‘De ‘overeenkomsten’ zijn loze beloften. Ze zijn niet bindend, zonder concrete maatregelen, zonder toezeggingen van landen, zonder sancties op niet-naleving. Wat is het nut? Een deel van het antwoord is dat regeringen gebruik maken van de schijnwerpers op de COP om zichzelf een groen imago te geven en hun publieke opinie te behagen zonder de belangen van de kapitalisten te schaden… Maar dit wijst op een verklaring: loze beloften passen in de neoliberale ideologie, die uiteindelijk maar één beslisser kent: de Markt, dat wil zeggen winst, dat wil zeggen een minderheid van aandeelhouders’ concludeert Daniel Tanuro na een nauwkeurige analyse van COP 26.
De COP26 in Glasgow had volgende prioriteiten moeten hebben: 1) de belofte van de “ontwikkelde landen” hard maken om in het groene klimaatfonds vanaf 2020 minstens honderd miljard dollar per jaar te storten als hulp voor het Globale Zuiden om de klimaatuitdaging aan te gaan (1)Belofte gedaan tijdens de COP in Cancún (2010).; 2) diezelfde landen dwingen financieel tussen te komen om de enorme “verliezen en schade” van de opwarming te dekken in de eerste plaats in de “minst geavanceerde landen” en de kleine eilandstaten; 3) de klimaatambities van de regeringen verhogen om zo de doelstelling aangenomen op de COP21 van Parijs concreet te maken: “de temperatuurstijging ver onder de 2°C houden en ondertussen de inspanningen blijven volhouden om de 1,5°C ten opzichte van de pre-industriële periode niet te overstijgen.”
Op papier verduidelijkt Glasgow de dubbelzinnige doelstelling van Parijs door die radicaler te maken (1,5°C is nu het streefcijfer) en de verantwoordelijkheid van fossiele brandstoffen te vermelden. Maar in de praktijk heeft de conferentie geen stappen genomen om de catastrofe te stoppen. ‘Een stap in de goede richting’, zeiden sommigen. Maar het tegendeel is waar: geobsedeerd door het post-covid neoliberale herstel en hun geostrategische rivaliteiten, besloten de meesters van de wereld: 1°) de belofte van honderd miljard voor het Groene Fonds uit te stellen; 2°) nee te zeggen tegen compensatie voor ‘verlies en schade’; 3°) het speelveld bijna volledig vrij te laten voor fossiele brandstoffen; 4°) klimaatstabilisatie te beschouwen als een markt voor ‘koolstofcompensaties’ en technologieën; 5°) deze markt te voorzien van een wereldwijd mechanisme voor de handel in ‘rechten om te vervuilen’; 6°) en tot slot: het beheer van deze markt toe te vertrouwen aan de financiële sector… wiens investeringen en levensstijl de fundamentele oorzaak zijn van de opwarming van de aarde.
Het speciale 1,5°C-rapport: een bom met fall-out bij het Internationaal Energie Agentschap (IEA)
Het speciale IPCC-rapport over 1,5°C (2019) heeft aangetoond dat het absoluut noodzakelijk is om onder de 1,5°C te blijven. De gevaren van de opwarming waren onderschat. Bij meer dan 1,5°C dreigen cascades van positieve terugkoppelingen de aarde te doen belanden in een regime van ‘stomende planeet’, wat rampzalige gevolgen zou hebben (waaronder een stijging van de zeespiegel met 13 meter of meer). De gemiddelde oppervlaktetemperatuur is al met 1,1 tot 1,2°C gestegen ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. In het huidige tempo zal de grens van 1,5°C tegen 2030 worden overschreden… Conclusie: de ‘netto’ wereldwijde CO2-uitstoot moet vóór 2030 met ten minste 50% worden verminderd, vóór 2050 met 100% en in de tweede helft van de eeuw negatief worden.
Dit rapport sloeg in als een bom. De leiders van de kapitalistische klasse kunnen niet langer hun kop in het zand steken. Degenen met een beetje verstand moeten toegeven dat de opwarming van de aarde uit de hand kan lopen tot een punt dat hun systeem in gevaar komt. In deze context kan een kapitalistisch beleid dat beweert ‘gebaseerd te zijn op de wetenschap’ onmogelijk de dubbelzinnigheid van de Overeenkomst van Parijs handhaven, zelfs wanneer het wordt uitgedragen door neoliberalen zoals Boris Johnson… Het Britse voorzitterschap van COP26 stelde voor dat een maximum van 1,5°C de enige doelstelling zou zijn en deze verduidelijking werd door de Conferentie bekrachtigd.
Het IPCC is zeer expliciet: de verbranding van fossiele brandstoffen speelt een sleutelrol in de opwarming. Als gevolg daarvan werden de schokgolven van het 1,5°C-rapport zelfs gevoeld door het Internationaal Energie Agentschap. In 2021 bracht dit agentschap een rapport uit waarin duidelijk werd gemaakt dat ‘koolstofneutraliteit’ in 2050 op zeer korte termijn drastische maatregelen vereist: een verbod vanaf 2021 op: de verdere ontwikkeling van nieuwe olie- en gasvelden, de opening van nieuwe kolenmijnen, de uitbreiding van bestaande kolenmijnen, het toestaan van nieuwe kolencentrales en het afstappen van kolen vanaf 2030 in de ‘ontwikkelde’ economieën en de sluiting tegen 2040, ‘wereldwijd, van alle kolen- en oliegestookte elektriciteitscentrales…‘ (2)IEA, ‘Net Zero in 2050. A Roadmap for the Energy Sector‘.
Dit rapport sloeg dan ook in als een bom omdat het IEA altijd een zeer vooruitstrevende geleidelijke visie op ‘overgang’ had gehad. Nu pleitte het plotseling voor een radicale verschuiving naar een ‘groen kapitalisme’, georganiseerd rond hernieuwbare energiebronnen. Net zoals de Top van Glasgow de dubbelzinnigheid van Parijs niet kon handhaven, kon ze evenmin de verantwoordelijkheid van de fossiele brandstoffen blijven verbergen. Onder druk van de energiesector en de grote gebruikers heeft elke COP sinds 1992 het onderwerp vermeden! Dit stilzwijgen was niet langer houdbaar. Het Britse voorzitterschap heeft de afgevaardigden een ontwerpverklaring voorgelegd waarin de partijen worden opgeroepen ‘de geleidelijke afschaffing van steenkool en de stopzetting van subsidies voor fossiele brandstoffen te versnellen’. Verderop zal blijken hoe deze tekst werd geneutraliseerd, maar de vermelding van fossiele brandstoffen bleef in de definitieve versie staan.
