Federico Fuentes van de website Links (Australië) sprak met Vladyslav Starodubtsev, een activist in Oekraïne van het democratisch socialistische Sotsialnyi Rukh. Het interview had plaats op 27 augustus, enkele dagen voor de start van het Oekraïense offensief in het zuiden.
Het is uiterst moeilijk om nauwkeurige informatie te krijgen over de situatie ter plaatse in Oekraïne. Wat kunt u ons vertellen over de situatie en de oorlog, zes maanden nadat Poetin zijn invasie heeft gelanceerd?
Oekraïne kampt momenteel met een groot aantal ernstige economische gevolgen van de oorlog. Er is een algemene sociale ineenstorting: massale werkloosheid; omhooggeschoten rente; ingestorte huizenmarkt; allerlei andere economische problemen.
Dan is er ook nog de voortdurende aanwezigheid van het Russische leger. Ik zou zeggen dat Oekraïne het op dit front veel beter heeft gedaan dan iedereen had verwacht – ik denk dat zelfs de Oekraïners niet hadden verwacht dat we het zo goed zouden doen in het verzet tegen de invasiemacht. Het feit dat we er na meer dan zes maanden oorlog nog steeds zijn en nog steeds vechten, zegt veel. We hebben geen sterk, professioneel leger met moderne uitrusting. Dat het Oekraïense leger in staat is geweest tegenaanvallen uit te voeren op Russische stellingen hadden we niet verwacht. Hieruit blijkt de vastberadenheid van de mensen om de oorlog te winnen.
Voorlopig verloopt de oorlog traag, zonder noemenswaardige vooruitgang aan beide kanten. Hij is meer een stellingenoorlog geworden, met legers die elkaars loopgraven beschieten, zonder serieuze aanvallen uit te voeren. Het is enigszins vergelijkbaar met de gevechten tijdens de Eerste Wereldoorlog, behalve dat er nu drones en modern materieel zijn. We hebben een situatie waarin de ene partij tien artilleriebeschietingen lanceert en dan stopt; dan lanceert de andere partij tien artilleriebeschietingen en stopt; de partij die genoeg munitie heeft voor dat extra spervuur wint uiteindelijk de slag. Dit legt natuurlijk een grote druk op het Oekraïense leger, want dergelijke gevechten zijn zeer kostbaar. Oekraïne heeft een catastrofaal tekort aan granaten in vergelijking met Rusland, dat over veel Sovjetgranaten en meer ontwikkelde raketten beschikt.
Te midden van een dergelijke patstelling gaan er buiten Oekraïne steeds meer stemmen op voor onderhandelingen als middel om het verdere verlies van levens een halt toe te roepen. Degenen die om onderhandelingen vragen, voeren vaak aan dat het de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, de NAVO of een andere buitenlandse mogendheid is die Oekraïne onder druk zet om niet te onderhandelen, omdat die liever zouden zien dat de oorlog voortduurt om Rusland te verzwakken. Hoe reageert u hierop?
Ik zou zeggen dat de situatie in werkelijkheid precies omgekeerd is. De Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk, allemaal zijn ze vanaf het begin bereid geweest om Oekraïne op te offeren. Reeds vóór de oorlog hebben zij duidelijk gemaakt dat zij Oekraïne niet wilden steunen en het als een verloren zaak beschouwden. Het is algemeen bekend dat deze mogendheden in de dagen voor de oorlog met president Volodymyr Zelensky spraken. Mensen met macht, zoals de Franse president Emmanuel Macron of de Duitse kanselier Olaf Scholz vroegen Zelensky om te onderhandelen, om tot een soort overeenkomst te komen waarin Oekraïne iets gaf aan de Russische president Vladimir Poetin. Ze vertelden hem ook dat volgens de Amerikaanse inlichtingendienst Rusland binnen twee dagen in Kiev zou zijn. De beste oplossing voor Zelensky was om het land te verlaten en zich voor te bereiden op een partizanenoorlog zodra de bezetting voltooid zou zijn. Zoals u kunt zien, is dit niet de manier waarop de zaken zijn gelopen.
