Het Verenigd Koninkrijk is de afgelopen jaren het toneel geweest van harde aanvallen op trans mensen. Ook liberale media en delen van links deden hieraan mee. De Britse socialiste en transactiviste Laura Miles legt uit wat er aan de hand is en waarom we de strijd voor transrechten moeten steunen.

Tijdens de Internationale Transgender Gedenkdag op 18 november 2018 werden 369 trans mensen herdacht die in dat jaar wereldwijd waren vermoord. In 2017 lag dat aantal op 325 en in 2016 waren het er nog minder. En deze cijfers nemen het veel hogere aantal zelfdodingen onder trans mensen niet mee.

Begin vorig jaar werd in Londen de trans vrouw Naomi Hersi doodgestoken. Dit was de eerste transfobe moord in het Verenigd Koninkrijk sinds 2014. De meeste slachtoffers zijn trans vrouwen, hoewel trans mannen en mensen die zich als non-binair identificeren ook slachtoffer worden. De meeste slachtoffers zijn net als Naomi arm en niet-wit. Rond de 60 procent van hen is sekswerker, wat wijst op de armoede en marginalisering van veel trans mensen.

De toename in haatmisdrijven tegen LHTB+-ers weerspiegelt de toenemende politieke aanvallen op LHBT+-rechten. Verbale agressie en aanvallen in de media moedigen fysiek geweld aan. Tijdens Jair Bolsonaro’s verkiezingscampagne in Brazilië werd een trans vrouw vermoord en een andere werd in elkaar geslagen door extreemrechts tuig dat uit zijn naam handelde. Voor LHBT+-mensen, vrouwen, zwarte mensen en linkse mensen zijn het angstige tijden in het Brazilië van Bolsonaro.

Met de opkomst van rechts en extreemrechts groeien transfobie en homofobie in verschillende landen. In Poetins Rusland kunnen trans mensen geen rijbewijs halen, omdat ze mentaal ziek zouden zijn. In Hongarije vallen fascisten Pride-marsen aan en Victor Orbáns uiterst rechtse regering heeft genderstudies verboden, omdat ‘genderideologie’ een marxistisch complot zou zijn om traditionele waarden te ondermijnen. In Turkije worden Trans Pride-marsen verboden en aangevallen door politie en knokploegen. In 2017 werd de prominente Turkse transactivist Hande Kader vermoord.

Donald Trump heeft trans mensen vroeg in zijn presidentschap uitgesloten van dienst in het leger en heeft sindsdien de federale bescherming van LHBT+-mensen op het werk opgeheven. Zijn meest recente en verderfelijke aanval is om sekse te herdefiniëren als ‘de status van een persoon als man of vrouw, gebaseerd op onveranderlijke biologische eigenschappen die tijdens of voor de geboorte kunnen worden vastgesteld.’ Als deze definitie wordt aangenomen, zouden trans en intersekse-mensen juridisch worden uitgewist.

Trump heeft ook Roger Severino, een notoire transfoob en criticus van ‘genderideologie’, aangesteld als hoofd van het federale Office for Civil Rights. Volgens Severino en de extreme sociaal-conservatieven van de alt-right is ‘genderideologie’ een linkse strategie om de verschillen tussen mannen en vrouwen uit te wissen.

Deze ‘marxistische dreiging’ werd ook opgevoerd in Australië in 2017 om het Veilige Scholenprogramma, dat was bedoeld om scholen veiliger te maken voor LHBT+-jongeren, te verwerpen.

De haat van de islamofobe tegenstanders van diversiteit en multiculturalisme richt zich nu ook op transrechten, ‘genderideologie’ en alle vormen van liberale omgang met LHBT+-mensen.

Voorstellen

In het Verenigd Koninkrijk werd in 2004 de Gender Recognition Act (GRA) aangenomen. Dit was een stap vooruit, maar het was tegelijkertijd ook een stap die al lange tijd door pleitbezorgers van transrechten wordt bekritiseerd vanwege de indringende medische aanvraagprocedure die nodig is om een geboortecertificaat aan te passen.

De recente opkomst van transfobie in de Britse pers is terug te voeren op een parlementair subcomité dat in 2016 met dertig aanbevelingen kwam om trans mensen te ondersteunen. Deze aanbevelingen waren het resultaat van een onderzoek naar de levens van trans mensen waar aanvankelijk tamelijk positief op werd gereageerd door de regering.

