis.

Laten we eerst eens kijken hoe het klimaat nu verandert en hoe het in de nabije toekomst waarschijnlijk zal veranderen. Spoiler alert: er is weinig reden tot optimisme.

Om zelfs maar 50% kans te hebben om de gemiddelde temperatuurverandering wereldwijd onder de 1,5°C te houden, moet de wereldwijde netto CO2-uitstoot vanaf nu, volgens algemeen aanvaarde klimaatmodellen, met ongeveer 5% per jaar dalen. Maar zelfs als alle landen die het Akkoord van Parijs van 2015 ondertekenden, hun verplichtingen uit hoofde van het verdrag zouden nakomen, zou de wereldwijde uitstoot tot 2030 ongeveer op het huidige niveau blijven of zelfs toenemen.

De waarschijnlijke prognose is nog slechter dan deze. De nationale bijdragen van het Akkoord van Parijs zijn vrijwillig en niet afdwingbaar. De VS, van oudsher de grootste netto-vervuiler van CO2 ter wereld, heeft zich na de verkiezing van Trump teruggetrokken uit het akkoord. In mei 2019 bereikte het wereldwijde CO2-niveau in de atmosfeer een recordhoogte, het hoogste in minstens 800.000 jaar. In juni bereikten temperaturen in Europa nieuwe recordhoogten.

Onze mogelijkheden om de CO2-uitstoot onder de 1,5°C te houden, zullen waarschijnlijk tegen 2030 uitgeput zijn. Omdat er een onzekerheid van ongeveer plus of min 10 jaar in de schatting zit, is het mogelijk dat we terwijl u dit leest deze grens al overschreden hebben. En in het beste geval hebben we waarschijnlijk tot ongeveer 2040 de tijd. Daarna worden we geroosterd.

Het tragische is dat de technologieën zoals zonne- en windenergie, samen met de nodige opslagtechnologieën voor een betrouwbare levering gedurende de hele dag en alle weersomstandigheden, nu beschikbaar zijn tegen kosten die vergelijkbaar zijn met die van conventionele elektrische energieopwekking op basis van fossiele brandstoffen. Het is de politieke economie van het kapitalisme die het grootste obstakel vormt om de opwarming van de aarde een halt toe te roepen en uiteindelijk om te keren.

Als de huidige trends doorzetten, wat te verwachten is, kunnen we een transformatie van de wereldwijde politieke, sociale en economische verhoudingen verwachten, hoewel de aard van de transformatie niet vaststaat. Zonder onze effectieve tussenkomst is de meest waarschijnlijke uitkomst een wereld van toenemende ongelijkheid, oorlog en lijden, een wereld van klimaatapartheid, om Philip Alstons suggestieve term te gebruiken.

Antwoorden

Wat zou ons antwoord moeten zijn? Het moet gebaseerd zijn op zowel de politiek als de technologie.

Vanuit technologisch oogpunt zijn er drie benaderingen van de klimaatcrisis: mitigatie (CO2-vermindering), aanpassing (het aanpakken van de huidige en toekomstige schadelijke effecten van wereldwijde opwarming) en sanering (praktijken die de reeds uitgestoten CO2-niveaus in de atmosfeer verminderen of hun effect op de wereldwijde opwarming verminderen).

Socialisten hebben zich, samen met anderen op links, over het algemeen (naar mijn mening terecht) gericht op mitigatie. We benadrukken al decennialang het belang van een rechtvaardige en snelle overgang naar een netto-nulemissie-economie. Dit is de kern van de Green New Deal, die al meer dan tien jaar internationaal door groene partijen is ontwikkeld en meer recentelijk in beperktere mate is overgenomen door delen van de Democratische Partij in de VS en door klimaatactivisten, waaronder Extinction Rebellion en de Sunrise Movement. De strijd voor CO2-vermindering is essentieel, en iets wat we moeten blijven steunen en ontwikkelen. Maar hoewel dit noodzakelijk is, is het niet voldoende voor ons project.

Saneringstechnologieën zijn problematischer. Sommige, zoals herbebossing en verbeterde landbouwpraktijken, zijn duidelijk wenselijk en moeten worden ondersteund. Andere, met name atmosferische en oceanische geo-engineering benaderingen, zijn gebaseerd op technologieën die momenteel niet beschikbaar zijn, met onbekende maar potentieel gevaarlijke gevolgen.