Dit heeft de westerse mogendheden in een lastig parket gebracht: niet alleen hadden zij dit niet verwacht, maar in eigen land zijn zij ook nog eens onder druk komen te staan van hun eigen bevolking. Die is terecht van mening dat Oekraïne moet worden gesteund. De westerse mogendheden waren de belangrijkste voorstanders van onderhandelingen, niet de Oekraïners. De Oekraïners zijn terecht woedend op de imperialistische mogendheden die ons onder druk hebben gezet om vrede te sluiten met de bezetters. Daarom zeg ik dat de situatie het tegenovergestelde is van wat die stemmen beweren: de imperialistische machten hebben Oekraïne onder druk gezet om zijn volk te verraden.
Dit beleid van appeasement zal enkel bijdragen tot versterking van de bestaande wereldorde, waar het recht van de sterkste heerst in plaats van democratie, en waar de landen met de grootste legers de wereld regeren. Vredesonderhandelingen in Oekraïne zouden andere staten motiveren om soortgelijke agressies uit te voeren, soortgelijke genocidale acties uit te voeren, omdat ze weten dat ze er uiteindelijk iets voor zichzelf uit kunnen onderhandelen.
Wat die stemmen doen is een afschuwelijke, koloniale manier van spreken over de Oekraïners. Die willen niet bezet worden of land aan de vijand afstaan. Na de brute slachtpartijen in Bucha, in Irpin, denkt geen enkele Oekraïner zelfs maar aan de mogelijkheid van onderhandelingen. Zozeer zelfs dat ik zou zeggen dat veel mensen nu niet alleen strijden voor het herstel van de grenzen van 2014, maar voor de vernietiging van het Russische regime. Dat is de algemene stemming. Als mensen iemand horen praten over vredesonderhandelingen, worden ze erg boos.
Wat voor invloed heeft dit alles gehad op de Oekraïense houding tegenover de NAVO?
Dat is interessant, omdat de Oekraïense mensen nu tegelijkertijd echt van de NAVO houden en de NAVO echt haten. Voor de oorlog zei de NAVO tegen Poetin dat Oekraïne nooit zou mogen toetreden. Dit werd nog eens bevestigd door Scholz in een recent interview, waarin hij zei dat hij Poetin precies dit had verteld. Velen beschouwen deze toezegging als een groen licht voor Poetin om binnen te vallen – wat ook zo was. In het zicht van een reële mogelijkheid op oorlog sloot de NAVO gewoon een compromis en probeerde Poetin zoveel mogelijk te sussen. Daarom hebben mensen echt een hekel aan de NAVO. Ze hebben het gevoel dat de NAVO enkel haar eigen belangen nastreeft. Tegelijkertijd begrijpen veel mensen dat als Oekraïne in 2014 lid was geweest van de NAVO, dit allemaal niet zou zijn gebeurd. Dit alles zorgt voor een heel vreemde discussie rond de NAVO: sommige mensen idealiseren de NAVO en tegelijkertijd haten ze de NAVO.
Maar ik denk niet dat de Oekraïense bevolking de NAVO nodig zal hebben als wij deze oorlog winnen en het Russische regime ineenstort. De kwestie van de NAVO is nu niet meer zo belangrijk als voor de oorlog. Toen dreef de wil om de Russische agressie te voorkomen de steun voor de NAVO. Nu de ergste vrees voor een Russische agressie bewaarheid is, is de kwestie van de toetreding tot de NAVO niet meer zo belangrijk.
Wat kunt u ons vertellen over het leven in het door Rusland bezette Oekraïne?
De situatie in de bezette gebieden is er een van bezetting – het is een fascistische bezetting. Dit betekent onderdrukking, massamoorden, gijzeling van de families van politieke activisten, onderdrukking van de LGBTQ-gemeenschap. Het is een terreurstaat waar iedereen die politieke activiteiten ontplooit meedogenloos wordt onderdrukt. Veel vakbonden zijn vernietigd of gedwongen nieuwe arbeidscontracten te accepteren die veel slechter zijn dan de Oekraïense arbeidscontracten, en alle stakingen zijn verboden. Veel gewone mensen zijn gewoon verdwenen: ze zijn van huis weggegaan en nooit meer teruggekeerd. De Russische bezettingsmacht is ook verantwoordelijk voor openlijk plunderen en verkrachten. De omstandigheden zijn dus zeer erbarmelijk.