De kloof dichten: een uitdaging die elk jaar groter wordt
Het Akkoord van Parijs toonde een grote kloof tussen de doelstelling (‘de temperatuurstijging ruim onder etc.… te houden’) en de nationale klimaatplannen, of Nationally Determined Contributions (NDC’s). Op basis van deze NDC’s voorspelde het IPCC een temperatuurstijging van ongeveer 3,5°C in 2100. Om de kloof (de ‘emissiekloof’) te dichten, heeft COP21 het beginsel goedgekeurd van een herziening om de vijf jaar, om ‘de ambitie te verhogen’.
In september 2020 wordt de kloof, (alle gassen samengenomen) geraamd op 23 à 27 Gt CO2-equivalent (3)Gigaton broeikasgassen berekend alsof het allemaal CO2 is., die vóór 2030 moet zijn gedicht als we onder de 1,5°C willen blijven. De wereldwijde uitstoot moet daarom worden gehalveerd. Omdat de top van 2020 was afgelast vanwege de pandemie, hebben regeringen besloten een nieuwe inspanning te leveren om de ambities voor Glasgow ‘op te krikken’. Het resultaat: een extra reductie van 3,3 tot 4,7 Gt of nauwelijks 15 tot 17% van de doelstelling. Op basis hiervan voorspelt het wetenschappelijke netwerk Climate Action Tracker een opwarming van +2,4°C (bandbreedte: +1,9 tot +3°C).(4) ‘Glasgow’s 2030 credibility gap‘.
Johan Rockström, directeur van het Potsdam-Instituut, bracht de tien belangrijkste boodschappen van de meest recente wetenschappelijke inzichten over aan de COP. Het eerste is dat de mondiale uitstoot van CO2 alleen al tegen 2030 elk jaar met 2 Gt per jaar (5%) moet dalen om een kans van 50/50 te hebben, en met 4 Gt per jaar (10%) om een kans van twee derde te hebben om onder de 1,5°C te blijven. Een soortgelijke vermindering is vereist voor methaan en distikstofoxide (lachgas). Dat kan niet met vijfjaarlijkse herzieningen van de NDC’s. Glasgow heeft daarom besloten over te schakelen op een jaarlijks percentage. Vanop afstand bekeken, lijkt dit een kleine kans op succes te bieden. Van dichtbij bezien, is het een illusie.
Ten eerste moet rekening worden gehouden met klimaatrechtvaardigheid. De 5%- en 10%-reducties zijn mondiale streefcijfers, die moeten worden gedifferentieerd om rekening te houden met de ‘gedifferentieerde verantwoordelijkheden’ van landen. Rockström presenteerde de meest recente evaluatie hiervan: de rijkste één procent van de wereldbevolking moet zijn emissies delen door dertig, terwijl de armste 50% ze met drie mag vermenigvuldigen. Hieruit blijkt duidelijk dat het klimaat een klassenkwestie is, een belangrijke kwestie in het conflict tussen de bezittende minderheid en de onteigende meerderheid.
Ten tweede: een vermindering met 2 of 4 Gt per jaar is lineair in wiskundige termen, maar helemaal niet lineair in economische, sociale en politieke termen. Hoe meer emissies worden teruggedrongen (of worden getracht terug te dringen) en hoe korter het tijdsbestek, hoe meer emissiereductie op gespannen voet komt te staan met de kapitalistische eisen van groei en winst. Dit is heel concreet: in de energiesector zetten de bazen de rem op investeringen in fossiele brandstoffen, om de waarde van activa (nog in de grond zittende reserves) te verminderen. Aangezien fossiele brandstoffen meer dan 80% van de behoeften dekken, zal een piek in het energieaanbod waarschijnlijk voorafgegaan worden door een piek in de vraag, met een prijsverhoging als gevolg.(5) ‘COP26: ‘COP26: oil price soars even as the world turns against fossil fuel’ (olieprijs stijgt zelfs als de wereld zich tegen fossiele brandstof keert)’, Financial Times, 4/11/2021. Dit is goed voor de fossiele-brandstofbedrijven, maar het wakkert de inflatie aan, frustreert het herstel na de pandemie en weegt zwaar op de werkende klassen. Ze kunnen terugvechten, of hun stem geven aan nationaal-populisten. Beide opties brengen de stabiliteit in gevaar. Om de prijzen tot rust te brengen en tekorten te voorkomen, moet de productie van fossiele brandstoffen worden opgevoerd. China heeft het gedaan voor steenkool en Biden heeft (tevergeefs) Saudi-Arabië en Rusland gevraagd het voor olie te doen. Maar fossiele brandstoffen stimuleren is het stimuleren van de uitstoot … en dat is geen oplossing.
Een onoverkomelijke tegenstrijdigheid, een bron van chaos
China en de VS hebben tijdens de COP een gezamenlijke verklaring afgelegd. Die zal de impasse niet doorbreken. Het is vooral een verklaring voor de schijn. De twee grootmachten hebben er belang bij zich samen op te werpen als de hoeders van de stabiliteit en het klimaat in de wereld. Misschien zullen ze proberen samen te werken aan een deelaspect van het klimaatbeleid (methaan emissies?). Maar de onderliggende spanningen zijn heel sterk en hebben de neiging de conflicten te verergeren.
In de Verenigde Staten hangt de Democratische meerderheid aan een zijden draadje: de Democratische senator Joe Manchin is de trouwe vriend van steenkool. De Republikeinen hebben het gouverneurschap van Virginia gewonnen, ze hopen de tussentijdse verkiezingen te winnen en voeren campagne tegen hogere brandstofprijzen. Hun overwinning zou veel veranderen! In China hangt de stabiliteit van de bureaucratie af van de vooruitgang van de gemiddelde levensstandaard enerzijds en van nationalistische grootspraak anderzijds. De heropleving van steenkool verhindert de stijging van de olieprijzen niet. Er zijn veel redenen voor Peking om zich naar binnen te blijven keren en zijn plannen om Taiwan terug te veroveren te versnellen. Dit is allemaal erg onstabiel.
Hoe je het probleem ook bekijkt, je stuit op de onmogelijkheid van de kapitalistische energietransitie: je kunt een groei-economie die voor 80% gebaseerd is op fossiele brandstoffen niet nieuw leven inblazen, tegelijkertijd fossiele brandstoffen vervangen door hernieuwbare energiebronnen en de uitstoot op zeer korte termijn drastisch verminderen. Dat is fysiek onmogelijk. Ofwel verminderen we de productie om de overgang te bewerkstelligen, ofwel offeren we de overgang op aan de groei van het BBP. Maar ‘kapitalisme zonder groei is een contradictio in terminis’ (Joseph Schumpeter). Conclusie: de tegenstelling is onoplosbaar, behalve door een revolutionaire systeemverandering. Zolang deze historische mogelijkheid geen concrete mogelijkheid wordt, zal de tegenstrijdigheid bij elke poging om de uitstoot te verminderen steeds groter worden.