Socialisten moeten meer aandacht besteden aan de kwestie van aanpassing. Naarmate de opwarming toeneemt, zullen de veranderingen die we nu al waarnemen (bijvoorbeeld gevaarlijk hoge zomertemperaturen, toegenomen hevigheid van stormen, toegenomen frequentie van overstromingen en bosbranden, opwarming van de polaire regio’s, et cetera), alleen maar toenemen, zowel in frequentie als intensiteit. We moeten ons buigen over de gevolgen van deze veranderingen voor het leven van werkende mensen over de hele wereld. We moeten de gevolgen ervan in kaart brengen en op een consistente en coherente manier oplossingen voorstellen.

Laten we nader ingaan op een aantal sociale en politieke kwesties die worden beïnvloed door de ongecontroleerde opwarming van de aarde:  het verhoogde risico van oorlog, migratie, volksgezondheid, land- en watergebruik en landbouw.

Oorlog en migratie

Op internationaal niveau wordt de klimaatcrisis gedomineerd door de onderling samenhangende kwesties van oorlog en migratie. Naarmate de zeespiegel stijgt, de temperaturen stijgen en extreme weersomstandigheden het nieuwe normaal worden, zal een steeds groter deel van de aarde de menselijke samenleving niet langer in stand houden, althans met de huidige sociale verhoudingen en landbouwpraktijken.

De G7 (die de grootste economieën ter wereld vertegenwoordigt) heeft vastgesteld dat de concurrentie op het gebied van hulpbronnen, onzekere levensomstandigheden, schommelende voedselprijzen en grensoverschrijdend waterbeheer tot de belangrijkste factoren behoren die leiden tot instabiliteit, migratie en een grotere kans op oorlog, waarbij ze de klimaatverandering ‘de ultieme risicovergroter’noemen. Het Amerikaanse leger heeft, zowel onder Republikeinen als Democraten, de klimaatcrisis geïntegreerd in hun strategische planning en andere landen doen hetzelfde.

In een wereld die al verdeeld is in rijke landen die grotendeels in gematigde regio’s van het noordelijk halfrond liggen en de rest vooral in tropische en subtropische regio’s, kan – gezien de voortdurende hegemonie van het kapitaal – deze wereldwijde verdeeldheid onder druk van de opwarming van de aarde alleen maar toenemen.

Naarmate de klimaatcrisis zich verdiept, zal de grensoverschrijdende migratie en de migratie over meerdere grenzen heen, blijven toenemen. Hoewel het klimaat niet het enige probleem is dat de migratie versnelt, zoals duidelijk blijkt uit de honderd jaar lange geschiedenis van Amerikaanse imperialistische interventie in Midden-Amerika, worden de tegenstrijdigheden van het imperialisme versterkt door de effecten van de opwarming van de aarde.

Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) heeft geschat dat er tegen 2050 wel 200 miljoen klimaatmigranten kunnen zijn, hoewel deze schatting aan grote onzekerheid onderhevig is. Migratie is al een van de belangrijkste bronnen van toenemend extreemrechts nationalisme en xenofobie, zowel in de VS als in Europa. Deze trend zal waarschijnlijk doorgaan als er geen krachtige en coherente reactie van links komt.

Gezondheid

De gezondheidseffecten van wereldwijde opwarming omvatten volgens een recent onderzoeksartikel in het gerespecteerde medische tijdschrift Lancet een verhoogde blootstelling aan hitte (vooral gevaarlijk voor kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals ouderen), gezondheidsproblemen op het werk (inclusief verloren arbeidstijd), ondervoeding, geestelijke gezondheid, hart- en vaatziekten en aandoeningen van de luchtwegen, en ziekten overgebracht door insecten, waaronder de verspreiding van tropische ziekten naar voorheen gematigde streken.