In de bezette gebieden voeren de Russische autoriteiten een radicaal assimilatiebeleid. Zij hebben het gebruik van de Oekraïense taal praktisch verboden en overal de Russische taal ingevoerd, ook op scholen en bij de overheid. Vanaf 1 september, wanneer het school semester begint, zal de Oekraïense taal op geen enkele school in de bezette gebieden meer worden onderwezen: geen studie Oekraïens, geen Oekraïense literatuur, zelfs niet binnen het vak buitenlandse literatuur. De Russische autoriteiten nodigen mensen zoals leraren en politieke commissarissen uit Rusland uit om in de bezette gebieden posten in het onderwijs en het openbaar bestuur over te nemen. Er is duidelijk een gedwongen assimilatie aan de gang om iedereen Russisch te maken. De omstandigheden zijn dus vreselijk: het is een fascistische bezetting.
Hoe denken jullie van Sotsialnyi Rukh dat de situatie in de Donbas moet worden opgelost? Sommigen vrezen dat een terugtrekking van de Russische troepen de burgers in de Donbas zou kunnen blootstellen aan repressie door de Oekraïense strijdkrachten?
Ten eerste geloof ik niet dat de situatie voor de mensen in de Donbas nog slechter kan worden dan nu. Dat is onmogelijk, want wat zij nu hebben is een autoritaire staat die volledig op onderdrukking berust en waar alle voorwaarden voor een dialoog zijn afgesloten. De bevolking van de Donbas zal bij elk proces van re-integratie beter af zijn dan in de huidige situatie.
Ten tweede geloof ik niet dat er sprake is van een algemeen gevoel van haat jegens de mensen in de Donbas. Natuurlijk moet wie de terreur in de Donbas heeft helpen aanwakkeren en deelgenomen heeft aan de oorlog tegen Oekraïne, voor het gerecht worden gebracht. Maar toch zie ik bij de Oekraïense regering de wil om op bepaalde punten compromissen te sluiten. Ik geloof dus niet dat er een golf van algemene repressie zal komen.
Dat gezegd zijnde zal de re-integratie geen gemakkelijk proces zijn. Acht jaar lang hebben de mensen in de Donbas een heel ander leven geleid. De mensen daar hebben geleefd in een staat waarin politieke discussie en actie volledig verboden waren. De politieke cultuur in Donbas is nu heel anders dan in de rest van Oekraïne. Je hebt ook de mensen die gedwongen werden uit de Donbas te vluchten en hun huizen en leven hebben achtergelaten. Er zijn ook de Oekraïners die in de Donbas zijn gebleven en als mensen van een lagere klasse zijn behandeld, terwijl de Russen bevoorrecht waren. Het zal enige tijd duren voordat de mensen begrijpen hoe ze weer kunnen samenleven na zo’n lange periode met zo sterk verschillend beleefde realiteiten.
Er zullen ook complexe kwesties moeten worden opgelost, zoals de taalkwestie. Het zal niet gemakkelijk zijn om al deze zaken met elkaar te verzoenen en het zal tijd kosten. Maar de regering heeft geen enkele aanwijzing gegeven dat zij van plan is de mensen in Donbas te onderdrukken. En ik denk niet dat er problemen zijn die niet kunnen worden opgelost, vooral niet als de mensen sociale steun krijgen en de bevolking mag deelnemen aan de dialoog.
Ondanks de oorlog is het Oekraïense parlement doorgegaan met het uitvaardigen van wetten, soms progressief (bijvoorbeeld over het Verdrag van Istanbul tegen huiselijk geweld en gelijke huwelijksrechten) en soms reactionair (zoals de onlangs aangenomen antisociale arbeidswetten). Hoe beoordelen jullie van Sotsialnyi Rukh de regering-Zelensky?
Zelfs voor de oorlog was dit een van de populairste regeringen die Oekraïne heeft gehad – wat nog niet veel goeds betekent, het was alleen niet zo verschrikkelijk als de vorige. Zelensky’s partij, Dienaar van het Volk, is de meest progressieve partij in het parlement geworden wat betreft sociale kwesties zoals LGBTQ-rechten, het tegengaan van geweld tegen vrouwen, enzovoort. Maar dit gebeurde veelal met het oog op Europese integratie, en niet omdat de partij zelf progressief is.