Elke kapitalist probeert de lasten af te wentelen op zijn concurrenten en op de arbeiders. Elke kapitalistische klasse gebruikt haar staat om de lasten af te wentelen op rivaliserende staten en op de werkende klassen. En de meest vervuilende staten zijn imperialistische staten die de armste staten overheersen. Bijgevolg zal de ecologische/klimaatcrisis gepaard gaan met ernstige economische, sociale en politieke (en zelfs militaire) omwentelingen in de volgende richting: 1°) verdieping van de sociale spanningen met als gevolg een groeiende legitimiteitscrisis van het regime, politieke instabiliteit en een toenemende neiging tot autoritarisme; 2°) een steeds brutaler neokoloniaal beleid ten aanzien van de volkeren van het Zuiden, vooral de migranten en met name vrouwen; 3°) een scherpere rivaliteit tussen kapitalisten en tussen kapitalistische staten; 4°) vooral toenemende geostrategische spanningen tussen de VS en China. Geloven dat een dergelijke context bevorderlijk zou zijn voor de jaarlijkse tenuitvoerlegging van klimaatovereenkomsten die tegen de uitdaging opgewassen zijn, is geloven in Sinterklaas.
Staatsregulering kan tijd besparen, maar…
Laten we op dit punt blijven hameren: er is geen structurele oplossing zonder een wereldwijde vermindering van productie, consumptie en vervoer, uitgevoerd met inachtneming van sociale rechtvaardigheid. Het is absoluut noodzakelijk om ‘minder te produceren, minder te vervoeren, minder te consumeren en meer te delen’, vooral het delen van de rijkdom en de noodzakelijke arbeidstijd.(6)Daniel Tanuro, Trop tard pour être pessimistes. Ecosocialisme ou effondrement, Textuel, Parijs, 2020. Een kapitalistisch beleid van regulering, met een grotere rol voor de staat, is dus geen alternatief voor de crisis. Het zou wel de moeilijkheid kunnen verlichten, maar hier is een tweede tegenstrijdigheid: het kapitaal wil zo’n beleid niet.
Het Protocol van Montreal ter bescherming van de ozonlaag is een voorbeeld van doeltreffende regelgeving. De overeenkomst, die in 1987 werd ondertekend en twee jaar later ten uitvoer werd gelegd, voorzag in de stopzetting van de productie en het gebruik van CFK’s (chloorfluorkoolwaterstoffen), stelde een tijdschema vast en richtte een wereldfonds op (gefinancierd door de rijke landen) om het Zuiden te helpen. Twintig jaar later was de uitstoot met ongeveer 80% gedaald en de Wereld Meteorologische Organisatie constateerde dat de stratosferische ozonlaag zich serieus begon te herstellen.
Dit precedent zou een inspiratiebron kunnen zijn voor benaderingen op klimaatgebied. Temeer daar er als het ware een precedent binnen een precedent bestaat: in 1996 hebben de partijen bij het Ozonprotocol in Kigali besloten om daarnaast ook HFK’s (fluorkoolwaterstoffen) uit te bannen. Na Montreal zijn deze HFK’s in de plaats gekomen van CFK’s. Ze vernietigen de ozonlaag niet, maar hebben, evenals CFK’s, een meer dan duizendmaal groter stralingsvermogen (7)Het stralingsvermogen van een gas is zijn vermogen om de door de aarde uitgezonden infrarode straling te absorberen en uit te stralen en aldus bij te dragen tot het broeikaseffect dat de planeet geschikt maakt voor leven. dan CO2. Een toename van de emissie van HFK’s dreigde het klimaatvoordeel teniet te doen dat een indirect voordeel was van het Protocol over de ozonlaag. Door te besluiten een einde te maken aan HFK’s maakten de regeringen het herstel van de ozonlaag verenigbaar met de strijd tegen klimaatverandering. Het effect op de opwarming van de aarde is niet enorm: tegen 2050 zal Kigali de uitstoot van broeikasgassen met 90 Gt CO2-equivalent hebben verminderd in vergelijking met de prognoses, het equivalent van de uitstoot van twee jaar. Maar twee jaar is belangrijk wanneer elk jaar dat verstrijkt de kans op omslaan van catastrofe naar cataclysme toeneemt.(8)Daniel Tanuro, ‘L’accord de Kigali sur le climat: de l’arbre des HFC à la forêt du CO2‘, POLITIQUE, revue de débats.
Dezelfde methode zou de methaanuitstoot snel verminderen. Het broeikaseffect van dit gas is veel krachtiger dan dat van CO2 (9)Op korte termijn is het stralingsvermogen van methaan 80 maal dat van CO2. Maar methaan wordt snel uit de atmosfeer verwijderd (door een chemische reactie met zuurstof). Over een periode van honderd jaar wordt de stralingskracht ervan op 30 maal die van CO2 geraamd. en we stoten er steeds meer van uit. Het terugdringen van de uitstoot van ecosystemen, landbouw (met name rijstvelden) en veeteelt kan niet met één pennenstreek worden gedaan. Maar het elimineren van lekkage uit het gasnet, oliebronnen en kolenmijnen is relatief eenvoudig, vereist geen structurele veranderingen in het productiesysteem en kan de opwarming met 0,5°C verminderen in vergelijking met de prognoses. Er zijn geen technologische doorbraken nodig, alleen moeten bedrijven worden gedwongen de nodige investeringen te doen. Maar daar ligt nu juist het probleem: kapitalisten kunnen niet worden gedwongen, ze kunnen alleen worden aangemoedigd door marktmechanismen. Dit is het neoliberale dogma, verankerd in het Akkoord van Parijs. We zullen zien dat Glasgow meer dan ooit elke afwijking daarvan uitsluit.
Methaan en ontbossing: op zoek naar verloren tijd?