Twee aanbevelingen in het bijzonder konden rekenen op felle oppositie van rechtse transfoben, maar ook van een minderheid van transkritische feministen en socialisten: de introductie van zelfidentificatie als criterium voor het vaststellen van iemands gender en de introductie van de categorie ‘non-binair’ in de officiële statistiek.

Critici beweren dat de voorstellen bedoeld zijn om de categorie ‘vrouw’ uit te wissen, om ruimtes voor vrouwen open te stellen voor ‘trans mensen met mannenlichamen’ en om kinderen die worstelen met hun gender bloot te stellen aan een kwaadaardige en opdringerige ‘genderlobby’. Die laatste bewering doet denken aan de klassieke laster dat homomannen roofzuchtige pedofielen zouden zijn.

De realiteit voor jonge trans en non-binaire mensen die op zoek zijn naar hulp is dat het maanden kost om zelfs maar een eerste afspraak te krijgen bij een van de weinige genderidentiteit-klinieken. De behandeling bestaat meestal uit begeleiding en mogelijk puberteitsremmers, maar niet uit chirurgie, zodat de tijd kan worden genomen om een weloverwogen beslissing te maken om al dan niet in transitie te gaan. Maar het is niet de ingreep die belastend of schadelijk is, terwijl niet ingrijpen dat wel is. Het is aantoonbaar dat behandeling levens redt.

Voor trans mensen is het uitputtend om herhaaldelijk ons bestaan te moeten verdedigen en weerwoord te bieden aan de tsunami van transfobe aanvallen en onjuiste commentaar op ons leven.

De veronderstelde bedreiging van ruimtes voor vrouwen is in het beste geval gebaseerd op verkeerde informatie. GRA gaat daar niet over. Het is de Equality Act uit 2010 die buitengewone juridische uitsluiting van trans mensen uit ruimtes voor vrouwen mogelijk maakt, maar er zijn nauwelijks voorbeelden van vrouwenorganisaties die zich hierop beroepen, aangezien de meeste daarvan transinclusief zijn.

De periode van overheidsraadpleging over de aanbevelingen liep afgelopen oktober ten einde. Transfobe groepen en social mediaplatforms waar transfoben zich organiseren, coördineerden negatieve bijdragen. Trans mensen zijn bang dat de overheid zal zwichten voor de druk of het proces zal vertragen, zeker ook gezien de huidige focus op Brexit.

Transfoben en transcritici

Sommige rechts-religieuze transfoben werken via seculiere frontorganisaties, met name in de VS. Zij omkleden hun haat en afkeer van genderwetgeving met een soort namaakliberalisme door te beweren dat de burgerrechten van anderen in het geding zijn.

In het VK voert A Women’s Place UK, opgezet door ‘transkritische’ feministen uit de vakbeweging, campagne tegen zelfidentificatie van trans mensen en de erkenning van non-binaire mensen. Zij beweren dat dit vrouwenrechten zou ondermijnen en cisgender vrouwen aan een groter risico op mannelijk geweld en intimidatie zou blootstellen.

Ze verspreiden artikelen uit de rechts-conservatieve Daily Mail en materiaal van transfobe websites en roepen op voor een ‘debat’, waar ze geen trans mensen voor uitnodigen die voorstander zijn van de wetswijziging.

Er zijn geen voorbeelden bekend van trans vrouwen die cisvrouwen aanvallen in toiletten, maar er zijn veel voorbeelden van trans vrouwen die worden geïntimideerd en mishandeld, net zoals sommige cisvrouwen die niet voldoen aan vrouwelijke stereotypes.

Er zijn mensen die wijzen op het recente geval van de geïnterneerde trans vrouw Karen White. White was veroordeeld voor geweld tegen vrouwen en werd ten onrechte naar een vrouwengevangenis gestuurd waar ze nog vier vrouwelijke geïnterneerden aanviel. Maar wat deze zaak aantoont is dat het proces van risicobeoordeling faalt, niet dat trans vrouwen in gevangenissen een algemene dreiging vormen. Het is hoe dan ook verkeerd om alle trans vrouwen te stigmatiseren vanwege één verstoord en gewelddadig persoon.

Escalatie van transfobie

Wat begon als een klein groepje antitrans-feministen die in 2015 lobbyden bij het Women and Equalities Committee escaleerde in korte tijd tot een mediastorm. In juli vorig jaar kaapte een transfobe groep de Pride-mars in Londen en deelde daar transfobe pamfletten uit.