Op economisch gebied is de partij van Zelensky echter absoluut neoliberaal. Het zijn marktfundamentalisten. Deze oorlog heeft hen de kans van hun leven gegeven om alle impopulaire wetgeving waar zij ooit van hebben gedroomd erdoor te drukken. De oorlog heeft hen carte blanche gegeven om te doen wat ze willen. Zo hebben zij bijvoorbeeld volledig neoliberale wetgeving aangenomen om de arbeidsverhoudingen te dereguleren, waardoor de macht van collectieve arbeidsovereenkomsten en vakbonden is verzwakt. Door hun marktfundamentalistische visie beschouwen zij vakbonden en elke vorm van economische democratie als schadelijk voor de economische ontwikkeling en vinden zij het nodig vakbonden te vernietigen. Zij zijn deze droom nu aan het verwezenlijken.
Zij hebben ook belastinghervormingen goedgekeurd en dringen aan op een nieuwe ronde van belastinghervormingen, die zij “10-10-10” noemen, waarbij de belastingtarieven worden vastgesteld op 10% voor de inkomstenbelasting, 10% voor de vennootschapsbelasting en 10% voor de belasting op goederen en diensten. Het is onmogelijk om op basis van een dergelijk belastingstelsel iets te financieren, vooral in tijden van oorlog, zodat het eindresultaat zal zijn: geen gezondheidszorg, geen sociale voorzieningen, geen onderwijs, geen openbaar vervoer, geen militaire industrie.
De regering Zelensky heeft ook midden in de oorlog wetten aangenomen gericht op privatisering. Dit druist in tegen wat bijna elke regering in oorlogstijd ooit heeft gedaan, namelijk de economie centraliseren en het volk mobiliseren om te produceren wat nodig is om de oorlog te winnen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er bijvoorbeeld een coalitieregering in Groot-Brittannië met verschillende partijen die samenwerkten om een sociale visie na te streven. Ze lieten zelfs Labour toe in de regering en lieten arbeiders een rol spelen in hun fabrieken. De bourgeoisie begreep in die tijd dat ze in tijden van oorlog compromissen moest sluiten met arbeiders, omdat ze sociale vrede en sociale stabiliteit nodig had. Dit was van cruciaal belang voor de oorlogsinspanning. Dus mobiliseerden arbeiders zich en produceerden zoveel wapens als ze konden. Maar onze regering denkt dat het niet nodig is om wapens te produceren omdat het Westen ons alles zal geven wat we nodig hebben. Dus worden in oorlogstijd fabrieken die militair materieel produceren gesloten, ondergefinancierd of geprivatiseerd, en worden arbeiders ontslagen.
Onze regering saboteert de oorlogsinspanning volledig: zij heeft besloten de economie niet te nationaliseren, maar in plaats daarvan de oorlogseconomie te vernietigen en door te gaan met haar neoliberale, oligarchische pro-business agenda. Zij richten de Oekraïense economie niet op het voorzien in de behoeften van het volk of op de productie van militair materieel. Zij gebruiken de oorlog om hun libertaire en marktfundamentalistische visie op de economie door te drukken. Zij doen hun uiterste best om privileges voor het bedrijfsleven te verankeren en maken daarbij gebruik van het feit dat de vakbonden en de media niets kunnen doen vanwege de oorlog. In dit opzicht saboteren zij de oorlogsinspanningen volledig.
Ik neem aan dat dit ook geldt voor Zelensky’s visie op de wederopbouw van Oekraïne na de oorlog. Of is daar veel weerstand tegen geweest?
Ja, hetzelfde geldt voor de wederopbouw na de oorlog. De regering Zelensky zet in op een zo neoliberaal mogelijke wederopbouw. Zij wil een soort neoliberale economie van het “wilde westen” creëren en zoveel mogelijk van Oekraïne aan het Westen verkopen. Dit is natuurlijk een afschuwelijk scenario.
Helaas is er momenteel geen echte publieke discussie over alternatieve voorstellen voor de wederopbouw. Wij, als Sotsialnyi Rukh, maken ons sterk voor onze visie op een sociaal progressieve wederopbouw. Veel mensen in Oekraïne begrijpen niet wat het verschil is, maar als je het aan hen uitlegt, gaan ze mee in het idee van een sociale wederopbouw. Maar er is nog veel werk aan de winkel, want op dit moment monopoliseert de regering deze discussie. Aangezien de media volledig gericht zijn op de oorlog, is het erg moeilijk om deze discussie zelfs maar op gang te krijgen.