Er is in de media veel aandacht geweest voor de ‘methaandeal’. Op de COP beloofden meer dan 100 landen hun emissies tegen 2030 met 30% te verminderen. In dat geval zou de opwarming in 2050 0,2°C lager zijn dan voorspeld (minder dan de helft van het potentieel). Maar dit is slechts een intentieverklaring. Er zijn geen quota per land, geen financiering voor de landen van het Zuiden, geen sancties voor niet-naleving… De VS, de EU en Canada lijken inderdaad bereid om op te treden, en het is gemakkelijk te zien waarom: afgezien van Trump beginnen de kapitalistische leiders in paniek te raken. Het beperken van methaan is een vrij eenvoudige maatregel. Maar er is nog een lange weg te gaan: China en Rusland hebben de tekst van Glasgow niet ondertekend. Het is ook gemakkelijk te begrijpen waarom: het zijn twee grote uitstoters. Hun afwezigheid zal voor de kapitalisten in andere landen uiteraard een voorwendsel zijn om zich te verzetten. Het is dan ook twijfelachtig of hun iets zal worden opgelegd. In plaats daarvan zal gebruik worden gemaakt van stimulansen en belastingen, in de hoop dat de investeringskosten lager zullen uitvallen dan de prijs van het bespaarde gas. De werkende klasse zal de rekening betalen.
Ontbossing stelt ons voor een soortgelijk dilemma. Het zou een andere manier zijn om een deel van de sinds de top van Rio (1992) verloren tijd terug te winnen, zonder de structuur van het productieapparaat aan te tasten. In Glasgow hebben 131 landen beloofd 12 miljard dollar te investeren in een Global Forest Finance Pledge (GFFP). Het doel is om ‘het verlies aan bossen een halt toe te roepen en om te buigen‘ tegen 2030. Deze belofte lijkt sterk op de belofte die in 2014 in New York is gedaan: een einde aan de ontbossing tegen 2030 en een vermindering met 50% tegen 2020. In 2015-2017 is de ontbossing met 41% toegenomen! Sommige mensen zijn blij omdat het GFFP is ondertekend door Brazilië en Rusland, zodat het om meer dan 90% van de bossen op aarde gaat. Maar dat is geen garantie voor doeltreffendheid. Evenmin is het een waarborg voor gerechtigheid voor inheemse volkeren (wier rechten en verdiensten het GFFP nadrukkelijk erkent – maar alleen in woorden).
Wat de doeltreffendheid betreft, is het belangrijk te beseffen dat de uitdrukking ‘het verlies aan bossen een halt toeroepen en omkeren’ niet zo eenduidig is als het klinkt. Voor sommigen is het verwijderen van een bos GEEN ‘bosverlies’… als het land vervolgens niet wordt gebruikt voor andere economische sectoren. Vreemde dialectiek: je kunt een bos kappen zonder ‘bosverlies’ als het dient voor de productie van ‘koolstofkredieten’, pellets, houtskool of palmolie in industriële monocultuur. Dat is de interpretatie van Indonesië. Het is de thuisbasis van een van de drie grote regenwoudgebieden. Die worden geleidelijk met de grond gelijkgemaakt om palmbomen te planten. Er was een moratorium, maar twee maanden voor de COP weigerde Jakarta dit te verlengen. De Indonesische vertegenwoordiger in Glasgow ondertekende de ‘stop bosverlies’ verklaring en zei toen: Indonesië dwingen om tegen 2030 de ontbossing tot nul terug te brengen is duidelijk ongepast en oneerlijk’ omdat ‘ontwikkeling niet mag worden tegengehouden in naam van koolstofemissies of ontbossing’. Wat de inheemse volkeren betreft, spreekt het geval Brazilië voor zich: is het echt nodig uit te leggen waarom de ondertekening van het GFFP door de fascist Bolsonaro, die de oorlog heeft verklaard aan het Amazonewoud en de volkeren die er wonen, geen enkele geloofwaardigheid heeft?(10)‘Will the COP26 global deforestation pledge really save forests?’ (Zal de wereldwijde ontbossingsbelofte van COP26 echt bossen redden?), Kieran Mulvaney, National Geographic, 5/11/2021.
Achter de loze beloften, de soevereine macht van de Marktgod
De COP-hemel stond bol van dergelijke akkoorden: over het afstappen van steenkool, over elektrische auto’s, over het stoppen van grensoverschrijdende investeringen in fossiele brandstoffen, of over het stoppen van investeringen in fossiele brandstoffen in eigen land. Sommige landen hebben zelfs trots aangekondigd dat ze van plan zijn hun defensie groener te maken om ‘hun ecologische voetafdruk te verkleinen, met name op energiegebied’. Het is jammer dat spot soms niet doodt – in tegenstelling tot legers.
Al deze ‘overeenkomsten’ zijn loze beloften. Ze zijn niet bindend, zonder concrete maatregelen, zonder toezeggingen per land, zonder sancties op niet-naleving. Wat is het nut? Een deel van het antwoord is dat regeringen gebruik maken van de schijnwerpers op de COP om zichzelf een groen imago te geven en hun publieke opinie te behagen zonder de belangen van de kapitalisten te schaden… (11)Voorbeeld: Frankrijk is er trots op zich aan te sluiten bij de Beyond Gas and Petrol (BOGA) coalitie. Samen met elf andere landen (zeer weinig producenten) belooft het te stoppen met de winning van olie of gas… op zijn grondgebied. Het land blijft buiten de coalitie van root-Brittannië en andere landen, die beloven buiten hun grenzen geen overheidsgeld meer te steken in installaties voor fossiele brandstoffen zonder reductie. De afwezigheid van Frankrijk in deze laatste coalitie, en van Groot-Brittannië in de eerste, wordt duidelijk door de banden tussen Parijs en Total enerzijds, en de Londense fossiele belangen in de Noordzee anderzijds. Maar dit wijst op een verklaring: loze beloften passen in de neoliberale ideologie, die uiteindelijk maar één beslisser kent: de Markt, dat wil zeggen winst, dat wil zeggen een minderheid van aandeelhouders.
Steenkool en andere fossielen: een heel duidelijke boodschap
De wederwaardigheden bij de totstandkoming van het akkoord van Glasgow over steenkool en andere fossiele brandstoffen zijn heel verhelderend. In de eerste versie staat (geïnspireerd door het IEA-rapport!): de COP ‘roept de partijen op om de geleidelijke stopzetting van het gebruik van steenkool en de stopzetting van subsidies voor fossiele brandstoffen te versnellen’. De tweede versie: de COP ‘roept de partijen op om de ontwikkeling, ontplooiing en verspreiding van technologieën en de goedkeuring van beleidsmaatregelen voor de overgang naar koolstofarme energiesystemen te versnellen, onder meer door het aandeel van schone elektriciteitsopwekking te vergroten en de geleidelijke stopzetting van ongebreidelde kolengestookte elektriciteitsopwekking en de geleidelijke afschaffing van inefficiënte subsidies voor fossiele brandstoffen te versnellen’ (mijn vertaling, DT) Er wordt nog steeds gesproken over het ‘afstappen’ van steenkool en het ‘afstappen’ van subsidies voor fossiele brandstoffen. In de derde versie: naar aanleiding van een interventie van de Indiase delegatie, halverwege de bekrachtigingsvergadering, wordt ‘het versnellen van de exit’ vervangen door ‘het versnellen van de inspanningen om de reductie te verwezenlijken’.
