Onlangs verscheen de Engelse vertaling van de politieke memoires van de Italiaanse trotskist Livio Maitan (Venetië 1923 – Rome 2004), die decennia lang functioneerde in de leiding van de Vierde Internationale, samen met onder meer Pierre Frank en Ernest Mandel. Gelukkig deed hij dat niet alleen met een tomeloze inzet, maar vaak ook met de noodzakelijke humor.
Het boek van Maitan is niet de geschiedenis van de Vierde Internationale en pretendeert dat ook niet te zijn. Een van de beperkingen van zijn memoires is dat die ergens halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw eindigen, omdat Livio door ziekte niet in staat was om zijn boek af te maken op de manier zoals hij dat met eerdere hoofdstukken had gedaan.
Een andere beperking, nog afgezien van het individuele perspectief van Maitan zelf, is dat het boek zich concentreert op de standpunten en discussies en de vele meningsverschillen binnen de Internationale, vooral aan de hand van de wereldcongressen en splitsingen. De geschiedenis van de aangesloten organisaties in hun eigen nationale contexten komt niet of nauwelijks aan de orde, op een enkele uitzondering na. De Nederlandse afdeling komt niet ter sprake, behalve even heel kort begin jaren zestig in de tijd van Sal Santen (van wie Maitan niet een hoge pet op had). Wel wordt natuurlijk Amsterdam vermeld als de vestigingsplaats van het IIRE, de internationale kaderschool van de Vierde en als plek van de Euromarsen eind jaren negentig.
Toch zijn deze memoires van Maitan – samen met de beperkte hoeveelheid biografieën en herinneringen van anderen en samen met de vele publicaties van de Vierde en haar afdelingen– een belangrijk brokstuk en een goede kapstok om de geschiedenis van de Vierde Internationale beter te begrijpen en verder in te kleuren en aan te vullen. Het goed leesbare boek haalt natuurlijk vele nationale en internationale geschiedenissen naar voren uit de tweede helft van de vorige eeuw. Ook brokken geschiedenis van landen, bewegingen en personen die vergeten dreigen te worden, maar die het herinneren en bestuderen nog alleszins waard zijn en die nog doorwerken in onze tijd.
Vooral maakt het boek duidelijk hoe ontzettend moeilijk het was en is om in deze lange historische periode een revolutionaire Internationale op te bouwen vanuit zwakke posities. Veel van de lessen die er te leren zijn uit de geschiedenis van de Vierde Internationale en haar afdelingen gelden natuurlijk ook min of meer voor andere revolutionaire organisaties. Tegelijk laten de memoires van Maitan zien hoeveel voordelen het heeft voor mensen en organisaties om bij een functionerende Internationale (ondanks alle beperkingen en zwaktes) te zijn aangesloten en deel uit te maken van internationale socialistische discussies en verbanden.
Ook laat Maitan in zijn boek zien hoe moeilijk het soms was om snel een juiste inschatting te maken van grote gebeurtenissen in de wereld en van de consequenties daarvan op de internationale krachtsverhoudingen en de ruimte voor nieuwe strijd. Denk aan de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog, de dood van Stalin en de opkomst van Chroestjow, de koloniale revoluties en contrarevoluties, Mei ’68, de veralgemeende wereldrecessie in 1975, de snelle wisselingen in Afghanistan, de revolutie in Cuba, de val van de Muur, de opkomst van China, etcetera, etcetera.
Het boek van Maitan is ook een erfenis en een eerbetoon aan de zeer vele mensen die de keuze in hun leven hebben gemaakt om als revolutionair socialist actief te worden of die op een andere manier actief zijn geweest in een vaak meedogenloze strijd tegen onderdrukking en uitbuiting. Niet weinigen hebben dat met de dood moeten bekopen.
Voor Maitan was het belangrijk om niet alleen te werken in de leiding van de Vierde Internationale en om vele landen en organisaties te bezoeken en te bestuderen, maar hij was ook direct politiek actief in de klassenstrijd in ‘zijn’ Italië, waardoor hij goed wist wat er ‘op de grond’ gebeurde en wat de leiding van de Vierde Internationale daar wel en niet mee kon doen.
Livio Maitan overleed in september 2004 in Rome, op 81-jarige leeftijd en hij liet behalve herinneringen ook vele artikelen en boeken na. Een daarvan is Party, Army and Masses in China. Op zijn begrafenis voerden onder anderen Lidia Cirillo, Alain Krivine en Fausto Bertinotti het woord, op verzoek van Livio zelf.
Livio Maitan, Memoirs of a critical communist; Towards a history of the Fourth International; Preface by Daniel Bensaïd. Resistance Books, IIRE, Merlin Press. (Gregor Benton heeft de vertaling gedaan en Penny Duggan nam het werk voor de vele noten en referenties voor haar rekening, met een nuttig overzicht van namen van organisaties en personen). Het boek is te bestellen bij het IIRE.