Ironisch genoeg is het op dit moment het Westen dat tegen de Oekraïense regering zegt dat zij te radicaal is met haar economische maatregelen, en dat zij wat meer Keynesiaanse maatregelen moet overwegen met een aantal sociale maatregelen. Ze zeggen: “Zelfs volgens onze normen zijn jullie vreselijk”. Dit is een grote uitdaging, hierover is veel discussie nodig. Wij werken aan deze kwestie omdat zij absoluut cruciaal is. Dat is een van de redenen waarom we druk moeten uitoefenen op de Oekraïense regering met betrekking tot sociale kwesties, zoals met de campagne rond de antisociale arbeidswetten. Als we dat niet doen, zullen we eindigen met een zeer neoliberale wederopbouw, waarbij de aandacht uitsluitend uitgaat naar het welzijn van de meest bevoorrechten.
Hoe beoordelen jullie van Sotsialnyi Rukh het aanbod aan Oekraïne lid van de EU te worden, in het licht van uw opmerkingen over hoe sommige westerse landen het beleid van Zelensky zien? En welk standpunt nemen jullie in over het EU-lidmaatschap?
Het grootste deel van links in Oekraïne is voorstander van Europese integratie. We begrijpen alle problemen die de Europese Unie en haar neoliberale beleid met zich meebrengen. In feite heeft Oekraïne al te lijden gehad onder de negatieve gevolgen van de Associatieovereenkomst met de Europese Unie en de handelsovereenkomsten. Die hebben geleid tot de opheffing van protectionistische maatregelen voor Oekraïense bedrijven en staatsbedrijven en tot de ineenstorting van onze handel. In die zin heeft Oekraïne de slechtste aspecten van de Europese Unie al meegemaakt. Wat we nog niet hebben meegemaakt zijn de goede elementen ervan.
De Europese Unie heeft bijvoorbeeld veel betere arbeidsbescherming en arbeidsrechten dan wat momenteel in Oekraïne bestaat. Zij heeft ook een progressiever sociaal beleid waar de Oekraïners van zouden profiteren. Ik zou dus niet zeggen dat integratie in de Europese Unie noodzakelijkerwijs schadelijk is voor de mogelijkheden van Oekraïne om zich in een progressievere richting te hervormen. De Europese Unie is veel progressiever dan Oekraïne op dit moment: het EU-lidmaatschap zou onze heersende klasse er juist van weerhouden een aantal van haar meest reactionaire beleidsmaatregelen te nemen.
Bovendien zou Oekraïne – als geografisch het grootste land van Europa – door zijn integratie in de Europese Unie in staat zijn deel te nemen aan de politiek van de unie. Momenteel worden alle beslissingen ergens anders genomen, zonder enig overleg met ons. Integratie zal een nieuwe ruimte scheppen voor het bedrijven van politiek en wij, als links, zullen trachten deze ruimte te benutten. Ik denk dat het Oekraïense lidmaatschap ook voor de toekomst van de Europese Unie van groot belang kan zijn, omdat zij haar beleid zal moeten wijzigen om de toetreding van Oekraïne te vergemakkelijken. Dit zal op zijn beurt mogelijkheden scheppen om een ander Europa te bedenken en sociaal progressieve, zelfs socialistische alternatieven te ontwikkelen voor het neoliberale project van de Europese Unie.
We weten dat er negatieve kanten zitten aan het EU-lidmaatschap, zoals het mededingingsrecht. We weten ook dat als Oekraïne deze oorlog wint, we het land opnieuw zullen moeten opbouwen. Maar elke wederopbouw zal onmogelijk zijn als we marktwetten moeten invoeren die staatsinvesteringen in infrastructuur, in productie, in werkzekerheid verbieden. We moeten dus nu beginnen te vechten voor Europese integratie op basis van speciale voorwaarden om Oekraïne in staat te stellen een sociale wederopbouw uit te voeren.