De rol van de regering Modi moet aan de kaak worden gesteld. Maar het is duidelijk dat India niet alleen voor de hele steenkoolplaneet heeft gehandeld, maar ook voor de hele fossiele planeet (12)Zie het onderzoek van Global Witness naar de honderden lobbyisten van fossiele brandstoffen op COP. Lees ook ‘In Glasgow, COP26 Negotiators Do Little to Cut Emissions, but Allow Oil and Gas Executives to Rest Easy‘, Climate News, 12/11/2021: ‘Vertegenwoordigers van Royal Dutch Shell en Chevron namen deel onder de vlag van nationale delegaties of industriegroepen. Saoedi-Arabië en andere oliestaten brachten afgevaardigden van hun oliemaatschappijen mee. De Canadese delegatie bestond onder meer uit een vertegenwoordiger van Suncor, een van de grootste oliezand ontginners van het land.’, en met de steun van alle kapitalistische lobbyisten. Die waren in groten getale aanwezig op de COP om ervoor te zorgen, zoals een Finse topbaas het uitdrukte, dat de conferentie ‘zich concentreerde op groene groei in plaats van op regelgeving, beperking en belastingheffing’.(13)Financial Times, 11/11/2021
Technisch gezien is de draagwijdte van het artikel over fossiele brandstoffen niet erg precies. ‘Emissiereductie’ is een vaag begrip. Volgens de OESO verwijst ‘reductie’ naar een toegepaste technologie of een genomen maatregel om vervuiling en/of de gevolgen daarvan voor het milieu te verminderen. Volgens de G7 wordt met ‘onverminderde opwekking van elektriciteit uit steenkool’ het gebruik van steenkool bedoeld dat niet wordt afgezwakt (sic) door technologieën die de CO2-uitstoot verminderen, zoals koolstof-afvang en -opslag. Deze definities zouden voor kapitalisten ruimere mogelijkheden kunnen openen dan de zeer dure geologische afvang en opslag van CO2 (CCS). Enerzijds afvang met gebruik (CCU), waarbij CO2 uit installaties voor fossiele brandstoffen wordt gebruikt in andere industrieën om goederen te maken, waaruit het gas uiteindelijk zal ontsnappen… soms heel snel (bijvoorbeeld bruisende dranken). Anderzijds, als regeringen het absorberen van CO2 door bossen als emissiereducties beschouwen (we zullen later zien dat de VS en de EU precies deze fout maken!), dan zou de reductie gewoon kunnen bestaan uit… het planten van bomen.
Politiek gezien is de boodschap echter duidelijk. In wezen zeggen de energiemagnaten tegen regeringen en mensen: 1°) Stop met dromen over het afstappen van fossiele brandstoffen, wat telt is de ontwikkeling van ‘groene’ technologieën; 2°) Bemoei je niet met het stopzetten van het exploiteren van onze steenkoolmijnen en het openen van nieuwe, we tonen al onze goede wil door systemen te aanvaarden die de impact van CO2 te verminderen; 3°) Bemoei je niet met het opleggen van een minimum percentage van de uitstoot dat ‘verminderd’ moet worden, of met de ene bestrijdingsmethode boven de andere; 5°) Als men echt wil snoeien in de subsidies voor fossiele brandstoffen, snoei dan in de ‘inefficiënte’ subsidies, die niet bijdragen aan de schepping van meerwaarde.(14)De overheidssubsidie voor stookolie die in België bestaat, bijvoorbeeld, is nogal ‘inefficiënt’… Dat is de boodschap die ‘onze’ regeringen in Glasgow hebben geratificeerd, zonder zelfs maar te zijn geraadpleegd over de uiteindelijke inhoud ervan. Het is een echte fossiele machtsgreep.
Spoedig naar ‘koolstofneutraliteit tegen 2050’
De soevereine macht van de markt – dat wil zeggen winst, dat wil zeggen aandeelhouders – komt niet alleen tot uiting in de ‘overeenkomsten’, maar ook in de haast van regeringen om ‘koolstofneutraliteit tegen 2050’ (ook bekend als ‘netto nuluitstoot’) te bereiken. De Europese Unie, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika, Brazilië, Rusland, Japan, Saoedi-Arabië en anderen hebben allemaal hun eigen ‘strategie’ bedacht. Hoe dichter Glasgow nabijkwam, hoe meer beloften er werden gedaan over ‘netto koolstofvrij in 2050’… en hoe meer deze beloften in feite neerkwamen op het vervangen van emissiereducties op korte termijn door hypothetische koolstofverwijderingen op lange termijn. Terwijl ze luidkeels riepen dat ze streefden naar ‘koolstofneutraliteit’ tegen 2050 (15)2060 voor China, 2070 voor India. overhandigden sommige regeringen een ongewijzigde of zelfs lagere NDC dan in 2015!(16)Carbon Action Tracker, op. cit.
Climate Action Tracker (CAT) heeft de zaken duidelijk gemaakt door een onderscheid te maken tussen klimaatbeleid dat daadwerkelijk wordt uitgevoerd, de verbeterde NDC’s, de beloften die tijdens de COP werden gedaan en strategieën voor ‘koolstofneutraliteit in 2050’.(17)Climate Action Tracker, ‘Glasgow’s 2030 credibility gap: net zero’s lip service to climate action. Golf van doelstellingen voor nul-emissie niet geëvenaard door actie in het veld‘. Aan het begin van dit artikel werd het al gezegd: op basis van het gevoerde beleid zal de gemiddelde temperatuurstijging tegen 2100 2,7°C bedragen (marge: +2 tot +3,6°C). Het beeld wordt er niet beter op met de toevoeging van ‘netto nul’-overeenkomsten en -strategieën, integendeel. In het algemeen ‘heeft geen enkel land een voldoende korte termijnbeleid uitgewerkt om zichzelf op het traject naar netto nul te zetten’.