In de media heerst zoveel vijandigheid dat het Bureau voor Gelijkheid van de Britse regering zich in oktober vorig jaar publiekelijk uitsprak tegen ‘onjuiste speculatie’. De shortlists van vrouwelijke kandidaten voor de Britse Labour-partij werden een gevoelig onderwerp in sommige afdelingen. De leiding onderstreepte terecht dat zulke lijsten transinclusief moeten zijn en dat leidde tot het opstappen van 300 transfobe feministen op Internationale Vrouwendag vorig jaar.

Er zijn voorbeelden van transpositieve journalistiek en tv-programma’s zoals de miniserie Butterfly over een transseksueel kind. Maar er zijn meer voorbeelden van televisieprogramma’s die in feite nauwelijks verhulde antitrans-propaganda zijn.

Transactivisten worden er, meestal ongefundeerd, van beschuldigd dat zij transkritische figuren het zwijgen zouden opleggen of een platform zouden ontzeggen. En dat terwijl juist die transcritici en transfoben een gewillig oor vinden in de rechtse pers en zelfs bij sommige van de linkse media.

Maar ondanks de vaak heftige dynamiek op social media moeten we onthouden dat ze een kleine minderheid vormen. Hun opvattingen worden niet gedeeld door de grote meerderheid van feministen en vrouwengroepen.

Toen The Guardian een redactioneel plaatste dat veel transfobe beweringen onderstreepte, schreef de Amerikaanse redactie van die krant een open brief waarin zij zich distantieerde van die redactionele lijn. En toen een antitransgroep een sprekerstournee in Ierland organiseerde, publiceerde een grote groep feministische en socialistische organisaties een open brief waarin ze zich hiertegen uitspraken.

De Ierse transwetgeving is beter dan de Britse, omdat deze net als in veel andere landen mensen hun eigen gender laat bepalen. Er zijn geen berichten van negatieve effecten geweest, zoals mannen die hier gebruik van zouden maken om ruimtes voor vrouwen binnen te dringen.

In feite kunnen trans mensen in het VK zonder een apart certificaat al hun documentatie aanpassen, behalve hun geboortecertificaat. Een Gender Recognition-certificaat verleent wel extra juridische bescherming tegen ongewenste openbaarmaking (‘outing’), maar dat heeft weinig praktische waarde in veel alledaagse situaties, omdat er niet naar zo’n certificaat kan worden gevraagd om ruimtes voor vrouwen te betreden. En dan nog, wie zou daarop toezien, en hoe?

Lessen uit Ierland

De laatste jaren in Ierland hebben laten zien hoe verkeerd het is om vrouwenrechten tegenover transrechten te plaatsen.

De polariserende en pessimistische opvatting dat transrechten vrouwenrechten ondermijnen speelt de retoriek van rechts alleen maar in de hand. Het biedt tegenstanders van vrouwenrechten de mogelijkheid om zich voor te doen als profeministen, terwijl ze transrechten aanvallen en beweren dat het een ‘onbetwistbare realiteit’ zou zijn dat er maar twee genders zijn en dat sekse volledig biologisch is bepaald.

Maar in weerwil van de bekende essentialistische beweringen van rechts en ‘transkritisch links’ is zelfs sekse, laat staan gender, non-binair. In een recent artikel in The New York Times, getiteld ‘Why sex is not binary’, bepleit bioloog Anne Fausto-Sterling dat sekse veel complexer is dan een eenvoudig binair verschil in chromosomen. Volgens Fausto-Sterling zijn pogingen om zo’n rigide tweevoudigheid in wetgeving vast te leggen zowel wetenschappelijk als moreel verkeerd.

Decennialang hebben biologen als Fausto-Sterling en Keith Moore bepleit dat er geen eenduidige biologische maatstaf is om mensen ondubbelzinnig in een van twee seksuele categorieën in te delen.

Sekse bevat meerdere biologische lagen – chromosomen, de geslachtsklieren van foetussen, de genitaliën van foetussen, hormonen, de formatie van voorplantingssystemen, puberteitshormonen en de vorming van geslachtsorganen in de puberteit spelen allemaal een rol. En allemaal worden ze beïnvloed door het samenspel van verschillende genetische systemen. Dit toont aan dat een eenvoudige genetische test geen echte geldigheid kan hebben.

Het tegenovergestelde beweren heeft geen wetenschappelijke basis, maar komt voort uit politieke en ideologische overwegingen.