Maar laat hierover geen dubbelzinnigheid bestaan: de Europese Unie wil Oekraïne niet accepteren. Zij hebben voortdurend nieuwe hinderpalen opgeworpen voor de toetreding van Oekraïne, omdat zij absoluut niet meer geld en tijd willen besteden aan de integratie van ons land. Zij hebben de machtsverhoudingen ten opzichte van Oekraïne reeds verankerd, en willen dat dit zo blijft. Alle bevoorrechte klassen van Europa strijden tegen de integratie van Oekraïne. De Europese bureaucratie zal zich verzetten tegen elke integratie van Oekraïne, met of zonder speciale voorwaarden. Zij zullen nieuwe denkbeeldige obstakels blijven verzinnen en nieuwe voorwaarden om Oekraïne buiten de deur te houden. En als Oekraïne wordt opgenomen, zullen zij trachten Oekraïne zo veel mogelijk uit te buiten en zo weinig mogelijk compromissen aanbieden. Dat doen ze nu al, door te zeggen dat je alleen kunt toetreden op deze of gene voorwaarde. Maar we kunnen verwijzen naar het voorbeeld van de Denen die tot de Europese Unie zijn toegetreden met een heleboel speciale voorwaarden. Dergelijke voorwaarden zouden ook aan Oekraïne moeten worden toegekend voor zijn wederopbouw, zodat het land na de oorlog opnieuw een sociale staat kan opbouwen.
Sotsialnyi Rukh werd opgericht om de Oekraïense arbeiders een alternatief te bieden voor de oligarchische politiek. Hoe heeft de oorlog – en de mobilisatie van honderdduizenden Oekraïners om de Russische dreiging het hoofd te bieden – de reeds bestaande Oekraïense politieke routine beïnvloed? Welke kansen, als die er al zijn, biedt dit voor de sociale beweging?
De oorlog heeft de Oekraïense politiek ingrijpend veranderd. Er is een citaat van Franz Fanon over hoe situaties van oorlog en revolutie mensen het gevoel geven dat ze zichzelf kunnen besturen, omdat ze zich in een situatie bevinden waarin ze zich collectief moeten organiseren om tegen hun onderdrukker te vechten. Dit is wat we zien in Oekraïne: mensen organiseren zich als vrijwilligers in het leger, in de fabrieken, overal, en dit alles heeft een sterk gevoel van solidariteit en samenwerking in de samenleving doen ontstaan. De mensen hebben nieuwe manieren gevonden om samen te werken, nieuwe manieren om zich te organiseren, en ze voelen zich een stuk mondiger. Zij begrijpen dat zij het zijn die de leiding hebben in deze oorlogsinspanning, niet de heersende klasse, en dat er zonder hen niets zou zijn. Dit heeft een revolutie in de politiek teweeggebracht en ik denk dat dit zich na de oorlog zal vertalen in meer activiteit van de bevolking, omdat dit gevoel niet zal verdwijnen alleen omdat de oorlog is afgelopen.
Een ander effect van de oorlog is dat de sociale basis van de bestaande Oekraïense politieke partijen is ingestort. Voor de oorlog had je vooral pro-Russische en pro-Europese partijen. Nu is die tweedeling er niet meer. Partijen zullen nieuwe onderwerpen moeten vinden en nieuwe manieren om kiezers voor zich te winnen en verkozen te worden. Er zullen dus veel nieuwe discussies ontstaan. De mensen zullen het niet alleen maar over dezelfde oude scheidslijn pro-Europa/pro-Rusland hebben.
Ik denk ook dat door de oorlog veel meer mensen sceptisch zijn geworden over het idee van het Westen en over het neoliberalisme. In het algemeen zeiden veel mensen voor de oorlog: “Het Westen is zo groot, wij moeten zijn zoals het Westen”, en zij steunden het beleid van Duitsland of de Verenigde Staten. Maar nu, vooral met al die druk om tot een compromis te komen met Rusland en het feit dat Europa Oekraïne niet echt helpt, verliezen de mensen hun vertrouwen in de Europese wereld. De mensen zien hen nu als verraders die ons niet helpen om onze rechtvaardige oorlog van nationale bevrijding te winnen. Ze zeggen: “Waarom zouden we hen volgen, we willen niet zoals hen zijn.”