Deze algemene conclusie kan als volgt worden samengevat:
– met de streefcijfers voor 2030, ervan uitgaande dat deze worden gehaald, bedraagt de prognose +2,4 (marge: +1,9 tot +3°C);
– met de doelstellingen voor 2030 en de tijdens de COP gedane beloften, in de veronderstelling dat de doelstellingen worden gehaald, bedraagt de prognose +2,1 (marge: +1,7 tot +2,6°C);
– met de bijkomende belofte van ‘koolstofneutraliteit’ in 2050 (‘Optimistisch scenario’, volgens het rapport…), is de prognose +1,8 (marge +1,5 tot +2,4°C). Dit scenario is niet verenigbaar met de Overeenkomst van Parijs’, aangezien het ‘een opwarming van +2,4°C niet uitsluit’.
Climate Action Tracker heeft de ‘2050-neutrale’ strategieën nader bekeken.(18)Climate Action Tracker, ‘Net zero target evaluations‘. De onderzoekers kozen tien parameters en hanteerden een kleurencode (van goed naar slecht: groen, oranje, rood). De conclusies: de strategieën van Chili, Costa Rica, de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk zijn ‘aanvaardbaar’; die van Duitsland, Canada, de Verenigde Staten en Zuid-Korea zijn ‘gemiddeld’; die van Japan, China, Australië en Nieuw-Zeeland zijn ‘slecht’; alle andere zijn ‘onvolledig’ (waaronder Brazilië, Zuid-Afrika, Rusland, Saudi-Arabië, enzovoort). Het is duidelijk dat de meeste regeringen op de trein van de ‘koolstofneutraliteit’ zijn gesprongen om zichzelf groen te schilderen en in Glasgow onopgemerkt te blijven.
De beoordeling van de strategieën van ‘ontwikkelde’ landen en van China is de moeite van het bekijken waard. De EU staat op twee punten in het rood: toezegging van billijkheid zonder duidelijkheid en geen onderscheid tussen uitstootverwijdering en -reductie. Duitsland zit twee keer in het oranje en drie keer in het rood: zijn ‘netto nul’ omvat niet de emissies van de internationale lucht- en scheepvaart en sluit ‘koolstofcompensatie’ buiten de nationale grenzen niet uit. Dezelfde rode cijfers voor de Verenigde Staten, die absorptie en vermindering eveneens door elkaar halen en wier engagement voor gelijkheid onduidelijk is (Wat had je dan verwacht?). China staat voor zes parameters in het rood en voor drie andere in het oranje.
Deze analyse bevestigt volledig de aanklachten van ecosocialisten en andere activisten: als ze niet onbestaand of volledig hol zijn, zijn de ‘koolstofvrije 2050’-strategieën onvolledig en, in het beste geval, sterk partijdig. Al dit gepraat over ‘netto nul koolstof’ heeft alleen maar gediend om het grootste deel van de 19 tot 23 Gt CO2-equivalent waarvan de eliminatie in de komende acht jaar zal bepalen of het al dan niet mogelijk is om een opwarming van meer dan 1,5°C te vermijden, uit te stellen. Het is duidelijk dat dit een zwendel is en de oorzaak van deze zwendel is glashelder: laten we alle beperkingen, alle regelgeving vermijden.
Laten we niets beslissen, laten we de markt oprichten die zal beslissen
In het vijfde evaluatieverslag van het IPCC wordt uitdrukkelijk gesteld: ‘de klimaatmodellen gaan uit van volledig functionerende markten en concurrerend marktgedrag’ (19)AR5, WG3, hoofdstuk 6, blz. 422 Deze veronderstelling gaat op haar beurt uit van de totstandbrenging van een markt met marktinstrumenten. Parijs had in artikel 6 het beginsel van een ‘nieuw marktmechanisme’ aangenomen om de wereldwijde mechanismen van het Protocol van Kyoto over te nemen. Door een reeks interkapitalistische conflicten kon dit beginsel niet worden gerealiseerd tijdens de COP25 (Madrid), die op dit punt mislukte. Maar alleluja, Glasgow heeft een overeenkomst bereikt. Alle partijen (staten, regio’s, bedrijven) zullen vervuilingsrechten kunnen verhandelen. Deze kunnen overal op de planeet worden gegenereerd door middel van ‘schone’ investeringen, boomaanplantingen, behoud van bestaande bossen, afvang en vastlegging van CO2 (CCS) en afvang en gebruik van CO2 (CCU).
Een van de conflicten die moeten worden opgelost is hoe dubbeltelling van emissierechten (door de verkoper en de koper) kan worden voorkomen. Zullen de in het kader van Kyoto gegenereerde rechten in het nieuwe systeem kunnen worden omgezet (de meeste van deze rechten komen niet overeen met reële emissiereducties)? Zal de handel in emissierechten worden belast om landen in het Zuiden te helpen het hoofd te bieden aan het ‘verlies en de schade’ die ze ondervinden als gevolg van de opwarming van de aarde?(20)Financial Times, 11/11/2021.Er is niet genoeg ruimte om dit allemaal in detail te onderzoeken. In het algemeen ‘creëren de mechanismen van artikel 6 zoveel grote mazen dat ze elke resterende kans om de wereld op het traject van 1,5°C te brengen, zouden kunnen wegnemen’.(21)Persbericht van CLARA (Climate Land Ambition and Rights Alliance). De door de COP genomen besluiten zijn wellicht niet voldoende om dubbeltelling te voorkomen. Het compromis dat is bereikt over de oude rechten – de rechten die in 2013 en daarna worden gegenereerd, zullen kunnen worden omgezet – is een overwinning voor de handelaren in gebakken lucht (de valse verminderingen). Vooral in Bolsonaro’s Brazilië, waar er veel van zijn.
Een volgende stap zal zijn een lijst op te stellen van schone, belastingplichtige beleggingen. De EU-lijst (’taxonomie’, in het jargon) zal tegen het einde van het jaar worden vastgesteld. Er staat veel op het spel: de ’taxonomie’ zal het pad effenen voor groene financiering. De vraag blijft: zal kernenergie worden opgenomen? Het definiëren als ‘duurzame energie’ zou absolute onzin zijn. Het enige duurzame aan deze technologie is het afval waar niemand raad mee weet. Het zal het milieu voor tienduizenden jaren of langer vervuilen. Maar… de markt is fantastisch. China, bijvoorbeeld, is van plan 150 reactoren te bouwen. Vanuit een kapitalistisch standpunt, dat alles op zijn kop zet (zoals Marx zei), zou het absolute onzin zijn om deze kans te missen… een bron van ‘duurzame’ winsten. Onder leiding van Frankrijk voeren tien landen campagne om kernenergie in de taxonomie op te nemen. Vijf andere landen zijn tegen, waaronder Duitsland. Wie zal er winnen? Spanning tot de beslissing…
Klimaatfinanciering: armen, probeer aantrekkelijk te zijn voor investeerders!