Socialisten en feministen die de opvatting overnemen dat trans vrouwen geen vrouwen zijn en dat trans mannen geen mannen zijn, verlenen in de praktijk een linkse dekmantel voor reactionairen die de klok willen terugdraaien op het gebied van zowel LHBT+-rechten als vrouwenrechten.

Het verdelen van de strijd van vrouwen en die van trans mensen verzwakt beiden. De ervaring in Ierland laat ook zien dat het omgekeerd geldt: als vrouwen en trans mensen gezamenlijk strijden, kunnen ze vooruitgang boeken en hun rechten verdedigen.

Nadat in 2015 rechten voor trans mensen en het ‘homohuwelijk’ werden bevochten, wist de campagne voor het recht op abortus in 2018 een enorme overwinning te boeken in het referendum over die kwestie. Die campagne bestond uit feministen, vakbondsactivisten, socialisten en LHBT+-activisten samen.

Wortels van onderdrukking

Marxisten bieden een samenhangende theorie dat onderdrukking in het kapitalisme materiële wortels heeft. We kunnen ook wijzen op de sterke historische verbanden tussen de strijd voor socialisme en de strijd voor LHBT+-rechten.

We bekritiseren identiteitstheoriën, zoals privilegetheorie, omdat die klasse en klassenstrijd bagatelliseren en pleiten voor heel beperkte, individuele in plaats van collectieve, strategieën voor verzet.

Net als onze seksualiteit is onze genderidentiteit een diepgewortelde realiteit, geen ‘opwelling’ of ‘gevoel’, maar een verschijnsel dat ontstaat uit de complexe interactie tussen ons zelfgevoel, ons lichaam en hoe we ons lichaam waarnemen, de verwachtingen van anderen en onze materiële omstandigheden.

Socialisten moeten de strijd voor de rechten van onderdrukte groepen om hun seksualiteit en hun genderidentiteit te kunnen uiten onvoorwaardelijk steunen. Als rechts identiteitstheorie aanvalt door de legitimiteit van de strijd tegen onderdrukking te ontkennen, zouden we dus nooit argumenten tegen transrechten moeten overnemen die de deur open zetten voor aanvallen van rechts. Helaas gebeurt dat de laatste tijd in sommige gevallen wel.

En niet alleen dat. Sommige transcritici houden er dubbele standaarden op na. Net als rechts ontkennen zij de realiteit van genderidentiteit: ‘identiteit is niet materieel’, beweren ze. Maar ze ontkennen de realiteit van seksuele voorkeuren niet, ondanks dat ze niet hebben aangetoond dat er wezenlijke verschillen bestaan tussen seksualiteit en genderidentiteit.

Een vergelijkbaar hypocriete opvatting is dat ze vinden dat vrouwen baas over hun eigen lichaam moeten zijn, maar ze ontkennen dat trans mensen diezelfde rechten moeten hebben.

Wat nu?

Onvoorwaardelijke solidariteit met de onderdrukten betekent ondubbelzinnige steun voor de erkenning van de genderidentiteit van trans en non-binaire mensen. Het is bemoedigend dat bijna alle Britse vakbonden en de vakbondskoepel TUC zich in grote meerderheid hebben uitgesproken voor het recht op zelfbepaling van trans mensen.

Als de rechtse regering gaat proberen om de voorstellen voor transrechten weg te wuiven, is er een nieuwe campagne nodig, waar de vakbonden onderdeel van moeten worden. Zelfs als de regering de voorstellen overneemt en invoert zal transfobie niet zomaar verdwijnen.

Binnen onze vakbondsafdelingen en in onze socialistische organisaties moeten we banden smeden met trans en non-binaire activisten. En we moeten Trans Pride evenementen, protesten en wakes actief ondersteunen.

Onderdrukking van vrouwen en trans mensen is inherent aan de kapitalistische klassenverhoudingen en het kerngezin. Ze zijn het gevolg van hoe goederen en diensten worden geproduceerd en oneerlijk worden verdeeld, en van de interactie tussen onderdrukking en uitbuiting in onze samenleving.

Om de bevrijding van vrouwen en trans mensen te bereiken moeten we in het hier en nu pleiten voor gezamenlijke strijd. Zowel trans mensen als vrouwen hebben er belang bij om politieke organisaties te bouwen die de revolutionaire transformatie van de oorzaak van onze onderdrukking – het kapitalisme – kunnen bewerkstelligen.

Laura Miles is auteur van het binnenkort te verschijnen boek Transgender Rebels.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.