Links is veel sterker geworden en meer geaccepteerd als gevolg van de oorlog. Toen in 2014 de Maidan-revolutie plaatsvond en de oorlog in de Donbas begon, werd links over het algemeen gezien als verraders, omdat we helaas veel stalinistische, pro-Russische linksen hadden en geen sterk anti-imperialistisch links: links werd gewoon gezien als mensen die het Russische imperialisme steunden of er een compromis mee wilden sluiten. Nu Sotsialnyi Rukh, evenals andere linkse organisaties – anarchisten, socialisten, sociaaldemocraten – deelnemen aan de oorlogsinspanningen, is dit argument ineengestort en zeggen mensen nu: “Oké, links is er voor de Oekraïners, ze steunen ons en hebben oog voor onze problemen. Ze zijn met het volk en niet tegen het volk.” Dit heeft een zeer goed kader gecreëerd voor het opbouwen van steun voor linkse politiek en het ontwikkelen van een links politiek subject. Dat bestaat momenteel niet vanwege het falen van links om het volk te steunen rond Maidan en de oorlog in 2014. Nu is alles veranderd en staan mensen, zelfs nationalistisch georiënteerde, veel meer open voor links.
De linkerzijde in het Westers voelt zich vaak ongemakkelijk bij het steunen van Oekraïne omdat hun eigen regeringen Oekraïne steunen. Welke eisen zou links in de Westerse imperialistische landen aan hun regeringen kunnen stellen? Hoe kan links in Westerse imperialistische landen praktische solidariteit bieden aan het Oekraïense volk?
Ten eerste zou Westers links druk moeten blijven uitoefenen op hun regeringen om Oekraïne te steunen, want hun regeringen hebben er belang bij Oekraïne uit te verkopen. Die willen geen van deze problemen die door Poetins invasie van Oekraïne zijn ontstaan. Zij willen gewoon doorgaan met zaken doen met Poetin zoals altijd. Zij willen het gas van Rusland, zij willen nieuwe contracten, nieuwe handelsovereenkomsten, zij willen hun kapitalisten tevredenstellen. Daarom willen ze terugkomen op hun verklaarde steun voor Oekraïne. Links zou de straat op moeten gaan om druk uit te oefenen om Oekraïne te blijven steunen. Links zou moeten zeggen: “Als jullie Oekraïne niet helpen, dan zullen wij ons tegen jullie verzetten en zullen wij het zijn die voor Oekraïne opkomen om meer steun te eisen”. Wij, links, moeten vechten voor een meer democratische wereld, niet voor een wereld die gebaseerd is op militaire invasies en het opleggen van de wil van de sterkste.
Links moet ook blijven strijden voor de opvang van alle vluchtelingen. Ze kunnen de uitzondering die de situatie in Oekraïne heeft gecreëerd gebruiken om te zeggen: “OK, we hebben deze situatie in Oekraïne. Maar we hebben vergelijkbare situaties over de hele wereld: wat is het verschil met Syrië? Wat is het verschil met Palestina? Met elk land dat te maken heeft met conflicten, oorlog, onderdrukking, bezetting? Waarom zou van Oekraïne een uitzondering moeten worden gemaakt?” De behandeling van Oekraïense vluchtelingen zou moeten worden aangevoerd als argument voor steun aan alle vluchtelingen. Het conflict in Oekraïne heeft het racisme van de meeste westerse regeringen duidelijk gemaakt, en dit moet onder de aandacht worden gebracht.
Dan is er de kwestie van de sancties. Als Rusland geen strengere sancties worden opgelegd, zullen er nog veel meer doden vallen, nog veel meer vluchtelingen, nog veel meer sociale ineenstorting, nog veel meer honger. We moeten Rusland sancties opleggen, zodat het zich niet kan veroorloven soldij voor soldaten of meer militair materieel te betalen. Als Rusland dit niet meer kan doen, zal de oorlog stoppen. Dus moeten we blijven aandringen op sancties.
Links moet ook campagne voeren tegen de neoliberale acties van onze Oekraïense regering, bijvoorbeeld de antisociale arbeidshervormingen, omdat links niet alleen moet strijden tegen het imperialisme, maar ook voor zijn visie op een naoorlogse toekomst, en niet alleen voor Oekraïne. Als Oekraïne wint – en ik hoop dat dat gebeurt – zal dat leiden tot een herschikking van de bestaande wereldorde, vooral als het Russische regime ineenstort. Denkt u zich eens in: we zullen ons land opnieuw moeten opbouwen, en om dat te doen zullen we de Europese Unie moeten hervormen. Bovendien zullen we iets aan Rusland moeten doen. Er zal een discussie moeten komen over hoe een nieuwe economische en veiligheidsarchitectuur eruit moet zien en hoe deze in de toekomst met soortgelijke problemen moet omgaan, evenals met problemen zoals de schuldenlast.