Het toppunt van deze misdadige logica wordt bereikt als het gaat om ‘klimaatfinanciering’. Die heeft twee componenten: publieke stromen en particuliere stromen. De eerste component is op zijn beurt weer onderverdeeld in twee subcomponenten: het Groene Fonds en compensatie voor ‘verlies en schade’. Op de COP was het hele pakket het onderwerp van een plenaire dag: Welkom op de Dag van de Financiën!
Over het Groenfonds zei de minister van Financiën van het Verenigd Koninkrijk, Rishi Sunak, in wezen het volgende: OK, het Noorden is zijn belofte niet nagekomen. Sorry daarvoor. Maar we zitten op 80 miljard, vanaf 2023 komen we op honderd, dan overschrijden we het doel en dat zal het tekort van de vorige jaren goedmaken. Deze heer heeft niet gezegd dat er slechts 20 miljard aan subsidies in het Groene Fonds zit. De rest zijn leningen. De overeenkomst belooft de financiering voor aanpassing aan de opwarming van de aarde vanaf 2025 te verdubbelen, maar zonder garanties. Een VN-commissie zal volgend jaar verslag uitbrengen over de vooruitgang die is geboekt bij de verwezenlijking van de doelstelling van 100 miljard dollar per jaar. Het belangrijkste punt is dat het Zuiden wordt bedreigd met een nieuwe spiraal van schulden.
De kwestie van verlies en schade is nog veel explosiever. Neem Somalië, bijvoorbeeld. Het heeft bijgedragen aan 0,00026% van de historische klimaatverandering… maar heeft nu te maken met herhaalde droogteperiodes, die duidelijk zijn toe te schrijven aan de opwarming. In 2020 hadden 2,9 miljoen mensen ernstige voedselonzekerheid. De internationale hulp is zeer ontoereikend. Kenia, Ethiopië, Soedan en Oeganda maken hetzelfde drama mee. Wie gaat er betalen? En wie gaat er betalen voor toekomstige rampen? De NGO Christian Aid schat dat bij ongewijzigd beleid de klimaatverandering het BBP van de armste landen tegen 2050 met -19,6% en tegen 2100 met gemiddeld -63,9% per jaar zal doen dalen. De rekening voor verlies en schade zal snel oplopen tot enkele biljoenen. Het beginsel van financiering door de rijke landen is vastgelegd in het Raamverdrag van de Verenigde Naties over klimaatverandering, maar de imperialistische regeringen weigeren zich daaraan te houden.
De wonderoplossing zou moeten komen van particuliere financiering. Mark Carney, ex-Goldman Sachs, ex-Bank of England directeur, voorzitter van de G20 Finance Stability Board, is door de VN aangesteld als ‘speciale gezant’ voor klimaatfinanciering. Vlak voor de COP bracht hij verschillende onderdelen van ‘groene financiering’ samen in de Glasgow Finance Alliance for Net Zero (GFanz). GFanz wordt geleid door 19 CEO’s van grote financiële ondernemingen, waaronder Brian Moynihan van Bank of America, Larry Fink van BlackRock, Jane Fraser van Citigroup, Noel Quinn van HSBC, Ana Botín van Santander en Amanda Blanc van Aviva [UBS en Credit Suisse nemen deel aan GFanz]. Het doel ervan is ‘een forum voor financiële ondernemingen te bieden dat door mensen uit de praktijk wordt geleid om samen te werken aan inhoudelijke en horizontale kwesties die de afstemming van de financiering op netto-nul zullen versnellen en de inspanningen van alle ondernemingen, organisaties en landen om de doelstellingen van het Akkoord van Parijs te halen, zullen ondersteunen.’
Op het COP was GFanz de grote ster op de ‘Dag van de Financiën’. Het consortium is 130 biljoen dollar waard. De minister van Financiën probeerde iedereen te overbluffen door de loftrompet te steken over deze ‘historische muur van kapitaal’, die klaar stond om de planeet en haar klimaat te komen redden. Vertaling: bereid om ‘schone’ investeringen te financieren, schone steenkool, groene waterstof, boomplantages, behoud van bestaande bossen, CO2-afvang en -vastlegging (CCS), CO2-afvang en -gebruik (CCU). Wat je maar wilt, zolang het maar opbrengt. Want de voorwaarden zijn duidelijk genoeg: ‘Daarvoor hebben investeerders evenveel duidelijkheid nodig als bij de traditionele financiële maatstaven van winst en verlies.’ Arme mensen moeten proberen aantrekkelijk te zijn voor investeerders…
De NGO Reclaim Finance heeft het groene masker van deze financiers afgerukt. In het kort: in de benchmark van GFanz (de Race to Zero-criteria van de VN) worden fossiele brandstoffen niet genoemd; de leden van de Alliantie zijn niet verplicht hun indirecte emissies te verminderen (de zogenaamde ‘Scope3’-emissies, die ongeveer 88% van de emissies in de fossiele sector uitmaken); er is geen absolute reductieverplichting, een koolstofintensiteitsmeting volstaat; geen van de GFanz-partners verbiedt of beperkt het gebruik van compensatie; medio oktober 2021 hadden 34 van de 58 leden van de Asset Owner Alliance (een van de GFanz-onderdelen) geen beperkingen op beleggingen in fossiele brandstoffen …
Enkele maanden voor COP21 opende François Hollande de klimaattop voor bedrijven in Parijs met de volgende verklaring: ‘Ondernemingen zijn van essentieel belang omdat zij degenen zijn die, via de verbintenissen die zullen worden aangegaan, de veranderingen zullen vertalen die nodig zullen zijn: energie-efficiëntie, de opkomst van hernieuwbare energiebronnen, de mogelijkheid om zich te verplaatsen met een mobiliteit die geen energie [sic!] verbruikt, de opslag van energie, de manier van bouwen van woningen, de organisatie van steden en ook de deelname aan de overgang, aan de aanpassing van landen die in ontwikkeling zijn.’
Men kan hier slechts de interpretatie overnemen van deze uitspraak in mijn boek Too Late to be Pessimistic: ‘Geliefde kapitalisten, wij, politici, bieden u de planeet aan, de steden en de bossen, de bodem en de oceanen, we bieden u zelfs de markt aan voor de aanpassing van de landen van het Zuiden aan de catastrofe die u hen opdringt; alles is van u, neem het: dat is de boodschap.'(22)Op. cit.
