Dit wordt “het gevaarlijkste depot ter wereld” , hoort men al jaren sinds Frankrijk besliste zijn gevaarlijkste kernafval te deponeren in het Franse dorp Bure. Het recente rapport van de Franse “Autorité environnementale” (AE) spreekt dat niet tegen. Volgens plan zal daar op 500 meter diepte zeer gevaarlijke kernafval worden gedumpt. Het gaat om afval dat honderdduizenden jaren radioactief zal blijven.
Zwakke punten
Frankrijk heeft 59 kerncentrales en dus nogal wat kernafval. Dus moest er gezocht worden naar een plaats om dat enkele duizenden generaties lang op te bergen. Het Franse Andra, Agence nationale pour la gestion des déchets radioactifs, liet het oog vallen op de dunbevolkte regio rond Bure, op de grens van de departementen Meuse en Haute-Marne, in het noorden. Daar kwam het Cigéo, Centre industriel de stockage géologique, met een labo voor de uitbouw van het depot op 30 km² met 200 km gangen.
Het AE velt geen oordeel, het merkt alleen talrijke zwakke punten op inzake naleving milieuregels. Algemeen genomen is dat “niet altijd voldoende”. Het AE onderstreept de onzekerheden over gevolgen van het project op het aquatisch milieu. Het AE heeft twijfels rond de chemische samenstelling van de ondergrond. Het vindt dat er nog vragen zijn rond gevaren over aardverschuivingen. Er is niet genoeg onderzoek naar de veiligheid van het ondergrondse labo…
Bovendien is het AE niet tevreden met de beperkte mogelijkheid om het afval uit de eindopslagplaatsen terug te halen. Bij voorbeeld bij mogelijke rampen, of in geval er nieuwe technieken komen op het afval herbruikbaar te maken. Dat zal in Bure slechts een beperkte tijd mogelijk zijn. Volgens de wet moet het kunnen tijdens de eerste honderd jaar. Er zijn nog teveel onzekerheden, aldus het AE.
Ontvolken
De twee betrokken departementen, Meuse en Haute-Marne, krijgen al 20 jaar financiële steun, momenteel 30 miljoen elk per jaar om de regio “leefbaar te houden”. Het AE vindt dat maar niets. Men zou er, gezien de risico’s, beter naar streven de regio te ontvolken, aldus het AE.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.