De in geldwaarde uitgedrukte wereldwijde kosten van aan klimaatverandering gerelateerde gezondheidseffecten worden geschat op biljoenen dollars. De besparingen als gevolg van een verbeterde gezondheid zullen waarschijnlijk twee keer zo groot zijn als de investeringen die nodig zijn om de opwarming van de aarde onder de 1,5°C te houden. Met andere woorden, de besparingen door een betere gezondheid alleen al zouden hoogstwaarschijnlijk meer zijn dan de kosten voor het koolstofarm maken van de aarde. Is er een duidelijker voorbeeld van kapitalistische irrationaliteit?

Landbouw

De patronen van landgebruik, zowel op het platteland als in de stad, worden beïnvloed door de opwarming van de aarde, zowel direct (door gemiddelde en extreme temperaturen) als indirect (door veranderingen in de regenval, extreme weersomstandigheden en zeespiegelstijging).

De landbouw, met inbegrip van veeteelt, visserij en bosbouw, behoort tot de sectoren die het meest bedreigd wordt door de opwarming van de aarde. De voedselproductie in een grote verscheidenheid van verschillende ecosystemen moet zich aanpassen aan de schokken van de klimaatverandering, met inbegrip van zowel langetermijnveranderingen in temperatuur en waterbeschikbaarheid als kortetermijnveranderingen, zoals de toegenomen frequentie van extreme weersomstandigheden. Zij moet dit doen in het licht van de toenemende bevolking en de druk van de toenemende verstedelijking.

De wereldwijde voedselproductie is verantwoordelijk voor maar liefst de helft van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, met de veeteelt als centraal probleem. Om gezonder en voedzamer voedsel te produceren dat duurzamer is in het licht van het veranderende klimaat, zullen aanpassingen nodig zijn in het gebruik van land en water, met inbegrip van betere conserveringsmethoden voor bodem, water en bossen.

Dit impliceert het beoordelen van de geschiktheid van gewassen op basis van de verwachte veranderingen in weer en klimaat en veranderingen in consumptiepatronen om de veestapel, met name de rundvleesproductie, te verminderen. Daarnaast zijn er veranderingen nodig die niet specifiek verband houden met het klimaat, maar die nodig zijn voor een gezond milieu,  zoals de vermindering van de voedselverspilling en het gebruik van pesticiden en herbiciden. De aanpassing van de landbouw aan de klimaatverandering is van cruciaal belang als we enige hoop willen hebben op een bloeiende  mondiale samenleving.

Ruimtelijke ordening

De stedelijke ruimtelijkeordening moet zich ook aanpassen aan de klimaatverandering. Afgezien van het feit dat het niet alleen gaat om het inbreuk maken op landbouwgrond, veroorzaakt de stedelijke wildgroei zelf ook problemen. Ten eerste maakt het een ecologisch verantwoorde vervoersplanning veel moeilijker. Ten tweede is de blootstelling aan bosbranden toegenomen, zoals onlangs nog in Californië en Spanje. Ten derde, en misschien wel het meest direct, worden kustregio’s, zowel in de steden als op het platteland, rechtstreeks blootgesteld aan de  stijgende zeespiegel.

Geschat wordt dat de Amerikaanse federale- en lokale overheden de komende 20 jaar meer dan 1,4 biljoen dollar zullen moeten uitgeven om de kustgemeenschappen te beschermen tegen de stijging van de zeespiegel en dit is waarschijnlijk slechts zo’n 10-15% van de totale (publiek-private) uitgaven die nodig zijn om zich aan te passen aan de stijgende zeespiegel. In Zuid-Florida, bijvoorbeeld, zijn overstromingen en opwarming de laatste jaren aanzienlijk toegenomen. Nu Miami in zee wegzinkt, is ‘klimaatgentrificatie’ een reëel probleem voor de arbeidersklasse en minderheden. Projectontwikkelaars en speculanten richten zich nu op voorheen ongewenste buurten zoals Little Haïti, die gebouwd zijn op hogere grond en verder weg liggen van de overstromingen door de oceaan dan de strandgemeenschappen waar Florida bekend om staat.

De reactie  van links

Hoe moet links haar reactie aanpassen aan de huidige toestand van de klimaatcrisis? Om te beginnen zijn er drie punten, die (voor sommigen van ons althans) voor de hand liggen, maar die toch de moeite van het benadrukken waard zijn.