Vanuit het oogpunt van het kapitaal is het verkeerd te zeggen dat COP26 blablabla is. Het is eerder een monsterlijke apotheose van het neoliberalisme. Deze Top heeft een belangrijke stap voorwaarts gezet op de weg naar de totale vermarkting van de aarde, haar ecosystemen en haar bewoners. Ten gunste van de financiën en ten koste van de bevolking.
Bij wijze van conclusie
De politieke leiders erkennen allen (of bijna allen) dat de urgentie maximaal is, het risico onmetelijk en dat er geen moment te verliezen is. En toch, van de ene COP naar de andere, ondanks de verlichting van ‘de beste wetenschap’, wordt de tijd om te reageren verspild en wordt de mars naar de afgrond versneld. Deze afwijkende, hallucinerende en beangstigende werkelijkheid komt niet voort uit de imbeciliteit van deze of gene ambtenaar, noch uit de samenzwering van occulte krachten: ze komt voort uit de fundamentele wetten van het kapitalisme en deze wetten corrumperen ook de ‘beste Wetenschap’. Deze productiewijze, die gebaseerd is op winstbejag, dwingt miljoenen kapitalisten om op straffe van economische dood op elk moment miljoenen investeringsbeslissingen te nemen die erop gericht zijn de productiviteit van de arbeid door machines te verhogen. De daaruit voortvloeiende daling van de winstvoet wordt gecompenseerd door een toename van de massa geproduceerde goederen, een toename van de exploitatie van arbeidskracht en een toename van de exploitatie van andere natuurlijke hulpbronnen. Dit systeem functioneert als een automaat zonder enige controle. Het draagt, net zoals de wolk de storm, niet alleen oorlog met zich mee – zoals Jaurès zei – maar ook het potentieel voor onbeperkte ontwikkeling, onbeperkte groei van ongelijkheid en onbeperkte verergering van ecologische vernietiging.
Het moet met klem worden herhaald: er bestaat een onoverkomelijke tegenstelling tussen de verlenging van dit systeem en de bescherming van de planeet als een leefbaar milieu voor het leven en de mensheid. Daarom moeten we, zoals Lenin deed toen in 1914 de oorlog uitbrak, allereerst, ongeacht de krachtsverhoudingen, een duidelijke diagnose durven stellen: de situatie is ‘objectief revolutionair’. Met de COP van Glasgow begint een korte cyclus van steeds dringender waarschuwingen: ofwel zal een samengaan van sociale mobilisaties het mogelijk maken een begin te maken met het overbruggen van de enorme kloof tussen deze objectieve situatie en het niveau van bewustzijn en organisatie van de uitgebuitenen en onderdrukten (de ‘subjectieve factor’), ofwel zal de automaat ons steeds dieper drijven in een barbarij van ongekende proporties.
Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.
Voetnoten
↑1 | Belofte gedaan tijdens de COP in Cancún (2010). |
---|---|
↑2 | IEA, ‘Net Zero in 2050. A Roadmap for the Energy Sector‘. |
↑3 | Gigaton broeikasgassen berekend alsof het allemaal CO2 is. |
↑4 | ‘Glasgow’s 2030 credibility gap‘. |
↑5 | ‘COP26: ‘COP26: oil price soars even as the world turns against fossil fuel’ (olieprijs stijgt zelfs als de wereld zich tegen fossiele brandstof keert)’, Financial Times, 4/11/2021. |
↑6 | Daniel Tanuro, Trop tard pour être pessimistes. Ecosocialisme ou effondrement, Textuel, Parijs, 2020. |
↑7 | Het stralingsvermogen van een gas is zijn vermogen om de door de aarde uitgezonden infrarode straling te absorberen en uit te stralen en aldus bij te dragen tot het broeikaseffect dat de planeet geschikt maakt voor leven. |
↑8 | Daniel Tanuro, ‘L’accord de Kigali sur le climat: de l’arbre des HFC à la forêt du CO2‘, POLITIQUE, revue de débats. |
↑9 | Op korte termijn is het stralingsvermogen van methaan 80 maal dat van CO2. Maar methaan wordt snel uit de atmosfeer verwijderd (door een chemische reactie met zuurstof). Over een periode van honderd jaar wordt de stralingskracht ervan op 30 maal die van CO2 geraamd. |
↑10 | ‘Will the COP26 global deforestation pledge really save forests?’ (Zal de wereldwijde ontbossingsbelofte van COP26 echt bossen redden?), Kieran Mulvaney, National Geographic, 5/11/2021. |
↑11 | Voorbeeld: Frankrijk is er trots op zich aan te sluiten bij de Beyond Gas and Petrol (BOGA) coalitie. Samen met elf andere landen (zeer weinig producenten) belooft het te stoppen met de winning van olie of gas… op zijn grondgebied. Het land blijft buiten de coalitie van root-Brittannië en andere landen, die beloven buiten hun grenzen geen overheidsgeld meer te steken in installaties voor fossiele brandstoffen zonder reductie. De afwezigheid van Frankrijk in deze laatste coalitie, en van Groot-Brittannië in de eerste, wordt duidelijk door de banden tussen Parijs en Total enerzijds, en de Londense fossiele belangen in de Noordzee anderzijds. |
↑12 | Zie het onderzoek van Global Witness naar de honderden lobbyisten van fossiele brandstoffen op COP. Lees ook ‘In Glasgow, COP26 Negotiators Do Little to Cut Emissions, but Allow Oil and Gas Executives to Rest Easy‘, Climate News, 12/11/2021: ‘Vertegenwoordigers van Royal Dutch Shell en Chevron namen deel onder de vlag van nationale delegaties of industriegroepen. Saoedi-Arabië en andere oliestaten brachten afgevaardigden van hun oliemaatschappijen mee. De Canadese delegatie bestond onder meer uit een vertegenwoordiger van Suncor, een van de grootste oliezand ontginners van het land.’ |
↑13 | Financial Times, 11/11/2021 |
↑14 | De overheidssubsidie voor stookolie die in België bestaat, bijvoorbeeld, is nogal ‘inefficiënt’… |
↑15 | 2060 voor China, 2070 voor India. |
↑16 | Carbon Action Tracker, op. cit. |
↑17 | Climate Action Tracker, ‘Glasgow’s 2030 credibility gap: net zero’s lip service to climate action. Golf van doelstellingen voor nul-emissie niet geëvenaard door actie in het veld‘. |
↑18 | Climate Action Tracker, ‘Net zero target evaluations‘. |
↑19 | AR5, WG3, hoofdstuk 6, blz. 422 |
↑20 | Financial Times, 11/11/2021. |
↑21 | Persbericht van CLARA (Climate Land Ambition and Rights Alliance). |
↑22 | Op. cit. |