Dit alles zal mogelijkheden scheppen om aan te dringen op een sociaal progressieve visie voor deze nieuwe wereldorde. En dit moet beginnen in Oekraïne en wel nu, door zich uit te spreken over al deze problemen – schuld, wederopbouw, enzovoort – omdat de ogen van de wereld momenteel gericht zijn op Oekraïne. Als Oekraïne wordt heropgebouwd langs neoliberale lijnen, dan zullen de heersende klassen dit model gebruiken om in hun eigen landen een soortgelijk beleid te propageren. Maar als Oekraïne langs sociale lijnen wordt heropgebouwd, schept het een precedent. Dit is dus een zeer belangrijke strijd.
Dan is er ook nog de kwestie van de internationale politieke structuren, zoals de Verenigde Naties. Het feit dat deze oorlog heeft plaatsgevonden toont aan dat er iets mis is met de bestaande structuren. Links moet nadenken over hoe een democratische wereldorde eruit zou kunnen zien. Niet een wereldorde zoals Noam Chomsky voorstelt, gebaseerd op compromissen tussen imperialisten ten koste van kleinere naties, maar een waar het verschil tussen grote mogendheden en kleinere staten sterk wordt verkleind; waar landen als Oekraïne, de Baltische staten, Taiwan een stem krijgen en een democratische manier hebben om zichzelf te beschermen tegen de invloed van imperialistische mogendheden. Deze discussie moet nu beginnen.
Tenslotte kan iedereen die links is naar hier komen om directe steun en hulp te verlenen. Oekraïne is een zeer arm land; zijn leger is zeer slecht georganiseerd en onderontwikkeld, dus alle hulp wordt zeer op prijs gesteld. Er zijn verschillende goede voorbeelden van vakbondskonvooien die links heeft georganiseerd om solidariteit en hulp te verlenen aan arbeiders die in de frontlinie strijden. Het steunen van Oekraïense arbeiders in deze strijd is een zeer linkse daad en veel meer mensen zouden dit moeten doen. De meest radicale manier om Oekraïne te steunen is misschien wel om hier te komen vechten. Veel mensen hebben het over het Azov bataljon, maar als er maar één bataljon was dat bestond uit internationale linkse vrijwilligers, zou niemand het over Azov hebben; in plaats daarvan zou iedereen het over hen hebben en over hoe links Oekraïne steunt.
Helaas is daar weinig van terechtgekomen door het racisme en de onrechtvaardige houding van veel linkse mensen tegenover Oekraïners, die zij allemaal beschouwen als nazi’s of “marionetten van de NAVO”. Links moet laten zien dat het Oekraïne steunt, anders voedt het alleen maar het idee dat links tegen Oekraïne is en dat alleen rechtse krachten Oekraïne helpen, wat absolute onzin is. Helaas promoot links in het Westen dit idee alleen maar door altijd over Azov te praten en nooit enige steun te bieden.
Over het geheel genomen moet links zich herbezinnen en praktische solidariteit met het volk tot stand brengen, in plaats van te proberen over de rug van anderen heen te praten, zoals de algemene tendens ter linkerzijde nu is. In Oekraïne is deze situatie een grote uitdaging voor ons ter linkerzijde geweest om zichzelf opnieuw uit te vinden en de dingen te doen die links zou moeten doen: vechten voor de emancipatie van mensen en internationale solidariteit opbouwen. Maar deze oorlog heeft ook veel mogelijkheden geschapen voor links, in Oekraïne en internationaal. We praten bijvoorbeeld met elkaar, ook al zijn we duizenden kilometers van elkaar verwijderd. Zonder deze oorlog zou dat nooit gebeurd zijn. Dit alles draagt bij tot het ontstaan van nieuwe verbindingen en nieuwe mogelijkheden voor een nieuw soort internationale solidariteit. Deze mogelijkheden moeten worden ontwikkeld en ik hoop dat dat ook zal gebeuren.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Links International Journal of Socialist Renewal. Nederlandse vertaling: Frank Slegers.