Ten eerste moeten we, ondanks de ontmoedigende voortgang tot nu toe, geen nederlaag toestaan op de centrale rol van mitigatie/CO2-vermindering. CO2-vermindering is de enige echte oplossing op lange termijn.

Ten tweede moeten we onze strategieën ontwikkelen op een aantal niveaus, waaronder het mondiale, het nationale, het regionale en het lokale niveau. Dit impliceert dat de programmatische eisen zullen variëren (maar niet conflicteren) afhankelijk van de geografische en politieke context.

Ten derde moet de centrale rol die het kapitalisme heeft gespeeld bij het ontstaan en de verdieping van de klimaatcrisis leidend zijn bij het zoeken naar echte en duurzame oplossingen. Op de markt gebaseerde oplossingen en de afhankelijkheid van kapitalistische politieke partijen hebben gefaald en zullen ook in de toekomst falen. Individuele veranderingen in levensstijl, waardoor sommigen van ons zich misschien beter voelen, zijn duidelijk onvoldoende.

Er is nog een aanvullend vierde punt waar misschien niet alle ecosocialisten het over eens zijn. Dat is dat we in onze reactie op de opwarming van de aarde niet alleen aandacht moeten besteden aan mitigatie, maar ook aan aanpassing. Met andere woorden, we moeten oplossingen voorstellen voor de onmiddellijke gevolgen van de mondiale opwarming. De eisen van CO2-vermindering en aanpassing zijn niet tegenstrijdig. Integendeel, ze wijzen samen naar een potentieel duurzame toekomst. In wat volgt, richt ik me op de kwesties van aanpassing, samen met hun verband met de CO2-vermindering.

Aanpassing

Ik ben, net als veel andere ecosocialisten, voorstander van het gebruik van een overgangsperspectief bij het ontwikkelen van programmatische eisen. Binnen sociale en politieke bewegingen moeten we concreet aangeven welke veranderingen nodig zijn om de klimaatcrisis op te lossen, onafhankelijk van wat het kapitalisme kan bieden. Werknemers hebben de crisis niet veroorzaakt; van werkende mensen mag niet worden verwacht dat ze ervoor betalen of eronder lijden. Omdat ik het best bekend ben met de VS, ga ik in mijn commentaar uit van een aanpak die gericht is op de VS. Ik hoop dat anderen met andere ervaringen, die mijn doelstellingen delen, een bijdrage zullen blijven leveren aan deze voortdurende discussie.

Terwijl de hoofdoorzaken van zowel oorlog als migratie zich uitstrekken tot voorbij de klimaatcrisis, is het duidelijk dat de wereldwijde opwarming een substantiële en causale rol zal blijven spelen. Dit betekent dat we zowel het anti-oorlogsactivisme als het immigrantenrechtenactivisme moeten zien als een integraal onderdeel van de klimaatbeweging.

Jammer genoeg is de beweging, na het falen van de anti-oorlogsbeweging om de invasies van de VS in Irak en Afghanistan te verhinderen, in moeilijk vaarwater terechtgekomen. In de VS is de beweging zwak en slecht georganiseerd op nationaal niveau en bijna afwezig in de meeste plaatsen op lokaal niveau. Recente gebeurtenissen in onder andere Iran en Venezuela onderstrepen het belang van gezamenlijk werk van zowel anti-oorlogs- als klimaatactivisten.

Een gelijkaardige aanpak zou ook moeten worden toegepast op migratie en de rechten van immigranten. Dat is op dit moment een kwestie van bijzonder belang, gezien het afschuwelijke beleid van reactionaire nationalisten wereldwijd en van het Trump-regime in het bijzonder, dat de ergste aspecten van het immigratiebeleid onder Obama heeft voortgezet en verdiept. De beweging voor klimaatrechtvaardigheid moet het recht op veilige doorgang voor migranten, dat wil zeggen open grenzen, steunen.

Financiering

De kwestie van de oorlog houdt ook verband met de kwestie van de financiering van zowel klimaatmitigatie als -adaptatie. Het Amerikaanse Ministerie van Huisvesting en Stadsontwikkeling zal binnenkort subsidies voorstellen voor een totaalbedrag van 16 miljard dollar om steden tegen natuurrampen te beschermen. Dit is waarschijnlijk minder dan 2% van het bedrag dat daadwerkelijk nodig is voor de effecten van de stijging van de zeespiegel en extreme weersomstandigheden.

De rampenbestrijding en de aanpassing aan de klimaatverandering moeten volledig gefinancierd worden. De financiering kan gemakkelijk uit de militaire begroting, momenteel meer dan 1 biljoen dollar per jaar als we de totale kosten in aanmerking nemen. Als de Amerikaanse oorlogsmachine een natie zou zijn, zou ze ongeveer de 55e plaats in de wereld innemen voor de uitstoot van broeikasgassen, vergelijkbaar met die van Zweden of Portugal.

Aanpassing op lokaal niveau moet rekening houden met de specifieke situatie. Als we zowel naar de veranderingen op korte termijn kijken (bijvoorbeeld de reactie op de onmiddellijke effecten van de opwarming, de stijging van de zeespiegel en extreme weersomstandigheden zoals de bouw van zeeweringen) als naar de aanpassing op langere termijn (bijvoorbeeld een flexibelere stadsplanning), komen er enkele algemene principes naar voren.

We moeten pleiten voor voldoende overheidsfinanciering op alle niveaus om  bescherming te bieden tegen de directe effecten van de temperatuurstijging, maar ook tegen de indirecte effecten, zoals de stijging van de zeespiegel, extreme weersomstandigheden en bedreigingen voor de volksgezondheid.

Zoals een recente studie aangeeft, zijn er in de VS minstens 241 steden met meer dan 25.000 inwoners die elk minstens 10 miljoen dollar per stad nodig hebben om zich te beschermen tegen de jaarlijkse stormen.

Bovendien ‘zullen gemeenschappen de drinkwatervoorraden moeten beschermen, waterleidingen moeten vervangen en rioolzuiveringsinstallaties moeten verbeteren, wegen moeten aanleggen en herstellen, grotere en frequentere bosbranden onder controle moeten houden, en stranden opnieuw moeten herstellen omdat de stijgende zeeën tot meer erosie leiden, hulp moeten bieden aan groeiende aantallen klimaatvluchtelingen (vooral gezinnen met een laag inkomen die door klimaatgentrificatie ontheemd zijn geraakt), de infrastructuur voor de afvoer van regenwater moeten moderniseren, koelcentra en geklimatiseerde sociale woningen moeten bouwen, zich aan moeten passen aan langere, warmere droogteperiodes, moeten herstellen van heviger stormen en moeten reageren op de verspreiding van door insecten overgebrachte ziekten zoals Lyme, West-Nijl virus en Zika.’

Neoliberalen die vóór de markt zijn, zullen het idee van privatisering als oplossing zeker naar voren brengen, zoals ze dat in New Orleans na de orkaan Katrina in 2005 ook hebben gedaan. De stad privatiseerde toen vrijwel haar hele openbare onderwijssysteem. Hoewel er na de privatisering enkele meetbare verbeteringen in de schoolprestaties zijn opgetreden, zijn deze eerder te danken aan de toegenomen overheidsuitgaven die naar het particuliere schoolsysteem[23] vloeien, samen met andere factoren die geen verband houden met privatisering, dan aan de voordelen van privatisering als zodanig. Bovendien heeft de privatisering geleid tot het verlies aan vakbondsleden in het onderwijs.

Flexibele stadsplanning moet worden aangepakt door de behoeften van de bevolking, niet door speculatie in de vastgoedsector en financieel gewin. We hebben veilige, betaalbare, hoogwaardige sociale huisvesting en gratis openbaar vervoer van goede kwaliteit nodig.

Een markteconomie is niet de oplossing – het is het probleem. Het is het kapitalisme in het algemeen en de fossiele brandstoffen- en de bank- en financiële sector in het bijzonder, die verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van de klimaatcrisis. Zij zijn degenen die ter verantwoording moeten worden geroepen. Als ze dit niet kunnen of willen doen, moeten ze worden gesocialiseerd, zodat wij de klus kunnen klaren.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op New Politics. Nederlandse vertaling en tussentitels: redactie Grenzeloos. Voor de noten en literatuurverwijzingen zie de originele Engelse versie.